Verkeersbesluit tijdelijke bouwweg N206 Hofvlietweg

PZH-2024-861742267 / DOS-2024-0003201

Inleiding

De provincie Zuid-Holland vindt het belangrijk dat de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio Holland Rijnland (tussen de Amsterdamse regio, de Haagse en Rotterdamse regio’s) nu en in de toekomst zo optimaal mogelijk is. De RijnlandRoute stimuleert de economie in de regio en ontsluit diverse (grootschalige) ruimtelijke ontwikkelingen, met name rondom de N206 tussen Katwijk, de A44 en de A4. Dit doet de provincie in samenwerking met Rijkswaterstaat en de omliggende gemeenten. Het project RijnlandRoute bestaat uit drie deelprojecten. De deelprojecten Tjalmaweg en N434 (verbinding A44 naar A4 inclusief de Corbulotunnel) zijn afgerond en opengesteld voor het verkeer. Het laatste deelproject van de RijnlandRoute betreft de N206 Europaweg in Leiden.

De N206 Europaweg en het Lammenschansplein vormen de belangrijkste ontsluitingsroute voor het zuidoostelijk deel van de Leidse regio. Bovendien vormen de Lammebrug en Lammenschansplein samen de stadsentree van Leiden. Op dit moment kunnen de N206 Europaweg en het Lammenschansplein het huidige verkeer niet aan. Hierdoor ontstaan er regelmatig files. De weg wordt daarom verbreed van 2 x 1 naar 2 x 2 rijstroken. Ook het Lammenschansplein wordt heringericht, en de Lammebrug en de Trekvlietbrug worden vervangen.

Ten behoeve van de werkzaamheden wordt een tijdelijke bouwweg aangelegd. Deze bouwweg mag uitsluitend gebruikt worden voor werkverkeer en krijgt een aparte inrit en uitrit. Bij de rotonde met de op- en afritten van de A4 wordt aan de westzijde een nieuwe tak gerealiseerd waar het werkverkeer de bouwweg mag inrijden. Op het nabijgelegen wegvak van de N206 Hofvlietweg wordt er ter hoogte van hectometer 9,2c een uitrit gerealiseerd. Begin december 2024 zal de maatregel ingaan en deze duurt naar verwachting tot eind december 2027. Deze tijdelijke maatregel is langer dan 4 maanden, waardoor een verkeersbesluit genomen moet worden voor de bijbehorende verkeersmaatregelen.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het Ondermandaatbesluit van de Provinciesecretaris van Zuid-Holland voor de opgavengerichte organisatie 2024, is deze bevoegdheid ondergemandateerd aan de Ambtelijke Opdrachtgever van Domein Uitvoering.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Op grond van het bepaalde in artikel 37 van het BABW moet een verkeersbesluit worden genomen voor de in artikel 34 van het BABW bedoelde tijdelijke plaatsing van verkeerstekens en het uitvoeren van tijdelijke maatregelen, indien de omstandigheden die tot de tijdelijke plaatsing of tijdelijke maatregelen leiden van langere duur zijn dan vier maanden, dan wel zich regelmatig voordoen.

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van de WVW):

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

is het gewenst om diverse verkeermaatregelen in te stellen op de N206/Hofvlietweg ter hoogte van een tijdelijke bouwweg nabij hectometer 9,0c en 9,2c.

Belangenafweging

Ten behoeve van de werkzaamheden aan de N206 Europaweg wordt een tijdelijke bouwweg aangelegd. Deze bouwweg krijgt een aparte inrit en uitrit. Voor het inrijdende werkverkeer wordt een inrit gerealiseerd met een nieuwe tak op de rotonde (hectometer 9,0c). Het uitrijdende werkverkeer uit de bouwweg moet op het wegvak van de Hofvlietweg (hectometer 9,2c) invoegen op de hoofdrijbaan. Het uitrijdende verkeer is vanwege de fysieke rijbaanscheiding verplicht om rechtsaf te slaan en hoeft daardoor alleen rekening te houden met verkeer van links. Met deze verkeermaatregelen wordt de verkeersveiligheid en de bruikbaarheid van de weg gewaarborgd. De doorstroming voor het doorgaande verkeer wordt niet belemmerd met deze verkeersmaatregelen. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Leiden buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de N206/Hofvlietweg bij de tijdelijke bouwinrit (hectometer 9,0c) en bouwuitrit (hectometer 9,2c) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekening met tekeningnummer 74.24.3100-901:

    • a.

      Door plaatsing van bord C1 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) in combinatie met onderbord "uitgezonderd werkverkeer", bij de rotonde met de op- en afrit van de A4 (ter hoogte van hectometer 9,0c), de bouwinrit gesloten te verklaren voor voertuigen anders dan werkverkeer;

    • b.

      Door plaatsing van bord D4 uit bijlage I van het RVV bij de bouwuitrit (ter hoogte van hectometer 9,2c) een verplichte rijrichting rechtdoor aan te duiden voor verkeer op de N206/Hofvlietweg;

    • c.

      Door plaatsing van bord D5 uit bijlage I van het RVV de verplichte rijrichting naar rechts aan te duiden voor het verkeer uit de bouwuitrit;

    • d.

      Door plaatsing van bord B6 uit bijlage I van het RVV aan te geven dat het verkeer uit de bouwuitrit voorrang moet verlenen aan het kruisende verkeer.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven