Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2024, 1689 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2024, 1689 | ander besluit van algemene strekking |
Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg
Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg in hun vergadering van 30 januari 2024 het volgende besluit vast:
Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg
Gelet op artikel 1.2 van Hoofdstuk 1 en paragraaf 2 van Hoofstuk 2 van de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg, hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerden Staten van Limburg “Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg" onder volgende nadere regels open te stellen:
Aanvragen voor subsidie kunnen uitsluitend digitaal worden ingediend binnen één van beide subsidieplafonds vanaf donderdag 15 februari 2024 vanaf 9.00 uur tot-en-met donderdag 25 april 2024 tot 17:00 uur. Een subsidieaanvraag dient te worden ingediend bij Stimulus Programmamanagement via het daartoe bestemde webportal. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Agroforestry: Agroforestry verwijst naar landbouwsystemen en -praktijken die houtige meerjarige planten (bomen en struiken) bewust combineren op hetzelfde stuk land waar ook andere landbouwgewassen worden geteeld of veehouderij plaatsvindt. Er vindt daarmee een ecologische en economische wisselwerking plaats tussen houtige en niet-houtige onderdelen van landbouwsystemen. In Nederland vallen ook voedselbossen onder de definitie van agroforestry. Een voedselbos is een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).
Landbouwer: een natuurlijke of rechtspersoon of een groep natuurlijke of rechtspersonen die landbouwproducten produceert als bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijlage I, met uitzondering van visserijproducten, alsmede hakhout met korte omlooptijd of die landbouwareaal in een staat houdt die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en -machines;
Zelfrijdende werktuigen: volledig zelfrijdende of autonome werktuigen zijn werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving. Dit voertuig is dan voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semiautonome werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.
Artikel 6 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.10 van de Verordening komen volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Onder toepassing van artikel 1.7, vijfde lid van de Verordening zijn de regels inzake een subsidie als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid onder b van de Verordening, van toepassing op een subsidie als bedoeld in artikel 1.7 het eerste lid, onder a van de Verordening.
Openstellingsbesluit 2024 Paragraaf 2: Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg
Met het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid (GLB) werkt Nederland aan toekomstbestendige landbouw, het versterken van de natuur en een leefbaar platteland. De landen van de Europese Unie maken samen het GLB. De lidstaten mogen hieraan, binnen de kaders van het beleid, een eigen invulling geven. Voor Nederland is dit eigen beleid gezamenlijk opgesteld door het Rijk, de Provincies en de Unie van Waterschappen, het zogenaamde Nationaal Strategisch Plan (NSP). Van 2023 tot en met 2027 worden hier middelen beschikbaar gesteld voor initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van het GLB-NSP.
Het GLB-NSP omvat subsidies en instrumenten voor boeren en actoren op het platteland waarmee zij kunnen bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw. Doelstellingen hebben betrekking op het creëren van een veerkrachtige landbouw, de ontwikkeling van plattelandsgebieden, kennis en innovaties en het creëren van betere condities op vlak van milieu, biodiversiteit en klimaat.
De concrete doelstellingen verschillen per interventie. Het GLB-NSP benoemt in haar totaliteit 4 hoofddoelstellingen met subdoelstellingen.
De Provincie Limburg heeft voor de uitvoering van het GLB-NSP de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provincie Limburg opgesteld. Deze verordening omvat tien verschillende interventies of subsidiemogelijkheden. De doelgroep en categorie aanvragers kunnen per interventie verschillen. De meeste interventies zijn bedoeld voor actieve landbouwers, maar er zijn ook interventies waar waterschappen, gemeenten, plattelandsbewoners, samenwerkingsverbanden en natuur- en landschapsorganisaties subsidie kunnen aanvragen. Verder zijn er ook interventies die specifiek voor jonge boeren bestemd zijn.
Met voorliggende Openstelling 2024 “Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn” wil de Provincie Limburg landbouwers en jonge landbouwers stimuleren om te investeren in het verduurzamen van hun bedrijf. De regeling is vooral bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te stimuleren, waarmee landbouwers hun bedrijf kunnen verduurzamen. Dit door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn.
Op bijgevoegde investeringslijst (Bijlage A) zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor verduurzaming. De score per investering is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan innovatie en modernisering, effectiviteit en efficiëntie. De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen bijbehorend bij deze interventie, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), namelijk:
Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie (SO9).
Dit openstellingbesluit betreft een nadere uitwerking van de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Provinice Limburg. Voor zaken die niet specifiek benoemd zijn in dit Openstellingsbesluit zijn de bepalingen uit deze Verordening onverkort van toepassing. Naast relevante bepalingen uit het algemene hoofdstuk 1, zoals bijvoorbeeld artikel 1.14 dat ziet op de termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten op een subsidieaanvraag beslissen, gaat het daarbij met name om de bepalingen uit paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn uit hoofdstuk 2 Interventies.
Bijvoorbeeld artikel 1.14 (beslistermijn) van de Verordening is onverkort van toepassing al wordt dit in dit openstellingsbesluit niet herhaald.
Investeringslijst (Bijlage A )
De investeringen op de investeringslijst zijn opgesteld in samenwerking met provincies en het ministerie van LNV. De Provincie Limburg heeft, na overleg met de praktijk, voorstellen tot aanpassingen en aanvullingen op de initiële investeringslijst gedaan. Vervolgens zijn alle investeringen door de WUR (Wageningen University & Research) getoetst op effectiviteit, efficiëntie en de bijdrage aan de doelen vanuit het GLB-NSP. Investeringen die niet voldoende hoog scoorden, of waarvan de score niet eenduidig kon worden vastgesteld, zijn van de lijst afgevallen. Uiteindelijk is er een investeringslijst overgebleven die door alle provincies als basis gebruikt kan worden. Afhankelijk van het betreffende provinciale beleid kunnen er investeringen uit deze basislijst weggelaten worden. In het kader van het Limburgse vigerende landbouwbeleid is bijhorende investeringslijst (Bijlage A) tot stand gekomen, bestaande uit 5 hoofdcategorieën (A t/m E). Elke hoofdcategorie bestaat uit een aantal sub-categorieën. Binnen de hoofdcategorie A bestaan vijf subcategorieën (A1 t/m A5), binnen de hoofdcategorie B bestaan zes subcategorieën (B1 t/m B6), binnen hoofdcategorie C bestaan vier subcategorieën (C1 t/m C4), binnen hoofdcategorie D bestaan twaalf subcategorieën (D1 t/m D12) en binnen hoofdcategorie E bestaan drie subcategorieën (E1 t/m E3).
Meer informatie over de subsidiemogelijkheden, de voorwaarden en relevante informatie en tips vindt u op de website https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/subsidieregelingen-0/@8932/verordening-europese-landbouwsubsidies-0/ of op de website van Stimulus Programmamanagement, https://www.stimulus.nl/glb-23-27/
Toelichting artikel 1 (begripsomschrijving)
Stimulus Programmamanagement: instantie die de Verordening en deze openstelling namens Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg uitvoert. Stimulus programmamanagement is door de provincies Noord-Brabant, Gelderland en Limburg aangewezen als uitvoeringsorganisatie voor de provinciale GLB-subsidies. Het aanvragen van subsidies vanuit deze provincies gaat via Stimulus Programmamanagement. Meer informatie hierover en alle subsidie technische informatie is te vinden op de website stimulus.nl.
Toelichting artikel 2 (subsidiabele activiteiten)
Voorliggende Openstelling heeft als doel land- en tuinbouwers in de transitie naar een duurzame toekomstbestendige toekomst te stimuleren om te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. Deze subsidie is derhalve bedoeld om de aanschaf van installaties en machines te faciliteren, zodat landbouwers hun positie op gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid kunnen versterken en zo bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, volksgezondheid en biodiversiteit.
Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet in aanmerking voor subsidie.
Gedeputeerde Staten hebben een lijst vastgesteld met relevante innovatieve en duurzame fysieke investeringen (Bijlage A). De investeringen zijn onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën:
Toelichting artikel 3 (aanvrager)
De aanvrager dient te voldoen aan de definitie zoals vermeld in artikel 1.1, sub i van de Verordening.
Een jonge landbouw dient tevens aan de voorwaarden te voldoen zoals gesteld in artikel 1, eerste lid van voorliggende openstelling. Bij twijfel over deze voorwaarden wordt geadviseerd contact op te nemen met Stimulus Programmamanagement aangezien er maar binnen één plafond een aanvraag kan worden ingediend. Dient u een aanvraag in als jonge landbouwer, maar blijkt u niet aan de voorwaarden voor een jonge landbouwer te voldoen, zal uw aanvraag afgewezen worden.
De investeringslijst (Bijlage A) bestaat uit 5 hoofd-investeringscategorieën (A t/m E). Elke hoofdcategorie bestaat uit een aantal sub-categorieën: A1 t/m A7, B1 t/m B7, C1 t/m C4, D1 t/m D12 en E1 t/m E3.
Een aanvrager (landbouwer óf jonge landbouwer) kan maar één aanvraag indienen. Deze aanvraag dient betrekking te hebben op investeringen uit één sub-categorie. Wanneer meerdere aanvragen ingediend worden wordt de eerst ingediende aanvraag (qua datum en tijdstip) in behandeling genomen, en de tweede of daarop nog volgende aanvraag wordt afgewezen.
Toelichting artikel 4 (aanvraag)
De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend via een webportal dat bereikbaar is via de website Stimulus Programmamanagement. Een projectplan is niet nodig aangezien het een eenmalige specifieke investering betreft op het landbouwbedrijf, die primair gericht is op vergroting of versteviging van het verdienvermogen van de ondernemer en waarbij tevens het gebruik c.q. de inzet bijdraagt aan gestelde NSP/GLB doelstellingen middels de aan de betreffende investering gebonden score. Overige verplichte informatie (o.a. begroting, vergunningen, certificaten en relevante bewijsstukken) worden via de digitale portal opgevraagd/aangeleverd.
Toelichting artikel 5 (subsidiabele kosten)
Er wordt enkel subsidie verstrekt voor nieuwe machines en installaties c.q. de investeringen zoals vermeld in bijgaande Investeringslijst (Bijlage A). Niet voor tweedehands machines en installaties en/of vervangingsinvestering. Investeringen ter verbetering of verduurzaming van een oude machine of installatie vallen niet onder vervangingsinvesteringen en zijn wel subsidiabel. Bijhorende installatiekosten zijn enkel subsidiabel als dit expliciet vermeld staat in Bijlage A bij betreffende investering.
Kosten zijn enkel subsidiabel als zij zijn gemaakt nádat de subsidieaanvraag is ingediend. De opdracht aan de leverancier van de investering mag (dus) pas verstrekt worden nadat de subsidie is aangevraagd.
Kosten die vóór de aanvraag zijn gemaakt, komen niet voor subsidie in aanmerking. Uitdrukkelijk zij vermeld dat het ondertekenen van een offerte - voor de datum van indiening van de aanvraag uitgelegd wordt als start met de uitvoering van de activiteit.
De ervaring wijst uit dat veel initiatiefnemers met de start van hun project wachten totdat de beschikking ontvangen is. Dat hoeft niet. Kosten zijn subsidiabel vanaf het moment dat de aanvraag is ingediend. De beschikking geeft echter pas zekerheid over de subsidiabiliteit van de kosten. Kosten maken na het indienen van de aanvraag en voor ontvangst van de beschikking betekent dus een zeker risico nemen.
Toelichting artikel 6 (niet-subsidiable kosten)
Kosten voor abonnementen op software updates en servicecontracten komen niet voor subsidie in aanmerking. Ook kosten van apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensor techniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones zijn niet subsidiabel.
Toelichting artikel 7 (subsidiehoogte)
Het maximale subsidiebedrag bedraagt voor alle categorieën € 50.000,00 en het minimum (€ 10.000,00). Gezien het subsidie-percentage van 40% als de aanvrager een landbouwer is, dient de totale Investering minimaal € 25.000,00 te bedragen. In geval de aanvrager een jonge landbouwer is geldt een subsidiepercentage van 55% en dan zal de investeringsaanvraag totaal € 18.182,00 moeten zijn.
Toelichting artikel 8 (subsidiearrangement)
In deze opstelling worden subsidies verstrekt op basis van arrangement 2 waar het gaat om subsidiebedragen van € 25.000,00 tot maximaal voor deze openstelling € 50.000,00.
Voor subsidieaanvragen van € 10.000,00 (minimum in deze openstelling) tot een subsidiebedrag van € 25.000,00 worden dezelfde regels gehanteerd.
Toelichting artikel 9 (rangschikking)
Deze subsidieverlening verloopt via een tendersysteem. Dat wil zeggen dat gedurende een beperkte periode (15 februari 2024 t/m 25 april 2024) subsidieaanvragen kunnen worden ingediend ófwel binnen het subsidieplafond van landbouwers óf bij het subsidieplafond voor de jonge landbouwers. Op de sluitingsdatum van de tender moet alle informatie (inclusief alle verplichte alsmede van toepassing zijnde bijlagen) die bij de aanvraag horen ontvangen zijn. Deze sluitingsdatum wordt strikt gehanteerd. Na de sluitingsdatum is aanvullen van de aanvraag niet meer mogelijk.
De aanvragen die tijdig binnen zijn worden eerst getoetst op ontvankelijk- en compleetheid. Alle ontvankelijke complete aanvragen worden gerangschikt op volgorde van de score van de investeringslijst (zie Bijlage A) beginnend bij de aanvraag met de hoogste score.
De gehanteerde score per investering is door deskundigen bepaald op basis van de mate waarin de betreffende investering bijdraagt aan innovatie, modernisering, effectiviteit en efficiëntie. Per investering is tevens rekening gehouden met in hoeverre deze bijdraagt aan gestelde hoofd- en subdoelstellingen van het GLB/NSP.
Het kan voorkomen dat vanwege het subsidieplafond niet alle aanvragen gehonoreerd kunnen worden. De aanvragen met de hoogste scores worden als eerste gehonoreerd. Rangschikking op basis van loting door een notaris vindt plaats in geval van twee of meer aanvragen een gelijke score hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat het betreffende subsidieplafond (deels) bereikt is.
Toelichting artikel 10 (verplichtingen)
In de subsidieverleningsbeschikking wordt de termijn vermeld wanneer het verzoek tot vaststelling ingediend moet zijn. Dit betreft binnen één jaar na verzenddatum van de subsidieverlening. Het is raadzaam om bij de (door-) looptijd tijd in te calculeren om benodigde rapportages en (financiële) stukken t.b.v. het verzoek om vaststelling te verzamelen om tijdig in te kunnen dienen.
Het is niet nodig tussentijds inhoudelijke verslagen in te dienen omtrent de voortgang. Er worden géén voorschotten alsook géén deelbetalingen verstrekt. Bij verzoek om vaststelling wordt wel een inhoudelijk alsmede een financieel eindverslag verwacht.
Toelichting artikel 11 (wijzigingsverzoeken)
Er kan maximaal één keer een termijnverlenging van maximaal één jaar aangevraagd worden. Het verzoek om verlenging dient met redenen onderbouwd te worden. Ook kan er maximaal één keer verzocht worden om binnen de betreffende sub-investeringscategorie (A, B, C, D of E) de investeringen aan te passen. Deze aanpassing dient nader toegelicht te worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-1689.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.