Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen Subsidiebesluit Zeeland 2023

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 29 oktober 2024, nr. 521666, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • Overwegende dat door het Rijk een specifieke uitkering beschikbaar is gesteld ten behoeve van het ontzorgingsprogramma MKB;

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies ten behoeve van het verkrijgen van een verduurzamingsadvies voor MKB bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023:

 

Artikel I Wijziging Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023

Onder vernummering van hoofdstuk 38 tot hoofdstuk 39, en onder vernummering van de artikelen 38.1.1 en 38.2.1 tot de artikelen 39.1.1 en 39.2.1, wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

 

Hoofdstuk 38 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ten behoeve van het ontzorgingsprogramma klein MKB

 

Artikel 38.1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    agrarische onderneming: onderneming actief in de primaire landbouwproductie, de verwerking van landbouwproducten of de afzet van landbouwproducten;

  • b.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L, 2023/2831, 15.12.2023);

  • c.

    kleine onderneming: kleine onderneming als bedoeld in bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • d.

    micro-onderneming: micro-onderneming als bedoeld in bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • e.

    zzp’er: zelfstandig ondernemer zonder personeel.

Artikel 38.2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door een kleine, micro-onderneming of zzp’er.

 

Artikel 38.3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor een adviestraject gericht op het verduurzamen van een of meer van de volgende onderdelen van de onderneming van aanvrager:

  • a.

    het gebouw;

  • b.

    het bedrijfsproces.

Artikel 38.4 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd artikel 1.2.1, tweede lid, wordt subsidie niet verstrekt indien:

    • a.

      met de uitvoering van de activiteiten is begonnen vóór de datum van indiening van een volledige subsidieaanvraag;

    • b.

      reeds een subsidie is verstrekt aan de subsidieaanvrager voor dezelfde activiteit gedurende dezelfde uitvoeringsperiode;

    • c.

      reeds een subsidie is verstrekt aan de subsidieaanvrager voor hetzelfde gebouw of bedrijfsproces op grond van de artikelen 4.7.1 tot en met 4.7.10 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

    • d.

      de subsidieaanvrager een agrarische onderneming is;

    • e.

      de subsidieaanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01).

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, onder d, wordt subsidie niet verstrekt indien de aangevraagde subsidie € 500,- of minder bedraagt.

Artikel 38.5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen, is het adviestraject gericht op het ontzorgen van de aanvrager door middel van:

    • a.

      het voorlichten over de mogelijkheden om te verduurzamen;

    • b.

      het voorlichten over de manier waarop de verduurzaming kan worden uitgevoerd binnen de onderneming van aanvrager; of

    • c.

      overige handelingen die ontzorgen in het kader van verduurzaming van het gebouw of het bedrijfsproces.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, geeft de eigenaar van het gebouw toestemming voor verduurzamen, om voor subsidie als bedoeld in artikel 38.3, onder a, in aanmerking te komen.

  • 3.

    Onverminderd het eerst lid, komt een zzp’er alleen voor subsidie in aanmerking indien de activiteit gericht is op een bedrijfsproces dat wordt uitgevoerd in een bedrijfsgebouw niet zijnde de woning.

Artikel 38.6 Indieningsvereisten

  • 1.

    De aanvraag wordt bij gedeputeerde staten ingediend door gebruik te maken van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier subsidie verduurzamingsadvies klein- en micro mkb.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.4.2, tweede lid, bevat de aanvraag:

    • a.

      een offerte met daarin de werkzaamheden van de adviseur; en

    • b.

      een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.

Artikel 38.7 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 1.3.2 komen alleen de kosten voor de adviseur als kosten van derden, bedoeld in artikel 1.3.3 voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 38.8 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 2.500,-.

  • 2.

    Als de aanvrager minder dan 90% van de subsidiabele kosten aanvraagt, wordt, onverminderd het eerste lid, slechts maximaal het gevraagde percentage aan subsidie verstrekt.

  • 3.

    Onverminderd de voorgaande leden, wordt maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan overheidsbijdragen over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun niet wordt overschreden.

Artikel 38.9 Subsidieplafond en openstelling

  • 1.

    Een subsidie kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een openstellingsperiode voor de indiening van een aanvraag voor subsidie.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3.

    Indien een aanvraag niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 4.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

Artikel 38.10 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 1.6.1 tot en met 1.6.6 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      het adviestraject wordt vastgelegd in een adviesrapport;

    • b.

      het adviestraject is uiterlijk zes maanden na subsidieverlening afgerond;

    • c.

      het adviesrapport bevat tenminste de volgende gegevens:

      • het besparingspotentieel;

      • kosten per maatregel;

      • terugverdientijd per maatregel.

    • d.

      de subsidieontvanger verstrekt gedeputeerde staten een afschrift van het adviesrapport.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, onder c, bevat het adviesrapport voor een adviestraject als bedoeld in artikel 38.5, eerste lid, onder a of b, de volgende gegevens:

    • a.

      uitwerking van de mogelijkheden van verduurzaming;

    • b.

      subsidiemogelijkheden per maatregel;

    • c.

      BAG-gegevens;

    • d.

      brutovloeroppervlakte;

    • e.

      bouwjaar;

    • f.

      gebruikstijden;

    • g.

      duiding of sprake is van een monument;

    • h.

      huidig energieverbruik van de installaties en het proces;

    • i.

      energielabel indien bekend en huidig energieverbruik;

    • j.

      aard en tijden van het gebruik.

Artikel 38.11 Vaststelling

  • 1.

    Gelet op hoofdstuk 2 van de Regeling specifieke uitkering ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen en bedrijventerreinen dient aanvrager in afwijking van artikel 1.7.4. eerste lid, altijd een verzoek tot vaststelling in.

  • 2.

    Het verzoek tot vaststelling wordt uiterlijk twaalf weken na afronding van het adviestraject ingediend.

Artikel II  

Na de toelichting op hoofdstuk 37 wordt een toelichting toegevoegd, luidende:

 

Toelichting hoofdstuk 38 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ten behoeve van het ontzorgingsprogramma klein MKB

 

Algemene toelichting

Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is een eenmalige specifiekere uitkering toegekend aan de Provincie Zeeland ten behoeve van het ontzorgen van kleine en micro mkb-ondernemingen bij de verduurzaming van het gebouw en/of bedrijfsproces.

 

Het doel van de regeling is het ondersteunen van een kleine en micro mkb-onderneming door het geven van technisch, financieel of juridisch advies tot het moment van aanbesteden dan wel inkopen.

 

De regeling biedt ook de mogelijkheid voor een kleine en micro mkb-onderneming om ondersteuning te vragen bij het voorbereiden en aanvragen van een subsidie tot verduurzaming van haar bedrijfsmatig vastgoed.

 

De regeling biedt ook de mogelijkheid tot ondersteuning voor een kleine en micro mkb-onderneming bij het voorbereiden en aanvragen van een subsidie tot verduurzaming van haar bedrijfsprocessen.

 

Het uitgangspunt van het ontzorgingsprogramma is dat veel kleine en micro mkb-ondernemingen de kennis, kunde en capaciteit missen om zelf aan de slag te gaan met het verduurzamen van bedrijfsmatig vastgoed en bedrijfsprocessen. Vanuit deze SPUK-regeling kunnen deze eigenaren worden geholpen door het inzetten van adviseurs. Een deel van de kosten van de adviseur wordt via de subsidieregeling vergoed.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 38.1 Begripsbepalingen

kleine onderneming: Bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening bevat een algemene definitie van het begrip kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Vervolgens wordt binnen deze categorie van het MKB de kleine onderneming onderscheiden als een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt.

 

Micro-onderneming: Bijlage I van de algemene groepsvrijstellingsverordening bevat een algemene definitie van het begrip kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Vervolgens wordt binnen deze categorie van het MKB de micro-onderneming onderscheiden als een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.

 

Artikel 38.2 Doelgroep

De doelgroep zijn de MKB-ers met 2 tot 50 medewerkers en zzp’ers. Op grond van Europese regelgeving in het kader van staatssteun, worden deze ondernemingen geduid als kleine en micro-ondernemingen. De keuze voor de betreffende doelgroep is gelegen in het feit dat daarmee de meeste CO2-vermindering kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere groepen.

 

Artikel 38.3 Subsidiabele activiteiten

De subsidie is bedoeld om ondernemingen te ontzorgen bij de verduurzaming van het bedrijfsproces of bedrijfsmatig vastgoed. Dit ontzorgen kan bestaan uit financieel, technisch of juridisch advies over het verduurzamen van het gebouw of het bedrijfsproces, tot het moment van aanbesteden dan wel inkoop. Maar het kan ook bestaan uit andere activiteiten zoals

  • Onderzoeken naar besparingen of mogelijke vormen van energiedeling tussen bedrijven

  • Mogelijke samenwerkingsverbanden tussen bedrijven

  • Hulp bij verduurzaming richting uitvoering maatregelen

  • Hulp bij verduurzaming in het bedrijfsproces borgen

  • Verduurzaming koppelen aan MJOB gebouw

  • Hulp bij het voorbereiden en aanvragen van een subsidie of lening voor de verduurzaming van het bedrijfsproces van die onderneming of haar bedrijfsmatig vastgoed

Artikel 38.11 Vaststelling

Vanwege de eisen die het Rijk in de SPUK-regeling stelt aan de provincie ten aanzien van de verantwoording van de subsidies verstrekt op grond van dit hoofdstuk, moet worden afgeweken van de bepalingen in paragraaf 1.7 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 voor subsidies tot en met € 10.000 -.

Om die reden is in het hoofdstuk gebruik gemaakt van de mogelijkheid van artikel 1.10.1, derde lid, onder a om af te wijken van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

 

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 29 oktober 2024.

H.M. De Jonge, voorzitter

drs. M.C.J. Franken, secretaris

Naar boven