Nadere subsidieregels Leefbaarheidsaanpak gebiedsgerichte publieke initiatieven

Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 15 oktober 2024 hebben vastgesteld:

 

NADERE SUBSIDIEREGELS LEEFBAARHEIDSAANPAK GEBIEDSGERICHTE PUBLIEKE INITIATIEVEN

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere subsidieregels wordt verstaan onder:

 

  • a)

    Gebiedsgerichte aanpak: een concreet project voor één aaneengesloten gebied (een samenhangend ruimtelijk voorstel) en dus niet een verzameling van allerlei kleine initiatieven binnen een gemeente.

  • b)

    Leefbaarheid: de relatie tussen de inwoners en de eigen leefomgeving, met haar sociale en fysieke kenmerken. Het gaat om de mate waarin deze leefomgeving aansluit bij de eisen, behoeften en wensen van de inwoners. Het is een plaats- en tijdgebonden begrip.

  • c)

    Leefbaarheidsakkoord: de door de betreffende gemeente met de Provincie Limburg gesloten overeenkomst waarin afspraken zijn gemaakt over de maatregelen die de gemeente gaat treffen in de leefomgeving die bijdragen aan de leefbaarheidsbelangen van het specifieke gebied.

  • d)

    Leefbaarheidsbehoefte: de noodzaak om de kwaliteit van leven in een bepaalde omgeving te waarborgen of te verbeteren, waarbij het belang en de urgentie worden benadrukt. Dit omvat aspecten zoals veiligheid, gezondheid, sociale voorzieningen en contact met de natuurlijke omgeving, die essentieel zijn voor het welzijn van de inwoners.

  • e)

    Leefomgeving: de openbare ruimte en (semi-)publiek toegankelijke ruimte en/of gebouwen die voor iedereen toegankelijk is.

  • f)

    Openbare ruimte: een vrij toegankelijk gebied voor het publiek zonder beperkingen, zoals parken, straten, pleinen en trottoirs, waar mensen kunnen samenkomen, bewegen en recreëren. De meeste openbare ruimtes bevinden zich in de open lucht, maar ook vrij toegankelijke overheidsgebouwen en publieke instellingen kunnen tot de openbare ruimte worden gerekend.

  • g)

    Project: een door een subsidieaanvrager opgesteld plan/voorstel, gericht op het bouwen of verbeteren van tastbare, materiële objecten of voorzieningen in een samenhangend ruimtelijk voorstel om de leefbaarheid te verbeteren in een dorp en/of een stad.

  • h)

    (Semi-)publiek toegankelijke ruimten en/of gebouwen: ruimten en/of gebouwen die doorgaans toegankelijk zijn voor het publiek en die een maatschappelijke functie vervullen, maar met enige beperkingen of controle, zoals gemeenschapsaccommodaties en sport- of recreatiefaciliteiten.

  • i)

    Vrij toegankelijk: zonder beperkingen toegankelijk voor het publiek. Dit houdt in dat er geen toegangsbeperkingen zijn zoals betalingen, lidmaatschapsvereisten, of specifieke toestemming. Iedereen kan de ruimte betreden en gebruiken, meestal tijdens bepaalde openingsuren.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Doel van deze nadere subsidieregels is om projecten te stimuleren die, middels een gebiedsgerichte aanpak, de leefbaarheid verbeteren in Nederlands Limburgse gemeenten.

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen Nederlands Limburgse gemeenten die vóór 1 november 2026 een leefbaarheidsakkoord met de Provincie Limburg hebben gesloten (en door beide partijen is ondertekend).

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

 

  • 1.

    Het project draagt bij aan ten minste drie van de volgende leefbaarheidsbehoeften:

    • Veiligheid;

    • Gezondheid;

    • Welzijn;

    • Positieve sociale relaties;

    • Kansen;

    • Contact met natuurlijke omgeving.

  • 2.

    Het project is zodanig planologisch geregeld dat minstens een ontwerp voor wijziging van het bestemmingsplan of het omgevingsplan ter inzage is gelegd, of een ontwerp voor een omgevingsvergunning waarmee wordt afgeweken van het bestemmingsplan ter inzage is gelegd of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit is verleend.

  • 3.

    Het project draagt bij aan minimaal drie lokale leefbaarheidsbehoeften zoals gesteld in lid 1 van dit artikel. Het lokale karakter blijkt uit minimaal één van de volgende aspecten:

    • a)

      data, een objectief onderzoek of rapport;

    • b)

      de directe betrokkenheid van inwoners dan wel lokaal draagvlak;

    • c)

      de directe betrokkenheid van andere stakeholders in de ontwikkeling en/of exploitatie van het project;

    • d)

      een raadsbesluit waarin de gemeenteraad instemt met het project en waaruit lokaal draagvlak blijkt.

  • 4.

    De gesubsidieerde activiteiten dienen plaats te vinden in of verbeteringen te betreffen van de openbare ruimte en/of (semi-)publiek toegankelijke ruimten en/of gebouwen.

  • 5.

    Een gemeente komt slechts éénmaal voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Het project dient vóór 1 januari 2027 in uitvoering te zijn. Dit houdt in dat de subsidieontvanger onomkeerbare (financiële) verplichtingen is aangegaan, er een sluitende businesscase beschikbaar is waaruit blijkt dat zowel de realisatie als exploitatie van het project duurzaam geborgd zijn en dat de feitelijke realisatie vóór deze datum dient te starten.

  • 2.

    Het projectresultaat dient gedurende een periode van vijf jaar te worden gegarandeerd.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

 

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de aanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 4;

  • d.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling; en/of

  • e.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze nadere subsidieregels vast voor de looptijd van de regeling.

  • 2.

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt:

 

  • a.

    maximaal 50% van de totale subsidiabele projectkosten;

  • b.

    nooit meer dan de gemeentelijke bijdrage; en

  • c.

    maximaal het bedrag ter hoogte van de intentie zoals opgenomen in het leefbaarheidsakkoord met de betreffende gemeente, met een maximum van € 1.000.000,00.

Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten

Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet-subsidiabel:

 

  • a.

    kosten van verduurzamingsmaatregelen;

  • b.

    kosten voortvloeiend uit reguliere en/of wettelijke taken van de gemeente;

  • c.

    inrichtingskosten van het gebouw en/of het (omliggende) terrein voor zover dit niet bijdraagt aan de leefbaarheidsbehoefte;

  • d.

    advieskosten ten behoeve van het opstellen van subsidieaanvragen;

  • e.

    consumptieve kosten;

  • f.

    onvoorziene kosten;

  • g.

    reguliere exploitatiekosten;

  • h.

    personele inzet van eigen/ambtelijke uren;

  • i.

    afwaardering van vastgoed voor zover hoger/boven de marktconforme waarde (de waarde blijkens recente taxaties);

  • j.

    planologische procedurekosten;

  • k.

    rentekosten;

  • l.

    kosten die op grond van de Nadere subsidieregels Kerken 2024 – 2027 c.q. de Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027 subsidiabel zijn verklaard voor projecten die betrekking hebben op kerken c.q. monumenten zoals gedefinieerd in de betreffende regeling.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700,6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan vanaf 28 oktober 2024 worden ingediend en dient uiterlijk 31 december 2026 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 28 oktober 2024.

  • 2.

    Deze nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Leefbaarheidsaanpak gebiedsgerichte publieke initiatieven”.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 15 oktober 2024.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

de heer E.G.M. Roemer

secretaris

de heer D.F. Timmer

Toelichting

Algemeen

 

Met de gebiedsgerichte aanpak willen Gedeputeerde Staten mogelijk maken dat de leefbaarheid in een dorp en/of een stad wordt verbeterd. Gemeenten, corporaties en maatschappelijke organisaties zijn op dit schaalniveau het best bekend met de leefbaarheidsbehoeften van het betreffende gebied. De gemeente is in deze aanvrager en contractpartner.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3

 

Gemeenten dienen een leefbaarheidsakkoord te sluiten met de Provincie Limburg om in aanmerking te komen voor een subsidie op grond van deze nadere subsidieregels. In het akkoord wordt de samenwerking vastgelegd en worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld beoogde middelen, commitment van stakeholders en lokaal draagvlak. Na ondertekening door de Provincie Limburg en de gemeente werkt de gemeente haar voorstel verder uit.

 

De looptijd van het akkoord eindigt door besluitvorming met betrekking tot het al dan niet verlenen van een provinciale bijdrage. Indien binnen de in het akkoord genoemde periode de overeengekomen afspraken niet door de gemeente nagekomen zijn (binnen een nader te bepalen periode uitwerken van het voorstel), dan komt het akkoord en de hieraan gekoppelde reservering(en) van middelen, zoals overeengekomen middels een intentie in het akkoord, te vervallen.

 

Artikel 4

 

Lid 1

 

Gedeputeerde Staten willen vanuit deze nadere subsidieregels projecten stimuleren die bijdragen aan minimaal drie van de onderstaande leefbaarheidsbehoeften:

 

  • 1.

    Veiligheid. Denk aan de veiligheidsbeleving en verkleining van de slachtofferkans in een dorp en/of een stad (bijvoorbeeld: verkeersveiligheid en tegengaan van geweld).

  • 2.

    Gezondheid. Denk aan een gezonde omgeving en vergroting van mentale gezondheid (bijvoorbeeld: vergroening, wandelpaden, beweegtoestellen, voorkomen hittestress en gezonde voeding).

  • 3.

    Welzijn. Denk aan mogelijkheden voor zinvolle tijdsbesteding en faciliteren van eigen regie en grip op het bestaan (bijvoorbeeld: initiatieven voor vrijetijdsbesteding die bijdragen aan de leefbaarheid van meerdere en dementievriendelijke omgevingen).

  • 4.

    Positieve sociale relaties. Denk aan de mogelijkheden om je ergens thuis te voelen en relaties op te bouwen, het versterken van cohesie in een dorp en/of een stad, het bevorderen van gemeenschapszin (bijvoorbeeld: initiatieven t.a.v. ontmoeting zoals gemeenschapsaccommodaties, moestuinen, speeltuinen, toegankelijkheid, inclusie en het tegengaan van overlastsituaties).

  • 5.

    Kansen. Denk aan kansen voor mensen op (passend) onderwijs, (zorg)voorzieningen en werkgelegenheid (bijvoorbeeld: initiatieven t.a.v. nabijheid en bereikbaarheid van voornoemde zaken gericht op ontplooiing, het tegengaan van armoede en laaggeletterdheid en kansrijk opgroeien).

  • 6.

    Contact met de natuurlijke omgeving. Denk aan initiatieven t.a.v. vergroening, gemeenschapsgroen en biodiversiteit.

Lid 3

 

Het project draagt bij aan minimaal drie lokale leefbaarheidsbehoeften zoals gesteld in lid 1 van artikel 4. Het lokale karakter blijkt uit minimaal één van de volgende aspecten:

 

  • a)

    data, een objectief onderzoek of rapport;

    Denk aan: de Leefbaarometer, SES-WOA-score of andere gegevens waarmee objectief wordt aangetoond dat er een bepaalde leefbaarheidsbehoefte is.

  • b)

    de directe betrokkenheid van inwoners dan wel lokaal draagvlak;

    Denk aan: participatietrajecten, betrokkenheid van omwonenden en/of vrijwilligers bij de ontwikkeling en/of de realisatie van het project.

  • c)

    de directe betrokkenheid van andere stakeholders in de ontwikkeling en/of exploitatie van het project;

    Denk aan projectontwikkelaars, ondernemers en bedrijven en maatschappelijke organisaties.

Artikel 9

 

Sub a

 

Onder verduurzamingsmaatregelen verstaan we maatregelen gericht op de verduurzaming van de omgeving met betrekking tot het opwekken van energie, het verbeteren van de energieprestatie en/of verbeteren van de energetische schil van een gebouw. Het vergroenen van de openbare ruimte is wel subsidiabel.

Naar boven