Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 15594 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 15594 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijziging Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Drenthe 2016
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
gelet op de artikelen 105, 143 en 145 van de Provinciewet;
gelet op artikel 1.8 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Drenthe 2016;
overwegende dat het wenselijk is om een aantal onderdelen van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Drenthe 2016 te actualiseren en de leesbaarheid van de verordening te verbeteren;
de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Drenthe 2016, zoals vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 11 maart 2015, kenmerk 2015000139, Provinciaal Blad nummer 1479, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 10 november 2023, kenmerk 2023001508, Provinciaal Blad nummer 2023-13216, te wijzigen.
In artikel 2.9 (Verplichtingen van de subsidieontvanger), eerste lid, onder e, wordt “certificeringsvoorwaarden” vervangen door “certificeringsvoorschriften”.
Artikel 3.7 (Subsidiehoogte) wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste en tweede lid wordt “zes” telkens vervangen door “de periode als bedoeld in artikel 3.10”.
Aan artikel 3.10 (Subsidieverlening) wordt de volgende zin toegevoegd:
Gedeputeerde Staten kan ervoor kiezen de subsidie voor een periode van twaalf of achttien aaneengesloten kalenderjaren te verlenen.
In artikel 3.11 (Verplichtingen van de subsidieontvanger), onder i, wordt “certificeringsvoorwaarden” vervangen door “certificeringsvoorschriften”.
Artikel 3.12a (Voorziening onmiddellijke liquiditeitsbehoefte subsidieontvanger) komt als volgt te luiden:
Artikel 3.12a Voorziening liquiditeitsbehoefte subsidieontvanger
Indien het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde voorschot ontoereikend is om de betaling geheel in mindering te brengen, verrekenen Gedeputeerde Staten het openstaande bedrag met de te verstrekken voorschotten voor de daaropvolgende kalenderjaren of, indien dit niet mogelijk is, bij de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.14.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het laatste jaar van het subsidietijdvak, met dien verstande dat Gedeputeerde Staten, in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, de betaling bij de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.14, in mindering brengen op de te verstrekken subsidie.
Artikel 3.13 (wijziging subsidieverlening) wordt als volgt gewijzigd:
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. J. Klijnsma, voorzitter
W.F. Brenkman MSc, secretaris
Assen, 8 oktober 2024
Kenmerk 5.1/2024001399
Toelichting bij het besluit tot wijziging
Er zijn een aantal tekstuele en een aantal inhoudelijke wijzigingen in de SVNL2016 doorgevoerd ten opzichte van de versie SVNL2016 voor beheerjaar 2023. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder nader uiteengezet.
De wijziging van de term certificeringsvoorwaarde naar certificeringsvoorschrift sluit beter aan op de werkelijkheid. Controle op naleving ziet immers op de voorschriften die de certificaathouder heeft, het betreft geen voorwaarde voor certificering zoals de huidige tekst suggereert. Artikel 2.9, eerste lid, onder e, en artikel 3.11, onder i, worden daarom aangepast. De Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL 2023 wordt gelijktijdig op dit punt in overeenkomstige zin aangepast. De wijziging is enkel tekstueel en behelst geen wijziging van de certificeringseisen.
Artikel I, onderdelen B en C, en artikel II
Gelet op de toenemende roep om langjarig agrarisch natuurbeheer mogelijk te maken onderzoeken provincies momenteel de mogelijkheid om subsidie te verstrekken voor een langer tijdvak dan de huidige zes jaar. Hiervoor is echter een unaniem besluit van alle provincies nodig. Het uitgangspunt dat aan het ANLb ten grondslag ligt is namelijk dat er sprake is van een modelregeling die in elke provincie identiek wordt toegepast. In het NSP is Nederland (voor het ANLb) immers aangewezen als één regio. Uniformiteit is verder ook van belang om het ANLb uitvoerbaar te houden.
Vooruitlopend op de uitkomsten van het interprovinciaal overleg is door middel van de onderhavige regelingswijziging alvast een eerste stap gezet om een langer subsidietijdvak juridisch mogelijk te maken. De betreffende wijziging kan om de hiervoor geschetste redenen echter pas in werking treden als alle provincies hiermee instemmen. Daarom neemt Gedeputeerde Staten op een later tijdstip een besluit wanneer het betreffende onderdeel in werking zal treden.
Er is van deze gelegenheid gebruik gemaakt om ook artikel 3.7 van de SVNL 2016 aan te passen. Besloten is om in dit artikel niet langer de termijn van het subsidietijdvak te herhalen, maar om te verwijzen naar de in artikel 3.10 genoemde termijn. Hierdoor werken eventuele toekomstige wijzigingen in de in artikel 3.10 termijn automatisch door in artikel 3.7.
Europese regelgeving (Vo. 2021/2116 artikel 44, lid 2, onderdeel b) maakt het mogelijk om al voor de reguliere EU-betaalperiode van 1 december tot 30 juni betalingen te doen in het kader van plattelandsontwikkelingsinterventies zoals het ANLb. Betalingen gedaan voor 16 oktober moeten echter ook eerder verantwoord worden bij de Europese Commissie (Vo 2022/128 artikel 22). Om die reden worden geen betalingen gedaan voor 16 oktober van het betreffende beheerjaar. Het percentage is opgehoogd naar 30%.
De beslissing tot het wel of niet doen van deze betaling is een discretionaire bevoegdheid. Er wordt hiervoor dus geen aanvraagprocedure opgezet. Het is aan de provincie om in onderling overleg met de subsidieontvanger (het collectief) te bepalen of er bij laatstgenoemde behoefte is aan deze betaling. In het bevestigende geval zal de provincie vervolgens voor het betreffende beheerjaar een toekenningsbesluit nemen.
Het maximum percentage voor uitbreidingen is per beheerjaar 2025 komen te vervallen. Uitbreidingen van meer dan 20% van de originele gebiedsaanvraag zijn mogelijk in het 1ste en 2de beheerjaar. De huidige gebiedsaanvragen zijn ingegaan per 1 januari 2023. Dit betekent dat de collectieven in de aanvraagperiode 2025 voor het laatst een uitbreidingsaanvraag kunnen indienen, mits de provincie deze mogelijkheid in het openstellingsbesluit opneemt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-15594.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.