Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2024, 15534 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2024, 15534 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van gedeputeerde staten van 1 oktober 2024, PZH-2024-859522249 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 en de Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL 2023 in verband met een actualisatie
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat het wenselijk is om een aantal onderdelen van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 te actualiseren en de leesbaarheid van de regeling te verbeteren;
De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.5 (Aanvraagvereisten), onder a, wordt ‘Rijksdienst voor Ondernemend Nederland’ vervangen door ‘Provincie Zuid-Holland’.
Artikel 2.5 (Weigeringsgronden) onderdelen 4 en d worden vervangen door een nieuw onderdeel d, luidende:
In artikel 2.11 (Verplichtingen van de subsidieontvanger), eerste lid, onder e, wordt ‘certificeringsvoorwaarden’ vervangen door ‘certificeringsvoorschriften’.
Het derde lid van artikel 2.12 (Bevoorschotting en betaling) komt te luiden:
Het eerste lid van artikel 2.16 (Voortijdige vaststelling wegens wijziging natuurbeheertype) komt te luiden:
Een ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder a, kan een aanvraag indienen voor het geheel of gedeeltelijk voortijdig vaststellen van die subsidie, als hij op het natuurterrein of deel daarvan waarvoor hij de subsidie ontvangt, maatregelen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Zuid-Holland 2013 of andere maatregelen treft die zijn gericht op een kwaliteitsverbetering van het op dat natuurterrein in stand te houden natuurbeheertype of een verandering van het natuurbeheertype naar een ander natuurbeheertype met provinciale goedkeuring.
Artikel 3.7 (Subsidiehoogte) wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste en tweede lid wordt ‘zes’ telkens vervangen door ‘de periode als bedoeld in artikel 3.10’.
Artikel 3.10 (Subsidieverlening) wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3.11 (Verplichtingen van de subsidieontvanger) wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3.12a (Voorziening onmiddellijke liquiditeitsbehoefte subsidieontvanger) komt te luiden:
Artikel 3.12a Voorziening liquiditeitsbehoefte subsidieontvanger
Indien het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde voorschot ontoereikend is om de betaling geheel in mindering te brengen, verrekenen Gedeputeerde Staten het openstaande bedrag met de te verstrekken voorschotten voor de daaropvolgende kalenderjaren of, indien dit niet mogelijk is, bij de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.14.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het laatste jaar van het subsidietijdvak, met dien verstande dat Gedeputeerde Staten, in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, de betaling bij de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.14, in mindering brengen op de te verstrekken subsidie.
Artikel 3.13 (wijziging subsidieverlening) wordt als volgt gewijzigd:
Den Haag, 1 oktober 2024
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
plv. voorzitter,
E.F.A. Zevenbergen
Toelichting bij het Besluit van gedeputeerde staten van 1 oktober 2024, PZH-2024-859522249 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 en de Uitvoeringsregeling Stichting
Er zijn een aantal tekstuele en een aantal inhoudelijke wijzigingen in de SNL2016 doorgevoerd ten opzichte van de versie SNL2016 voor beheerjaar 2024. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder nader uiteengezet.
Per 2025 ligt de uitvoering van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 niet meer bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland maar wordt deze door de provincie zelf uitgevoerd.
In de versie SNL2016 voor beheerjaar 2024 stond een onlogische opsommingsnummering. Dit wordt met deze wijziging opgelost.
Artikel I, onderdelen C en H, en artikel II
De wijziging van de term certificeringsvoorwaarde naar certificeringsvoorschrift sluit beter aan op de werkelijkheid. Controle op naleving ziet immers op de voorschriften die de certificaathouder heeft, het betreft geen voorwaarde voor certificering zoals de huidige tekst suggereert. Artikel 2.11, eerste lid, onder e, en artikel 3.11, onder e, worden daarom aangepast. De Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL 2023 wordt gelijktijdig op dit punt in overeenkomstige zin aangepast. De wijziging is enkel tekstueel en behelst geen wijziging van de certificeringseisen.
Met deze wijziging wordt duidelijk dat de betaling van ene voorschot uiterlijk 10 weken na afloop van het beheer gedaan wordt. Het mag dus ook gedurende het lopende beheerjaar waarmee er voorschotbetalingen in het beheerjaar zelf gedaan kunnen worden. Voorheen werd een betaling voor het beheer altijd na afloop van het feitelijke beheerjaar gedaan.
Met deze wijziging wordt duidelijk dat het treffen van maatregelen ten behoeve van een kwaliteitsverbetering van het bestaande natuurbeheertype of een met goedkeuring van de provincie verandering van het aanwezige natuurbeheertype naar een ander natuurbeheertype, het mogelijk maakt om de subsidie op dat deel voortijdig vast te stellen. Voorheen suggereerde de tekst dat dit alleen kon als het maatregelen betrof die met de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013 gesubsidieerd waren. Niet alle maatregelen worden echter met gebruik making van deze subsidieregeling uitgevoerd waardoor er onbedoeld subsidie teruggevorderd zou kunnen worden.
Gelet op de toenemende roep om langjarig agrarisch natuurbeheer mogelijk te maken is besloten om art. 3.7 van de SNL 2016 aan te passen: in dit artikel wordt niet langer de termijn van het subsidietijdvak genoemd, maar wordt verwezen naar de in artikel 3.10 genoemde termijn. Hierdoor werken eventuele toekomstige wijzigingen in de in artikel 3.10 termijn automatisch door in artikel 3.7.
M.b.t. artikel 3.11 lid e: Vertraging in de termijn voor het indienen van activiteiten onder de eco-regeling had tot gevolg dat de termijn voor het indienen van jaarlijks beheer ANLb niet konden worden gehaald. Om deze afhankelijkheid te verduidelijken werd in de versie vanaf beheerjaar 2024 de datum voor indiening weer gekoppeld aan de uiterlijke datum voor het indienen van de gecombineerde data inwinning. Door in de versie beheerjaar 2025 de koppeling met het indienen van de gecombineerde opgave los te laten wordt de afhankelijkheid van de minister van LNV verminderd. Met 31 mei als datum krijgen de collectieven 16 dagen de tijd om te reageren op hetgeen de deelnemer in de gecombineerde opgave heeft opgegeven. Bovendien wordt hiermee aangesloten bij de werkwijze uit het vorige GLB, waarbij een relatie tot 31 mei nog wijzigingen in zijn betaalaanvraag mocht aanbrengen zonder dat dit tot korting zou leiden.
Europese regelgeving (Vo. 2021/2116 artikel 44 lid 2, onderdeel b) maakt het mogelijk om al voor de reguliere EU-betaalperiode van 1 december tot 30 juni betalingen te doen in het kader van plattelandsontwikkelingsinterventies zoals het ANLb. Betalingen gedaan voor 16 oktober moeten echter ook eerder verantwoord worden bij de Europese Commissie (Vo 2022/128 artikel 22). Om die reden worden geen betalingen gedaan voor 16 oktober van het betreffende beheerjaar. Het percentage is opgehoogd naar 30%.
De beslissing tot het wel of niet doen van deze betaling is een discretionaire bevoegdheid. Er wordt hiervoor dus geen aanvraagprocedure opgezet. Het is aan de provincie om in onderling overleg met de subsidieontvanger (het collectief) te bepalen of er bij laatstgenoemde behoefte is aan deze betaling. In het bevestigende geval zal de provincie vervolgens voor het betreffende beheerjaar een toekenningsbesluit nemen.
Het maximum percentage voor uitbreidingen is per beheerjaar 2025 komen te vervallen. Uitbreidingen van meer dan 20% van de originele gebiedsaanvraag zijn mogelijk in het 1ste en 2de beheerjaar. De huidige gebiedsaanvragen zijn ingegaan per 1 januari 2023. Dit betekent dat de collectieven in de aanvraagperiode 2025 voor het laatst een uitbreidingsaanvraag kunnen indienen, mits de provincie deze mogelijkheid in het openstellingsbesluit opneemt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-15534.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.