Wijziging Investeringsregeling reductie Stikstofemissie Noord-Nederland

Gedeputeerde Staten van Fryslân evenals de colleges van Gedeputeerde Staten van Groningen en Drenthe, ieder voor zich;

 

gelet op

 

  • -

    Titel 4.2. Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 1.3 jo. artikel 5.3 Algemene Subsidieverordening Provincie Fryslân 2018,

BESLUITEN:

 

de Investeringsregeling reductie Stikstofemissie Noord-Nederland te wijzigen.

Artikel I  

A

Artikel 1, onder c, komt te luiden:

externe deskundige: iemand die op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd is, onafhankelijk is, beschikt over actuele kennis en staat ingeschreven in het bedrijfsadviseringssysteem (BAS) van de Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs voor één of meerdere aandachtsgebieden gericht op het onderwerp kringlooplandbouw en in het bezit is van een erkenning op één of meerdere van de volgende aandachtsgebieden: stikstofemissie en hergebruik nutriënten (A1), gezonde bodem, water of teeltsystemen (A2), natuurinclusieve landbouw (A5) dan wel precisielandbouw (A6) of, indien het betreft de advisering in het kader van weidegang: staat ingeschreven als adviseur bij de Stichting Weidegang. De externe deskundige mag niet werkzaam zijn bij een onderneming die landbouwproducten, gewasbeschermingsmiddelen, diervoeders, landbouwmechanisatieproducten of meststoffen verkoopt of werkzaam zijn bij een onderneming die in een groep verbonden is aan een onderneming die deze producten verkoopt;

 

Aan artikel 1 wordt onder doornummering met de letter g. toegevoegd:

studiegroep: groep van agrarische ondernemers die gezamenlijk onderzoek doen onder begeleiding van een deskundige, op het gebied van onderwerpen die de bedrijfsvoering van de agrarische onderneming betreffen.

 

B

Artikel 7, lid 1, onder a, komt te luiden:

het laten opstellen van een advies conform een voorgeschreven format, door een externe deskundige als bedoeld in artikel 1, onder c, dan wel het deelnemen aan een studiegroep als bedoeld in artikel 1, onder g, welk advies of welke studiegroep ziet op een maatregel als bedoeld in het openstellingsbesluit;

 

Artikel 7, lid 3, onder d, komt te luiden:

uitgaven voor het laten opstellen van een advies door een externe deskundige, dan wel de kosten voor deelname aan een studiegroep.

 

C

Artikel 8, lid 1, komt te luiden:

De hoogte van de subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, bedraagt maximaal € 2.500,-- per advies.

 

Artikel 8, lid 2, komt te luiden:

De totale subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, bedraagt per agrarische onderneming maximaal € 5.000,--.

 

D

Artikel 9, lid 1, komt te luiden:

Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledige subsidieaanvragen tot het moment dat het desbetreffende subsidieplafond van de aangevraagde maatregel in het openstellingsbesluit wordt overschreden.

 

E

Artikel 11, lid 4, komt te luiden:

Tenzij in de beschikking tot verlening daartoe een eerdere of een latere termijn is voorgeschreven, dient de aanvrager zo snel mogelijk na het uitvoeren van de activiteit, doch uiterlijk binnen drie maanden na uitvoering, een verzoek tot vaststelling van de subsidie in.

 

F

Artikel 12, lid 4, komt te luiden:

Tenzij in het besluit tot subsidieverlening een termijn is opgenomen, voltooit de subsidieontvanger de uitvoering van het project met de activiteiten als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, alsmede de toepassing daarvan, binnen 24 maanden na de verzending van het besluit tot subsidieverlening.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst, doch niet later dan op 10 juli 2024 mocht de bekendmaking na 10 juli 2024 plaatsvinden.

Artikel III  

Dit besluit kan worden aangehaald als “Wijziging Investeringsregeling reductie Stikstofemissie 2024”.

Leeuwarden, 18 juni 2024

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

Namens dezen,

Drs A.A.M. Brok

Voorzitter,

J. Algra,

Secretaris

Toelichting  

Algemeen

Naar aanleiding van de openstelling van de regeling in 2023 is deze geëvalueerd. Deze evaluatie heeft geleid tot het opnemen van andere maatregelen of aangepaste maatregelen in het openstellingsbesluit. Om dat mogelijk te maken, moest op sommige onderdelen ook de investeringsregeling zelf worden aangepast.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1, lid 1, onder c: Er zijn extra eisen gesteld aan de adviseurs. Om hun onafhankelijkheid te garanderen, mogen zij niet gelieerd zijn of in dienst zijn van producenten of leveranciers van zaaigoed, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of diervoeders en dienen zij aan bepaalde kwalificaties te voldoen.

 

Artikel 1, lid 1, onder g, jo. artikel 7, lid 1, onder a, en lid 3, onder d: De regeling is aangepast om ook de kosten voor deelname aan zogenaamde studiegroepen subsidiabel te stellen.

Agrarische ondernemers kunnen nu zowel specifiek op bedrijfsniveau advies aanvragen als aan deskundigheidsbevordering doen door middel van deelname aan studiegroepen.

 

Artikel 8, eerste en tweede lid, zijn aangepast, waarbij de maximale subsidiebedragen voor adviezen en deelname zijn verhoogd van € 1.500,-- naar € 2.500,-- per advies met een maximum van € 5.000,-- per onderneming.

Voor de adviezen wordt een format voorgeschreven. Hiermee worden de adviezen eenduidig en vergelijkbaar. Het format schrijft voor hoe het advies moet worden ingevuld. Dit vraagt extra inspanningen van de adviseur. Als gevolg van deze extra inspanningen is ook het beschikbare budget per advies verhoogd.

 

Artikel 9, lid 1: Bij de vorige openstelling was er geen sprake van schotten tussen de verschillende maatregelen. Omdat de vorige openstelling al binnen enkele dagen was overtekend, is op basis van de afwijzingen besloten om per maatregel een apart subsidieplafond in te stellen. Dit maakt het echter noodzakelijk om de regeling hierop aan te passen.

 

Artikel 11, lid 4, jo. artikel 12, lid 4: Voor de uitvoering van de maatregelen staat, uitgezonderd voor de advisering en deelname aan een studiegroep, maximaal een periode van 24 maanden. De vaststelling van de subsidieverlening dient uiterlijk drie maanden na voltooiing van de activiteit te zijn ingediend. De datum van 31 december 2025 zoals die eerder in de regeling stond is daarmee verlaten. Overigens kan in de verleningsbeschikking van deze uitvoeringsperiode worden afgeweken.

 

Format rapportage adviezen:

 

Sjabloon Rapportage advisering reductie stikstofemissies

 

Let op: de betreffende veehouderij in het onderstaande rapport dient geanonimiseerd te zijn.

 

Gegevens adviseur

Naam

 

Organisatie

 

Adres

 

Postcode en plaats

 

E-mailadres

 

Telefoonnummer

 

 

Omschrijving bedrijf

Beschrijf het bedrijf en kwantificeer minimaal:

  • -

    Aantal melkkoeien / jongvee in 2018 en bij de start van het adviestraject in 2024

  • -

    Aantal stallen en type / RAV code

  • -

    HA land (gras / akker)

  • -

    Aantal uren weidegang bij de start van het adviestraject in 2024

 

 

 

 

Nulmeting

Inventariseer en maak een analyse van de huidige situatie stikstof, kringloopwijzer, voeding en bemesting.

 

 

 

 

Adviezen stikstofreductie

Mogelijkheden en advies tot verbetering van stikstofreductie, in termen van bedrijfs- of managementmaatregelen. De maatregelen dienen concreet en uitvoerbaar beschreven te worden, bij voorkeur kwantitatief. Waar mogelijk inclusief de verwachte reductie van stal- en veldemissies op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten.

 

 

 

 

Evaluatie

Minimaal drie en maximaal zes maanden na het uitbrengen van de bovenstaande adviezen dient het bedrijf opnieuw bezocht te worden. Het doel van dit bezoek is het evalueren van de bovenstaande adviezen. Welke zijn overgenomen, wat is daarvan op dit moment het effect? Welke maatregelen zijn op basis van dit advies gepland om in de toekomst te nemen? Welke adviezen zijn niet overgenomen en zullen binnen twee jaar na het uitbrengen van het advies waarschijnlijk ook niet worden overgenomen?

 

 

 

 

Ondertekening

Naam adviseur

 

Plaats, datum

 

Handtekening

 

Naar boven