Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 24 september 2024 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 in verband met een nieuwe openstelling en enkele technische wijzigingen (Twintigste wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 te wijzigen in verband met een nieuwe openstelling van paragraaf 2 van die regeling en in verband met een aantal wijzigingen van technische aard;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 2.1, derde lid, vervalt.

 

B.

Artikel 2.4, eerste lid, onder g, komt te luiden:

  • g.

    de subsidieaanvrager vraagt subsidie aan voor een perceel waarvoor na 1 januari 2016 subsidie is verstrekt voor:

    • 1°.

      dezelfde subsidiabele activiteit op grond van deze subsidieregeling;

    • 2°.

      dezelfde subsidiabele activiteiten op grond van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant;

C.

Artikel 2.4, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het slot van onderdeel b vervalt “of”.

  • 2.

    Onder verlettering van onderdeel c tot d, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • c.

      op percelen met het label Bestaande natuur enclave, als aangeduid op de kaart, genoemd in artikel 1.2, tweede lid; of

D.

In artikel 2.5b wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g.

    van 15 november 2024 tot en met 31 december 2024.

E.

In artikel 2.5c wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g.

    €24.000.000 voor de periode genoemd in artikel 2.5b, onder g.

F.

In artikel 2.9, eerste lid, onder d, wordt “certificeringsvoorwaarden” vervangen door “certificeringsvoorschriften”.

 

G.

Artikel 2.9, achtste lid, vervalt.

 

H.

Artikel 3.11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel e, wordt “15 mei” vervangen door “31 mei van het lopende beheerjaar”.

  • 2.

    In onderdeel i, wordt “certificeringsvoorwaarden” vervangen door “certificeringsvoorschriften”.

I.

Artikel 3.12a, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Om te voorzien in de onmiddellijke liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger verrichten Gedeputeerde Staten op aanvraag van de subsidieontvanger en voorafgaande aan de in artikel 3.12 bedoelde voorschotbetaling voor het eerste kalenderjaar een betaling, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de betaling vindt plaats tussen 16 oktober en 30 november van het kalenderjaar waarop de voorschotbetaling betrekking heeft;

    • b.

      de betaling bedraagt 30% van de totale subsidie die aan de subsidieontvanger per kalenderjaar is verleend;

    • c.

      Gedeputeerde Staten brengen bij de voorschotbetaling, bedoeld in artikel 3.12, vierde lid, de betaling, bedoeld in onderdeel a, in mindering op het voorschot.

J.

Artikel 3.13, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b wordt “€ 1.200;” vervangen door “€ 1.200; en”

  • 2.

    In onderdeel c wordt “beheerjaar; en” vervangen door “beheerjaar.”

  • 3.

    Onderdeel d komt te vervallen.

K.

Bijlage 3 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

 

L.

Bijlage 4 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.

 

M.

Bijlage 5 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 3 bij deze regeling.

 

N.

Bijlage 9 bij de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016 wordt vervangen door bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 24 september 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Bijlage 1 behorende bij artikel I, onder K, van de Twintigste wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 3 behorende bij artikel 1.1, begrip koppeltabel, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Koppeltabel ANLb - september 2024

Nr beheeractiviteit

1

Begrenzing

Beheerdoel/sturingsfunctie beheer (= beheerfunctie in provinciale natuurbeheerplan)

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

Klimaat

Vastleggen CO2

0

Kustvlakteveen

Reduceren uitstoot broeikasgassen

0

Vernatten

0

Opvangen waterpieken en droogte

0

Omgaan met verzilting

0

Water

Waterbergen

0

Verbeteren chemische waterkwaliteit

0

Verbeteren ecologische waterkwaliteit

0

Vernatten

0

Water vasthouden

0

Biodiversiteit

Leefgebied open grasland

Optimaliseren fourageer-, en broed- en opgroeimogelijkheden

X

Creёren nat biotoop

X

Leefgebied open akkerland

Creёren fourageergebied

X

Optimaliseren voortplantingsmogelijkheden

X

Leefgebied dooradering

Optimaliseren fourageer-, en broed- en opgroeimogelijkheden

X

Verschralen

X

 

3

4

5

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

0

0

0

0

X

0

0

X

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

X

0

0

0

0

X

X

X

0

X

0

X

0

0

X

0

X

X

X

X

0

0

0

 

6

7

8

9

11

16

Vaste mest is opgebracht (vaste mest: dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn; besluit meststoffen 1Ai; Bijlage i uit Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Tabel I ) rund (10,13), paard (25), schaap (56)), danwel met bodemverbeteraars gericht op bodembiologie uit lijst a.

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b (GVE/ha)

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

Watergang heeft (via natuurlijke of kunstmatige voorziening) vrij toegang, na onderlopen wordt er schoongemaakt

X

X

X

X

X

0

0

0

X

0

0

0

0

X

0

X

0

X

X

X

0

X

0

X

0

0

0

X

0

X

0

X

0

X

0

X

X

X

0

X

X

X

X

X

0

X

X

X

0

X

0

X

0

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

0

X

X

0

X

X

X

X

X

X

0

X

0

X

X

0

 

17

18

19

20

21

22

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

Op het grasland zijn na datum x tot datum y van het volgende kalenderjaar geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

Van datum x tot datum y beweiding toegestaan met maximale veebezetting b (GVE/ha)

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

X

0

X

0

0

X

X

X

X

0

0

X

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

0

X

X

0

0

0

0

X

X

X

0

X

0

X

X

X

0

X

X

X

X

X

0

X

X

X

X

X

0

X

0

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

X

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

0

X

X

X

X

X

X

X

X

0

X

0

0

0

 

23

24

26

27

30

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

Jaarlijks is op minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of het leefgebied onder beheer geschoond waarbij de bagger vanuit het waterelement op aangrenzende landbouwgrond gespoten

De peilscheiding is jaarlijks schoongemaakt en/of onderhouden

Plantresten (a), lijst conform 6 (b) en/of andere bodemverbeteraars (c) al dan niet opgebracht, zijn ondergewerkt binnen d weken na aanbrengen

X

X

0

0

X

X

X

X

0

0

X

X

0

X

0

0

0

0

X

X

X

X

X

X

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

0

X

0

X

X

X

X

X

X

X

0

X

X

X

X

0

X

0

X

X

0

0

X

X

X

0

0

X

X

X

X

X

X

X

X

0

0

0

 

35

37

38

43

maximaal ha/X kg N dierexcretie/ha/bedrijf of Y GVE/ha/bedrijf

Jaarlijks aanleggen van een greppel met minimale breedte x en minimale diepte y ten behoeve van infiltratie. Is aanwezig van datum x tot datum y

Er zijn afweermaatregelen tegen predatoren (lijst a) van datum x tot datum y

Drooglegging (verschil tussen het peil rondom het perceel in cm ten opzichte van het NAP en de gemiddelde hoogte van het maaiveld van het perceel in cm ten opzichte van het NAP) voor de periode van x tot en met y

0

0

0

0

X

0

0

X

0

0

0

X

0

X

0

X

0

0

0

X

0

0

0

X

x

X

0

X

x

X

0

X

0

0

0

X

x

X

0

X

X

0

X

X

0

0

X

X

x

0

X

X

x

0

X

X

X

0

X

X

x

0

X

0

 

Bijlage 2, behorende bij artikel I, onder I, van de Twintigste wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 4 behorende bij artikel 3.12, zesde lid, en 3.14, vierde lid, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Onderdeel A

 

grond gebruik

Beheer code

Code beheeractiviteit

omschrijving beheeractiviteit

x (datum)

y (datum)

F/x (percentage)

G (percentage)

A (tekst)/ x cm

B (tekst)

regio tarief

Omschrijving beheercode

component inkomstenderving in tarief 2025

maximale vergoeding beheeractiviteit 2025

landschap

10a

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

75% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Natuurvriendelijke oever, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 2.851,88

landschap

10a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Natuurvriendelijke oever, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 3.304,42

landschap

10b

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

75% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Natuurvriendelijke oever, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 2.851,88

landschap

10b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Natuurvriendelijke oever, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 3.304,42

landschap

11a

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

75% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Smalle rietzoom, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 2.104,96

landschap

11a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Smalle rietzoom, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 2.588,59

landschap

11b

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

75% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Brede rietzoom en klein rietperceel, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 1.298,59

landschap

11b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Brede rietzoom en klein rietperceel, 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 887,25

landschap

12a

A26

Jaarlijks is op minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of het leefgebied onder beheer geschoond waarbij de bagger vanuit het waterelement op aangrenzende landbouwgrond gespoten

5%

75% van het leefgebied

regio 1 en 2

Duurzaam slootbeheer/ 5-75% leefgebied baggeren met baggerpomp

€ -

€ 1.191,67

landschap

12b

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

75% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Duurzaam ecologisch slootbeheer/ 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 1.138,00

landschap

12b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Duurzaam ecologisch slootbeheer/ 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 1.657,00

landschap

12c

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

75% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Duurzaam ecologisch slootbeheer/ 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 682,80

landschap

12c

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Duurzaam ecologisch slootbeheer/ 25-75% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 994,20

landschap

12d

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

25%

100% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Duurzaam ecologisch slootbeheer/ 25-100% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 1.138,00

landschap

12d

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Duurzaam ecologisch slootbeheer/ 25-100% maaien/schonen op leefgebied

€ -

€ 1.657,00

landschap

56a

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

10%

100% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Taludbeheer – overgangsbeheer

€ 2.288,00

landschap

56a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Taludbeheer – overgangsbeheer

€ 3.432,00

landschap

56b

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

10%

100% van het leefgebied is jaarlijks geschoond en gemaaid

regio 1 en 2

Ecologisch taludbeheer

€ 1.352,00

landschap

56b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Ecologisch taludbeheer

€ 2.028,00

botanisch grasland

13a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober, maximaal 2 GVE/ha 1 maart tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober, maximaal 2 GVE/ha 1 maart tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober, maximaal 2 GVE/ha 1 maart tot 1 oktober

€ 1.275,73

€ 1.714,52

botanisch grasland

13a

A21

Van datum x tot datum y beweiding toegestaan met maximale veebezetting b (GVE/ha)

1 maart

1 oktober

maximale veebezetting 2 GVE/ha

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober, maximaal 2 GVE/ha 1 maart tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13b

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13b

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13b

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ 1.463,54

€ 1.854,71

botanisch grasland

13c

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanische graslandstrook land 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13c

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanische graslandstrook land 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13c

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanische graslandstrook land 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ 1.275,73

€ 1.714,52

botanisch grasland

13d

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanische hooilandstrook land 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13d

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanische hooilandstrook land 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13d

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanische hooilandstrook land 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ 1.463,54

€ 1.854,71

botanisch grasland

13e

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 juni

20 juli

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 20 juli

€ 187,81

€ 244,15

botanisch grasland

13e

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 20 juli

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13e

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 20 juli

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13e

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 20 juli

€ 1.275,73

€ 1.714,52

botanisch grasland

13f

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 juni

3 augustus

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 3 augustus

€ 295,12

€ 383,66

botanisch grasland

13f

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 3 augustus

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13f

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 3 augustus

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13f

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 3 augustus

€ 1.275,73

€ 1.714,52

botanisch grasland

13g

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 juni

17 augustus

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 17 augustus

€ 402,44

€ 523,17

botanisch grasland

13g

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 17 augustus

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13g

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 17 augustus

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13g

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanisch grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust van 15 juni tot 17 augustus

€ 1.275,73

€ 1.714,52

botanisch grasland

13h

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Botanisch grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

13h

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Botanisch grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

botanisch grasland

13h

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

8 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Botanisch grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ 1.794,43

€ 2.388,83

bouwland

14a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 november jaar x

15 maart jaar x+1

90%

gewasresten c: graanstoppel (geen maisstoppel)

regio 2

Stoppelland-winter, graanstoppel 1 nov -15 mrt

€ 600,17

€ 968,23

bouwland

14a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 november jaar x

15 maart jaar x+1

90%

gewasresten c: graanstoppel (geen maisstoppel)

regio 1

Stoppelland-winter, graanstoppel 1 nov -15 mrt

€ -

€ 201,45

bouwland

14c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 december jaar x

1 februari jaar x+1

90%

gewasresten c: oogstresten/stoppels van suikerbieten, aardappels, vezelhennep, koolzaad, winterwortel, wortelpeterselie, knolselderij, witlof en/of pastinaak

regio 2

Stoppelland, gewasresten en gewasstoppels als wintervoedsel, 1 dec – 1 feb

€ 257,22

€ 522,40

bouwland

14c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 december jaar x

1 februari jaar x+1

90%

gewasresten c: oogstresten/stoppels van suikerbieten, aardappels, vezelhennep, koolzaad, winterwortel, wortelpeterselie, knolselderij, witlof en/of pastinaak

regio 1

Stoppelland, gewasresten en gewasstoppels als wintervoedsel, 1 dec – 1 feb

€ -

€ 201,45

bouwland

14d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 november jaar x

1 februari jaar x+1

90%

gewasresten c: graanstoppel (geen maisstoppel)

regio 2

Stoppelland-winter, graanstoppel 1 nov -1 februari

€ 257,22

€ 522,40

bouwland

14d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 november jaar x

1 februari jaar x+1

90%

gewasresten c: graanstoppel (geen maisstoppel)

regio 1

Stoppelland-winter, graanstoppel 1 nov -1 februari

€ -

€ 201,45

bouwland

14e

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 februari

15 augustus

50%

gewasresten c: graanstoppel en gewas a: braak (spontane opkomst)

regio 2

Verlengde graanstoppel. Graanstoppel 1 feb - 15 augustus (jaar ervoor 14d)

€ 3.646,32

€ 4.740,22

bouwland

14e

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 februari

15 augustus

50%

gewasresten c: graanstoppel en gewas a: braak (spontane opkomst)

regio 1

Verlengde graanstoppel. Graanstoppel 1 feb - 15 augustus (jaar ervoor 14d)

€ 2.553,29

€ 3.319,28

bouwland

15a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni jaar x

1 maart jaar x+1

90%

gewas a of meerdere gewassen b: zomergraan, wintergraan, bladrammenas, kruiden of een combinatie van deze gewassen.

regio 2

Wintervoedselakker 1 juni tot 1 maart

€ 2.121,00

€ 2.757,30

bouwland

15a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni jaar x

1 maart jaar x+1

90%

gewas a of meerdere gewassen b: zomergraan, wintergraan, bladrammenas, kruiden of een combinatie van deze gewassen.

regio 1

Wintervoedselakker 1 juni tot 1 maart

€ 1.839,50

€ 2.391,35

bouwland

15b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

15 maart jaar x+1

90%

gewas a of meerdere gewassen b: zomergraan, wintergraan, bladrammenas, kruiden of een combinatie van deze gewassen.

regio 2

Wintervoedselakker 1 oktober tot 15 maart

€ 2.121,00

€ 2.757,30

bouwland

15b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

15 maart jaar x+1

90%

gewas a of meerdere gewassen b: zomergraan, wintergraan, bladrammenas, kruiden of een combinatie van deze gewassen.

regio 1

Wintervoedselakker 1 oktober tot 15 maart

€ 1.839,50

€ 2.391,35

bouwland

15c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

1 augustus jaar x + 1

90%

gewas a of meerdere gewassen b: zomergraan, wintergraan, bladrammenas, kruiden of een combinatie van deze gewassen.

regio 2

Wintervoedselakker 1 oktober tot 1 augustus

€ 2.121,00

€ 2.757,30

bouwland

15c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

1 augustus jaar x + 1

90%

gewas a of meerdere gewassen b: zomergraan, wintergraan, bladrammenas, kruiden of een combinatie van deze gewassen.

regio 1

Wintervoedselakker 1 oktober tot 1 augustus

€ 1.839,50

€ 2.391,35

bouwland

15d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

1 februari x + 1

90%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: geschikt vanggewas of gewasrest van een geschikt vanggewas zoals gedefinieerd in de gewassenlijst van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 (lijst Groenbemesters/vanggewassen) en/of wintertarwe, wintergerst, rogge (groenbemesting/vanggewas), triticale en/of spelt.

regio 2

Wintervoedselakker 1 oktober tot 1 februari

€ 257,22

€ 516,38

bouwland

15d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

1 februari x + 1

90%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: geschikt vanggewas of gewasrest van een geschikt vanggewas zoals gedefinieerd in de gewassenlijst van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 (lijst Groenbemesters/vanggewassen) en/of wintertarwe, wintergerst, rogge (groenbemesting/vanggewas), triticale en/of spelt.

regio 1

Wintervoedselakker 1 oktober tot 1 februari

€ 188,74

€ 427,36

bouwland

16a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

31 december

50%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eitwitgewassen (luzerne, rode klaver), braak (inzaai of spontane opkomst), bladrammenas, gras of een combinatie van deze of gewasresten van gras of eiwitgewassen (luzerne, rode klaver)

regio 2

Vogelakker, 1 juni tot 31 december

€ 3.646,32

€ 4.870,22

bouwland

16a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

31 december

50%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eitwitgewassen (luzerne, rode klaver), braak (inzaai of spontane opkomst), bladrammenas, gras of een combinatie van deze of gewasresten van gras of eiwitgewassen (luzerne, rode klaver)

regio 1

Vogelakker, 1 juni tot 31 december

€ 2.553,29

€ 3.449,28

bouwland

16b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

50%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eitwitgewassen (luzerne, rode klaver), braak (inzaai of spontane opkomst), bladrammenas, gras of een combinatie van deze of gewasresten van gras of eiwitgewassen (luzerne, rode klaver)

regio 2

Vogelakker, 1 juni tot 15 augustus

€ 3.646,32

€ 4.870,22

bouwland

16b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

50%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eitwitgewassen (luzerne, rode klaver), braak (inzaai of spontane opkomst), bladrammenas, gras of een combinatie van deze of gewasresten van gras of eiwitgewassen (luzerne, rode klaver)

regio 1

Vogelakker, 1 juni tot 15 augustus

€ 2.553,29

€ 3.449,28

bouwland

17a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

1 september

90%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), luzerne, bladrammenas, ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze.

regio 2

Bouwland voor hamsters zonder oogst 1 juni tot 1 september

€ 3.135,88

€ 4.076,64

bouwland

17a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

1 september

90%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), luzerne, bladrammenas, ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze.

regio 1

Bouwland voor hamsters zonder oogst 1 juni tot 1 september

€ 3.135,88

€ 4.076,64

bouwland

17b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

1 september

90%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden of eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze

regio 2

Bouwland/opvangstrook voor hamsters zonder oogst 1 juni tot 1 september

€ 2.121,00

€ 2.757,30

bouwland

17b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

1 september

90%

gewas a of meerdere gewassen b: granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden of eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze

regio 1

Bouwland/opvangstrook voor hamsters zonder oogst 1 juni tot 1 september

€ 2.121,00

€ 2.757,30

bouwland

17c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 mei

1 juli

90%

gewas a of meerdere gewassen b: graan (niet zijnde maïs ), luzerne, ingezaaide kruiden of eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze.

regio 2

Bouwland voor hamsters met oogst 1 mei tot 1 juli, minimaal 90% gewas

€ 2.711,68

€ 3.592,33

bouwland

17c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 mei

1 juli

90%

gewas a of meerdere gewassen b: graan (niet zijnde maïs ), luzerne, ingezaaide kruiden of eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze.

regio 1

Bouwland voor hamsters met oogst 1 mei tot 1 juli, minimaal 90% gewas

€ 2.711,68

€ 3.592,33

bouwland

17d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 mei

1 juli

90%

gewas a of meerdere gewassen b: graan (niet zijnde maïs ), luzerne, ingezaaide kruiden of eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze.

regio 2

Bouwland/opvangstrook voor hamsters met oogst 1 mei tot 1 juli, minimaal 90% gewas

€ 424,20

€ 820,05

bouwland

17d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 mei

1 juli

90%

gewas a of meerdere gewassen b: graan (niet zijnde maïs ), luzerne, ingezaaide kruiden of eiwitgewassen (klaver- of wikkesoorten) of een combinatie van deze.

regio 1

Bouwland/opvangstrook voor hamsters met oogst 1 mei tot 1 juli, minimaal 90% gewas

€ 424,20

€ 820,05

bouwland

18a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

15 mei

15 juli

50%

gewas a of meerdere gewassen b: boekweit en/of granen (geen maïs) en kruiden (ingezaaid of spontaan)

regio 2

Kruidenrijke akker met graan 15 mei tot 15 juli

€ 2.121,00

€ 2.757,30

bouwland

18a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

15 mei

15 juli

50%

gewas a of meerdere gewassen b: boekweit en/of granen (geen maïs) en kruiden (ingezaaid of spontaan)

regio 1

Kruidenrijke akker met graan 15 mei tot 15 juli

€ 1.839,50

€ 2.391,35

bouwland

18f

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

15 mei

15 juli

50%

gewas a of meerdere gewassen b: eenjarige teelt (niet zijnde maïs of boekweit of graan) en kruiden (ingezaaid of spontaan)

regio 2

Kruidenrijke akker (geen graan of mais) 15 mei tot 15 juli

€ -

€ 140,17

bouwland

18f

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

15 mei

15 juli

50%

gewas a of meerdere gewassen b: eenjarige teelt (niet zijnde maïs of boekweit of graan) en kruiden (ingezaaid of spontaan)

regio 1

Kruidenrijke akker (geen graan of mais) 15 mei tot 15 juli

€ -

€ 140,17

bouwland

19a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

meerdere gewassen b of gewasresten c: gras, granen (niet zijnde mais of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver) , braak (inzaai) of gewasresten c: gras, ingezaaide kruiden (een deel van de grassen en kruiden mogen worden gemaaid en afgevoerd).

regio 2

Kruidenrijke akkerrand 1 juni tot 15 augustus, minimaal 90 % bedekking

€ 3.646,32

€ 5.038,43

bouwland

19a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

meerdere gewassen b of gewasresten c: gras, granen (niet zijnde mais of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver) , braak (inzaai) of gewasresten c: gras, ingezaaide kruiden (een deel van de grassen en kruiden mogen worden gemaaid en afgevoerd).

regio 1

Kruidenrijke akkerrand 1 juni tot 15 augustus, minimaal 90 % bedekking

€ 2.553,29

€ 3.617,49

bouwland

80a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

1 maart jaar x+1

90%

meerdere gewassen b of gewasresten c: gras, granen (niet zijnde mais of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver) , braak (inzaai) of gewasresten c: gras, ingezaaide kruiden (een deel van de grassen en kruiden mogen worden gemaaid en afgevoerd).

regio 2

Kruidenrijke akkerrand 1 oktober tot 1 maart, minimaal 90% bedekking - meerjarig in aanvulling op ECO

€ -

€ 907,29

bouwland

80a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 oktober jaar x

1 maart jaar x+1

90%

meerdere gewassen b of gewasresten c: gras, granen (niet zijnde mais of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver) , braak (inzaai) of gewasresten c: gras, ingezaaide kruiden (een deel van de grassen en kruiden mogen worden gemaaid en afgevoerd).

regio 1

Kruidenrijke akkerrand 1 oktober tot 1 maart, minimaal 90% bedekking - meerjarig in aanvulling op ECO

€ -

€ 907,29

grasland

81a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Gefaseerd maaien - in aanvulling op eco Grasland met kruiden

€ 683,46

€ 888,50

grasland

81b

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Gefaseerd maaien - in aanvulling op eco Bufferstrook met kruiden langs grasland

€ 574,65

€ 747,05

bouwland

82a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 september

1 februari jaar x+1

80%

gewas a of meerdere gewassen b: agrarisch natuurmengsel, drachtplanten of braak (spontane opkomst)

regio 1

Groene braak (verlenging braakperiode), 1 september tot 1 februari van het volgende jaar, aanvulling op ECO

0

433,55

bouwland

82a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 september

1 februari jaar x+1

80%

gewas a of meerdere gewassen b: agrarisch natuurmengsel, drachtplanten of braak (spontane opkomst)

regio 2

Groene braak (verlenging braakperiode), 1 september tot 1 februari van het volgende jaar, aanvulling op ECO

0

433,55

bouwland

83a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

80%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: luzerne en/of rode klaver en/of witte klaver

regio 1

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (broed habitat, 1 juni tot 15 augustus) - aanvulling op Eco 'stikstofbindend gewas'

156,8

203,84

bouwland

83a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

80%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: luzerne en/of rode klaver en/of witte klaver

regio 2

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (broed habitat, 1 juni tot 15 augustus) - aanvulling op Eco 'stikstofbindend gewas'

156,8

203,84

bouwland

83b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

80%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: luzerne en/of rode klaver en/of witte klaver

regio 1

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (broed- en ruihabitat, 1 juni tot 15 augustus) - aanvulling op Eco 'stikstofbindend gewas'

190,4

247,52

bouwland

83b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

80%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: luzerne en/of rode klaver en/of witte klaver

regio 2

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (broed- en ruihabitat, 1 juni tot 15 augustus) - aanvulling op Eco 'stikstofbindend gewas'

190,4

247,52

bouwland

40a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 december

90%

gewas a of meerdere gewassen b: boekweit en/of graan (geen mais) of gezaaide kruiden of gewasresten c: boekweit of graanstoppel (geen mais) of een combinatie van deze.

regio 2

Vogelgraan met stoppel 1 juni tot 15 december

€ 2.120,47

€ 2.756,61

bouwland

40a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 december

90%

gewas a of meerdere gewassen b: boekweit en/of graan (geen mais) of gezaaide kruiden of gewasresten c: boekweit of graanstoppel (geen mais) of een combinatie van deze.

regio 1

Vogelgraan met stoppel 1 juni tot 15 december

€ 1.480,76

€ 1.924,99

bouwland

40b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 juli

90%

gewas a of meerdere gewassen b: boekweit en/of graan (geen mais), ingezaaide kruiden of een combinatie van deze.

regio 2

Vogelgraan 1 juni tot 15 juli

€ 731,15

€ 950,50

bouwland

40b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 juli

90%

gewas a of meerdere gewassen b: boekweit en/of graan (geen mais), ingezaaide kruiden of een combinatie van deze.

regio 1

Vogelgraan 1 juni tot 15 juli

€ 784,66

€ 1.020,06

bouwland

43a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a of meerdere gewassen b: ingezaaide kruiden of ingezaaide kruiden in combinatie met granen (muv mais)

regio 2

Bloemenblok, 1 juni tot 15 augustus

€ 3.646,32

€ 5.150,57

bouwland

43a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a of meerdere gewassen b: ingezaaide kruiden of ingezaaide kruiden in combinatie met granen (muv mais)

regio 1

Bloemenblok, 1 juni tot 15 augustus

€ 2.553,29

€ 3.729,62

bouwland

44a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 2

Keverbank, 1 juni tot 15 augustus

€ -

€ 280,35

bouwland

44a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1

Keverbank, 1 juni tot 15 augustus

€ -

€ 280,35

bouwland

44a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

50%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: ingezaaide kruiden, braak (spontane opkomst, maar ook kale grond), braak (inzaai).

regio 2

Keverbank, 1 juni tot 15 augustus

€ 3.646,32

€ 4.870,22

bouwland

44a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

50%

gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c: ingezaaide kruiden, braak (spontane opkomst, maar ook kale grond), braak (inzaai).

regio 1

Keverbank, 1 juni tot 15 augustus

€ 2.553,29

€ 3.449,28

bouwland

45a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

15 maart

15 juli

50%

gewas a of meerdere gewassen b: braak (spontane opkomst)

regio 2

Kievitrand, 15 maart tot 15 juli

€ 3.646,32

€ 5.150,57

bouwland

45a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

15 maart

15 juli

50%

gewas a of meerdere gewassen b: braak (spontane opkomst)

regio 1

Kievitrand, 15 maart tot 15 juli

€ 2.553,29

€ 3.729,62

bouwland

46a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 2

Verbrede bufferstrook

€ -

€ 280,35

bouwland

46a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1

Verbrede bufferstrook

€ -

€ 280,35

bouwland

46a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

50%

gewas a of meerdere gewassen b: gras, ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver) , braak (spontane opkomst of inzaai), of een combinatie van deze.

regio 2

Verbrede bufferstrook

€ 3.646,32

€ 4.870,22

bouwland

46a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

50%

gewas a of meerdere gewassen b: gras, ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver) , braak (spontane opkomst of inzaai), of een combinatie van deze.

regio 1

Verbrede bufferstrook

€ 2.553,29

€ 3.449,28

bouwland

48a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

31 december jaar x

31 maart jaar x+1

90%

Gewas a of meerdere gewassen b zoals gedefinieerd in de gewassenlijst behorende bij de uitvoeringsregeling GLB 2023 (lijst Groenbemesters/vanggewassen) (zie staatscourant 2023 nr 28459) en/of wintertarwe, wintergerst, rogge (groenbemesting/vanggewas), triticale en/of spelt.

regio 2

Vanggewas (vooral na uien of aardappels)

€ 51,00

€ 66,30

bouwland

48a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

31 december jaar x

31 maart jaar x+1

90%

Gewas a of meerdere gewassen b zoals gedefinieerd in de gewassenlijst behorende bij de uitvoeringsregeling GLB 2023 (lijst Groenbemesters/vanggewassen) (zie staatscourant 2023 nr 28459) en/of wintertarwe, wintergerst, rogge (groenbemesting/vanggewas), triticale en/of spelt.

regio 1

Vanggewas (vooral na uien of aardappels)

€ 51,00

€ 66,30

bouwland

50a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a: luzerne

regio 2

Luzerne van 1 juni tot 15 augustus met aangepast maairegime (broedhabitat)

€ 3.062,12

€ 3.980,76

bouwland

50a

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a: luzerne

regio 1

Luzerne van 1 juni tot 15 augustus met aangepast maairegime (broedhabitat)

€ 1.969,09

€ 2.559,82

bouwland

50b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a: luzerne

regio 2

Luzerne van 1 juni tot 15 augustus met aangepast maairegime (broed- en ruihabitat)

€ 3.095,72

€ 4.024,44

bouwland

50b

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a: luzerne

regio 1

Luzerne van 1 juni tot 15 augustus met aangepast maairegime (broed- en ruihabitat)

€ 2.002,69

€ 2.603,50

bouwland

50c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 juli

90%

gewas a: erwten of winterveldbonen

regio 2

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (vroeg, 1 juni tot 15 juli)

€ 4.144,61

€ 5.387,99

bouwland

50c

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 juli

90%

gewas a: erwten of winterveldbonen

regio 1

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (vroeg, 1 juni tot 15 juli)

€ 3.051,58

€ 3.967,05

bouwland

50d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a: zomerveldbonen

regio 2

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (laat, 1 juni tot 15 augustus)

€ 4.070,89

€ 5.292,16

bouwland

50d

A09

Minimaal f% van de oppervlakte bestaat van datum x tot datum y uit gewas a of meerdere gewassen b of gewasresten c.

1 juni

15 augustus

90%

gewas a: zomerveldbonen

regio 1

Vogelvriendelijke teelt eiwitgewas (laat, 1 juni tot 15 augustus)

€ 2.977,86

€ 3.871,22

grasland

1a

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

1 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 1 juni

€ 453,35

€ 964,26

grasland

1b

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

8 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 8 juni

€ 653,53

€ 1.224,50

grasland

1c

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 15 juni

€ 752,21

€ 1.352,78

grasland

1d

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

22 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 22 juni

€ 818,85

€ 1.439,42

grasland

1e

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

1 juli

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 1 juli

€ 1.332,58

€ 2.107,26

grasland

1f

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

8 juli

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 8 juli

€ 1.445,61

€ 2.254,20

grasland

1g

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 juli

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 15 juli

€ 1.544,51

€ 2.382,77

grasland

1h

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

22 juli

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 22 juli

€ 1.643,41

€ 2.511,35

grasland

1i

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

1 augustus

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 1 augustus

€ 1.770,58

€ 2.676,66

grasland

1j

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

8 augustus

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 8 augustus

€ 1.974,98

€ 2.942,38

grasland

1k

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 augustus

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 15 augustus

€ 2.179,37

€ 3.208,10

grasland

1l

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 mei

15 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 mei tot 15 juni, voorweiden 1 maart tot 1 mei

€ 256,13

€ 389,03

grasland

1l

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

1 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 mei tot 15 juni, voorweiden 1 maart tot 1 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1m

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

8 mei

22 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 8 mei tot 22 juni, voorweiden 1 maart tot 8 mei

€ 256,13

€ 389,03

grasland

1m

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

8 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 8 mei tot 22 juni, voorweiden 1 maart tot 8 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1n

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

1 september

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 april tot 1 september

€ 2.588,17

€ 3.739,53

grasland

1q

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 mei

1 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 mei tot 1 juni, voorweiden 1 maart tot 1 mei

€ 213,00

€ 332,97

grasland

1q

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

1 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 mei tot 1 juni, voorweiden 1 maart tot 1 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1r

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

8 mei

8 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 8 mei tot 8 juni, voorweiden 1 maart tot 8 mei

€ 213,00

€ 332,97

grasland

1r

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

8 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 8 mei tot 8 juni, voorweiden 1 maart tot 8 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1s

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 mei

8 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 mei tot 8 juni, voorweiden 1 maart tot 1 mei

€ 238,82

€ 366,53

grasland

1s

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

1 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 1 mei tot 8 juni, voorweiden 1 maart tot 1 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1t

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

8 mei

15 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 8 mei tot 15 juni, voorweiden 1 maart tot 8 mei

€ 238,82

€ 366,53

grasland

1t

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

8 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 8 mei tot 15 juni, voorweiden 1 maart tot 8 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1u

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 mei

15 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 15 mei tot 15 juni, voorweiden 1 maart tot 15 mei

€ 210,21

€ 329,34

grasland

1u

A03

Het grasland wordt vanaf 1 maart en vóór de rustperiode niet gemaaid.

1 maart

15 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 15 mei tot 15 juni, voorweiden 1 maart tot 15 mei

€ -

€ 318,84

grasland

1v

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 maart

15 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 15 maart tot 15 mei

€ 155,79

€ 577,44

grasland

1w

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 maart

22 mei

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 15 maart tot 22 mei

€ 310,52

€ 778,58

grasland

1x

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

15 maart

1 juni

regio 1 en 2

Grasland met rustperiode, rust van 15 maart tot 1 juni

€ 481,95

€ 1.001,44

landschap

20a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer

€ -

€ 2.020,43

landschap

20a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer

€ -

€ 903,80

landschap

20a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer

€ -

€ 903,80

landschap

20b

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer, tussenkap in tijdvak

€ -

€ 2.036,68

landschap

20b

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer, tussenkap in tijdvak

€ -

€ 4.110,48

landschap

20b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer, tussenkap in tijdvak

€ -

€ 3.542,33

landschap

20c

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer, eindkap/groot onderhoud in tijdvak

€ -

€ 1.915,35

landschap

20c

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer, eindkap/groot onderhoud in tijdvak

€ -

€ 10.717,63

landschap

20c

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Hakhoutbeheer, eindkap/groot onderhoud in tijdvak

€ -

€ 3.525,19

landschap

21a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Beheer van bomenrijen

€ -

€ 2.658,46

landschap

21a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Beheer van bomenrijen

€ -

€ 202.921,20

landschap

21a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Beheer van bomenrijen

€ -

€ 300.526,73

landschap

22a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Knip- of scheerheg, jaarlijks 100% snoei

€ -

€ 5.221,94

landschap

22a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

100%

100%

regio 1 en 2

Knip- of scheerheg, jaarlijks 100% snoei

€ -

€ 46.351,28

landschap

22a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Knip- of scheerheg, jaarlijks 100% snoei

€ -

€ 4.905,52

landschap

22b

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Knip- of scheerheg, 20-50 % gesnoeid op leefgebied

€ -

€ 3.700,58

landschap

22b

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

20%

50%

regio 1 en 2

Knip- of scheerheg, 20-50 % gesnoeid op leefgebied

€ -

€ 28.756,74

landschap

22b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Knip- of scheerheg, 20-50 % gesnoeid op leefgebied

€ -

€ 3.963,63

landschap

23a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Struweelhaag, groot onderhoud in tijdvak (cyclus 5-7 jaar)

€ -

€ 1.886,39

landschap

23a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Struweelhaag, groot onderhoud in tijdvak (cyclus 5-7 jaar)

€ -

€ 6.510,06

landschap

23a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Struweelhaag, groot onderhoud in tijdvak (cyclus 5-7 jaar)

€ -

€ 1.793,07

landschap

23b

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Struweelhaag, groot onderhoud in tijdvak (cyclus > 12 jaar)

€ -

€ 3.083,82

landschap

23b

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Struweelhaag, groot onderhoud in tijdvak (cyclus > 12 jaar)

€ -

€ 13.692,79

landschap

23b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Struweelhaag, groot onderhoud in tijdvak (cyclus > 12 jaar)

€ -

€ 8.584,15

landschap

23c

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Struweelhaag

€ -

€ 2.125,87

landschap

23c

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Struweelhaag

€ -

€ 1.349,67

landschap

23c

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Struweelhaag

€ -

€ 1.349,67

landschap

24a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Struweelrand-zoomvegetatie

€ -

€ 1.219,32

landschap

24a

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

5%

35% van het leefgebied is jaarlijks gemaaid

regio 1 en 2

Struweelrand-zoomvegetatie

€ -

€ 176,24

landschap

24a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Struweelrand-zoomvegetatie

€ -

€ 1.443,03

landschap

25a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Bomen op landbouwgrond

€ -

€ 2.658,46

landschap

25a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Bomen op landbouwgrond

€ -

€ 202.921,20

landschap

25a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Bomen op landbouwgrond

€ -

€ 300.526,73

landschap

26a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

25%

100%

regio 1 en 2

Half- en hoogstamboomgaard

€ -

€ 3.049,12

landschap

26a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Half- en hoogstamboomgaard

€ -

€ 1.322,69

landschap

27a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Hakhoutbosje (droog), groot onderhoud

€ -

€ 276,48

landschap

27a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Hakhoutbosje (droog), groot onderhoud

€ -

€ 2.265,13

landschap

27a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Hakhoutbosje (droog), groot onderhoud

€ -

€ 2.736,21

landschap

27b

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Hakhoutbosje (vochtig en nat), groot onderhoud

€ -

€ 365,80

landschap

27b

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Hakhoutbosje (vochtig en nat), groot onderhoud

€ -

€ 2.718,15

landschap

27b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Hakhoutbosje (vochtig en nat), groot onderhoud

€ -

€ 1.749,63

landschap

27c

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Hakhoutbosje

€ -

€ 116,26

landschap

27c

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Hakhoutbosje

€ -

€ 116,26

landschap

27c

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Hakhoutbosje

€ -

€ 116,26

landschap

28a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Griendje

€ -

€ 448,51

landschap

28a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Griendje

€ -

€ 3.387,91

landschap

28a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Griendje

€ -

€ 3.387,91

landschap

29a

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Bosje met periodiek onderhoud

€ -

€ 2.126,77

landschap

29a

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Bosje met periodiek onderhoud

€ -

€ 3.705,52

landschap

29a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Bosje met periodiek onderhoud

€ -

€ 1.196,09

landschap

29b

A11

Er wordt gevrijwaard voor beschadiging door vee van datum x tot datum y

1 januari

31 december

regio 1 en 2

Bosje

€ -

€ 2.126,77

landschap

29b

A22

Jaarlijks is minimaal f% tot maximaal g% van oppervlakte van de beheereenheden in het leefgebied is gekapt, geknot, gesnoeid of gedund ten behoeve handhaven verschijningsvorm.

1%

40%

regio 1 en 2

Bosje

€ -

€ 451,90

landschap

29b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Bosje

€ -

€ 451,90

grasland

2a

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

2 weken

regio 1 en 2

Kuikenvelden, grasland met rust, 2 weken in periode 1 mei – 1 augustus

€ 361,56

€ 769,85

grasland

2b

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

3 weken

regio 1 en 2

Kuikenvelden, grasland met rust, 3 weken in periode 1 mei – 1 augustus

€ 561,74

€ 1.105,17

grasland

2c

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

4 weken

regio 1 en 2

Kuikenvelden, grasland met rust, 4 weken in periode 1 mei – 1 augustus

€ 761,92

€ 1.365,41

grasland

2d

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

5 weken

regio 1 en 2

Kuikenvelden, grasland met rust, 5 weken in periode 1 mei – 1 augustus

€ 962,10

€ 1.625,64

grasland

2e

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

6 weken

regio 1 en 2

Kuikenvelden, grasland met rust, 6 weken in periode 1 mei – 1 augustus

€ 1.162,28

€ 1.885,88

kruidenrijk Grasland

30a

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

1 april

1 juli

regio 1 en 2

Nest- en opgroeigelegenheid Zwarte Stern / rust 1 april tot 1 juli / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 525,60

€ 2.914,97

kruidenrijk Grasland

30a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Nest- en opgroeigelegenheid Zwarte Stern / rust 1 april tot 1 juli / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

30a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Nest- en opgroeigelegenheid Zwarte Stern / rust 1 april tot 1 juli / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 1.128,18

€ 3.935,32

kruidenrijk Grasland

30b

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

1 april

15 juni

regio 1 en 2

Nestgelegenheid Zwarte Stern / rust 1 april tot 15 juni / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 204,40

€ 3.303,78

kruidenrijk Grasland

30b

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Nestgelegenheid Zwarte Stern / rust 1 april tot 15 juni / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

30b

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Nestgelegenheid Zwarte Stern / rust 1 april tot 15 juni / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 1.128,18

€ 3.128,95

botanisch grasland

31a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Insectenrijk grasland / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober / maximaal 2 GVE per ha van 15 september tot 31 december

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

31a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Insectenrijk grasland / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober / maximaal 2 GVE per ha van 15 september tot 31 december

€ 1.275,73

€ 1.658,46

botanisch grasland

31a

A21

Van datum x tot datum y beweiding toegestaan met maximale veebezetting b (GVE/ha)

15 september

31 december

maximale veebezetting 2 GVE/ha

regio 1 en 2

Insectenrijk grasland / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober / maximaal 2 GVE per ha van 15 september tot 31 december

€ 508,71

€ 613,43

botanisch grasland

31b

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Insectenrijk grasland plus/ 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober / maximaal 2 GVE per ha van 15 september tot 31 december

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

31b

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Insectenrijk grasland plus/ 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober / maximaal 2 GVE per ha van 15 september tot 31 december

€ 1.275,73

€ 1.714,52

botanisch grasland

31b

A21

Van datum x tot datum y beweiding toegestaan met maximale veebezetting b (GVE/ha)

15 september

31 december

maximale veebezetting 2 GVE/ha

regio 1 en 2

Insectenrijk grasland plus/ 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober / maximaal 2 GVE per ha van 15 september tot 31 december

€ 1.312,44

€ 1.602,21

botanisch grasland

32a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Insectenrijke graslandrand / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

botanisch grasland

32a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Insectenrijke graslandrand / 4 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 2.588,17

€ 3.316,74

landschap

36a

A27

De peilscheiding is jaarlijks schoongemaakt en/of onderhouden

regio 1 en 2

Beheer peilscheidingen, beheer peilgestuurde drainage

€ -

€ 280.345,00

landschap

36b

A27

De peilscheiding is jaarlijks schoongemaakt en/of onderhouden

regio 1 en 2

Beheer peilscheidingen, beheer conserveringsstuw

€ -

€ 280.345,00

kruidenrijk Grasland

38a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Water bergen op grasland, 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

38a

A16

Watergang heeft (via natuurlijke of kunstmatige voorziening) vrij toegang, na onderlopen wordt er schoongemaakt

regio 1 en 2

Water bergen op grasland, 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ -

€ 125,11

kruidenrijk Grasland

38a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Water bergen op grasland, 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

38a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Water bergen op grasland, 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ 1.463,54

€ 1.920,05

kruidenrijk Grasland

39a

A06

Vaste mest is opgebracht (vaste mest: dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn; besluit meststoffen 1Ai; Bijlage i uit Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Tabel I ) rund (10,13), paard (25), schaap (56)), danwel met bodemverbeteraars gericht op bodembiologie uit lijst a.

zie de lijst van bodemverbeteraars gericht op bodembiologie icm beheercodes op de website van BIJ12 (vernieuwde versie februari 2024)

regio 1 en 2

Bodemverbetering grasland / vaste strorijke mest / 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ -

€ 207,46

kruidenrijk Grasland

39a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Bodemverbetering grasland / vaste strorijke mest / 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

39a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Bodemverbetering grasland / vaste strorijke mest / 4 indicatorsoorten tussen 1 april en 1 oktober

€ 1.463,54

€ 2.024,01

bouwland

39b

A06

Vaste mest is opgebracht (vaste mest: dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn; besluit meststoffen 1Ai; Bijlage i uit Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Tabel I ) rund (10,13), paard (25), schaap (56)), danwel met bodemverbeteraars gericht op bodembiologie uit lijst a.

zie de lijst van bodemverbeteraars gericht op bodembiologie icm beheercodes op de website van BIJ12 (vernieuwde versie februari 2024)

regio 1 en 2

Bodemverbetering bouwland / vaste mest of bodemverbeteraars

€ -

€ 207,46

bouwland

39c

A30

Plantresten (a), lijst conform 6 (b) en/of andere bodemverbeteraars (c) al dan niet opgebracht, zijn ondergewerkt binnen d weken na aanbrengen

zie de lijst van bodemverbeteraars gericht op bodembiologie icm beheercodes op de website van BIJ12 (vernieuwde versie februari 2024)

onderwerken binnen 2 weken

regio 1 en 2

Bodemverbetering bouwland / gewasresten, incl stro & groenbemesters en onderwerken

€ -

€ 493,74

grasland

39d

A06

Vaste mest is opgebracht (vaste mest: dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn; besluit meststoffen 1Ai; Bijlage i uit Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Tabel I ) rund (10,13), paard (25), schaap (56)), danwel met bodemverbeteraars gericht op bodembiologie uit lijst a.

zie de lijst van bodemverbeteraars gericht op bodembiologie icm beheercodes op de website van BIJ12 (vernieuwde versie februari 2024)

regio 1 en 2

Bodemverbetering grasland / vaste mest of bodemverbeteraars

€ -

€ 207,46

grasland

39d

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Bodemverbetering grasland / vaste mest of bodemverbeteraars

€ -

€ 253,50

grasland

3a

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

15 februari

15 april

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 15 februari – 15 april

€ 957,70

€ 1.619,92

grasland

3b

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

15 februari

15 mei

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 15 februari – 15 mei

€ 1.543,32

€ 2.381,22

grasland

3c

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

15 februari

15 juni

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 15 februari – 15 juni

€ 2.588,17

€ 3.739,53

grasland

3d

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

15 februari

1 augustus

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 15 februari – 1 augustus

€ 2.588,17

€ 3.739,53

grasland

3i

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

inundatie van y tussen 1 mei tot 1 augustus

tenminste 3 weken

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 mei – 1 augustus, 3 weken

€ 776,45

€ 1.345,05

grasland

3j

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

inundatie van y tussen 1 mei tot 1 augustus

tenminste 4 weken

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 mei – 1 augustus, 4 weken

€ 1.035,27

€ 1.687,12

grasland

3k

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

inundatie van y tussen 1 mei tot 1 augustus

tenminste 6 weken

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 mei – 1 augustus, 6 weken

€ 1.552,90

€ 2.371,26

grasland

3l

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

inundatie van y tussen 1 mei tot 1 augustus

tenminste 8 weken

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 mei – 1 augustus, 8 weken

€ 2.070,54

€ 3.055,40

grasland

3m

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

inundatie van y tussen 1 november jaar x tot 31 januari jaar x+1

tenminste 2 weken

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 november – 31 januari, 2 weken

€ -

€ 374,91

grasland

3n

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

1 maart

1 juni

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 maart– 1 juni

€ 1.721,78

€ 2.613,23

grasland

3o

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

1 maart

15 juni

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 maart – 15 juni

€ 2.588,17

€ 3.739,53

grasland

3p

A04

Het land is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y.

1 maart

1 juli

regio 1 en 2

Plas-dras grasland, 1 maart– 1 juli

€ 2.588,17

€ 3.739,53

kruidenrijk Grasland

41a

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

1 april

27 april

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 27 april/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 132,02

€ 222,52

kruidenrijk Grasland

41a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 27 april/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

41a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 27 april/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

41a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

2 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 27 april/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 295,94

€ 703,57

kruidenrijk Grasland

41b

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

1 april

22 mei

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 22 mei/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 310,52

€ 558,52

kruidenrijk Grasland

41b

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 22 mei/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

41b

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 22 mei/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

41b

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

2 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 22 mei/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 537,57

€ 1.017,69

kruidenrijk Grasland

41c

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

1 april

15 juni

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 778,07

€ 1.166,34

kruidenrijk Grasland

41c

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

41c

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

41c

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

2 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 318,84

kruidenrijk Grasland

41d

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

1 april

15 juni

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 780,81

€ 1.169,91

kruidenrijk Grasland

41d

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

41d

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

41d

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

2 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Ontwikkeling kruidenrijk grasland / rust 1 april tot 15 juni/ 2 indicatorsoorten van 1 april tot 1 oktober

€ 347,37

€ 770,42

bouwland

42a

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

regio 1 en 2

Legselbeheer op bouwland

€ -

€ 66,79

bouwland

42b

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

15 maart

15 mei

regio 1 en 2

Rustperiode op bouwland van 15 maart tot 15 mei

€ 140,00

€ 247,13

bouwland

42c

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

15 maart

22 mei

regio 1 en 2

Rustperiode op bouwland van 15 maart tot 22 mei

€ 210,00

€ 338,13

bouwland

42d

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

15 maart

1 juni

regio 1 en 2

Rustperiode op bouwland van 15 maart tot 1 juni

€ 280,00

€ 429,13

grasland

4a

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

enclaves minimaal 50 m2

regio 1 en 2

Legselbeheer op grasland

€ 0,14

€ 155,03

grasland

4d

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

2 weken

enclaves minimaal 50 m2

regio 1 en 2

Legselbeheer op grasland met 2 weken rust in de periode van 1 mei tot 1 augustus

€ 361,56

€ 979,61

grasland

4e

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

3 weken

enclaves minimaal 50 m2

regio 1 en 2

Legselbeheer op grasland met 3 weken rust in de periode van 1 mei tot 1 augustus

€ 561,74

€ 1.239,84

grasland

4f

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

4 weken

enclaves minimaal 50 m2

regio 1 en 2

Legselbeheer op grasland met 4 weken rust in de periode van 1 mei tot 1 augustus

€ 761,92

€ 1.500,08

grasland

4g

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

5 weken

enclaves minimaal 50 m2

regio 1 en 2

Legselbeheer op grasland met 5 weken rust in de periode van 1 mei tot 1 augustus

€ 962,10

€ 1.760,31

grasland

4h

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

rustperiode van y tussen 1 mei-1 augustus

6 weken

enclaves minimaal 50 m2

regio 1 en 2

Legselbeheer op grasland met 6 weken rust in de periode van 1 mei tot 1 augustus

€ 1.162,28

€ 2.020,55

grasland

4i

A05

Er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal a m2 (alleen op grasland) danwel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijv op stalkaart of via geo informatie). Voor specifieke soorten kan nestgelegenheid worden geplaatst.

enclaves minimaal 100m2

regio 1 en 2

Legselbeheer wulp op grasland

€ 0,28

€ 293,11

grasland

54a

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

30 cm boven zomerpeil

regio 1 en 2

Hoogwaterpeil veenweide, 30 cm boven zomerpeil

€ 171,63

€ 223,11

grasland

54b

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

40 cm boven zomerpeil

regio 1 en 2

Hoogwaterpeil veenweide, 40 cm boven zomerpeil

€ 228,83

€ 297,48

grasland

55a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Beperking chemische onkruidbestrijding op grasland

€ 28,60

€ 93,25

bouwland

55b

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Beperking chemische onkruidbestrijding op bouwland

€ -

€ 140,17

grasland

57a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Gefaseerd maaien

€ 258,82

€ 336,46

kruidenrijk Grasland

5a

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 juni

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ 752,21

€ 1.033,94

kruidenrijk Grasland

5a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5a

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5a

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ 580,37

€ 1.073,32

kruidenrijk Grasland

5b

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

22 juni

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 22 juni

€ 818,85

€ 1.120,58

kruidenrijk Grasland

5b

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 22 juni

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5b

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 22 juni

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5b

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 22 juni

€ 718,12

€ 1.252,40

kruidenrijk Grasland

5c

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

1 juli

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 1 juli

€ 1.332,58

€ 1.788,42

kruidenrijk Grasland

5c

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 1 juli

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5c

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 1 juli

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5c

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober / rust 1 april tot 1 juli

€ 321,20

€ 736,40

kruidenrijk Grasland

5d

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

8 juli

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 8 juli

€ 1.445,61

€ 1.935,36

kruidenrijk Grasland

5d

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 8 juli

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5d

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 8 juli

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5d

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 8 juli

€ 324,97

€ 741,30

kruidenrijk Grasland

5e

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 juli

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juli

€ 1.544,51

€ 2.063,93

kruidenrijk Grasland

5e

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juli

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5e

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juli

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5e

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juli

€ 307,82

€ 719,01

kruidenrijk Grasland

5f

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

22 juli

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 22 juli

€ 1.643,41

€ 2.192,51

kruidenrijk Grasland

5f

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 22 juli

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5f

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 22 juli

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5f

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 22 juli

€ 290,68

€ 696,72

kruidenrijk Grasland

5g

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

1 augustus

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 1 augustus

€ 1.770,58

€ 2.357,82

kruidenrijk Grasland

5g

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 1 augustus

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5g

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 1 augustus

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5g

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 1 augustus

€ 245,28

€ 637,70

kruidenrijk Grasland

5h

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk graslandstrook 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5h

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk graslandstrook 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5h

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk graslandstrook 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ 1.128,18

€ 1.841,54

kruidenrijk Grasland

5i

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk graslandstrook 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5i

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk graslandstrook 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5i

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

8 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk graslandstrook 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober

€ 1.332,58

€ 2.107,26

kruidenrijk Grasland

5j

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 september

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 september

€ 2.179,37

€ 3.420,69

kruidenrijk Grasland

5j

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 september

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5j

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 september

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5j

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

4 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 4 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 september

€ -

€ 318,84

kruidenrijk Grasland

5l

A01

Er worden in de rustperiode van datum x tot datum y geen landbouwkundige bewerkingen uitgevoerd.

1 april

15 juni

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ 752,21

€ 1.033,94

kruidenrijk Grasland

5l

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ -

€ 103,96

kruidenrijk Grasland

5l

A17

Het gewas wordt minimaal 1 keer per 2 jaar gemaaid en afgevoerd.

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ -

€ 253,50

kruidenrijk Grasland

5l

A19

Minimaal a verschillende indicatorsoorten uit lijst b ten behoeve van specifiek doel zijn in transsect aanwezig in de periode x tot y

1 april

1 oktober

8 indicatorsoorten zoals gepubliceerd op de website van BIJ12

regio 1 en 2

Kruidenrijk grasland 8 indicatorsoorten 1 april tot 1 oktober/ rust 1 april tot 15 juni

€ 1.018,37

€ 1.642,72

grasland

6a

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 15 juni, 1 – 1, 5 GVE / ha,

€ -

€ 103,96

grasland

6a

A08

Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b (GVE/ha)

1 mei

15 juni

1 GVE/ha

1,5 GVE/ha

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 15 juni, 1 – 1, 5 GVE / ha,

€ 590,80

€ 1.038,98

grasland

6b

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 15 oktober, 0,15- 0,5 GVE / ha,

€ -

€ 103,96

grasland

6b

A08

Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b (GVE/ha)

1 mei

15 oktober

0,15 GVE/ha

0,5 GVE/ha

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 15 oktober, 0,15- 0,5 GVE / ha,

€ 2.091,77

€ 2.990,26

grasland

6c

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 15 juni, 1 – 3 GVE / ha

€ -

€ 103,96

grasland

6c

A08

Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b (GVE/ha)

1 mei

15 juni

1 GVE/ha

3 GVE/ha

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 15 juni, 1 – 3 GVE / ha

€ 389,46

€ 881,21

grasland

6d

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 1 juli, 1 – 1,5 GVE / ha,

€ -

€ 103,96

grasland

6d

A08

Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b (GVE/ha)

1 mei

1 juli

1 GVE/ha

1,5 GVE/ha

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 1 mei tot 1 juli, 1 – 1,5 GVE / ha,

€ 776,72

€ 1.384,65

grasland

6e

A07

Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding op min x % van de oppervlakte.

90%

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 15 mei tot 1 juli, 1 – 1,5 GVE / ha

€ -

€ 103,96

grasland

6e

A08

Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b (GVE/ha)

15 mei

1 juli

1 GVE/ha

1,5 GVE/ha

regio 1 en 2

Extensief beweid grasland van 15 mei tot 1 juli, 1 – 1,5 GVE / ha

€ 662,53

€ 1.236,20

grasland

7a

A06

Vaste mest is opgebracht (vaste mest: dierlijke meststoffen die niet verpompbaar zijn; besluit meststoffen 1Ai; Bijlage i uit Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Tabel I ) rund (10,13), paard (25), schaap (56)), danwel met bodemverbeteraars gericht op bodembiologie uit lijst a.

zie de lijst van bodemverbeteraars gericht op bodembiologie icm beheercodes op de website van BIJ12 (vernieuwde versie februari 2024)

regio 1 en 2

Ruige mest

€ -

€ 207,46

grasland

8a

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

15 februari

15 juni (exacte data: zie vergunning)

20 cm tov omringend waterpeil (zie vergunning)

regio 1 en 2

Hoog waterpeil weidevogels, verhoging 20 cm, 15 feb – 15 juni

€ 114,42

€ 148,74

grasland

8b

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

15 februari

15 juni (exacte data: zie vergunning)

30 cm tov omringend waterpeil (zie vergunning)

regio 1 en 2

Hoog waterpeil weidevogels, verhoging 30 cm, 15 feb – 15 juni

€ 171,63

€ 223,11

grasland

8c

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

15 februari

15 juni (exacte data: zie vergunning)

40 cm tov omringend waterpeil (zie vergunning)

regio 1 en 2

Hoog waterpeil weidevogels, verhoging 40 cm, 15 feb – 15 juni

€ 228,83

€ 297,48

grasland

8d

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

15 maart

15 juni (exacte data: zie vergunning)

20 cm tov omringend waterpeil (zie vergunning)

regio 1 en 2

Hoog waterpeil weidevogels, verhoging 20 cm, 15 mrt – 15 juni

€ 114,42

€ 148,74

grasland

8e

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

15 maart

15 juni (exacte data: zie vergunning)

30 cm tov omringend waterpeil (zie vergunning)

regio 1 en 2

Hoog waterpeil weidevogels, verhoging 30 cm, 15 mrt – 15 juni

€ 171,63

€ 223,11

grasland

8f

A18

Waterpeil is x cm hoger dan aangegeven polderpeil. X cm boven zomer danwel winterpeil (volgens vergunning).

15 maart

15 juni (exacte data: zie vergunning)

40 cm tov omringend waterpeil (zie vergunning)

regio 1 en 2

Hoog waterpeil weidevogels, verhoging 40 cm, 15 mrt – 15 juni

€ 228,83

€ 297,48

landschap

9a

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

5%

35% van het leefgebied is jaarlijks geschoond

regio 1 en 2

Kleine poel met groot onderhoud in contractperiode

€ -

€ 9.802,98

landschap

9a

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Kleine poel met groot onderhoud in contractperiode

€ -

€ 11.096,84

landschap

9b

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

5%

35% van het leefgebied is jaarlijks geschoond

regio 1 en 2

Grote poel met groot onderhoud in contractperiode

€ -

€ 3.006,82

landschap

9b

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Grote poel met groot onderhoud in contractperiode

€ -

€ 2.884,47

landschap

9c

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

5%

35% van het leefgebied is jaarlijks geschoond

regio 1 en 2

Kleine poel

€ -

€ 4.671,30

landschap

9c

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Kleine poel

€ -

€ 4.498,63

landschap

9d

A23

Minimaal f% tot maximaal g% van de eenheid of van het leefgebied onder beheer is jaarlijks geschoond danwel geschoond en gemaaid danwel gemaaid

5%

35% van het leefgebied is jaarlijks geschoond

regio 1 en 2

Grote poel

€ -

€ 353,20

landschap

9d

A24

Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd.

regio 1 en 2

Grote poel

€ -

€ 353,20

bouwland en grasland

47a

A37

Jaarlijks aanleggen van een greppel met minimale breedte x en minimale diepte y ten behoeve van infiltratie. Is aanwezig van datum x tot datum y

1 juni

15 augustus

minimale breedte 15 cm en minimale diepte 30 cm

regio 1 en 2

Infiltratiegreppel, 1 juni tot 15 augustus

€ -

€ 3.144,38

divers

51a

A38

Er zijn afweermaatregelen tegen predatoren (lijst a) van datum x tot datum y

15 maart

15 juni

lijst a predatoren: raster tegen grondpredatoren

regio 1 en 2

Rasters tegen grondpredatoren

€ -

€ 31.734,44

* braak (inzaai); een van de gewassen genoemd in de lijsten behorende bij de Uitvoeringsregeling GLB 2023 in bijlage 1; rustgewassen ecoregeling, groene braak of de lijst groenbemester/vanggewas (zie staatscourant 2023 nr 28459).

Regio-indeling. Zie Uitvoeringsregeling GLB 2023. Bijlage 2 B.

** kruiden: een van de gewassen genoemd bij ECO activiteit groene braak (zie staatscourant 2023 nr 28459).

 

Bijlage 4 behorende bij artikel 3.12, zesde lid, en 3.14, vierde lid, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Onderdeel B

 

Administratieve sanctie zoals bedoeld in artikel 2.4 lid 3 onderdeel b van de Beleidsregel verlagen subsidie GLB.

 

 

Bedrag administratieve sanctie voor beheerjaar 2023 en 2024

Bedrag administratieve sanctie voor beheerjaar 2025

Groep 1, A23 (25-75%)

beheercode 10a, 10b, 11a, 11b, 12b, 12c

€ 1.205

€ 1.225

Groep 2, A23 (5-35%)

beheercode 24a, 9a, 9b, 9c, 9d

€ 1.726

€ 1.678

Groep 3, A22 (1-40%)

€ 6.352

€ 6.311

 

Bijlage 3, behorende bij artikel I, onder M, van de Twintigste wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 5 behorende bij artikel 1.1, begrip tarief, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Subsidietarieven beheerjaar 2025

 

Natuur-type Nr

Beheer-type Nr

Beheertype

Subsidietarief 2025 op basis van 84% SKP

Per

Inclusief opslag (9,72%)

L01

01

Poel en klein historisch water

stuks

€ 198,12

L01

02

Houtwal en houtsingel

ha

€ 4.770,98

L01

03

Elzensingel

100m

€ 148,51

L01

05

Knip- en scheerheg

100m

€ 338,65

L01

06

Struweelhaag

100m

€ 430,42

L01

07

Laan (met aan weerszijden van de weg tenminste één rij bomen)

100m

€ 409,16

L01

08

Knotboom

stuks

€ 17,77

L01

09

Hoogstamboomgaard

ha

€ 2.590,09

L01

16

Bossingel

ha

€ 2.409,59

L02

01

Fortterrein

ha

€ 1.183,98

L02

02

Historisch bouwwerk en erf (per ha)

ha

€ 52,98

L02

03

Historische tuin

ha

€ 7.062,47

L03

01

Aardwerk en groeve

ha

€ 1.288,22

N01

01

Zee en wad

ha

€ 0,56

N01

02

Duin- en kwelderlandschap

ha

€ 95,36

N01

03

Rivier- en moeraslandschap

ha

€ 157,28

N01

04

Zand- en kalklandschap

ha

€ 114,40

N02

01

Rivier

ha

€ 5,95

N03

01

Beek en bron

ha

€ 123,17

N04

01

Kranswierwater

ha

€ 67,48

N04

02

Zoete plas

ha

€ 67,95

N04

03

Brak water

ha

€ 84,89

N04

04

Afgesloten zeearm

ha

€ 0,56

N05

02

Gemaaid rietland (met ingebruikgeving)

ha

€ 743,91

N05

03

Veenmoeras [NIEUW]

ha

€ 745,99

N05

04

Dynamisch moeras [NIEUW]

ha

€ 545,71

N06

01

Veenmosrietland en moerasheide

ha

€ 1.517,65

N06

02

Trilveen

ha

€ 3.092,08

N06

03

Hoogveen

ha

€ 230,46

N06

04

Vochtige heide

ha

€ 361,57

N06

05

Zwakgebufferd ven

ha

€ 87,00

N06

06

Zuur ven of hoogveenven

ha

€ 116,48

N07

01

Droge heide

ha

€ 240,51

N07

02

Zandverstuiving

ha

€ 146,15

N08

01

Strand en embryonaal duin

ha

€ 13,48

N08

02

Open duin

ha

€ 371,36

N08

03

Vochtige duinvallei

ha

€ 1.633,39

N08

04

Duinheide

ha

€ 281,74

N09

01

Schor of kwelder

ha

€ 173,21

N10

01

Nat schraalland

ha

€ 2.677,53

N10

02

Vochtig hooiland

ha

€ 1.593,55

N11

01

Droog schraalland

ha

€ 972,79

N12

01

Bloemdijk

ha

€ 2.791,67

N12

02

Kruiden- en faunarijk grasland (met IGG)

ha

€ 300,92

N12

03

Glanshaverhooiland

ha

€ 631,08

N12

04

Zilt- en overstromingsgrasland

ha

€ 699,35

N12

05

Kruiden- en faunarijke akker [met IGG]

ha

€ 978,85

N12

06

Ruigteveld

ha

€ 135,34

N13

01

Vochtig weidevogelgrasland (met IGG)

ha

€ 891,70

N13

02

Wintergastenweide (met IGG)

ha

€ 41,75

N14

01

Rivier- en beekbegeleidend bos

ha

€ 53,19

N14

02

Hoog- en laagveenbos

ha

€ 26,91

N14

03

Haagbeuken- en essenbos

ha

€ 83,61

N15

01

Duinbos

ha

€ 89,63

N15

02

Dennen-, eiken- en beukenbos

ha

€ 146,06

N16

03

Droog bos met productie (nieuw)

ha

€ 43,50

N16

04

Vochtig bos met productie (nieuw)

ha

€ 76,93

N17

02

Droog hakhout

ha

€ 620,00

N17

03

Park- en stinzenbos

ha

€ 408,31

N17

04

Eendenkooi

ha

€ 3.397,40

N17

05

Wilgengriend

ha

€ 4.971,24

N17

06

Vochtig en hellinghakhout

ha

€ 872,84

 

Bijdragen openstelling

Voorzieningenbijdrage

€ 58,11

Toezichtsbijdrage

€ 0,00

 

Gescheperde schaapskuddes

Bijdrage hoog: N06.03 (Hoogveen), N09.01 (Schor of kwelder), N11.01 (Droog schraalland) of N12.01 (Bloemdijk)

€ 702,13

Bijdrage laag: N06.04 (Vochtige heide), N07.01 (Droge heide), N07.02 (Zandverstuiving), N08.02 (Open duin) of N08.04 (Duinheide)

€ 436,49

 

Vaarland

Bijdrage vaarland

€ 760,06

 

Monitoring

N01

2

Duin- en kwelderlandschap

ha

€ 27,10

N01

3

Rivier- en moeraslandschap

ha

€ 23,95

N01

4

Zand- en kalklandschap

ha

€ 21,34

N05

2

Gemaaid rietland

ha

€ 29,35

N05

3

Veenmoeras [NIEUW per 1-1-2021]

ha

€ 45,07

N05

4

Dynamich moeras [NIEUW per 1-1-2021]

ha

€ 35,53

N06

1

Veenmosrietland en moerasheide

ha

€ 44,33

N06

2

Trilveen

ha

€ 37,23

N06

3

Hoogveen

ha

€ 54,89

N06

4

Vochtige heide

ha

€ 28,64

N06

5

Zwakgebufferd ven

ha

€ 32,47

N06

6

Zuur ven of hoogveenven

ha

€ 42,29

N07

1

Droge heide

ha

€ 26,69

N07

2

Zandverstuiving

ha

€ 26,69

N08

1

Strand en embryonaal duin

ha

€ 19,83

N08

2

Open duin

ha

€ 38,27

N08

3

Vochtige duinvallei

ha

€ 42,74

N08

4

Duinheide

ha

€ 26,69

N09

1

Schor of kwelder

ha

€ 27,10

N10

1

Nat schraalland

ha

€ 52,45

N10

2

Vochtig hooiland

ha

€ 34,19

N11

1

Droog schraalland

ha

€ 44,33

N12

1

Bloemdijk

ha

€ 29,19

N12

2

Kruiden- en faunarijk grasland

ha

€ 15,12

N12

3

Glanshaverhooiland

ha

€ 26,95

N12

4

Zilt- en overstromingsgrasland

ha

€ 27,10

N12

5

Kruiden- en faunarijke akker

ha

€ 17,20

N12

6

Ruigteveld

ha

€ 10,93

N13

1

Vochtig weidevogelgrasland

ha

€ 19,05

N14

1

Rivier- en beekbegeleidend bos

ha

€ 47,87

N14

2

Hoog- en laagveenbos

ha

€ 25,90

N14

3

Haagbeuken- en essenbos

ha

€ 38,05

N15

1

Duinbos

ha

€ 22,34

N15

2

Dennen-, eiken- en beukenbos

ha

€ 16,92

N16

3

Droog bos met productie [NIEUW per 1-1-2018]

ha

€ 13,46

N16

4

Vochtig bos met productie [NIEUW per 1-1-2018]

ha

€ 13,46

N17

2

Droog hakhout

ha

€ 10,93

N17

3

Park- en stinzenbos

ha

€ 10,93

N17

5

Wilgengriend [NIEUW per 1-1-2017)

ha

€ 25,63

N17

6

Vochtig en hellinghakhout [NIEUW per 1-1-2017]

ha

€ 25,63

 

Bijlage 4, behorende bij artikel I, onder N, van de Twintigste wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Bijlage 9, behorende bij paragraaf 3, van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

 

Index Agrarische natuur

 

Het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) kent 3 agrarische natuurtypen (A11, A12 en A15) die ook wel de leefgebieden worden genoemd, een categorie water (W01) en een categorie klimaat (K01). Van elk leefgebied is een algemene beschrijving gegeven, waarin ook de doelsoorten zijn opgenomen.

 

A11 Open grasland

A11.01 Weidevogelgrasland in open landschap

A11.02 Weidevogelland met riet of opgaande begroeiing

A11.03 Open grasland voor overwinterende vogels

 

A12 Open akkerland

A12.01 Open akkerland voor broedende akkervogels

A12.02 Open akkerland voor overwinterende akkervogels

A12.03 Akkerland met hamsters

 

A15 Dooradering

A15.01 Bomenrij en singel

A15.02 Struweel en ruigte

A15.03 Watergang

A15.04 Poel

 

W01 Waterbeheergebieden

W01.01 Agrarisch waterbeheergebied

 

K01 Klimaatbeheergebieden

K01.01 Agrarisch Klimaatbeheergebied

 

A11 Open Grasland

 

Algemene beschrijving

Het agrarisch natuurtype open grasland bestaat uit open landschappen met overwegend grasland, waarvan een relevant deel uit vochtig en kruidenrijk grasland bestaat. Vaak is dit natuurtype doorsneden met een fijnmazig netwerk van lijnvormige wateren: sloten, weteringen en vaarten. Er kan enige opgaande begroeiing aanwezig zijn. Sommige weidevogelsoorten (zoals grutto) zoeken altijd de meest open delen van het landschap op. Andere soorten zijn tolerant voor (zoals kievit en wulp) of juist gebaat bij (noordse woelmuis) aanwezigheid van riet of opgaande elementen. Naast broedende weidevogels is er ook beheer nodig voor overwinterende ganzen, zwanen en andere soorten. Enkele soorten, zoals houtduif, torenvalk, roek, kramsvogel en spreeuw maken vooral gebruik van het natuurtype open grasland voor voedsel en kunnen voor een groot deel meeliften met de maatregelen voor de overige soorten.

 

Idealiter bestaat een kerngebied voor soorten van open grasland zowel uit natuurgebied als uit agrarische gronden die in samenhang worden beheerd, gefaseerd in ruimte en tijd. Op de natuurgronden staat de natuurfunctie voorop. Op de agrarische gronden die mede voor weidevogels worden beheerd, weegt de productiefunctie het zwaarst, maar vindt deze productie plaats binnen de voorwaarden die het behoud van biodiversiteit stelt. Beheer en inrichting van agrarisch gronden en natuurgronden worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Wanneer een natuurgebied geheel afwezig is, wordt in het agrarisch gebied voor het zelfstandig functioneren als kerngebied ‘op voldoende kuikenland gericht beheer’ ingezet. Op de percelen zonder kuikenlandbeheer, wordt gestreefd naar een maximale overleving van nesten en kuikens door middel van nestbescherming in combinatie met maatregelen voor kuikenoverleving zoals randen- en greppelbeheer, vluchtheuvels en verbindingen met kruidenrijk grasland.

 

Doelsoorten

De volgende soorten zijn soorten die voorkomen in het natuurtype open grasland, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft.

 

Watersnip

Grutto

Kievit

Scholekster

Slobeend

Wulp

Tureluur

Zomertaling

Kemphaan

Gele kwikstaart

Graspieper

Veldleeuwerik

Kwartelkoning

Roek Torenvalk

Houtduif

Kramsvogel

Spreeuw

Kleine zwaan

Rotgans

Noordse woelmuis

 

Beheertypen

A11.01 Weidevogelgrasland in open landschap

A11.02 Weidevogelland met riet of opgaande begroeiing

A11.03 Open grasland voor overwinterende vogels

 

A11.01 Weidevogelgrasland in open landschap

 

Algemene beschrijving

In dit beheertype weidevogelgrasland komen vooral ook de weidevogels voor van natte en kruidenrijke graslanden die slecht tegen verstorende elementen (riet, bomen, bebouwing, etc.) kunnen. Goede weidevogelgraslanden worden gekenmerkt door een open karakter, structuur-, bloem- en kruidenrijk grasland, een mozaïek van diverse vormen van graslandbeheer en het voorkomen en soorten als grutto, tureluur, zomertaling en slobeend. Vochtig weidevogelgrasland komt op diverse bodems en in diverse landschapstypen voor, op zowel klei- als veengrond. Het beheer is erop gericht om goede omstandigheden te bieden in de vestigingsfase, tijdens de broedfase en tijdens de opgroeifase van de kuikens. Het beperken van verstoring tijdens het broedseizoen en het zorgen voor voldoende geschikt foerageerhabitat (nat, structuur- en kruidenrijk grasland) voor de kuikens is van cruciaal belang. Dergelijke vochtige en kruidenrijke delen kunnen in het landschap zowel vlakdekkend, als (en dan deels) via lijnvormige elementen voorkomen, zoals een sloot in combinatie met een natuurvriendelijke oever en een kruidenrijke rand.

Daarnaast is het van belang dat de waterhuishouding goed geregeld is, de beste gebieden zijn vochtig tot nat en bevatten een natuurlijk waterpeil en ‘plas-dras’ percelen (of ‘greppel plas-dras’). Daarnaast wordt gestreefd dat de zuurgraad van de bodem matig zuur tot neutraal is. Een weidevogelgebied van goede kwaliteit kenmerkt zich door een mozaïek van verschillende beheervormen van grasland (diversiteit in maaidata, beweiding, plas-dras etc.), een rijke en bereikbare bodemfauna en insectenrijkdom (‘kuikengrasland’), een open landschap met weinig dekking en broed- en uitkijkplekken voor predatoren en brede, soortenrijke laat gemaaide slootkanten. Maaien en beweiding vinden op een manier plaats waarop zo min mogelijk legsels en kuikens verloren gaan (bijv. rekening houdend met tijdstip, snelheid, fasering, etc.). De graslanden worden waar mogelijk eventueel bemest met ruige stalmest om het aanbod van voedsel te vergroten voor weidevogels. Echter, te intensieve bemesting en te intensieve beweiding hebben een negatief effect. Het beheertype komt vooral voor in de open delen van laag Nederland.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende openheid, omvang en connectiviteit.

  • Het beheertype kent voldoende natte situaties en geschikte drooglegging (plas-drassituaties of een hoog waterpeil), aangrenzend aan kuikenland.

  • Het beheertype kent een adequate ruimtelijke samenhang in kuikenland.

  • Tijdens het broedseizoen wordt op een relevante oppervlakte een rustperiode met uitgestelde maaidatum gehanteerd.

  • Er vindt (indien nodig) nestbescherming plaats en een planmatig beheer van predatiedruk plaats.

Doelsoorten

 

Watersnip

Grutto

Slobeend

Tureluur

Zomertaling

Kemphaan

Gele kwikstaart

Veldleeuwerik

Kwartelkoning

 

A11.02 Weidevogelland met riet of opgaande begroeiing

 

Algemene beschrijving

Dit beheertype is vooral gericht op weidevogels die min of meer tolerant zijn voor opgaande begroeiing in de vorm van bijvoorbeeld bomenrijen en/of een combinatie van riet, natuurvriendelijke oevers en nat grasland nodig hebben. Dit beheertype is vergelijkbaar met beheertype A11.01, met als verschil dat, naast structuur- en kruidenrijk grasland, ook bouwlandpercelen (aardappels, bieten, mais), riet en/of opgaande landschapselementen in zekere mate aanwezig kunnen zijn. Daarnaast is een natuurlijke fluctuatie van het waterpeil in de oevers en de eventueel aanwezige waterpartijen van belang. Natuurvriendelijke oevers met een geleidelijk talud, c.q. terrastalud (in plaats van steile oevers) kunnen hieraan bijdragen.

Goede gebieden worden gekenmerkt door een combinatie van structuur-, bloem- en kruidenrijk grasland, voldoende natuurvriendelijke oevers met riet, een mozaïek van diverse vormen van grasland- en bouwlandbeheer, bomenrijen die voldoende nestgelegenheid bieden en het voorkomen van soorten als wulp, scholekster, kievit en roek. Het beheer is erop gericht geschikte broedlocaties te behouden of te creëren, bijvoorbeeld door het aanleggen en onderhouden van opgaande landschapselementen die als broedplaats en rustplaats kunnen dienen (soorten als roek en spreeuw en kramsvogel in zuidoost Nederland). Daarnaast is de aanwezigheid van structuur- en kruidenrijk grasland van belang, tijdelijke braak en aangepast beheer zoals uitstel van bewerken op bouwland en teeltvrije akkerranden om de overlevingskans van onder andere kievitkuikens te verbeteren. Rietstroken en natuurvriendelijke oevers en opgaande landschapselementen die nestgelegenheid bieden dienen tijdens het broedseizoen niet te worden bewerkt, gemaaid, gesnoeid of verstoord.

Het is van belang dat de waterhuishouding goed geregeld is, de beste gebieden zijn vochtig tot nat en bevatten een natuurlijk waterpeil en ‘plas-dras’ percelen (of ‘greppelplas-dras’). Van belang is een mozaïek van verschillende beheersvormen van grasland (diversiteit in maaidata, beweiding, plasdras etc.), voldoende riet en natuurvriendelijke oevers, een rijke en bereikbare bodemfauna, insectenrijkdom (‘kuikengrasland’). Dit beheertype is ook van belang voor noordse woelmuis, die specifieke eisen aan habitat en beheer stelt. Zie hiervoor het soortenfiche.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende openheid, omvang en connectiviteit.

  • Het beheertype kent voldoende natte situaties en geschikte drooglegging (plas-drassituaties of een hoog waterpeil), aangrenzend aan kuikenland.

  • Het beheertype kent een adequate ruimtelijke samenhang in kuikenland.

  • Tijdens het broedseizoen wordt op een relevante oppervlakte een rustperiode met uitgestelde maaidatum gehanteerd.

  • Op bouwlandpercelen wordt aangepast beheer gevoerd.

Er vindt (indien nodig) nestbescherming en predatiebeheer plaats.

 

Doelsoorten

De belangrijkste soorten zijn vetgedrukt.

 

Scholekster

Kievit

Wulp

Graspieper

Roek

Torenvalk

Houtduif (brv)

Kramsvogel (brv)

Spreeuw (brv)

Noordse woelmuis

 

A11.03 Open grasland voor overwinterende vogels

 

Algemene beschrijving

Dit beheertype bestaat uit open, kort en voedselrijk grasland welke dient als foerageergebied voor ganzen, zwanen en eenden. Over het algemeen wordt het grasland intensief beheerd, gemaaid en bemest. Het is van belang dat het grasland kort is bij het ingaan van de winter. Vaak staan in de winter delen van het grasland onder water. Van groot belang is dat er geen verstoring in het winterhalfjaar (november-maart) is, onder andere door het niet bewerken van het land en het niet toestaan van jacht in de omgeving. Beperkte beweiding is toegestaan. Soorten waarvoor dit beheertype gunstig is zijn bijvoorbeeld kleine zwaan en rotgans. Ook diverse andere soorten zwanen, ganzen en eenden kunnen van deze gebieden profiteren.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende omvang en connectiviteit.

  • Het gebied kent voldoende openheid en rust: geen verstorende elementen binnen een afstand van 150 meter rondom het beheertype.

  • In het gebied is voldoende voedsel aanwezig.

  • Er is een beperkte verstoring en beweiding toegestaan.

Doelsoorten

 

Kleine zwaan

Rotgans

 

A12 Open akkerland

 

Algemene beschrijving

Het agrarisch natuurtype open akker bestaat uit landschappen met overwegend bouwland waarin wordt voldaan aan de eisen die akkersoorten stellen. Bouwland bestaat uit akkers met gewassen zoals bijvoorbeeld granen, aardappels of suikerbieten. De akkers zijn doorsneden met bermen, sloten en in sommige gebieden opgaande begroeiing. In de kerngebieden is een zodanige hoeveelheid braakliggend of extensief gebruikt bouwland aanwezig in de vorm van percelen, stroken en randen en in een zodanige landschappelijke configuratie (verhouding (brede)akkerranden; percelen; wintervoedselveldjes), dat zelfstandig, in het kerngebied of in samenhang met de omgeving, vitale populaties van een groot aantal akkersoorten in stand gehouden kunnen worden.

 

Doelsoorten

De volgende soorten zijn soorten die voorkomen in het natuurtype open akkerland, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft:

 

Grauwe kiekendief

Blauwe kiekendief

Ruigpootbuizerd

Velduil

Kievit

Gele kwikstaart

Veldleeuwerik

Graspieper

Geelgors

Ringmus

Kneu

Grauwe gors

Patrijs

Kwartelkoning

Hamster; alleen in Limburg

 

Beheertypen

A12.01 Open akkerland voor broedende akkervogels

A12.02 Open akkerland voor overwinterende akkervogels

A12.03 Akkerland met hamsters

 

A12.01 Open akkerland voor broedende akkervogels

 

Algemene beschrijving

Soorten van open akkerland stellen specifieke eisen aan het beheer van het agrarisch landschap. Maatregelen kunnen worden onderverdeeld in maatregelen ten behoeve van het verbeteren van de voedselsituatie en maatregelen ten behoeve van een veilige broed- en opgroeiplaats. Zowel voor grauwe kiekendief, blauwe kiekendief en kievit is individuele nestbescherming noodzakelijk, waarbij de directe omgeving van het nest niet wordt bewerkt/geoogst. Voor de velduil en kwartelkoning is aangepast maaibeheer noodzakelijk voor het in stand houden van broedpopulaties, waarbij percelen met nesten en jongen ontzien worden. Soorten als veldleeuwerik, gele kwikstaart en graspieper, waarvoor individuele nestbescherming ondoenlijk is, profiteren van een groter aandeel zomergranen en luzerne, gewassen waarin de soorten doorgaans veilig kunnen broeden. Een belangrijke ecologische val voor met name de kievit betreft het naastliggende grasland. Voor het in stand houden van vitale broedpopulaties is binnen akkerbouwgebieden met nabijgelegen grasland voor de kievit daarom een aangepaste maaifrequentie (minstens 8 weken tussen maaibeurten) van grasland noodzakelijk. Maatregelen om de voedselsituatie voor akkervogels in het algemeen te verbeteren betreffen akkerranden en vogelakkers. Hiervan profiteren zowel muizeneters (bijvoorbeeld grauwe kiekendief) als akkervogels die op insecten en onkruiden foerageren (bijvoorbeeld veldleeuwerik). Deze laatste groep akkervogels is sterk gebaat bij het niet bespuiten van randen van akkers met herbiciden en pesticiden.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende openheid, omvang en connectiviteit.

  • Het akkerbeheer is gericht op het creëren van broedgelegenheid (nestbescherming, uitgesteld maaibeheer, zomergraan en luzerneteelt) en/of;

  • Het akkerbeheer is gericht op het creëren van voedselaanbod voor oudervogels en kuikens t.b.v. zaden, insecten en kleine zoogdieren (randenbeheer, braakliggende gronden, geen/ beperkte chemische onkruidbestrijding).

Doelsoorten

 

Grauwe kiekendief

Blauwe kiekendief

Velduil

Kievit

Gele kwikstaart

Veldleeuwerik

Patrijs

Kwartelkoning

Graspieper

 

A12.02 Open akkerland voor overwinterende akkervogels

 

Algemene beschrijving

Kenmerkende soorten voor dit beheertype zijn soorten die tijdens de winter afhankelijk zijn van niet geoogste granen en onkruidzaden (zoals veldleeuweriken, gorzen, mussen en vinkachtigen). Tevens gaat het om muizen etende roofvogels (zoals velduil en ruigpootbuizerd). Een voldoende beschikbaarheid van foerageerhabitat zoals wintervoedselveldjes en (graan)stoppels levert een positieve bijdrage leveren aan de winteroverleving en dus de populatieaantallen van deze akkervogels. Voor zaadeters als gorzen, mussen en vinkachtigen (kneu) is het belangrijk dat voldoende geschikt foerageerhabitat wordt gecreëerd (wintervoedselveldjes) zodat de hoeveelheid voedsel toereikend is tot en met het vroege voorjaar (maart). Wintervoedselveldjes moeten dan ook tot en met maart blijven liggen. Het is essentieel dat wintervoedselveldjes gelegen zijn naast opgaande vegetatie als struweel, heg, houtwal, bosje (droge dooradering), omdat gorzen, mussen en vinken daar dekking voor predatoren vinden.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende openheid, omvang en connectiviteit.

  • Het akkerbeheer is gericht op het creëren van voedselaanbod tijdens de winterperiode (stoppelvelden, open en diverse gewassen, geen/beperkte onkruidbestrijding, late oogstdata, en late grondbewerking).

  • Het beheertype grenst aan opgaande elementen, welke voldoende schuilgelegenheid bieden.

Doelsoorten

 

Blauwe kiekendief

Ruigpootbuizerd

Velduil

Veldleeuwerik

Graspieper

Geelgors

Ringmus

Kneu

Grauwe gors

Patrijs

 

A12.03 Akkerland met hamsters

 

Algemene beschrijving

Hamsterbeheer is gericht op de hamster die voorkomt in een beperkt deel van het heuvelland van Zuid-Limburg ten zuiden van Roermond. Hamstervriendelijk beheer is noodzakelijk voor optimaliseren van overleving en voortplanting van deze soort; hiervoor is dekking nodig tijdens de periode dat bovengrondse activiteit hoog is (eind maart- oktober). Hamsterbeheer heeft laten zien niet alleen positief uit te werken op deze soort, maar ook op andere diersoorten van kleinschalige akkerbeheer in het heuvelland. Zo worden overwinterende zangvogels en roofvogels aangetrokken door voedselsituatie ontstaan na de specifieke beheermaatregelen. Hamsters hebben een voorkeur voor graanakkers en akkers met luzerne vanwege optimale combinatie van dekking en voedsel. Ze mijden graslanden, bossen en akkers met bieten (in het voorjaar), aardappelen en maïs. Graften en overstaande gewasresten (graan, bladrammenas en luzerne) zijn van belang als toevluchtsoord na de oogst. Bij hamsterbeheer worden granen niet geoogst om als dekking te dienen (van april t/m september) en ook als wintervoedsel voor overwinterende akkervogels. Luzerne en bladrammenas zorgen ook voor dekking, de laatste ook voor onkruidbestrijding. Om onkruid tegen te gaan, is het wenselijk dat luzerne eenmaal geoogst wordt. Omdat hamsters in burchten onder de grond leven, is een grondbewerking dieper dan 25 cm niet toegestaan: dit zou de burchten en de daarin levende hamsters vernietigen. In het voorjaar worden de percelen geklepeld om een nieuw zaaibed te maken voor het nieuwe gewas.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komt de doelsoort voor.

  • Het gebied kent voldoende openheid, omvang en connectiviteit.

  • Het akkerbeheer is gericht op het creëren van voedselaanbod of schuilgelegenheid (graan, bladrammenas of luzerneteelt).

  • Tijdens de voortplantingsperiode vinden er geen landbouwkundige activiteiten plaats.

Doelsoorten

 

Hamster

 

A15 Dooradering

 

Algemene beschrijving

Dit natuurtype bestaat uit netwerken van droge en natte lijnvormige landschapselementen.

 

A. Droge dooradering (A15.01 Bomenrij en singel en A15.02 Struweel en ruigte)

Het droge deel van het natuurtype dooradering bestaat uit netwerken van lijnvormige landschapselementen. Deze netwerken bestaan uit een breed scala aan (al of niet hoog opgaande) landschapselementen met uiteenlopende lengte-, breedte- en hoogtedimensies. Het gaat om elzensingels, houtwallen, heggen en hagen, lanen, hoogstamboomgaarden, (hakhout)bosjes, struwelen, kaden en dijken, tuunwallen, bloemrijke (perceel)randen, ruigtezomen, overhoekjes, bermen van wegen en paden en steilrandjes. Kleine geïsoleerde wateren die verspreid in deze gebieden voorkomen (vooral veedrinkpoelen) worden ook gerekend tot de dooradering.

 

Het is voor het bevorderen van soorten van het droge deel van het natuurtype dooradering belangrijk om bomen, struwelen en ruigte/randen te creëren en/of in stand te houden door periodiek onderhoud uit te voeren. Ook het beheer van perceelranden (met name die aan de zuidkant gelegen en) grenzend aan de dooradering kan van groot belang zijn voor deze soorten. Een kruidenrijke rand of ruigte langs een landschapselement komt bijvoorbeeld de vegetatieheterogeniteit ten goede en voor veel soorten daarmee foerageer- en voortplantingsgeschiktheid.

Wanneer elementen in zodanige hoeveelheid, kwaliteit en samenhang voorkomen dat ze van vele soorten vitale (of bron-)populaties herbergen, spreken we van kerngebieden. Kenmerkende vogelsoorten van het droge deel van het natuurtype dooradering zijn zowel soorten die in deze elementen broeden (zoals patrijs, geelgors, grauwe klauwier, zomertortel en braamsluiper), als soorten die tijdens de trek of overwintering afhankelijk zijn van deze elementen omdat er tal van voedselbronnen aanwezig zijn in de vorm van eetbare vruchten en zaden. Vleermuizen gebruiken elementen uit het droge deel van het natuurtype dooradering als oriëntatie tijdens verplaatsingen tussen rust- en foerageergebied. Voor het voorkomen van amfibieën (kikkers, salamanders en paddensoorten) is de aanwezigheid van poelen van groot belang.

 

B. Natte dooradering (A15.03 Watergang en A15.04 Poel)

Het natte deel van het natuurtype natte dooradering binnen het agrarisch cultuurlandschap bestaat uit een netwerk van natte landschapselementen in de vorm van sloten, beken, kreken, moerasjes, rietlandjes en plasdras gebiedjes, maar afhankelijk van de regio ook in de vorm van poelen en andere kleine wateren. Het aangrenzende grasland is vaak vochtig tot nat, heeft veelal een hoge grondwaterstand en is in streefsituaties begroeid met kruidenrijk en niet te dicht gewas.

 

Voor veel soorten vissen, libellen, amfibieën en vogels zijn lijn- en puntvormige wateren van groot belang voor in stand houden van populaties. Vissen zijn vooral afhankelijk van watergangen met een goede waterkwaliteit en vaak (maar niet altijd) weelderige onderwatervegetatie. Voor libellen is daarnaast ook een goed ontwikkelde oevervegetatie van belang. De meeste soorten amfibieën zijn weer afhankelijk van een combinatie van sloten of poelen met gras- of akkerland en opgaande begroeiing. In de praktijk komen puntvormige wateren, poelen in nauwe combinatie of in overlap met beheertypen uit het droge deel van het natuurtype dooradering voor.

 

Binnen het natte deel van het natuurtype dooradering bestaat een grote variatie in omstandigheden en daarmee in biodiversiteit, mede bepaald door de geografische plek en de dimensies van de waterelementen. Dit deel van het natuurtype is zodanig ingericht en – afhankelijk van de soort wel of juist niet – verbonden met gebieden in de omgeving dat uitwisseling mogelijk is om vitale populaties van doelsoorten te handhaven. De connectiviteit (verbinding) met aangrenzende maar ook verder gelegen watersystemen zoals grotere Rijkswateren (meren en rivieren) en natte natuurgebieden is hierbij voor sommige soorten essentieel. Natte landschapselementen houden niet op bij de waterlijn, ook oeverranden, moerasjes, bermen en plasdras zone zijn onderdeel van dit natuurtype en belangrijk voor de soorten die hiervan gebruik maken. De geleidelijke gradiënt van nat naar droog zorgt er voor dat er verschillende vereiste deelhabitats voor soorten aanwezig zijn. Het gaat dan om combinaties waterplasdras-droge oever-grasland of water-plasdras of poel/water-grasland/akkerland-opgaande beplanting. Het beheer en de inrichting van oeverzone en wateren is erop gericht dat deze op netwerk- en landschapsniveau voldoen aan de eisen die de doelsoorten aan de beheertypen stellen. De beheermaatregelen vanuit behoud van biodiversiteit vertonen een gedeeltelijke overlap met maatregelen die ten behoeve van waterkwaliteit en waterberging worden beoogd vanuit de Kader Instapeis Water.

 

Doelsoorten

A. Droge dooradering

De volgende soorten zijn soorten die voorkomen in het droge deel van het natuurtype dooradering, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft:

 

Patrijs

Grauwe klauwier

Grauwe gors

Geelgors

Kneu

Vliegend hert

Gekraagde roodstaart

Grote lijster

Ransuil

Spotvogel

Grijze grootoorvleermuis

Tweekleurige vleermuis

Hazelmuis

Vroedmeesterpad

Kamsalamander

Boomkikker

Knoflookpad

Ingekorven vleermuis

Ringmus

Steenuil

 

De doelsoorten zijn onderverdeeld in;

  • soorten die voedsel en nestgelegenheid in het droge deel van het natuurtype dooradering vinden en;

  • soorten die het droge deel van het natuurtype dooradering gebruiken voor nestgelegenheid of ter oriëntatie in het landschap, maar voor voedsel afhankelijk zijn van (aangrenzende) foerageergebieden in akkerland in zomer en/of winter.

Soorten die voorkomen in het droge deel van het natuurtype dooradering, waarvoor wordt verondersteld dat ze (lokaal) kunnen meeprofiteren van maatregelen voor doelsoorten van agrarisch natuurbeheer.

 

Ortolaan

Roek

Houtduif

Kerkuil

Kramsvogel

Torenvalk

Keep

Hop

Spreeuw

 

B. Natte dooradering

De volgende soorten zijn soorten die voorkomen in het natte deel van het natuurtype dooradering, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft:

 

Watersnip

Kamsalamander

Grote modderkruiper

Bittervoorn

Slobeend

Tureluur

Zomertaling

Boomkikker

Knoflookpad

Rugstreeppad

Groene glazenmaker

Zwarte stern

Noordse woelmuis

Geelbuikvuurpad

Beekprik

Gevlekte witsnuitlibel

Grote vuurvlinder

Zeggekorfslak

Poelkikker

Vroedmeesterpad

Heikikker

 

Beheertypen

A15.01 Bomenrij en singel

A15.02 Struweel en ruigte

A15.03 Watergang

A15.04 Poel

 

A15.01 Bomenrij en singel

 

Algemene beschrijving

Onder dit beheertype verstaan we (deels) hoog opgaande bomen zoals houtwallen, elzensingels, lanen, hoogstamboomgaarden, bosjes, grienden, knotbomen en solitaire bomen. Het beheer is gericht op het in stand houden van deze elementen en daarmee op het creëren en behouden van voortplantingshabitat en rust, schuil- en foerageerplekken voor soorten die in belangrijke mate deze elementen benutten als leefgebied. Vooral oudere landschapselementen zijn naast cultuurhistorisch ook ecologisch zeer waardevol. Dit geldt ook voor de ondergroei van ruigte vegetatie en struweel. Beheerwerkzaamheden kunnen het beste in de herfst en winter plaatsvinden, aangezien ze dan de minste verstoring veroorzaken voor de voorkomende soorten. Het is van belang dat werkzaamheden gefaseerd plaatsvinden, zodat de structuur en heterogeniteit van de vegetatie wordt bevorderd en tegelijkertijd voldoende rust en dekking wordt gegarandeerd. Op aangrenzende agrarische percelen is beheer gericht op het creëren van bloem- en kruidenrijke akker- en/of graslandranden en ‘overhoekjes’ gedurende het voortplantingsseizoen (april – juli) van belang, om daarmee te zorgen voor voldoende insectenbeschikbaarheid voor broedvogels en muizen voor roofvogels.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het begrensde gebied kent voldoende omvang en connectiviteit, waarbij de te beheren elementen vooral bestaan uit bomen, bomenrijen, boomgroepen en inclusief eventuele kruidenrijke randen en ruigten en poelen.

  • In het beheertype vindt cyclisch beheer van de opgaande begroeiing en indien nodig van de aanwezige vegetatie en/of poelen plaats.

  • Beheeractiviteiten zijn gericht op het creëren van voldoende broed-, schuil- en foerageergelegenheid voor één of meerdere doelsoorten.

In en aangrenzend aan het beheertype komt voldoende foerageerhabitat voor één of meerdere doelsoorten voor.

 

Doelsoorten

Gekraagde roodstaart

Grote lijster

Grijze grootoorvleermuis

Ingekorven vleermuis

Steenuil

 

A15.02 Struweel en ruigte

 

Algemene beschrijving

Onder dit beheertype worden knip- en scheerheggen, hagen, struweel, perceelranden, overhoekjes en ruige bermen verstaan. Heggen en hagen bestaan uit struiken zoals meidoorn, sleedoorn, haagbeuk, vuilboom en dergelijke die regelmatig worden gesnoeid. Struweel bestaat vooral uit laagblijvende struiken zoals hondsroos en braam of hoog uitgroeien zoals meidoorn. Struwelen kunnen zelfstandige begroeiingen zijn of randen van houtopstanden vormen. Verder komen in struwelen klimplanten voor zoals hop, kamperfoelie en bosrank. Ruigte wordt gevormd door hoog opschietende, overjarige, bloeiende kruiden waarin in het algemeen minder grasachtige soorten voorkomen. Dergelijke ruigtevegetatie heeft een positieve invloed op de insectenstand en is voor veel soorten vooral van waarde in combinatie met aangrenzend struweel voor nestgelegenheid en dekking. Voor veel struweelsoorten is ook het beheer van (randen van) aangrenzend gras-, dan wel akkerland en/of aangelegen poelen relevant. Dit is dan gericht op het creëren van insecten-, muizen- en zadenrijke stroken en percelen als geschikt foerageerhabitat in de winter zodat de hoeveelheid voedsel toereikend is tot en met het vroege voorjaar (maart). Het is essentieel dat wintervoedselveldjes gelegen zijn direct naast opgaande elementen (struweel, heggen, singels) omdat soorten daar dekking voor predatoren vinden. Het onderhoud van struweel dient cyclisch te gebeuren waarbij jaarlijks maximaal de helft van het element ‘gekapt of geknot’ wordt; de kapcyclus is sterk afhankelijk van de plantensoortsamenstelling. Hierdoor zijn de overlevingskansen van het aangeplante materiaal veel groter en wordt daarnaast voorkomen dat exoten zich vestigen.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende omvang en connectiviteit, waarbij de te beheren elementen vooral bestaan uit heggen, hagen en struweel en inclusief eventuele kruidenrijke randen en ruigten en poelen.

  • In het beheertype vindt cyclisch beheer plaats van de aanwezige vegetatie en poelen.

  • Beheeractiviteiten zijn gericht op het creëren van voldoende voortplantings- en schuilgelegenheid voor één of meerdere doelsoorten.

  • In en aangrenzend aan het beheertype komt – indien relevant – voldoende foerageerhabitat voor één of meerdere doelsoorten voor.

Doelsoorten

 

Patrijs

Geelgors

Grauwe gors

Grauwe klauwier

Kneu

Vliegend hert

Ransuil

Spotvogel

Grijze grootoorvleermuis

Hazelmuis

Vroedmeesterpad

Kamsalamander

Boomkikker

Knoflookpad

Ingekorven vleermuis

Steenuil

Ringmus

 

A15.03 Watergang

 

Algemene beschrijving

Onder dit beheertype verstaan we lijnvormige watergangen zoals sloten, beken, kreken, wijken en weteringen met aangrenzende riet- en oevervegetaties. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer kan een belangrijke bijdrage leveren aan versterking van de biodiversiteit in deze wateren. Als randvoorwaarde voor versterking van de biodiversiteit geldt dat – waar nodig – de hydrologische functie gewaarborgd blijft. Het creëren van ruimtelijke variatie in omstandigheden is van groot belang bij het bevorderen van biodiversiteit. Er is veel variatie in lijnvormige wateren samenhangend met de locatie in Nederland, met de hydrologische situatie en met het sedimenttype.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende omvang en connectiviteit.

  • Beheeractiviteiten zijn gericht op het in stand houden en verbeteren van de waterkwaliteit.

  • Er is een beperkte verstoring en van het habitat van de doelsoorten toegestaan.

  • Het gebied kent voldoende variatie in de droog/nat gradiënt.

  • Beheer vindt plaats gefaseerd in tijd en ruimte.

Doelsoorten

 

Beekprik

Bittervoorn

Groene glazenmaker

Grote modderkruiper

Gevlekte witsnuitlibel

Grote vuurvlinder

Noordse woelmuis

Poelkikker

Slobeend

Tureluur

Watersnip

Zomertaling

Zwarte stern

Kamsalamander

Heikikker

Rugstreeppad

 

A15.04 Poel

 

Algemene beschrijving

Onder dit beheertype verstaan we vooral poelen. Een poel is een omsloten stilstaand water met een aangrenzende oevervegetatie en is vaak ontstaan als drinkwaterplek voor vee. Er zijn regionale vormen van poelen die zich onderscheiden door ontstaanswijze en gebruik: dobben, pingoruïnes, wielen, kolken etc. Voor het behoud van de verschillende doelsoorten is het beheer van het aangrenzend land en/of de aangrenzende beplanting van groot belang en niet los van elkaar te zien.

 

Afbakening

  • In het begrensde gebied komen één of meerdere doelsoorten voor.

  • Het gebied kent voldoende omvang en connectiviteit.

  • In het beheertype is het vereiste hydrologische areaal dat (de) doelsoort(en) vereist te allen tijde voldoende om te kunnen overleven.

  • Beheeractiviteiten in het beheertype zijn gericht op het in stand houden en verbeteren van de waterkwaliteit.

  • Er is in het beheertype tijdens beheeractiviteiten slechts een beperkte verstoring en van het habitat van de doelsoorten toegestaan.

  • Beheer vindt plaats gefaseerd in tijd en ruimte.

Doelsoorten

 

Kamsalamander

Knoflookpad

Rugstreeppad

Boomkikker

Geelbuikvuurpad

Gevlekte witsnuitlibel

Noordse woelmuis

Poelkikker

Vroedmeesterpad

Zeggekorfslak

Slobeend

Tureluur

Watersnip

Zomertaling

Zwarte stern

W01 Waterbeheergebieden

 

Algemene beschrijving

Onder waterbeheergebied worden alle beheergebieden van de waterschappen verstaan, die in het landelijk gebied liggen en waar blauwe diensten uit de Catalogus Groen Blauwe Diensten kunnen worden ingezet. Deze diensten dragen bij aan het halen van de waterkwaliteit- en -kwantiteitdoelstellingen, zoals die voor klimaatadaptatie, de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Nitraatrichtlijn gelden. Ze leveren tevens een verbetering van aquatische biotopen en daarmee verband houdende leefgebieden van (fauna)soorten en daarmee aan biodiversiteit, natuur en landschap. Daarmee dragen ze bij aan de gestelde doelen voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

 

De waterbeheermaatregelen, waarvoor blauwe diensten kunnen worden ingezet in het landelijk gebied, zijn gericht op:

  • Het bergen van overtollig water in het landelijk gebied, om bij veel neerslag waterproblemen elders in het watersysteem te voorkomen en voor het langer vasthouden van water om droogteschade en verdroging te voorkomen en om zo in te spelen op (veranderende) klimaatomstandigheden;

  • Het realiseren van een optimaal peilbeheer voor de gebruiksfuncties van het stroomgebied en het creëren van een robuust watersysteem door een aangepast beheer van waterlopen en oevers op een zodanige wijze inrichten en/of beheren van waterlopen en oevers waardoor een robuust watersysteem wordt gerealiseerd en het natuurlijke karakter en biotoop van de waterlopen versterkt worden;

  • Het vergroten van het bufferend vermogen van de bodem via het verhogen van het organisch stofgehalte, het stimuleren van een luchtige bodem en vitaal bodemleven;

  • Terugdringen/voorkomen van af- en uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar grond- en oppervlaktewater beperken via beheer van o.a. zuiveringsmoerassen.

Beheertypen

W01.01 Agrarisch waterbeheergebied

 

W01.01 Agrarisch waterbeheergebied

 

Algemene beschrijving

Een groot deel van het oppervlaktewater in Nederland bevindt zich in agrarisch gebied. Veel watergangen grenzen aan agrarische gronden en de oevers fungeren als overgangszone naar het droge landgedeelte. Water- en oevervegetaties hebben een zuiverende werking op chemische bestanddelen in het water in de watergangen, waardoor de watergangen aantrekkelijker worden voor minder tolerante flora en fauna. Er zijn veel faunasoorten welke gebruik maken van deze oeverzones om hierin onder meer te schuilen, foerageren of te broeden en jongen groot te brengen.

De oevers van de watergangen kunnen door aanpassing van het gangbare talud of door een aangepast beheer van de vegetaties en waterbodem veel meer diversiteit in flora- en faunasoorten gaan bevatten. Hierbij valt te denken aan het voorkomen van instromen van meststoffen en chemische bestrijdingsmiddelen op taluds en perceelsranden. Door de combinatie met inzaaien van gras/akker randen met niet-teeltgewassen kan snel meer biodiversiteit het resultaat zijn. Ook een in de tijd en ruimtelijk gefaseerd en methodisch natuurvriendelijk beheer van watergangen draagt bij aan verbetering van de waterkwaliteit.

De afgelopen decennia is de wens om het vasthouden en (tijdelijk) bergen van water steeds groter geworden. Vooral in het landelijk gebied kan hier invulling aan gegeven worden. Het gaat dan op landbouwgronden om het opvangen van water bij overvloedige neerslag en het opzetten van een hoger waterpeil. Daarmee kunnen meer optimale situaties worden gecreëerd voor specifieke flora en fauna in een specifiek gebied. Dit kan zelfs vragen om de teelt van andere, meer water-tolerante landbouwgewassen en / of accepteren van minder teeltopbrengst of kwaliteitsdaling van een gewas.

Het beheertype agrarisch waterbeheergebied kan bestaan uit lijnvormige waterelementen die verschillende gebieden verbinden, tot en met grotere gebiedsoppervlaktes waarvoor een gemeenschappelijke wateropgave bestaat.

De genoemde waterbeheermaatregelen kunnen een positieve bijdrage leveren aan de biotopen van diverse faunasoorten, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de soorten die in het agrarisch natuurbeheer zijn beschreven onder Natte dooradering.

 

Afbakening

  • De beheereenheid is gelegen op agrarische grond.

  • De uit te voeren beheermaatregelen dragen bij aan verbetering van waterkwaliteit en/of –kwantiteit van een watersysteem.

K01 Klimaatbeheergebieden

 

Algemene beschrijving

De categorie Klimaat is gericht op klimaatbeheermaatregelen die CO2-vastlegging, het verminderen van broeikasgassen en het vasthouden en vertraagd afvoeren van water als doelstelling hebben. Deze doelstelling is opgesplitst in klimaatmitigatie en klimaatadaptatie.

 

De klimaatbeheermaatregelen dienen een directe bijdrage te leveren aan de doelen die zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord. Binnen de categorie Klimaat zijn de volgende beheerfuncties vastgesteld:

  • 1.

    Vastleggen CO2

  • 2.

    Reduceren uitstoot broeikasgassen

  • 3.

    Vernatten

  • 4.

    Opvangen waterpieken en droogte

  • 5.

    Omgaan met verzilting

Beheertypen

K01.01 Agrarisch klimaatbeheergebied

 

K01.01 Agrarisch klimaatbeheergebied

 

Algemene beschrijving

De maatregelen in het Klimaatbeheergebied richten zich op:

  • -

    klimaatmitigatie:

  • -

    klimaatadaptatie

Maatregelen die bijdragen aan klimaatmitigatie zijn:

  • a)

    Verhogen gehalte organische stof in akkerbouwbodems;

  • b)

    Aanpassing gewaskeuze en teelttechniek in akkerbouw en weidebouw, inclusief onderhoud en beheer van nieuwe boomrijen, nieuwe struweellinten, het toepassen van agroforestry, het toepassen van meer CO2-bindende gewassen en precisie-landbouw;

  • c)

    Vermindering oxidatie van veenbodems, onder andere via verhoging grondwaterpeil en/of overstap naar natte teelten/paludicultures.

Ad a) Het verhogen van het gehalte organische stof in akkerbouwbodems

Hierbij kan worden gedacht aan een aantal verschillende maatregelen, bijvoorbeeld niet-kerende grondbewerking, het inzetten van vanggewassen/groenbemesters met aanvullende maatregelen en het gebruik van ruige stalmest. Deze maatregel geldt specifiek voor akkerbouwbodems.

 

Ad b) Aanpassing gewaskeuze en teelttechniek in akkerbouw en weidebouw, inclusief onderhoud en beheer van nieuwe boomrijen, nieuwe struweellinten, het toepassen van agroforestry, het toepassen van meer CO2-bindende gewassen en precisie-landbouw

Bij deze maatregel staat het beheer van houtige landschapselementen centraal, voor zover deze een extra bijdrage leveren aan de opslag van CO2. Regulier onderhoud van al bestaande elementen levert weinig extra's op voor CO2-opslag. Daarom wordt een peildatum van 1 januari 2019 gehanteerd voor nieuwe landschapselementen

Voor de aanpassing van gewaskeuze kan bijvoorbeeld worden gekozen voor het telen van alternatieve gewassen in plaats van maïs. Aangepaste teelttechnieken kunnen helpen tegen runoff van overtollig water op het maaiveld maar ook runoff vanaf plateaus naar hellingbossen. Hierbij kan worden gedacht aan het ‘niet-haaks’ inzaaien t.o.v. waterlopen.

 

Ad c) Vermindering oxidatie van veenbodems, onder andere via verhoging grondwaterpeil en/of overstap naar natte teelten/paludicultures

Doordat veen verdroogt, klinkt het in. Dit proces veroorzaakt bodemdaling en hierbij komt CO2 vrij. De meest effectieve manier om dit tegen te gaan is het opzetten van het waterpeil en daarmee het grondwaterpeil in de (laag)veenweidegebieden. Dit betreft maatwerk en dient gebiedsgericht te gebeuren in nauw overleg met de waterschappen. Het gaat dan met name over het opzetten het peil in de droge maanden. Het voeren van natte teelten is een manier om in de laagst gelegen delen van een peilvak bij een verhoogd waterpeil bruikbare gewassen te telen. Voorbeelden van gewassen die hiervoor in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld riet en lisdodde.

 

Maatregelen die bijdragen aan klimaatadaptatie zijn:

  • a.

    Meer water vasthouden in beekdalen en in infiltratiegebieden

  • b.

    Adaptatie aan de verwachte hogere frequentie van inundaties in beekdalen en in laaggelegen akker- en weidegebieden

Ad a) Meer water vasthouden in beekdalen en in infiltratiegebieden

Het vasthouden van water in beekdalen wordt gezien als een maatregel die vooral door de waterschappen kan worden uitgevoerd, onder meer via her-meanderen van beken en het anders inrichten van beken. De maatregel wordt vooralsnog geprioriteerd in de regio’s ‘Hogere zandgronden’ en ‘Heuvelland’.

Water vasthouden is al een bestaande beheerfunctie in het huidige ANLb (denk hierbij aan het verhogen van het gehalte organische stof).

 

Ad b) Adaptatie aan de verwachte hogere frequentie van inundaties in beekdalen en in laaggelegen akker- en weidegebieden

Adaptatie aan de verwachte hogere frequentie van inundaties in beekdalen en in laaggelegen akker- en weidegebieden houdt in dat agrariërs in delen van hun gronden inundatie accommoderen, mogelijk maken of toelaten, zodat inundatie op de meer waardevolle landbouwgronden en in laaggelegen bewoonde gebieden wordt voorkomen of verminderd. Inundaties kunnen tevens bijdragen aan verhoging biodiversiteit aangezien zo tijdelijke plas-dras-gebieden ontstaan. Daarnaast zorgt het toelaten van tijdelijke inundatie ervoor dat de noodzaak voor andere maatregelen, zoals water wegpompen en dijkverhogingen wordt verminderd.

 

Afbakening

  • De beheereenheid is gelegen op agrarische grond.

  • De uit te voeren beheermaatregelen dragen bij aan verbetering van klimaatmitigatie en/of adaptatie.

 

Toelichting behorende bij de Twintigste wijziging Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016

I. Algemeen

Elk jaar wordt de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer geëvalueerd, door de uitvoerders en door de beleidsmakers. De wensen ten aanzien van wijzigingen die hieruit zijn voortgekomen, komen terug in deze wijzigingsregeling. De belangrijkste daarvan is dat er voor paragraaf 2 een nieuwe openstelling komt voor het jaar 2025. Andere wijzigingen zijn meer van technische aard.

 

De Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PB EU 2014/C204/01) zijn van toepassing op (de uitvoering van) deze verordening;

 

II. Artikelsgewijs

 

Onderdeel A (artikel 2.1, derde lid)

Dit artikel was in afwijking van de landelijke SVNL standaard opgenomen per 10 november 2016. Deze uitzondering maakte mogelijk om, zonder dat een perceel in eigendom was, in aanmerking te komen voor een beheersubsidie. Het betrof hier percelen categorie 1 en 2 die door de provincie werden verkocht aan terreinbeherende organisaties en particulieren, maar waarvan de levering werd uitgesteld tot het moment van inrichting.

 

Op 1 januari 2023 dienden deze percelen in eigendom verworven of in erfpacht verkregen te zijn. Nu de betreffende percelen reeds in eigendom verworven dan wel in erfpacht verkregen zijn, is er geen sprake meer van een overgangssituatie waarvoor deze uitzondering bedoeld was.

Nu deze situaties niet meer aan de orde zijn, komt dit artikel en bijbehorende verwijzingen naar artikel 2.1, derde lid, die o.a zien op verplichtingen voor de subsidieaanvrager, die op deze overgangssituatie ziet, te vervallen.

 

Onderdeel B en C (Artikel 2.4, eerste lid, onder g en tweede lid, onder c)

De verwijzing in artikel 2.4, eerste lid, onder g, naar de aanvrager zoals bedoeld in artikel 2.1, derde lid, komt te vervallen. Verder zijn de verwijzingen in g naar de onderdelen 3, 4 en 5 verwijderd. Het betreft hier verwijzingen naar de subsidieregelingen die betrekking hebben op inrichting, verwerving en functiewijziging.

Artikel 2.4, tweede lid, maakt het mogelijk, voor percelen die worden omgezet van landbouw naar natuur, om in aanmerking te komen voor een beheersubsidie zonder dat hier een inrichtingssubsidie voor is gegeven. Dit was al geregeld voor percelen Nieuwe Natuur en Bestaande natuur die zijn ingericht in het kader van natuurcompensatie waarbij de termijn voor het beheer op kosten van de initiatiefnemer geëindigd is. Door de toevoeging van een nieuw lid c komen percelen met het label Bestaande natuur enclave hiermee ook in aanmerking voor een beheersubsidie zonder dat hier sprake is van een inrichtingssubsidie.

Voor de continuering van de beheersubsidie werd teruggekeken naar een beschikking lopend tot 2010. Deze datum is aangepast naar 2016, omdat alle ‘oude’ beheersubsidie beschikkingen inmiddels bijna allen zijn verlengd en het aandeel wat dit niet heeft gedaan ruimschoots de tijd hiervoor heeft gehad.

 

Onderdeel F (artikel 2.9, eerste lid, onder g)

De wijziging van de term certificeringsvoorwaarde naar certificeringsvoorschrift, sluit beter aan op de werkelijkheid. Controle op naleving ziet immers op de voorschriften die de certificaathouder heeft, het betreft geen voorwaarde voor certificering zoals de huidige tekst suggereert. De Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL 2023 wordt gelijktijdig op dit punt in overeenkomstige zin aangepast. De wijziging is enkel tekstueel en behelst geen wijziging van de certificeringseisen.

 

Onderdeel H (artikel 3.11, eerste lid en tweede lid)

Vertraging in de termijn voor het indienen van activiteiten onder de eco-regeling had tot gevolg dat de termijn voor het indienen van jaarlijks beheer ANLb niet konden worden gehaald. Om deze afhankelijkheid te verduidelijken werd in de versie vanaf beheerjaar 2024 de datum voor indiening weer gekoppeld aan de uiterlijke datum voor het indienen van de gecombineerde data inwinning. Door in de versie beheerjaar 2025 de koppeling met het indienen van de gecombineerde opgave los te laten wordt de afhankelijkheid van de minister van LNV verminderd. Met 31 mei als datum krijgen de collectieven 16 dagen de tijd om te reageren op hetgeen de deelnemer in de gecombineerde opgave heeft opgegeven. Bovendien wordt hiermee aangesloten bij de werkwijze uit het vorige GLB, waarbij een relatie tot 31 mei nog wijzigingen in zijn betaalaanvraag mocht aanbrengen zonder dat dit tot korting zou leiden.

 

De wijziging van de term certificeringsvoorwaarde naar certificeringsvoorschrift, in artikel 3.11, tweede lid, sluit beter aan op de werkelijkheid. Controle op naleving ziet immers op de voorschriften die de certificaathouder heeft, het betreft geen voorwaarde voor certificering zoals de huidige tekst suggereert. De Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL 2023 wordt gelijktijdig op dit punt in overeenkomstige zin aangepast. De wijziging is enkel tekstueel en behelst geen wijziging van de certificeringseisen.

 

Onderdeel I (artikel 3.12a)

Europese regelgeving (Vo. 2021/2116 artikel 44, tweede lid, onder b) maakt het mogelijk om al voor de reguliere EU-betaalperiode van 1 december tot 30 juni betalingen te doen in het kader van plattelandsontwikkelingsinterventies zoals het ANLb. Betalingen gedaan voor 16 oktober moeten echter ook eerder verantwoord worden bij de Europese Commissie (Vo 2022/128 artikel 22). Om die reden worden geen betalingen gedaan voor 16 oktober van het betreffende beheerjaar. Het percentage is opgehoogd van 20% naar 30%. De beslissing tot het wel of niet doen van deze betaling is een discretionaire bevoegdheid. Er wordt hiervoor dus geen aanvraagprocedure opgezet.

 

Onderdeel J (artikel 3.13)

Een uitbreidingsaanvraag is een verzoek tot uitbreiding van de zesjarige subsidiebeschikking. Als hiervoor budget wordt opengesteld, kan het agrarisch collectief jaarlijks een uitbreidingsaanvraag indienen voor de resterende looptijd van de oorspronkelijke zesjarige subsidiebeschikking. De uitbreidingsaanvraag moet de oorspronkelijke aanvraag versterken en passen binnen het natuurbeheerplan dat op het moment van het indienen van de uitbreidingsaanvraag geldt. Daarnaast gelden voor een uitbreidingsaanvraag de criteria zoals opgesomd in het derde lid. De uitbreidingsaanvraag doorloopt dezelfde beoordelingsprocedure als nieuwe aanvragen.

Het maximum percentage voor uitbreidingen is per beheerjaar 2025 komen te vervallen. Uitbreidingen van meer dan 20% van de originele gebiedsaanvraag zijn mogelijk in het 1ste en 2de beheerjaar. De huidige gebiedsaanvragen zijn ingegaan per 1 januari 2023. Dit betekent dat de collectieven in de aanvraagperiode 2025 voor het laatst een uitbreidingsaanvraag kunnen indienen, mits de provincie deze mogelijkheid in het openstellingsbesluit opneemt.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven