Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2024, 1461 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2024, 1461 | beleidsregel |
Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijsselhoudende regels voor toepassing van de Wet bevorderingintegriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob)
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht;
Dat Gedeputeerde Staten gezien de wijzigingen van de Wet Bibob in de afgelopen jaren en de inwerkingtreding van de Omgevingswet en gelet op de omvang van de door te voeren technische aanpassingen en verwijzingen die daarmee verband houden, het wenselijk vinden de eerder vastgestelde beleidsregel te vervangen door een nieuwe beleidsregel..
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Overheidsopdracht: een overheidsopdracht als beschreven in artikel 1 van de wet en waarop de wet kan worden toegepast;
Eigen onderzoek: het onderzoek als bedoeld in artikel 7a, lid 1 van de Wet bibob;
Risicobranche: tak van handel of nijverheid die betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten: afval- en reststromen, sloopwerken, bodemsaneringen, biomassaprojecten (met name co-vergisting), of een branche die door het RIEC als thema of bijzonder aandachtsgebied wordt aangemerkt of daarvan in overwegende mate onderdeel uitmaakt;
Risicoactiviteit: activiteiten die betrekking hebben op vastgoed-gerelateerde projecten, grondaankopen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, transacties met betrekking tot vrijvallende agrarische bebouwingen of activiteiten die door het RIEC als thema of bijzonder aandachtsgebied worden aangemerkt of daarvan in overwegende mate onderdeel uitmaken;
Overheidsinstantie: een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid Algemene Wet Bestuursrecht en/of een rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1 onder a van de wet Bibob;
Gedeputeerde Staten voeren in elk geval een eigen onderzoek uit bij:
een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit die wordt verricht op dezelfde locatie als een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 3.79, eerste lid en 3.91, eerste lid Besluit activiteiten leefomgeving, indien de bouwsom volgens berekening van Gedeputeerde Staten meer bedraagt dan € 500.000 exclusief BTW;
1.Gedeputeerde Staten voeren in beginsel een eigen onderzoek uit bij:
aanbestedingen voor te verstrekken opdrachten tot het uitvoeren van sloopwerken en bij aanbestedingen voor te verstrekken opdrachten waarvan het uitvoeren van sloopwerken onderdeel uitmaakt, ingeval het financiële bedrag dat op het uitvoeren van sloopwerken betrekking heeft wordt begroot op tenminste € 50.000,- (exclusief btw);
In de in artikel 4.1 genoemde gevallen:
worden in verband met toepassing van eventuele maatregelen op grond van de wet Bibob vereiste bepalingen omtrent uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria in aanbestedingsdocumenten opgenomen;
In de tekst van overeenkomsten die worden aangegaan na aanbestedingsprocedures wordt een clausule opgenomen op grond waarvan de provincie Overijssel een recht op ontbinding van de overeenkomst toekomt ingeval sprake is van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 9 tweede lid van de Wet Bibob.
In de in artikel 5.1 genoemde gevallen wordt van de betrokkene invulling van een Bibob-vragenformulier verlangd indien Gedeputeerde Staten daar na voorafgaande raadpleging van beschikbare bronnen aanleiding toe zien. In deze gevallen wordt zo mogelijk het besluit over het aangaan van de transactie opgeschort totdat Gedeputeerde Staten het eigen onderzoek hebben afgerond en een advies van het Landelijk Bureau is verkregen.
Gedeputeerde Staten kunnen ingeval zij daar na afweging van alle betrokken belangen in de gegeven omstandigheden aanleiding toe zien besluiten de in het eerste lid bedoelde transactie aan te gaan ingeval het eigen onderzoek nog niet is afgerond of nog geen advies van het Landelijk Bureau is verkregen.
In de in het eerste lid genoemde gevallen wordt in de akte van overeenkomst een clausule opgenomen, op basis waarvan de provincie Overijssel (verplichtingen uit) de overeenkomst kan opschorten, de overeenkomst kan ontbinden of anderszins de rechtshandeling kan beëindigen ingeval sprake is van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 9, derde lid van de Wet bibob, tenzij het Landelijk Bureau met het oog op het aangaan van de transactie reeds een advies heeft gegeven met de strekking dat geen sprake is van bedoelde feiten en omstandigheden.
Artikel 6.1 Incidentgerichte toepassing
Naast de in de artikelen 2.1, 3.1, 4.1 en 5.1 genoemde gevallen kunnen Gedeputeerde Staten eveneens een eigen onderzoek uitvoeren en doen zij dat in beginsel indien er:
op basis van informatie verkregen in het kader van de tipbevoegdheid van artikel 26 van de Wet bibob en/of
aanwijzingen bestaan die het vermoeden rechtvaardigen dat er sprake is van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob en in het geval van aanbestedingen en vastgoedtransacties van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 9 leden 2 en 3 van de wet Bibob.
Van aanwijzingen als bedoeld in lid 1 is in elk geval sprake:
ingeval Gedeputeerde Staten blijkt dat ten aanzien van de betrokkene in de afgelopen drie jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen door het Landelijk Bureau, tenzij uit het advies is gebleken dat er geen sprake is van een ernstig gevaar of een mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob of van feiten en omstandigheden of aspecten als bedoeld in artikel 9 leden 2 en 3 van de Wet bibob;
ingeval Gedeputeerde Staten blijkt dat ten aanzien van een betrokkene door een andere overheidsinstantie in de afgelopen drie jaar na een eigen onderzoek een ernstig gevaar of een mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob is geconstateerd.
Artikel 7 invulling Bibob-vragenformulier
De weigering van de betrokkene om een Bibob-vragenformulier volledig in te vullen kan leiden tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag en wordt in de in artikel 4 van de Wet bibob genoemde gevallen aangemerkt als ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Wet Bibob
Artikel 8.1 Advies Landelijk Bureau
Tenzij de noodzaak daartoe naar het oordeel van Gedeputeerde Staten ontbreekt vragen Gedeputeerde Staten na uitvoering van het eigen onderzoek advies aan het Landelijk Bureau, voordat zij besluiten:
een aangevraagde beschikking te weigeren of een gegeven beschikking in te trekken met toepassing van de Wet Bibob, of
in het kader van een aanbesteding van een overheidsopdracht een betrokkene uit te sluiten van gunning, of een reeds gesloten overeenkomst te ontbinden met toepassing van de Wet Bibob, of
in het kader van een (al dan niet voorgenomen) vastgoedtransactie een vastgoedtransactie niet aan te gaan, verplichtingen uit een aangegane overeenkomst op te schorten, een overeenkomst te ontbinden of een rechtshandeling te beëindigen met toepassing van de Wet Bibob.
Gedeputeerde Staten verlangen van een betrokkene in beginsel niet opnieuw invulling van een bibob-vragenformulier wanneer de betrokkene in het verleden op verzoek van Gedeputeerde Staten reeds een bibob-vragenformulier heeft ingevuld en het daarop gevolgde eigen onderzoek niet geleid heeft tot het oordeel dat sprake is van een ernstig gevaar of een mindere mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob of van feiten en omstandigheden of aspecten als bedoeld in artikel 9 leden 2 en 3 van de Wet bibob, tenzij in de tussentijd sprake is geweest van een relevante wijziging van omstandigheden of volledige invulling van het bibob-vragenformulier tenminste twee jaar geleden heeft plaatsgevonden.
Ter bepaling of sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden als bedoeld in lid 2 kunnen Gedeputeerde Staten informatie van de betrokkene verlangen. Gedeputeerde Staten vragen de betrokkene in elk geval bij iedere nieuwe aanvraag voor een beschikking, iedere nieuwe inschrijving voor een overheidsopdracht en iedere nieuwe onderhandeling gericht op het aangaan van een vastgoedtransactie waarop deze beleidsregel betrekking heeft aan te geven of sprake is van gewijzigde omstandigheden ten opzichte van het moment waarop de betrokkene voor het laatst een bibob-vragenformulier geheel of gedeeltelijk heeft ingevuld.
Ingeval een betrokkene aangeeft dat sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden, volgens Gedeputeerde Staten sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden, of voor Gedeputeerde Staten aanleiding bestaat dat te vermoeden, wordt in beginsel slechts invulling van een bibob-vragenformulier van de betrokkene verlangd voor zover de vragen betrekking hebben op de gewijzigde omstandigheden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-1461.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.