Wijzigen Reglement van Orde

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

 

Gelezen het voorstel van de Werkgroep Herziening RvO

Gelet op het advies van de commissie BMM van 11 september 2024

 

Gelet op Artikel 16 van de Provinciewet;

 

Besluiten:

  • I.

    Het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten, de Statencommissies, het Fractievoorzittersoverleg en de Agendacommissie van de provincie Zuid-Holland (nr. 7570 van 5 juli 2023), als volgt te wijzigen:

§ 1 INTRUMENTARIUM

A.

Artikel 50, tweede lid, komt te luiden:

  • 1.

    Het onderwerp van de vraag dient van een zodanige urgente, actuele en politieke aard te zijn dat de vraag niet bij de rondvraag in de eerstvolgende commissievergadering aan de orde kan komen.

B.

Na artikel 50 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 50a Actualiteit

  • 1.

    Ieder Statenlid kan een actualiteit indienen als een onderwerp een zodanig spoedeisend karakter heeft dat beraadslaging of besluitvorming in een volgende commissie- of Statenvergadering overbodig of niet meer aan de orde zou zijn.

  • 2.

    Een actualiteit wordt alleen in behandeling genomen als deze bij voorkeur uiterlijk op de tweede werkdag voorafgaand aan de eerstvolgende vergadering om 12.00 uur door tussenkomst van de statengriffier, schriftelijk bij de voorzitter is ingediend, een omschrijving bevat van het onderwerp waar de actualiteit op ziet en de reden van spoed is vermeld. Daarbij wordt aangegeven waarom beraadslaging geen uitstel kan dulden.

  • 3.

    Een actualiteit wordt op de conceptagenda geplaatst en zo spoedig mogelijk, met een omschrijving van het onderwerp en de reden van spoedeisendheid, schriftelijk aan de Statenleden , de commissaris van de Koning of Gedeputeerde Staten gezonden en in het Stateninformatiesysteem geplaatst.

  • 4.

    Provinciale Staten bepalen bij de vaststelling van de regeling van werkzaamheden of het verzoek wordt toegestaan. Een actualiteit komt niet aan de orde als:

    • a.

      het betrekking heeft op voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • b.

      het onderwerp niet onder de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning valt, of

    • c.

      dat beraadslaging of besluitvorming in een volgende commissie- of Statenvergadering kan plaatsvinden.

  • 5.

    De behandeling van een actualiteit vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin de actualiteiten aan de orde worden gesteld.

  • 6.

    In afwijking van artikel 23 voert ieder lid slechts eenmaal het woord. De commissaris van de Koning of een lid van Gedeputeerde Staten beantwoordt in één termijn.

  • 7.

    In afwijking van artikel 20 bedraagt de maximumspreektijd per fractie twee minuten en per groep één minuut. De maximum spreektijd van commissaris van de Koning of van Gedeputeerde Staten bedraagt maximaal twee minuten.

  • 8.

    De gebruikte spreektijd van fracties, groepen, commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten wordt in mindering gebracht op toegekende spreektijd conform artikel 20 van dit reglement.

C.

Na (het nieuwe) artikel 50a wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 50b Beraadslaging naar aanleiding van commissiedebat (tweeminutendebat)

  • 1.

    Een Statenlid kan naar aanleiding van de beraadslagingen in een commissie over een onderwerp, verzoeken dat onderwerp op de agenda te plaatsen voor het indienen van één of meer moties.

  • 2.

    Een verzoek tot het houden van een tweeminutendebat wordt uiterlijk de tweede werkdag voorafgaand aan de eerstvolgende vergadering om 12.00 uur door tussenkomst van de statengriffier, schriftelijk en voorzien van een motivering ingediend bij de voorzitter.

  • 3.

    Provinciale Staten bepalen bij de vaststelling van de regeling van werkzaamheden of het verzoek wordt toegestaan.

  • 4.

    De behandeling van een onderwerp vindt plaats nadat de op de agenda voorkomende bespreekpunten zijn behandeld. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin deze aan de orde worden gesteld.

  • 5.

    Er kan slechts aan de beraadslaging worden deelgenomen door leden van de fracties of groepen die aan het commissiedebat hebben deelgenomen, tenzij Provinciale Staten anders besluiten.

  • 6.

    Andere leden kunnen naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in het eerste lid een motie indienen die betrekking heeft op het onderwerp van het tweeminutendebat.

  • 7.

    In afwijking van artikel 23 voert ieder lid slechts eenmaal het woord. De commissaris van de Koning of een lid van Gedeputeerde Staten beantwoordt in één termijn.

  • 8.

    In afwijking van artikel 20 bedraagt de maximumspreektijd per fractie twee minuten en per groep één minuut. De maximum spreektijd van commissaris van de Koning of van Gedeputeerde Staten bedraagt maximaal twee minuten.

  • 9.

    De gebruikte spreektijd van fracties, groepen, commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten wordt in mindering gebracht op toegekende spreektijd conform artikel 20 van dit reglement.

D.

Artikel 54a (Motie vreemd aan de orde van de dag) vervalt.

 

E.

Na artikel 117 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 117a Experimenten

Van dit reglement kan na goedkeuring door het Fractievoorzittersoverleg op verzoek van een fractie, groep of orgaan uit Provinciale Staten bij wijze van experiment tijdelijk worden afgeweken, met het oog op het onderzoeken van mogelijkheden om deze regeling doeltreffender uit te voeren.

 

§ 2 VERGADERSTRUCTUUR EN -ORDE

 

F.

In artikel 19 worden de leden 1 tot en met 4 vernummerd tot 2 tot en met 5, en wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 1.

    Leden die het woord wensen te voeren in de vergadering melden dit vanaf een half uur voor aanvang van de vergadering bij de statengriffier.

G.

Artikel 20, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Buiten de toegekende spreektijd vallen:

    • -

      Voorstellen van orde;

    • -

      Woordvoeringen over persoonlijke feiten;

    • -

      De eerste dertig seconden van de reactie op een interruptie;

    • -

      Stemverklaringen, en

    • -

      Woordvoeringen tijdens een vragenuur of een interpellatie.

I.

Artikel 39, eerste lid, komt te luiden:

  • 2.

    Wanneer de beraadslagingen zijn gesloten, gaat de vergadering over tot het nemen van een besluit door stemming.

J.

Artikel 78, tweede lid, komt te luiden:

  • 1.

    De totale spreektijd per fractie en groep per vergadering bestaat indicatief uit het aantal bespreekpunten maal drie minuten. De spreektijd voor Gedeputeerde Staten is een derde deel van het totaal van Provinciale Staten. De spreektijden zijn inclusief interrupties en exclusief de eerste dertig seconden van de reactie op een interruptie. Voor grote onderwerpen kunnen zowel de voorzitter, als de leden van de commissievergadering een voorstel doen voor extra spreektijd e.e.a. te bepalen door de meerderheid van de vergadering bij het vaststellen van de planning. Indien een bespreekpunt ad hoc aan de agenda wordt toegevoegd, kan staande de vergadering besloten worden tot meer spreektijd.

§ 3 ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN

 

K.

Na artikel 4a wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 4b Het gesprek in Provinciale Staten met de kandidaat gedeputeerden

De kandidaat gedeputeerden stellen zich in een openbare Statenvergadering voor aan Provinciale Staten.

 

L.

Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27 Gedrag in de vergadering

Ieder lid gedraagt zich in de vergadering op een wijze die getuigt van onderling respect, en die geen afbreuk doet aan de waardigheid van Provinciale Staten.

 

M.

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28 Waarschuwing, terugneming van woorden en ontneming van het woord

  • 1.

    Ieder lid kan het woord vragen over een persoonlijk feit, onjuiste aantijging of over de orde.

  • 2.

    Indien een spreker beledigende uitdrukkingen gebruikt, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming betuigt met, dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, of anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter gewaarschuwd en -indien van toepassing- in de gelegenheid gesteld de woorden die tot de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen. Maakt hij van die gelegenheid gebruik, dan worden die woorden niet in het verslag opgenomen.

  • 3.

    Wanneer een spreker van de gelegenheid zoals bedoeld in het tweede lid geen gebruik maakt, dan wel deze hetgeen tot de waarschuwing heeft geleid voortzet, kan de voorzitter hem het woord ontnemen. In de vergadering waarin dit plaatsvindt, mag de spreker aan wie het woord is ontnomen niet langer het woord voeren bij de beraadslaging over het in behandeling zijnde agendapunt.

N.

Aan artikel 63 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    De Statencommissies evalueren periodiek het eigen functioneren.

O.

Artikel 65, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Op tijdig ingediend schriftelijk verzoek van de voorzitter van de betreffende fractie en met inachtneming van het in het eerste lid genoemde maximaal aantal fractievertegenwoordigers, herleeft het lidmaatschap van een fractievertegenwoordiger die de vacature vervult van het Statenlid aan wie tijdelijk ontslag als bedoeld in het eerste lid of tweede lid van artikel X 10 Kieswet is verleend, van rechtswege met ingang van de dag waarop dat Statenlid weer in Provinciale Staten terugkeert. Een onderzoek naar de geloofsbrieven en het afleggen van eed of belofte is in dat geval niet vereist.

P.

In artikel 71 vervalt het derde lid en worden de leden 4 tot en met 11 vernummerd tot 3 tot en met 10.

 

Q.

In artikel 82, vervalt het vierde lid.

 

§ 4 INFORMATIEPOSITIE PROVINCIALE STATEN

 

R.

Aan artikel 48B wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Fractiemedewerkers hebben toegang tot geheime informatie van Provinciale Staten of Statencommissies en aan Provinciale Staten verstrekte geheime stukken indien zij beëdigd zijn. Zij kunnen kennisnemen van geheime informatie, indien dit het aandachtsgebied/beleidsveld betreft van de commissie of commissies die zij ondersteunen.

S.

Artikel 49, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5.

    Indien de beantwoording van de vragen niet binnen vier weken kan plaatsvinden, wordt dit aan de vragensteller(s) medegedeeld met opgaaf van redenen en onder vermelding van een termijn van maximaal vier weken waarbinnen de beantwoording zal geschieden.

T.

Artikel 72, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Een fractie of groep die tijdens de vergadering ten aanzien van een rondvraag een inhoudelijk antwoord van de verantwoordelijke portefeuillehouder beoogt te verkrijgen, dient deze vraag uiterlijk achtenveertig uur voorafgaand aan de vergadering bij de commissiegriffier in te dienen. De commissiegriffier stelt de portefeuillehouder zo spoedig mogelijk van de door hem ontvangen rondvragen op de hoogte. Van de portefeuillehouder wordt een adequaat inhoudelijk antwoord verwacht tijdens de vergadering ten behoeve waarvan de vragen zijn gesteld. Bij rondvragen die later dan 48 uur voorafgaand aan de vergadering bij de commissiegriffier worden ingediend, heeft de verantwoordelijk portefeuillehouder de mogelijkheid die later, na de vergadering te beantwoorden.

U.

Na artikel 72 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 72a Technische vraag

  • 1.

    Een commissielid dat over een op de vergadering geagendeerd onderwerp over een technische vraag een antwoord van de verantwoordelijke portefeuillehouder beoogt te verkrijgen, dient deze technische vraag uiterlijk achtenveertig uur voorafgaand aan de vergadering in bij de commissiegriffier. De commissiegriffier stelt de portefeuillehouder zo spoedig mogelijk van de door hem ontvangen technische vragen op de hoogte. Van de portefeuillehouder wordt een adequaat antwoord verwacht voor aanvang van de vergadering ten behoeve waarvan de vragen zijn gesteld.

  • 2.

    Technische vragen die later dan achtenveertig uur voorafgaand aan de vergadering bij de commissiegriffier worden ingediend, worden na de commissievergadering maar voor de eerstvolgende Statenvergadering door de portefeuillehouder beantwoord.

  • 3.

    De antwoorden op de technische vragen worden gedeeld met de overige leden door in beginsel openbare publicatie op het Stateninformatiesysteem.

§ 5 OVERIG / TECHNISCH

 

V.

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • -

    Actualiteit: urgent, actueel en politiek onderwerp.

  • -

    Actualiteitendebat: (deel van een) Statenvergadering waarin een kort debat wordt gevoerd met de commissaris van de Koning of Gedeputeerde Staten over een actualiteit.

  • -

    Agendacommissie: de commissie als bedoeld in artikel 103 van dit reglement.

  • -

    Amendement: voorstel van een Statenlid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 143b Provinciewet naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • -

    Commissiegriffier: griffier van een Statencommissie of diens plaatsvervanger.

  • -

    Commissielid: een lid van Provinciale Staten of een fractievertegenwoordiger als bedoeld in artikel 65 van dit reglement welke als lid van een commissie fungeert.

  • -

    Commissievoorzitter: voorzitter van een Statencommissie of diens plaatsvervanger.

  • -

    Fractie: fractie bedoeld in artikel 5 van het reglement.

  • -

    Fractievertegenwoordiger: een niet-Statenlid dat op basis van artikel 65 benoemd is tot lid van de Statencommissies.

  • -

    Fractievoorzitter: Statenlid waarvan door de voorzitter op basis van artikel 5 of 5a is vastgesteld dat dit lid voorzitter van een fractie is.

  • -

    Fractievoorzittersoverleg: het overlegorgaan van de fractie- en groepsvoorzitters, als bedoeld in artikel 90 van dit reglement.

  • -

    Groep: één of meer statenleden als bedoeld in artikel 5a van dit reglement.

  • -

    Groepsvoorzitter: Statenlid waarvan door de voorzitter op basis van artikel 5a is vastgesteld dat dit lid voorzitter van een groep is.

  • -

    Interpellatie: vragen van inlichtingen aan het college van Gedeputeerde Staten of aan de Commissaris van de Koning over een onderwerp dat niet vermeld staat op de agenda;

  • -

    Interruptie: het doen van een onderbreking richting de spreker bestaande uit het maken van een korte opmerking of het stellen van een korte vraag zonder inleiding.

  • -

    Mondelinge vraag: vraag van niet technische aard over een actueel politiek onderwerp met een zodanige urgentie dat deze niet als rondvraag kan worden gesteld in de eerstvolgende commissievergadering.

  • -

    Motie: schriftelijke verklaring over een onderwerp waarmee een opdracht of oordeel wordt uitgesproken;

  • -

    Overlegvergadering: commissievergadering als bedoeld in artikel 71.

  • -

    Politieke partij: politieke groepering, geregistreerd in overeenstemming met artikel G 3 van de Kieswet.

  • -

    Portefeuillehouder: het voor een bepaalde provinciale taak, of voor een bepaald dossier verantwoordelijk lid van het college van Gedeputeerde Staten.

  • -

    Procedurevergadering: commissievergadering als bedoeld in artikel 71.

  • -

    Provinciale Staten: Provinciale Staten van Zuid-Holland.

  • -

    Rondvraag: vraag van niet technische aard over een urgent actueel politiek onderwerp.

  • -

    Statencommissie: commissie van advies aan Provinciale Staten als bedoeld in artikel 80 van de Provinciewet.

  • -

    Statengriffie: griffie als bedoeld in artikel 104, sub e van de Provinciewet.

  • -

    Statengriffier: griffier als bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet.

  • -

    Stukkenstroom: het geheel aan stukken dat aan Provinciale Staten, de Statencommissies en de Statengriffie is gezonden of daarvan uitgaat.

  • -

    Sub-amendement : voorstel van een Statenlid tot wijziging van een aanhangig amendement naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft;

  • -

    Subcommissie: een subcommissie uit een Statencommissie.

  • -

    Toehoorder: eenieder die bij een vergadering van Provinciale Staten of een commissie aanwezig is, anders dan in de hoedanigheid van voorzitter, Statenlid, statengriffier, commissielid, commissiegriffier, medewerker van de Statengriffie of notulist.

  • -

    Tweeminutendebat: debat na behandeling van een onderwerp in een commissievergadering;

  • -

    Voltallige vergadering: een vergadering waarin alle leden waaruit Provinciale Staten bestaan, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

  • -

    Voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering.

  • -

    Voorzitter: voorzitter van Provinciale Staten of diens plaatsvervanger.

  • -

    Vragenuur: onderdeel van een vergadering van Provinciale Staten waarin Statenleden mondelinge vragen kunnen stellen aan de Commissaris van de Koning of het college van Gedeputeerde Staten.

W.

  • a.

    In artikel 4, artikel 15, artikel 60 en in de titels daarvan wordt ‘Gedeputeerden’ vervangen door: ‘gedeputeerden’ en ‘Gedeputeerde’ door ‘gedeputeerde’;

  • b.

    Ín artikel 4, artikel 4a en in de titels daarvan wordt steeds ‘kandidaat Gedeputeerden’ vervangen door: ‘kandidaat gedeputeerden’ en ‘kandidaat Gedeputeerde’ door ‘kandidaat gedeputeerde’.

  • c.

    In artikel 11 en artikel 64 wordt steeds ‘PS’ vervangen door: ‘Provinciale Staten’;

  • d.

    Ín artikel 11, artikel 50 en artikel 78 wordt steeds ‘GS’ vervangen door: ‘Gedeputeerde Staten’;

  • e.

    in artikel 8, artikel 51, artikel 52, artikel 55 en artikel 78 wordt steeds ‘de Staten’ vervangen door: ‘Provinciale Staten’, en

  • f.

    in artikel 5, artikel 44, artikel 46, artikel 47, artikel 48, artikel 49, artikel 51, artikel 52, artikel 79a, artikel 87, artikel 90, artikel 91, artikel 95, artikel 102, artikel 103, artikel 108, artikel 114, en artikel 115 wordt steeds ‘Statengriffier’ vervangen door: ‘statengriffier’ en in artikel 6, artikel 13 en artikel 50 wordt steeds ‘griffier’ vervangen door: ‘statengriffier’.

X.

In de laatst zin van het eerste lid van artikel 4a wordt ‘partij’ vervangen door: ‘fractie of groep’.

 

Y.

Artikel 5a, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    Het afgesplitste lid is of de afgesplitste leden zijn vrij in het kiezen van een naam met dien verstande dat de nieuwe naam begint met het woord ‘groep’.

Z.

Artikel 11, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De conceptagenda en de te behandelen stukken zijn vanaf de dag van verzending tot en met de dag van de vergadering voor een ieder digitaal in te zien bij de Statengriffie in het provinciehuis.

AA.

Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Een verzoek tot het toevoegen van een agendapunt als bedoeld in het eerste lid dient, voorzien van een toelichting waaruit de actualiteit en de urgentie voor agendering blijkt, tenminste vierentwintig uur voorafgaand aan de vergadering door tussenkomst van de griffier bij de voorzitter te worden ingediend.

AB.

Artikel 21, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De voorzitter kan de leden de gelegenheid geven tot het plaatsen van interrupties.

AC.

Artikel 51, zesde lid, komt te luiden:

  • 6.

    Gedeputeerde Staten, dan wel de commissaris van de Koning, beantwoorden de statenbrief binnen een week nadat de in het vierde of vijfde lid bedoelde toestemming is verleend. Het antwoord wordt door de voorzitter zo spoedig mogelijk aan de leden medegedeeld.

AD.

Artikel 65, eerste lid, komt te luiden:

  • 2.

    Behoudens het bepaalde in het tweede lid, kan elke fractie voordrachten indienen tot benoeming van maximaal twee niet-Statenleden tot lid van de Statencommissies (fractievertegenwoordiger).

AE.

Artikel 69, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    Het voorzitterschap en plaatsvervangend voorzitterschap van een commissie eindigt:

    • a.

      op het moment waarop een zittingsperiode van Provinciale Staten is verstreken;

    • b.

      op het moment waarop deze persoon anderszins het lidmaatschap van Provinciale Staten verliest;

    • c.

      wanneer deze persoon als zodanig door Provinciale Staten wordt ontslagen;

    • d.

      op eigen verzoek.

AF.

Artikel 74, eerste lid, komt te luiden:

  • 2.

    Tot een vergadering van een Statencommissie waarvan de deuren overeenkomstig het bepaalde in artikel 80, Jº artikel 23 van de Provinciewet zijn gesloten, worden naast de commissievoorzitter en de leden van die Statencommissie slechts de personen toegelaten, die daartoe door de desbetreffende Statencommissie in het kader van de behandeling van het in die vergadering aan de orde zijnde onderwerp worden uitgenodigd, of daartoe van de desbetreffende Statencommissie toestemming hebben verkregen.

AG.

Artikel 79, derde, vierde en vijfde lid, komen te luiden:

  • 3.

    Toehoorders die tijdens een commissievergadering het woord willen voeren, dienen daartoe uiterlijk een dag voor de vergadering om 12 uur per mail of telefonisch een verzoek in te dienen bij de commissiegriffier van de Statencommissie, zulks onder vermelding van het agendapunt waarover de toehoorder het woord wenst te voeren.

  • 4.

    Indien een toehoorder het woord wenst te voeren over een onderwerp dat minder dan een dag voor aanvang van een vergadering op de agenda van die vergadering is geplaatst, dient het in het derde lid bedoelde verzoek te worden gedaan terstond nadat men van de agendering van het betreffende agendapunt kennis heeft gekregen, doch uiterlijk op het moment waarop de vergadering wordt geopend.

  • 5.

    Degene die het woord wenst te voeren krijgt daartoe de gelegenheid in de vergadering op voorstel van de voorzitter:

    • a.

      tijdens de procedurevergadering;

    • b.

      bij aanvang van alle bespreekpunten; of

    • c.

      bij aanvang van het bespreekpunt waarover de toehoorder het woord wil voeren.

AH.

Artikel 85, eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Naast de onderwerpen die door Gedeputeerde Staten of door derden onder de aandacht van de Statencommissies worden gebracht, bepalen de Statencommissies welke onderwerpen zij op middellange en lange termijn uit eigen beweging wensen te agenderen. De Statencommissies voeren hierover periodiek overleg met Gedeputeerde Staten.

AI.

Artikel 88, elfde lid komt te luiden:

  • 1.

    De Commissie voor Onderzoek van de Rekening is bevoegd (nadere) onderzoeken uit te voeren. De Commissie voor Onderzoek van de Rekening bepaalt zelf de onderwerpen of aangelegenheden die zij aan een (nader) onderzoek wenst te onderwerpen. Zij houdt daarbij rekening met de onderzoeken die door Gedeputeerde Staten en de Randstedelijke Rekenkamer worden uitgevoerd.

AJ.

Artikel 97 komt te luiden:

Artikel 97 Spreekrecht voor derden

In de vergaderingen van het Fractievoorzittersoverleg bestaat geen spreekrecht voor toehoorders, tenzij een toehoorder op uitnodiging van het Fractievoorzittersoverleg ter vergadering aanwezig is en deze door de voorzitter wordt verzocht het woord te voeren.

 

AK.

Artikel 110 komt te luiden:

Artikel 110 Spreekrecht

In de vergaderingen van de Agendacommissie bestaat geen spreekrecht voor toehoorders, tenzij een toehoorder op uitnodiging van de Agendacommissie ter vergadering aanwezig is en deze door de voorzitter wordt verzocht het woord te voeren.

 

  • II.

    Dit besluit bekend te maken door publicatie in het Provinciaal Blad.

Den Haag, 18 september 2024

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Griffier

drs. B.S.M. Sepers

Voorzitter

mr. A.W. Kolff

Naar boven