Uitvoeringsregeling subsidie duurzaamheidsinitiatieven burgercollectieven Noord-Holland 2024

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Overwegende dat het gewenst is om subsidie te verstrekken aan burgercollectieven om burgers

te stimuleren te investeren in duurzaamheidsmaatregelen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing achten:

 

Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352) (De-minimisverordening)

 

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie duurzaamheidsinitiatieven burgercollectieven Noord-Holland 2024

Artikel 1  

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

  • b.

    duurzaamheidsinitiatief: een initiatief dat leidt tot de productie van duurzame energie, opslag van duurzame energie, energiebesparing of het gebruik van elektrische deelauto’s.

Artikel 2  

Subsidie wordt verstrekt aan een vereniging, coöperatie of stichting, gevestigd in Noord-Holland, die tot statutair doel heeft om lokale duurzaamheidsinitiatieven te realiseren.

Artikel 3  

Subsidie kan worden verstrekt voor het verrichten van activiteiten die leiden tot concrete investeringen in duurzaamheidsinitiatieven door burgers in de provincie Noord-Holland.

Artikel 4  

Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

  • a.

    een begroting van de kosten van de activiteiten;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van de activiteiten;

  • c.

    de statuten van de vereniging, coöperatie of de stichting; en

  • d.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteiten.

Artikel 5  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode: vanaf donderdag 31 oktober 2024 tot en met woensdag 1 oktober 2025 vóór 17.00 uur.

  • 2.

    Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 6  

Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000,- voor de duur van deze uitvoeringsregeling.

Artikel 7  

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag volledig en compleet is ingediend.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8  

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • b.

    op grond van deze uitvoeringsregeling reeds een aanvraag van de aanvrager is ingewilligd door Gedeputeerde Staten;

  • c.

    reeds subsidie is verstrekt aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten;

  • d.

    tegen de aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt.

Artikel 9  

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de rechtstreeks aan de activiteit gerelateerde kosten.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor:

    • a.

      organisatie- of bestuurskosten van de aanvrager;

    • b.

      kosten van vrijwilligers, met uitzondering van kosten voor de training van vrijwilligers; en

    • c.

      kosten van de concrete investering in duurzaamheidsinitiatieven.

Artikel 10  

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot maximaal €20.000,-.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de de-minimisverordening van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 4.

    Aan de beschikking tot subsidievaststelling gaat geen beschikking tot subsidieverlening vooraf.

Artikel 11  

In de beschikking tot subsidieverlening wordt een termijn gesteld waarbinnen de activiteit moet zijn afgerond.

Artikel 12  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2025.

  • 3.

    De Uitvoeringsregeling subsidie duurzaamheidsinitiatieven burgercollectieven Noord-Holland 2021 wordt ingetrokken.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie duurzaamheidsinitiatieven burgercollectieven Noord-Holland 2024 - 2025.

Haarlem, …. 2024

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Toelichting UVR duurzaamheidsinitiatieven burgercollectieven Noord-Holland 2024 – 2025

Achtergrond regeling

 

Binnen Nederland is de afgelopen jaren het aantal lokale burgercollectieven dat actief is met duurzaamheidsinitiatieven sterk gestegen. Belangrijke kenmerken van deze collectieven zijn dat:

 

  • Zij door inwoners zijn opgezet en voor dit doel een coöperatie, een vereniging of een stichting is opgericht;

  • In de statuten van het collectief als doel is beschreven: het lokaal realiseren van projecten voor energiebesparing, het opwekken van duurzame energie of het stimuleren van deelmobiliteit;

  • Het bestuur wordt gevormd door vrijwilligers die niet voor hun activiteiten worden betaald.

Deze lokale burgercollectieven vervullen een belangrijke rol bij het realiseren van duurzaamheidsprojecten en dragen bij aan het bereiken van draagvlak voor energietransitie.

Momenteel ligt de focus veelal nog op het opzetten van zonne-energieprojecten en besparing, maar op termijn kunnen burgercollectieven een belangrijke rol spelen in verduurzaming van de Energievoorziening in Noord-Holland.

 

De provincie Noord-Holland wil graag deze projecten helpen versnellen en heeft daarom deze subsidieregeling opgesteld. Doel van deze regeling is om activiteiten van burgercollectieven, ten behoeve van duurzaamheidsinitiatieven, financieel te ondersteunen. We kiezen er daarbij voor om alleen organisatie-, onderzoeks- en proceskosten te subsidiëren die rechtstreeks verbonden zijn met de duurzaamheidsinitiatieven. Dit in aanvulling op diverse gemeentelijke- en Rijksregelingen die zich richten op het verlagen van de kosten voor de aanschaf en installaties van concrete verduurzamingsinstallaties.

 

Definities en uitvoering

Onder duurzaamheidsinitiatieven wordt in het kader van deze regeling verstaan; initiatieven die leiden tot de realisatie van installaties voor de productie van duurzame energie, opslag van energie, energiebesparing en deelmobiliteit. Voorbeelden hiervan zijn: collectieve zonne-energiesystemen waarin burgers kunnen participeren, energiebesparingsprojecten voor particuliere woningeigenaren en collectieve inkoop van zonnestroominstallaties voor particuliere woningeigenaren en elektrische deelauto’s in een wijk.

 

De subsidie mag niet worden besteed aan algemene activiteiten die samenhangen met de bedrijfsvoering van het burgercollectief of kosten van vrijwilligers die lid zijn van of actief zijn voor het collectief. Subsidie mag wel worden besteed aan kosten die samenhangen met het opzetten, stimuleren en realiseren van duurzaamheidsinitiatieven. Hierbij kan worden gedacht aan kosten voor.

 

  • Zaalhuur ten behoeve van een informatiebijeenkomst over aanstaande en lopende projecten;

  • Inhuur van deskundigen voor advies en realisatie van duurzaamheidsinitiatieven;

  • Inzet van apparatuur die noodzakelijk is voor de uitvoering van projecten;

  • Kosten voor training van vrijwilligers die een rol spelen bij de uitvoering van projecten bedoeld om de kwaliteit van de uitvoering te verhogen;

  • Activiteiten ter bevordering van kennisuitwisseling tussen Noord-Hollandse lokale duurzame energiecollectieven.

  • Activiteiten ten behoeve van het uitlenen van apparatuur. Hierbij kan worden gedacht aan kosten voor het opzetten en beheren van een centrale uitleen van apparatuur die nodig is voor de uitvoering van duurzaamheidsinitiatieven.

Na afronding van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd wordt de aanvrager verzocht de resultaten van het programma te rapporteren. Hiermee kunnen wij de werking van deze regeling en ons beleid evalueren.

Naar boven