Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 13894 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 13894 | beleidsregel |
Exploitatieplan Drenthe 2025-2027
Gedeputeerde Staten van Drenthe;
gelet op het Grondbeleid, vastgesteld d.d. 3 april 2024 door Provinciale Staten van Drenthe en artikel 158 van de Provinciewet (aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen);
overwegende dat de provincie aan de verpachting van haar grondportefeuille nieuwe voorschriften stelt aan het gebruik van haar gronden en zij voorwaarden stelt aan de gunning van de pachtpercelen aan gegadigden om zo meer aan te sluiten bij de behoefte uit de markt en de realisatie van diverse beleidsdoelen;
het Exploitatieplan Drenthe 2025-2027 vast te stellen.
De provincie heeft veel grond in bezit voor de realisatie van de opgaven in het landelijk gebied. De gronden zijn gelegen in het Natuurnetwerk (NNN) of daarbuiten, de ruilgronden. Gronden waar wij zuinig op moeten zijn, omdat zij bepaalde natuurwaarden bevatten of omdat zij moeten kunnen worden ingezet als ruilgrond. Deze gronden worden jaarlijks kortlopend verpacht of op een andere wijze tijdelijk in gebruik gegeven. Afhankelijk van de ligging en (beoogde) bestemming van de gronden worden bij de verpachting beperkingen en voorwaarden opgelegd ten aanzien van het agrarisch gebruik.
In opdracht van de provincie voert Prolander het beheer uit. Bij de gronduitgifte hanteert Prolander verschillende kaders en uitgangspunten:
Deze zijn ingegeven door omstandigheden van het perceel of door juridische afspraken (cultuurtoestand, voortgezet gebruik, bestaande koop- en verkoopovereenkomsten e.d.).
Verantwoord gebruik van de grond staat voorop bij gronduitgifte en verpachting van de percelen grond.
Zoveel mogelijk eigendommen (met uitzondering van niet exploitabele percelen als wegen, water en bosjes) contractueel worden belegd.
In dit Exploitatieplan wordt ingegaan op welke wijze we dat de komende jaren gaan doen.
Dit document ‘Exploitatieplan Drenthe 2025-2027’ vervangt het pachtuitgifteplan 2023-2027 van 1 april 2022.
Prolander beheert de gronden die zijn verworven ten behoeve van de gebiedsprocessen. Gedeeltelijk zijn dit agrarische/landbouw gronden, natuurgronden en overige gronden (water, erf, bos).
Jaarlijks wordt er geïnventariseerd welke percelen exploitabel zijn en met welk doel zij zijn aangekocht. De niet exploitabele percelen zijn bijvoorbeeld percelen die komend seizoen worden ingericht, wegen, sloten, bos, erf.
Percelen die exploitabel zijn worden openbaar aangeboden via een bekendmaking op de website. Dit is een integere en transparante manier van verpachting. Alle geïnteresseerden hebben kans om in aanmerking te komen voor de gronden, zodat er geen sprake is van een voorkeursbehandeling of schijn van belangenverstrengeling.
Opmerking: In een aantal gevallen wordt er een pilot uitgevoerd op pachtpercelen. Deze percelen worden onderhands toegedeeld voor (meerjarige) pilots en initiatieven op het gebied van natuurontwikkeling, natuur inclusieve en/of toekomstgerichte landbouw, nadat de provincie deze status heeft geaccordeerd.
1.1 Procesbeschrijving pachtuitgifte
Het beleidsmatig kader voor de verpachting van provinciale grond is in eerste instantie de vigerende Europese en landelijke wet- en regelgeving en bijhorende jurisprudentie. Daarnaast heeft de provincie een Nota grondbeleid vastgesteld waarin is verwoord op welke wijze de provincie moet omgaan met beheer van provinciaal eigendom.
Hierin is vastgelegd dat voor alle vastgoedtransacties waar de provincie bij betrokken is, wordt uitgegaan van de uitgangspunten marktconformiteit, transparantie en rechtmatigheid. Integriteit wordt op ambtelijk en bestuurlijk niveau geborgd in procedures. Met het beheeruitgifteplan beoogt de provincie waardebehoud van haar (ruil)grond door landbouwkundig goed beheer en wij houden rekening met gebruiksbeperkingen binnen de natuurgebieden. Verder wordt geïnvesteerd in een goede relatie en samenwerking tussen de pachter en de provincie in haar rol als verpachter.
Daarnaast wordt er bij de pachtuitgifte specifiek prioriteit gegeven aan:
klantgerichtheid: bij de verpachting van grond is er sprake van een ‘klantrelatie’ tussen de pachter en de provincie (als eigenaar van de grond). Dit vraagt om een andere benadering dan bij andere vastgoedtransacties, zoals aan- en verkoop. Daarom is het van belang dat processen worden ingericht met het oog op de tevredenheid van de klant;
Wijzigingen in het beleid dienen ook aan deze factoren te worden getoetst. Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselveiligheid en Natuur heeft het voornemen om het landelijk pachtstelsel aan te passen. Als de landelijke wetgeving voor pacht wijzigt, kan dit mogelijk ook leiden tot wijzigingen in de pachtuitgifte. Al sluiten de beoogde wijzigingen van de wetgeving aan bij de borging van de prioriteiten die de provincie reeds voorstaat.
Er mag geen sprake zijn van belangenverstrengeling. Wij streven er naar alle (schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen. De objectieve gunningscriteria waarborgen de onpartijdigheid. Het gunningsproces is afgeschermd voor andere medewerkers dan de direct betrokkenen in de gunning. Verder heeft een medewerker van de provincie of Prolander geen invloed op de planning van de gronduitgifte of de prijs van het pachtobject.
Ter ondersteuning van de provinciale doelstellingen op het gebied van natuur & biodiversiteit, duurzame landbouw en water, worden in de pachtcontracten gebruiksvoorwaarden opgenomen. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen pachtpercelen gelegen binnen het Natuur Netwerk Nederland en daarbuiten, de ruilgronden. In de pachtovereenkomsten worden gebruiksvoorwaarden (verplichtingen en verboden) opgenomen in het kader van natuur, biodiversiteit, duurzame landbouw en waterkwaliteit.
In bijlage 1, Gebruiksvoorschriften ruilgronden bijlage 2, Gebruiksvoorschriften binnen het NNN, worden de voorschriften, aanvullend op de algemene uitgangspunten, voor de ruilgronden en de percelen binnen het NNN uitgewerkt.
De beschikbare pachtpercelen worden via de website van prolander gepubliceerd (www.prolander.nl/grond/pacht). Verder wordt er in enkele streekkranten een advertentie geplaatst om mensen te wijzen op de inschrijving. Dat betekent dat iedereen hiervan kennis heeft kunnen nemen en de kans krijgt om mee te doen.
Deze objectieve en transparante criteria (toewijzingscriteria) zijn als bijlage toegevoegd.
Belangstellenden voor pachtgrond kunnen zich aanmelden via de website van Prolander. De aanmelding op de site kan van september tot eind oktober (twee maanden).
Het registeren als belangstellende via voornoemde procedure is een voorwaarde voor het eventueel verkrijgen van pachtgrond. Eventueel nagekomen belangstellenden worden wel als gegadigde meegenomen, maar degene die zich volgens de procedure heeft gemeld heeft voorrang voor zover degene meer dan drie punten heeft.
Nadat de belangstellingsregistratie is gesloten wordt begonnen met de toewijzing volgens de toewijzingscriteria waarin onder andere de te overbruggen afstand, KPI deelname en duurzaamheidscertificaat opgenomen zijn.
De belangstellenden worden schriftelijk op de hoogte gebracht over de toewijzing of afwijzing. Bij toewijzing heeft de eventuele pachter veertien dagen de tijd om af te zeggen zodat het aan een ander toegewezen kan worden. De definitieve afwijzingen worden in maart verzonden.
De gunning vindt plaats voor maximaal drie jaar door middel van eenjarige pachtcontracten die jaarlijks wordt verleend. Na de gunning voor drie jaar kan de pachter zijn belangstelling weer kenbaar maken volgens proces. De provincie houdt gedurende de drie jaar het recht om per jaar niet te opnieuw een eenjarig contract te gunnen.
De provincie houdt het voorrecht om, voorafgaand aan het pachtseizoen, te besluiten over te gaan op een bemestingsverbod.
2.4 Uitzondering op openbare uitgifte
In speciale gevallen worden gronden onderhands toegewezen, bijvoorbeeld als er sprake is van:
landbouwpercelen die reeds zijn omgeschakeld naar biologische landbouw (SKAL gecertificeerde percelen). Deze grond wordt in eerste instantie alleen aan omliggende biologische bedrijven verpacht. Als er geen biologische pachter beschikbaar is wordt een gangbare agrariër als pachter gezocht via de reguliere openbare procedure. Voor het vervallen van het biologische keurmerk van het perceel is vooraf toestemming van de provincie nodig.
3. Soort overeenkomst en contractduur
De wetgeving rondom pacht is beschreven in het Burgerlijk Wetboek Boek 7, titel 5. De wet beschrijft diverse soorten pachtcontracten. De provincie baseert haar keuze voor het soort contract op de beschikbaarheid van de grond, beleidsdoelstellingen en omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst.
Er wordt gebruikgemaakt van de hiernavolgende contractvormen:
De geliberaliseerde pachtcontracten moeten binnen twee maanden na het aangaan daarvan ter goedkeuring zijn ingezonden naar de grondkamer. De Grondkamer toetst niet op de pachtprijs. Partijen kunnen zelf afspraken maken over de hoogte van de pachtprijs.
Wijzigingen in de overeenkomsten onder het geliberaliseerde pachtregime moeten worden goedgekeurd door de grondkamer. De grondkamer kan bedingen wijzigingen of schrappen indien zij in strijd zijn met de wet of buitensporige verplichtingen voor de pacht inhouden (zie ook de uitspraken inzake glyfosaatverboden).
Voor de andere twee contractvormen geldt dat zij niet hoeven worden goedgekeurd door de Grondkamer.
Op basis van de toewijzingscriteria (bijlage 3) worden de percelen (veelal) op basis van geliberaliseerde pachtcontracten uitgegeven aan pachters. De pachtcontracten worden gefaseerd uitgegeven. Dit is afhankelijk van het moment waarop de gronden beschikbaar zijn voor verpachting (bijvoorbeeld omdat er gronden zijn die nog in een transactie kunnen zitten of worden ingezet voor een pilot).
Het uitgangspunt is om het grootste gedeelte toe te wijzen in december/januari, fase 2 in februari/maart en de uitloop in april. Na administratieve vastlegging is daarmee de uitgifte voor het jaar gecontracteerd.
Als er wijzigingen zijn in het model voor een geliberaliseerd pachtcontract wordt deze, in september/oktober, ter goedkeuring voorgelegd aan de grondkamer. Na akkoord kunnen de eerste contracten voor het volgend seizoen opgemaakt worden. Het model pachtovereenkomst 2025 is opgenomen in bijlage 4.
In een aantal gevallen wordt er gebruik gemaakt van een bruikleenovereenkomst. Deze overeenkomsten worden ingezet als onderdeel van een transactie bij voortgezet gebruik of voor percelen die we niet kunnen verpachten.
Toevoegingen pachtovereenkomst ten opzichte van 2024
Ten opzichte van seizoen 2024 zijn er enkele aanpassingen gedaan in de pachtovereenkomst.
Dit betreft het volgende aanvullingen:
Naar aanleiding van het constateren van een quarantaine gewas op een perceel provinciale ruilgrond bleek dat er geen meldingsplicht was opgenomen in de overeenkomst. Deze meldingsplicht is toegevoegd voor besmettingen en/of ziekten, zodat adequate maatregelen genomen kunnen worden om verdere verspreiding te voorkomen. Ook kunnen afspraken gemaakt over de bestrijding.
Op basis van bestuurlijke afspraken is de werkwijze van uitgifte van deze rechten voorbehouden aan de provincie. De uitgifte van percelen voor de jacht, beheer en schadebestrijding verloopt via de WBE.
Om de vereiste 4% akker- of grasstroken te coördineren is de AND gevraagd dit voor de provincie te monitoren en uit te voeren. De afspraken voor het delen van de benodigde gegevens is opgenomen in dit artikel.
De verpachting geschiedt op basis van de marktconforme pachtprijs. De provincie heeft bij de verpachting van grond geen doelstelling voor opbrengstmaximalisatie. De provincie hecht vooral waarde aan een goede pachtrelatie en goed onderhoud van haar eigendomspercelen en om een zo groot mogelijke groep agrariërs te mogelijkheid te kunnen bieden voor het pachten van de grond.
Om de twee jaar worden er door twee onafhankelijke taxateurs in opdracht van Prolander een controle op de pachtwaarde gedaan. Hierbij geven zij een advies over de huidige pachtprijs per deelgebied en kan er een gemiddelde pachtprijs per gebied worden vastgesteld en een bandbreedte aangegeven. Het resultaat wordt verwerkt in het exploitatieplan. Deze werkwijze wordt voor het eerst toegepast vanaf 2025.
De beheer medewerker van Prolander kan, in specifieke gevallen, een reductie geven op de pachtprijs van percelen met beperkingen of van slechte kwaliteit.
De beheerpakketten leest u terug in bijlage 2. Dit is maatwerk voor de beheermedewerker.
Het exploitatieplan wordt vastgesteld door GS en wordt geëffectueerd in de nieuwe pachtcontracten. Hierover wordt gecommuniceerd via de website van Prolander, de website van de provincie Drenthe en diverse relevante nieuwsbrieven. Iedereen die een belangstellingsregistratie heeft ingevuld afgelopen jaar wordt via een mailing hierover op de hoogte gesteld. In de streekkranten wordt een advertentie geplaatst over de openstelling van de belangstellingsregistratie van het komend pachtseizoen.
Halverwege het jaar zal de inning van de pachtgelden plaatsvinden en zal steekproefsgewijs het beheer van individuele percelen gecontroleerd worden door de beheermedewerkers. In de pachtovereenkomst is een boeteclausule opgenomen voor niet nakoming van de voorwaarden. Zie bijlage 4, pachtcontract, artikel 14.
7. Jacht, beheer & bestrijding
In de geliberaliseerde pachtovereenkomsten wordt een artikel opgenomen waarin wordt vermeld dat de provincie het recht op jacht, beheer en schadebestrijding aan zichzelf voorbehoudt. Op deze wijze hoeft de Wildbeheereenheden (WBE) niet per jaar de (nieuwe) grondgebruikers te benaderen. Verder kan met het afsluiten van de jachthuurovereenkomst met de WBE ook de toestemming voor beheer en schadebestrijding aan de WBE worden verleend, die op haar beurt zowel het jachtrecht als de toestemming beheer en schadebestrijding kan doorschrijven aan de afzonderlijke jachthouders.
Koop breekt geen jachthuur. Lopende jachtcontracten worden daarom overgenomen mits deze zijn aangeleverd bij de transportakte. Als het jachtcontract aan het einde van de looptijd is kan deze opnieuw verleend worden aan de WBE. De provincie sluit met WBE’s binnen Drenthe een jachthuurcontract af van zes jaar (wettelijke termijn) waarbij de WBE’s jaarlijks in april een overzicht ontvangen met daarop de actuele lijst met provinciale percelen die in hun werkgebied liggen.
Bij aankoop van een gebouw wordt afgesproken wat er met het aan te kopen gebouw en erf gedaan kan worden. Op deze wijze proberen wij zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor het gebouw, de ruimtelijke kwaliteit te bewaken en de kosten/afschrijving zo laag mogelijk te houden. Op basis van deze analyse kan ook het tijdelijk gebruik bepaald worden.
In de exploitatie-verantwoording worden de financiële handelingen en consequenties inzichtelijk gemaakt. Prolander zal opdracht geven tot onderhoud van de gebouwen. De proceskosten en incidentele exploitatie-uitgaven, zoals het onderhoud en kostenposten onder overige beheerkosten tot de € 10.000,-- zullen met de jaarlijkse verantwoordingscyclus worden verantwoord. Indien er kosten dienen te worden gemaakt boven de € 10.000,-- per opdracht wordt vooraf specifiek toestemming van de provincie gevraagd.
Periodiek wordt er een gebouwenoverzicht /dashboard opgesteld waarin wordt weergegeven welke gebouwen Prolander in beheer heeft. Daarin staan de volgende gegevens:
Per te behouden object zal een onderhoudsplan worden opgesteld waarin het standaard onderhoud van tuin en erf en de bijzonderheden wordt beschreven. Het gaat in vele gevallen om oude gebouwen waarbij de riolering is verzakt. Ook zijn er de zogenaamde “landingsplaatsen” waarbij wij de machines/installaties in takt moeten houden.
In die situaties waar verkoop van het gebouw niet op heel korte termijn aan de orde is zal Prolander het gebouw in gebruik geven aan derden (antikraak) door middel van een bruikleenovereenkomst.
De bruikleenovereenkomst is alleen geldig voor het woonhuis. Uitgangspunt is dat bedrijfsgebouwen niet in bruikleen gegeven worden in verband met het verzekeringsrisico. Uitzondering hierop is mogelijk uit maatschappelijk oogpunt en wordt eerst gemotiveerd voorgelegd aan de provincie ter instemming.
Hoe langer de gebouwen in bezit blijven hoe groter het risico’s. Denk hierbij aan de afwaardering, onderhoud, imagoschade en verzekeringen.
Daarom is het van belang dat er snel duidelijkheid komt wat er met het gebouw gaat gebeuren en binnen welk tijdsbestek. Zodra dat bekend is kan hierop geacteerd worden en eventueel de omgeving worden geïnformeerd.
De provincie (Prolander) verzekert minimaal de te behouden gebouwen (woonhuis en eventueel karakteristieke bijgebouwen) tegen herbouwwaarde en overige bijgebouwen tegen milieuschade (bijvoorbeeld asbest opruimen na brand en dergelijke). Vanaf 15 september 2020 is het niet altijd meer mogelijk om bedrijfsgebouwen te verzekeren. De vrijstaande woonhuizen kunnen wel verzekerd worden maar woonhuis die aan een stal vastzitten worden niet door alle maatschappijen verzekerd. Dit heeft te maken met het feit dat de maatschappijen het risico te groot vinden.
Vele maatschappijen worden benaderd maar de meesten willen de actieve boerderijen, rietendaken en of de risico’s niet verzekeren. Zolang het niet duidelijk is wat wij met de boerderijen gaan doen zijn de meeste maatschappijen niet bereid om het te verzekeren.
De provincie (Prolander) verzekert de te behouden gebouwen (woonhuis en eventueel karakteristieke bijgebouwen) tegen herbouwwaarde en overige bijgebouwen tegen milieuschade (bijvoorbeeld asbest opruimen na brand en dergelijke). Vanaf 2024 is asbest niet meer verzekerd.
Quintes is per 2024 de tussenpersoon voor onze verzekeringsportefeuille.
Aantekening: Er kan door Prolander geen aansprakelijkheidsverzekeringen voor de gebouwen worden afgesloten. Dit kan alleen door de eigenaar en dan moeten de gebouwen per stuk worden aangemeld. Tot nu toe zijn er nog geen bijzonderheden voorgevallen. Prolander gaat er dan ook vanuit dat de provincie zelf het aansprakelijkheidsrisico voor haar rekening neemt.
Bij oplevering worden de gas-/water- en energiestanden vastgelegd. De provincie betaalt de nota’s voor de eigenaar en de gebruiker betaalt de gebruikerskosten.
De gebruiker (antikraak) sluit een contract met de leverancier van de nutsvoorzieningen.
Momenteel wordt onderzocht hoe wij het beste kunnen omgaan met energiecontracten op basis van zonnepanelen.
Roerende zaken /agrarische inrichting
Als er een erf wordt aangekocht met roerende zaken wordt er gekeken of deze openbaar verkocht kan worden of rechtstreeks terug verkopen aan de leverancier (bijvoorbeeld melkrobots). Dit is afhankelijk van het doel van de aankoop. Uitgangspunt is dat te verkopen roerende zaken binnen drie maand na aankoop openbaar verkocht moeten worden, hierbij rekening houdend met vergunningen en aankoopdoelen. Als deze roerende zaken te lang blijven liggen omdat er nog geen duidelijkheid is over het doel en verkoopperiode, gaat de kwaliteit van de roerende zaken achteruit en wordt direct verkoop verlies geleden of is helemaal niet meer te verkopen. Voorbeelden hiervan zijn melkrobots, hooi/stro etc.
Voor de raming voor de exploitatie inkomsten en uitgaven wordt verwezen naar de exploitatieraming, die in november van elk jaar wordt aangeleverd. In februari van elk jaar wordt er een exploitatie verantwoording van het voorgaande jaar opgeleverd aan de provincie.
Door pachters worden af en toe een beroep gedaan op een betalingsregeling voor de pacht.
Partijen die zich melden voor een betalingsregeling via de mailbox pacht@prolander.nl, kunnen de betaling spreiden in twee of drie termijnen, te weten 1 september, (1 oktober) en 1 november. Als een betalingsregeling wordt toegepast, zal dat expliciet schriftelijk worden vastgelegd en zal het facturatieregime worden aangepast. Als er niet betaald is voor aanvang van het nieuwe pachtseizoen wordt de pachter uitgesloten voor het komende seizoen.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. J. Klijnsma, voorzitter
W.F. Brenkman MSc, secretaris
Assen, 3 september 2024
Kenmerk 4.2/2024001230
Uitgegeven: 12 september 2024
Bijlage 1, Gebruiksvoorschriften ruilgrond (buiten NNN)
De landbouwgronden (ruilgronden) worden uitgegeven met als doel de landbouwkundige functie in stand te houden, waarbij voorwaarden worden gesteld aan het grondgebruik om de milieubelasting te beperken zonder de landbouwkundige functie aan te tasten. Gronden worden tijdelijk in gebruik gegeven zodat de provincie deze op een later moment kan aanwenden voor gebiedsprocessen waarin landbouwkundig perspectief centraal staat.
Voor de gronden buiten het NNN is het verplicht om onderstaande bijzondere voorwaarden op te nemen.
Indien nodig wordt op een hoogte van minimaal 20 cm gemaaid, in de periode 1 september tot 1 maart, met inachtneming van de volgende uitgangspunten:
maaien gaat uitsluitend in overleg met de beheermedewerker/het AND om zo verruiging tegen te gaan en alleen ingeval van onkruidprobleem. Onderzoek de bufferstrook regelmatig of er sprake is van onkruiddruk. Beheer onkruid meteen. Als de onkruiddruk te hoog wordt, direct melden en ga in overleg met de beheermedewerker/het AND. Maaisel hoeft niet te worden afgevoerd;
er worden in principe geen bestrijdingsmiddelen gebruikt op de beheereenheid, echter naast maaien is beperkt gebruik van herbiciden soms noodzakelijk. In ANLb is tot 5% pleksgewijs zonder melding mogelijk, volvelds alleen na invullen protocol en goedkeuring/controle door AND/Beheermedewerker. Mogelijkheid tot bespuiting is van belang om te voorkomen dat, binnen een aantal jaren de randen zo sterk verruigd zijn dat akkerranden/gewassen er niet meer op zullen slagen;
de beheereenheid dient zo weinig mogelijk te worden bereden. Alleen bij (sloot) beheer, waarbij de uitvoering van slootbeheer en maaien van het talud na 1 september plaatsvindt. De slootbagger van hooguit één slootkant mag op de rand worden gedeponeerd. De voorkeur heeft afvoer of verspreiding over het land en niet op de rand; Uitsluitend pleksgewijze mechanische onkruidbestrijding is toegestaan bij haarden van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde, heermoes, kleefkruid, kweek, melganzevoet, bijvoet of Japanse duizendknoop.
De beheereenheid dient zo weinig mogelijk te worden bereden. Alleen bij (sloot)beheer, waarbij de uitvoering van slootbeheer en maaien van het talud na 1 september plaatsvindt. De slootbagger van hooguit één slootkant mag op de rand worden gedeponeerd. De voorkeur heeft afvoer of verspreiding over het land en niet op de rand.
Bijlage 2, Gebruiksvoorschriften binnen het NNN
Gebruiksvoorschriften voor de pachtgronden binnen het NNN zijn:
Binnen het NNN is het de pachter niet toegestaan gebruik te maken van chemische (gewasbeschermings)middelen op het gepachte. Uitsluitend na afstemming met en na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van verpachter is onder voorwaarden pleksgewijze behandeling met chemische (gewasbeschermings) middelen mogelijk.
Voor het beheer van al ingerichte of in het seizoen in te richten gronden kunnen (eventueel meerjarige) beheerafspraken met de pachter worden gemaakt. De daarvoor geldende SNL-vergoedingen kunnen in overleg worden aangewend en ten laste worden gebracht van de provinciale subsidiemiddelen onder verrekening van de eigenaarslasten. Hiertoe zal jaarlijks een lijst van percelen worden vastgelegd in het exploitatieplan. Deze lijst vormt ook de basis voor het beschikbaar komen van de desbetreffende subsidiemiddelen.
Vooruitlopend op de realisatie van nieuwe natuur, worden voor de percelen binnen de begrenzing van het NNN gebruiksvoorwaarden in het pachtcontract gehanteerd die zijn afgestemd op de doelen die in het vigerende Natuurbeheerplan zijn aangegeven. Deze zijn beschreven door middel van verschillende pakketten.
Pakket rood: Voor Botanisch beheer
Gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen
Gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen
Gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen
De toewijzingscriteria bestaan uit een drietal criteria die objectief toetsbaar zijn.
Afstand: de kleinste afstand tussen het bedrijf van de inschrijver en het pachtperceel. Uitgangpunt is hemelsbreed van vestigingsadres of het eigendom perceel (indien dit het dichterbij ligt), naar dichtstbijzijnde punt van het pachtperceel, tenzij er sprake is van natuurlijke handicaps zoals spoor-, wateren autowegen. Hiervoor worden de kadastrale bezittingen (bekend op 1 november) van het bedrijf en/of de opgegeven maten/vennoten opgezocht. Bij gelijke afstand wordt er gekeken welk hoofdbedrijf het dichtste bij ligt.
Als blijkt dat er inschrijvers zijn met een gelijk aantal punten, dan wordt de grond toegewezen aan degene met de kortste afstand. Bij gelijke afstand wordt er gekeken welk hoofdbedrijf het dichtste bij ligt. Indien ook hier geen verschil in zit zal de grondstrateeg van Prolander loten aan wie het perceel wordt toegewezen. Tijdens de loting is sprake van een vierogenprincipe en deze wordt uitgevoerd door de grondstrateeg samen met een jurist van prolander.
Daar waar een (externe) medewerker van Prolander betrokken is bij de loting zal niet de grondstrateeg van Prolander de loting uitvoeren maar de coördinator grond van de provincie Drenthe.
De belangstellenden worden schriftelijk op de hoogte gebracht over de toewijzing of afwijzing. Bij toewijzing heeft de eventuele pachter veertien dagen de tijd om af te zeggen zodat het aan een ander toegewezen kan worden. De definitieve afwijzingen worden in maart verzonden.
De gunning vindt plaats voor maximaal drie jaar door middel van eenjarige pachtcontracten die jaarlijks wordt verleend. Na de gunning voor drie jaar kan de pachter zijn belangstelling weer kenbaar maken volgens proces. De provincie houdt gedurende de drie jaar het recht om per jaar niet opnieuw een eenjarig contract te gunnen.
De provincie houdt het voorrecht om, voorafgaand aan het pachtseizoen, te besluiten over te gaan op een bemestingsverbod.
Overeenkomst geliberaliseerde pacht
hierna te noemen “de pachter” en
de provincie Drenthe, publiekrechtelijk rechtspersoon, gevestigd aan Westerbrink 1 te Assen (correspondentieadres Postbus 50040, 9400 LA Assen), ingeschreven in het Handelsregister van de KvK onder nummer 01179514, te dezer zake vertegenwoordigd door de coördinator projectadministratie grondzaken van Prolander, mevrouw H.W. Knol, BEc., ingevolge het bepaalde in het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging medewerkers Prolander (BRS 204905819),
hierna te noemen: "de provincie" (BRS 203482775)
de pachter en de provincie hierna gezamenlijk ook wel te noemen "de partijen"
Zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Geliberaliseerde pachtovereenkomst
Artikel 2 Het verpachte en bestemming
De provincie verpacht aan pachter en de pachter pacht van de provincie:
hierna ook wel te noemen: “het verpachte”.
Artikel 4 Pachtprijs, overige vergoedingen en betaling
Betaling van het door de pachter verschuldigde totaalbedrag vindt plaats ineens op uiterlijk de vervaldatum 01 augustus 2024.
Uiterlijk veertien dagen voor de vervaldatum zal de provincie aan de pachter een factuur toezenden. Het enkele feit dat deze factuur niet door de pachter is ontvangen, doet niet af aan het fatale karakter van de vervaldatum en de betalingsverplichting van de pachter.
De pachter aanvaardt het verpachte in de onderhoudsstaat waarin het zich nu bevindt, met alle daaraan verbonden bekende en onbekende gebreken en doet afstand van zijn recht om deswege vermindering van de pachtprijs of ontbinding van de overeenkomst te vorderen.
De verpachter is wel tot vergoeding van een door een gebrek of gebreken veroorzaakte schade verplicht, voor zover het gaat om een gebrek of gebreken die hij bij het aangaan van de pachtovereenkomst kende of had behoren te kennen.
Artikel 6 Afscheiding, veranderingen en verbeteringen
De pachter is niet bevoegd de bestemming, inrichting of gedaante van het verpachte, met inbegrip van eventueel daarop aanwezige houtopstanden of landschapselementen en aangebrachte grensstenen en andere scheidingstekenen, geheel of gedeeltelijk te veranderen onder voorbehoud van na schriftelijke toestemming van de provincie en onder voorbehoud van het recht van de pachter om bij gebreke van toestemming hiertoe machtiging te vragen bij de Grondkamer.
De pachter is gehouden het verpachte geheel, zelf en overeenkomstig de bestemming als een goed pachter te gebruiken en al datgene te doen en na te laten, wat een goed pachter in gelijke omstandigheden behoort te doen of na te laten. Na schriftelijke toestemming van de provincie kan pachter het gepachte aanwenden ten behoeve van een optimale invulling van het GLB. De provincie kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
De pachter is gehouden ter bescherming van de biodiversiteit en de bodemkwaliteit op het pachtobject geen diepe grondbewerking uit te voeren en bodemverdichting te vermijden. De pachter voorkomt spoorvorming door het pachtobject uitsluitend te bewerken en te berijden als de draagkracht van de toplaag van de bodem dit toelaat.
Als door pachter tijdens de pachtperiode wordt geconstateerd dat op het pachtobject sprake is van een besmetting en/of een (bodem)ziekte, zal pachter dit direct melden aan de provincie.
De provincie is niet aansprakelijk voor schade ontstaan door de aanwezigheid van besmettingen en/of ziekten, waarvan de verpachter de aanwezigheid niet kende of niet had behoren te kennen. De aanwezigheid van besmettingen en/of ziekten die zijn vermeld in de bijlagen van deze overeenkomst, levert geen gebrek op als bedoeld in boek 7 titel 5 afdeling 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 9 Zakelijke rechten, uit- en overwegen
De pachter verklaart alle op het gepachte gevestigde rechten te kennen. De pachter is verplicht om de bij het aangaan van deze overeenkomst bestaande uit- en overwegen over het gepachte zonder schadevergoeding te gedogen.
Artikel 10 Verzekering tegen brand- en bedrijfsschade
De pachter is verplicht zich ter zake van het door hem op het verpachte uitgeoefende bedrijf bij een maatschappij van goede naam en faam te verzekeren tegen normaal verzekerbare brand- en bedrijfsschade zoals ten tijde van deze overeenkomst voor een overeenkomstig bedrijf gebruikelijk is. De pachter is verplicht de polissen van de verzekeringen desgevraagd aan de provincie te tonen en door overlegging van de kwitanties van de laatst betaalde premies van de voortdurende verzekering te doen blijken.
Artikel 11 Toegang tot het verpachte
De pachter zal bij het einde van de pachtovereenkomst het verpachte in de staat opleveren waarin de pachter het verpachte heeft ontvangen bij de aanvang van de pachtovereenkomst of waarin het met goedvinden van de provincie is gebracht, geheel ontdaan van alle gewassen, mest, hooi, en stro.
Ingeval als gevolg van een glyfosaatverbod onkruid op het gepachte ontstaat waardoor de pachter het gepachte bij het einde van de pachtovereenkomst niet kan opleveren in de staat waarin het gepachte in gebruik is verkregen, zal de verpachter de pachter daarop niet aanspreken. Het uitgangspunt daarbij is dat de pachter zich voor zover redelijkerwijs mogelijk, zal inspannen om onkruid op het gepachte te voorkomen en/of bestrijden.
De afgaande en opkomende pachter zijn verplicht datgene te verrichten wat vereist wordt om het verlaten en betrekken van het verpachte gemakkelijker te maken, zowel wat betreft het gebruik voor het volgende jaar, het inoogsten van de nog te velde staande vruchten, het verrekenen van kosten voor werkzaamheden die aan toekomstige jaren toegerekend moeten worden (bijvoorbeeld onderhoudsbemesting) als anderszins, alles overeenkomstig het plaatselijk gebruik.
Artikel 15 Kennisgeving overlijden pachter
Indien de (mede)pachter overlijdt, en ook indien de pachter ophoudt als rechtspersoon te bestaan, zijn diens rechtverkrijgenden en mede-pachter(s) verplicht hiervan binnen één maand schriftelijk mededeling te doen aan de provincie onder opgave van hun naam, adres en woonplaats.
Indien twee of meer (natuurlijke of rechts-) personen samen pachter zijn, is ieder van hen hoofdelijk verbonden ter zake alle uit de pachtovereenkomst voortvloeiende verplichtingen.
Artikel 17 Geen opvolgende pachtovereenkomst
De pachter kan aan het aangaan van deze pachtovereenkomst nimmer meer rechten ontlenen dan uit deze overeenkomst zelf voortvloeien. In het bijzonder kan de pachter ter zake van het eventueel sluiten van een opvolgende pachtovereenkomst met de provincie geen recht of verwachting aan deze pachtovereenkomst ontlenen. De provincie is nimmer gehouden tot vergoeding van schade in welke vorm en in welk geval dan ook, met inbegrip van het geval dat de pachter zijn bedrijfsorganisatie heeft afgestemd op het gebruik van het verpachte en de provincie na ommekomst van de pachtperiode besluit niet opnieuw met de pachter een pachtovereenkomst aan te gaan.
Artikel 18 Indiening overeenkomst bij de Grondkamer
De provincie draagt zorg voor de indiening van deze pachtovereenkomst bij de Grondkamer, onverminderd het bepaalde in artikel 4.2.
Indien u agrarische grond pacht gelegen buiten de NNN (zie hiervoor Artikel 2), dan geldt dat er een akker- of grasrand (hierna te noemen ‘beheereenheid’) moet worden aangelegd en beheerd op advies van de in uw regio geldend AND. Door ondertekening van deze pachtovereenkomst gaat de pachter akkoord met het verstrekken door provincie van de adres- en contactgegevens van de pachter aan het AND.
De beheereenheid is minimaal 3 meter breed. Het totale oppervlak aan beheereenheid (bij voorkeur de randen) dient 4% van de oppervlakte van de kavel en de pachtovereenkomst te zijn. Dus niet verplicht op elk perceel. De ligging en de invulling wordt op voordracht van het AND/beheermedewerker in samenspraak met de pachter bepaald.
De beheereenheid dient zo weinig mogelijk te worden bereden. Alleen bij (sloot) beheer, waarbij de uitvoering van slootbeheer en maaien van het talud na 1 september plaatsvindt. De slootbagger van hooguit één slootkant mag op de rand worden gedeponeerd. De voorkeur heeft afvoer of verspreiding over het land en niet op de rand.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-13894.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.