Nadere subsidieregels maatregelen Natura 2000 gebieden 2025-2027

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 27 augustus 2024 hebben vastgesteld:

 

Nadere subsidieregels maatregelen Natura 2000 gebieden 2025-2027

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Algemene Groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 187/1 van 26 juni 2014;

  • 2.

    Gunstige staat van instandhouding van een natuurlijke habitat (als bedoeld in artikel 1, onder e, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 372) en als bedoeld in onderdeel A van bijlage 1 bij artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving): staat van instandhouding van een natuurlijke habitat waarvoor geldt dat:

    • a.

      het natuurlijke verspreidingsgebied van de habitat en de oppervlakte van die habitat binnen dat gebied stabiel zijn of toenemen, en

    • b.

      de voor behoud op lange termijn nodige structuur en functies bestaan en vermoedelijk zullen blijven, en

    • c.

      de staat van instandhouding van de voor die habitat typische soorten gunstig is;

  • 3.

    Gunstige staat van instandhouding van een soort (als bedoeld in artikel 1, onder i, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 372) en als bedoeld in onderdeel A van bijlage 1 bij artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving): staat van instandhouding van een soort waarvoor geldt dat:

    • a.

      uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven, en

    • b.

      het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden, en

    • c.

      er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden;

  • 4.

    Habitattype: ecosysteemtype, opgenomen in bijlage 1 van de Habitatrichtlijn, op het land of water met karakteristieke geografische, abiotische en biotische kenmerken, die zowel geheel natuurlijk als half natuurlijk kunnen zijn;

  • 5.

    Habitat van een soort: door specifieke abiotische en biotische factoren bepaald milieu waarin de soort tijdens één van de fasen van zijn biologische cyclus leeft;

  • 6.

    Hoofdrapport: vigerende N2000-plannen van de Nederlandse provincie Limburg (Natura 2000-gebieden - Provincie Limburg);

  • 7.

    Integrale kosten: het geheel van de directe kosten en indirecte kosten (overhead);

  • 8.

    Instandhoudingsdoelstellingen: instandhoudingsdoelstellingen als bedoeld in artikel 2.44, eerste lid, van de Omgevingswet;

  • 9.

    Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 2022/2472van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 327/1van 21 december 2022;

  • 10.

    Maatregel: limitatieve maatregel opgenomen in het Hoofdrapport. Dit omvat instandhoudings-, verbeterings- en uitbreidingsmaatregelen en maatregelen met betrekking tot communicatie, onderzoek, monitoring en handhaving;

  • 11.

    Natura 2000-gebied: in de Nederlandse provincie Limburg gelegen Natura 2000-gebied als bedoeld in onderdeel A van de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;

  • 12.

    Regulier beheer: beheeractiviteiten die worden uitgevoerd in het kader van gangbaar en gebruikelijk onderhoud van het desbetreffende perceel, alsook beheeractiviteiten die vallen onder de werkingssfeer van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Limburg 2016;

  • 13.

    Uitvoeringskosten: kosten die noodzakelijk zijn voor uitvoering van de maatregel met inachtneming van:

    • -

      artikel 8 (berekeningswijze loonkosten) en 11 (subsidiabele en niet subsidiabele kosten) van de regeling;

    • -

      de Nadere regels subsidiabele kosten in het kader van het verstrekken van projectsubsidie 2017 (met uitzondering van hetgeen omschreven in artikel 2, lid 1 onder sub b, d en g en lid 2 onder sub a voor het onderdeel arbeidskosten);

  • 14.

    Zorgplicht (als bedoeld in artikel 11.6 en 11.27 Besluit activiteit leefomgeving): voldoende zorg in acht nemen voor beschermde gebieden, in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving.

Artikel 2 Doel van de regeling

Doel van deze regeling is het ondersteunen van projecten die gericht zijn op het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000 gebieden in de Nederlandse provincie Limburg door het nemen van de limitatief in het Hoofdrapport opgenomen maatregelen, zoals bedoeld in artikel 4.26 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, die een bijdrage leveren aan het bereiken van een landelijk gunstige staat van instandhouding van een natuurlijk habitattype en/of de gunstige staat van instandhouding van soorten, zoals bedoeld in de Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 372).

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie komen rechtspersonen en natuurlijke personen in aanmerking. De rechtspersoon/dan wel natuurlijke persoon dient krachtens eigendom dan wel een ander zakelijk recht of publiekrechtelijke bevoegdheid zeggenschap te hebben over de grond(en) waarop of waaraan de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, worden getroffen of de rechtspersoon/dan wel natuurlijke persoon heeft schriftelijke toestemming van de eigenaar(s) van de grond/gronden om deze te mogen gebruiken en de maatregelen te kunnen treffen.

Artikel 4 Vooroverleg

Subsidieverlening is een manier waarop de Provincie Limburg de in artikel 2 genoemde activiteiten kan ondersteunen. Het is noodzakelijk dat vóór het indienen van een subsidieaanvraag een vooroverleg wordt gevoerd op basis van een door aanvrager te overleggen concept-projectplan en bijbehorende conceptbegroting.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 5 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende criteria te worden voldaan:

  • 1.

    Het project is uitsluitend gericht op de uitvoering van de maatregelen die limitatief zijn opgenomen in het Hoofdrapport voor de Natura 2000 gebieden van de Nederlandse provincie Limburg;

  • 2.

    De maatregelen dienen te worden uitgevoerd ten behoeve van de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen in de Natura 2000 gebieden gelegen in de provincie Limburg;

  • 3.

    Onverminderd de leden 1 en 2 moet, indien sprake is van staatssteun, om voor subsidie in aanmerking te komen, het project voldoen aan de voorwaarden van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening dan wel de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 6 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger dient:

    • a.

      de maatregelen uiterlijk 31 december 2027 te hebben uitgevoerd;

    • b.

      eenmaal per jaar, uiterlijk 15 februari, een schriftelijk verslag in omtrent de inhoudelijke en financiële voortgang van de maatregelen van het jaar ervoor (met peildatum 31 december) waarin dient te zijn opgenomen:

      • -

        per natuurgebied een beschrijving van de voortgang van de uitvoering van de maatregelen en eventuele wijzigingen in de planning;

      • -

        de impact van de maatregelen op de betreffende locaties, met aandacht voor de gerealiseerde oppervlakte, de oppervlakte waar het effect van de maatregelen zullen optreden en de oppervlakte onderhanden in hectares, conform een door de Provincie Limburg aan te reiken format;

      • -

        de impact van de uitgevoerde maatregelen op omgevingscondities;

      • -

        de mate waarin de uitgevoerde maatregelen hebben bijgedragen aan de in het Hoofdrapport Natura 2000 gebieden beschreven doelstellingen;

      • -

        veranderingen in de eigendomssituatie van de aanvrager en andere wijzigingen in de bedrijfsvoering van de aanvrager;

      • -

        de financiële voortgang waarin tenminste is opgenomen:

        • een actueel kostenoverzicht in relatie tot de begroting;

        • een financieringsoverzicht alsmede een overzicht van toegezegde financiering van derden;

        • de financiële planning voor de resterende looptijd van de activiteit;

      • -

        de planning van de uitvoering van maatregelen in de resterende looptijd;

      • -

        een beschrijving van de evaluatiemethodiek waarmee de effectiviteit van uitgevoerde maatregelen wordt gemonitord;

    • c.

      een wijzigingsverzoek kan enkel eenmaal per jaar, bij de voortgangsrapportage, als onderdeel van het verslag omtrent de voortgang, als bedoeld in het eerste lid, aanhef onder b, worden ingediend;

    • d.

      minimaal één keer per jaar zal een voortgangsgesprek worden gevoerd met de provincie Limburg omtrent de inhoudelijke en financiële voortgang van de maatregelen;

    • e.

      in de uitvoering van de maatregelen rekening te houden met de zorgplicht;

    • f.

      in de uitvoering van maatregelen rekening te houden met de Omgevingswet en eventuele knelpunten voorafgaand aan de uitvoering voor te leggen aan het bevoegd gezag.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    het project niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    aan aanvrager reeds een subsidie is verleend op grond van deze nadere subsidieregels;

  • d.

    geen vooroverleg heeft plaatsgevonden, zoals beschreven in artikel 4;

  • e.

    niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 5;

  • f.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • g.

    de te verstrekken subsidie lager is dan € 50.000,00;

  • h.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 13;

  • i.

    de aanvrager een ondernemer is tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel a, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • j.

    er sprake is van een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel c, jo. artikel 2, onder 18, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 8 Berekeningswijze loonkosten

Bij het hanteren van uurtarieven in het kader van het verstrekken van subsidies in het kader van deze nadere subsidieregels worden, onder toepassing van artikel 16, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. en met inachtneming van de Wet normering topinkomens (WNT), de volgende berekeningswijzen en kostenbegrippen, in acht genomen:

  • 1.

    Subsidiabele uurtarieven dienen door de subsidieaanvrager te worden berekend met gebruikmaking van één of meer van de door de subsidieverlener voor te schrijven standaardberekeningswijzen.

  • 2.

    Als standaardberekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven worden gehanteerd:

    • a.

      berekening op basis van integrale kostensystematiek;

    • b.

      berekening op basis van directe loonkosten vermeerderd met een forfaitair vastgestelde opslag voor indirecte kosten van 30%.

  • 3.

    Voor de toepassing van de berekeningswijze op basis van integrale kostensystematiek gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      de berekeningswijze is gebaseerd op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen;

    • b.

      de berekeningswijze is vooraf goedgekeurd door de accountant.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de looptijd van deze nadere subsidieregels vast.

  • 2.

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 10 Subsidiebedrag

  • 1.

    Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 100% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2.

    Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt minimaal € 50.000,00 en maximaal € 8.000.000,00 per aanvrager.

Artikel 11 Subsidiabele en niet subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • -

      de uitvoeringskosten;

    • -

      loonkosten van de aanvrager conform artikel 8;

    • -

      de kosten van maatregelen opgenomen in het Hoofdrapport, behorende bij het betreffende Natura 2000 gebied.

  • 2.

    Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • -

      onvoorziene kosten;

    • -

      maatregelen niet opgenomen in het Hoofdrapport, behorende bij het betreffende Natura 2000 gebied;

    • -

      kosten voor regulier beheer;

    • -

      kosten voor grondverwerving en afwaardering van gronden;

    • -

      kosten voor financiële of contractuele verplichtingen die zijn aangegaan vóórdat de subsidie is aangevraagd dan wel kosten die reeds zijn gemaakt vóórdat de subsidie is aangevraagd;

    • -

      indien sprake is van staatssteun en de steun wordt verleend onder toepassing van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening of de Landbouwvrijstellingsverordening, dan zijn de kosten slechts subsidiabel voor zover zij passen binnen de betreffende verordeningen.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 12 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele-subsidieregelingen.

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 13 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan vanaf 1 januari 2025 worden ingediend en dient uiterlijk op 31 mei 2025 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 augustus 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels maatregelen Natura 2000 gebieden 2025-2027”.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 27 augustus 2024,

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

secretaris,

D. Timmer

Naar boven