Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2024, 13554 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2024, 13554 | ander besluit van algemene strekking |
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Onder vernummering van hoofdstuk 36 tot hoofdstuk 37, de paragrafen 36.1 en 36.2 tot 37.1 en 37. 2 en de artikelen 36.1.1 en 36.2.1 tot 37.1.1 en 37.2.1., wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk 36 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ter uitvoering van de Zeeuwse bosvisie
Paragraaf 36.1 Bos en houtige landschapselementen
Artikel 36.1.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
buiten de bebouwde kom: gebied buiten een aaneengesloten bebouwing die overwegend een woon- en verblijffunctie heeft, begrensd als geoinformatie object in bijlage II bij de Omgevingsverordening Zeeland en te raadplegen op https://identifier.officielebekendmakingen.nl/join/id/regdata/pv29/2023/gebiedsaanwijzing_940adf321d134b9288c92d06b672cae9/nld@2023-12-19;1;
Index Natuur en Landschap: beschrijving van natuur- en landschapstypen, te raadplegen via de website: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-natuur-en-landschap/
Artikel 36.1.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:
Artikel 36.1.4 Weigeringsgronden
Artikel 36.1.5 Subsidievereisten
Artikel 36.1.6 Subsidiabele kosten
Artikel 36.1.7 Niet-subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 36.1.6, komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
In afwijking van het eerste lid, worden in het geval een subsidie op grond van deze paragraaf met een andere subsidie of financiële bijdrage voor dezelfde in aanmerking komende kosten wordt gecumuleerd, de krachtens deze paragraaf toe te kennen bedragen zodanig beperkt dat het totale bedrag aan subsidies en financiële bijdrages niet hoger is dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, het maximale subsidiebedrag uit deze paragraaf en de maximale steunintensiteiten en steunbedragen die zijn toegestaan op grond van de toepasselijke staatssteunregels.
Artikel 36.1.9 Subsidieplafond en openstelling
Artikel 36.1.10 Subsidieverplichtingen
Indien het wegens onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is om binnen de in het eerste lid, onder a, gestelde termijn de aanleg te realiseren, kan de subsidieontvanger uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging van die termijn met maximaal een jaar.
Artikel 36.1.11 Subsidievaststelling en verantwoording
Na bijlage B (nieuw) bij het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 worden de bijlagen C tot en met F toegevoegd, luidende:
Bijlage C behorende bij artikelen 36.1.3 en 36.1.10 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Afbakening en vereisten aanleg en beheer bos en landschapselementen
Zie voor de afbakening de Index Natuur en Landschap:
Zie voor de afbakening de Index Natuur en Landschap:
Bijlage D behorende bij artikel 36.1.5 van Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Beleidskaart Bos en houtige landschapselementen
Deze kaart is digitaal te raadplegen in het Subsidieloket.
Kansenkaart bos en houtige landschapselementen
Deze kaart is digitaal te raadplegen in het Subsidieloket.
Bijlage E behorende bij artikel 36.1.8 van Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Bedragen beheerkosten per jaar
Bijlage F behorende bij artikel 36.1.1 van Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Bron: Stichting Landschapsbeheer Zeeland, Advies Zeeuwse bomen en struiken, versie 2023-1-5
Na de toelichting op hoofdstuk 35, wordt een toelichting toegevoegd, luidende:
Toelichting op hoofdstuk 36 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ter uitvoering van de Zeeuwse bosvisie
Het nieuwe hoofdstuk 36 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 (Asb 2023) heeft als doel invulling te geven aan de Zeeuwse bosvisie. Op grond van paragraaf 1 van dit hoofdstuk kunnen subsidies worden verstrekt voor aanleg en beheer van bossen en houtige landschapselementen. Hierdoor wordt zowel de landschappelijke als de ecologische kwaliteit van het buitengebied versterkt. Vergelijkbare activiteiten worden reeds verricht binnen het Natuurnetwerk Zeeland. Deze worden bekostigd uit het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer (SNL), zoals begrensd en uitgewerkt in het Natuurbeheerplan. Paragraaf 1 van hoofdstuk 36 richt zich juist op activiteiten die niet binnen het Natuurnetwerk zullen worden verricht.
Dit hoofdstuk maakt onderdeel uit van het Asb 2023. Dat betekent dat bij subsidieverstrekking ook de algemene bepalingen in hoofdstuk 1 van het Asb 2023 en de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023 (Asv) van toepassing zijn. De bepalingen van de Asv en hoofdstuk 1 van het Asb 2023 gelden in aanvulling op het onderhavige hoofdstuk. Zo bevat § 1.3 van de Asb 2023 een aantal bepalingen over subsidiabele kosten en § 1.4 een aantal vereisten waar de aanvraag aan moet voldoen. § 1.6 bevat een aantal verplichtingen die de subsidieontvanger in acht moet nemen, waaronder de meldingsplicht indien hij verwacht de activiteiten niet (geheel) te zullen verrichten of niet (geheel) aan zijn verplichtingen te zullen voldoen. Daar waar hoofdstuk 36 afwijkt van hoofdstuk 1 van het Asb 2023, wordt dit expliciet aangegeven.
Staatssteun § 36.1 Bos en houtachtige elementen
Subsidiëring van de aanleg en het beheer van bossen of houtachtige landschapselementen kunnen staatssteun inhouden indien de subsidie wordt verstrekt aan een onderneming. Om de subsidie rechtmatig te kunnen verstrekken, wordt daarom gebruik gemaakt van de door de Europese Commissie goedgekeurde Catalogus Groenblauwe Diensten. Deze goedkeuring (laatstelijk op 26 oktober 2018, SA.44848) heeft de Europese Commissie gebaseerd op de Landbouwrichtsnoeren (Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (PB EU 2022/C 485/01). Om te beoordelen of een subsidieregeling voldoet aan de vereisten van de goedkeuring van de Europese Commissie, is een positief advies benodigd van de Adviescommissie Groenblauwe diensten waarvan het secretariaat bij BIJ12 is ondergebracht. Dit advies is op 26 augustus 2024 verstrekt.
Deze goedkeuring brengt met zich dat de provincie bepaalde administratieve verplichtingen dient na te komen. Een daarvan is de transparantieverplichting. De provincie zal hier invulling aan geven door verstrekte subsidies hoger dan € 10.000 (aan landbouwondernemingen) of € 100.000 (aan andere ondernemingen) te publiceren.
II Artikelsgewijze toelichting
§ 36.1 Bos en houtige landschapselementen
De doelgroep is ruim omschreven. Zowel natuurlijke als rechtspersonen kunnen een aanvraag doen als zij grondeigenaar, landbouwonderneming, terreinbeherende organisatie, gemeente of waterschap zijn. Indien de aanvrager zelf geen eigenaar is, moet hij een verklaring overleggen waaruit blijkt dat de eigenaar instemt met het uitvoeren van de activiteiten (zie artikel 36.1.5, derde lid, onder d).
Artikel 36.1.3 Subsidiabele activiteiten
In artikel 36.1.3 zijn de subsidiabele activiteiten opgenomen. Onderscheid wordt gemaakt tussen aanleg en beheer van houtige landschapselementen op een erf (zie onderdeel b) of buiten een erf (onderdeel a) en aanleg en beheer van bos (zie onderdeel c). De definitie van de houtige elementen is terug te vinden in bijlage B dat in samenhang met de Index natuur en landschap (van het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer) gelezen moet worden. De Index Natuur en Landschap geeft een omschrijving per element. Ook wordt er een onderlinge afbakening tussen de elementen aangegeven, zodat duidelijk is welke beheerkosten voor een specifiek element gesubsidieerd kunnen worden.
De bostypen waarvoor de subsidie kan worden aangevraagd, worden in de Index Natuur en Landschap aangeduid als ‘Droge bossen’ of ‘Natte bossen’ (zonder productie) dan wel als ‘Cultuurhistorische bossen’.
Artikel 36.1.4 Weigeringsgronden
Naast de weigeringsgronden van artikel 36.1.4, dient rekening te worden gehouden met de weigeringsgronden opgenomen in artikel 5 van de Asv 2023 en in artikel 1.2.1, tweede lid van de Asb 2023. Zo wordt een subsidie geweigerd indien tegen de onderneming die de subsidie ontvangt, een bevel tot terugvordering van ongeoorloofde staatssteun uitstaat.
Artikel 36.1.5 Subsidievereisten
In artikel 36.1.5 is een aantal vereisten opgenomen waaraan de activiteiten moeten voldoen. Zo kunnen de activiteiten alleen uitgevoerd worden op percelen buiten het Natuurnetwerk Zeeland. Bovendien moeten deze percelen gelegen zijn buiten de bebouwde kom, zoals deze is begrensd in de Omgevingsverordening Zeeland. Dit is slechts anders voor zover het betreft aanplanting op een erf.
Daarnaast dient er een ecologische onderbouwing te worden gegeven waaruit moet blijken dat de voorgenomen activiteiten ook daadwerkelijk een positieve bijdrage zullen leveren aan het versterken of beschermen van flora en fauna.
De aanleg en het beheer van de elementen moeten in overeenstemming zijn met bijlage C. Zo moet bij de aanleg een minimaal percentage van de bomen en struiken inheems zijn. In bijlage F is opgenomen welke soorten daaronder vallen. Verder is in bijlage C ook een afbakening opgenomen, zodat duidelijk is hoe de elementen van elkaar te onderscheiden. Dit is niet alleen van belang voor de wijze waarop het element moet worden aangelegd en beheerd, maar ook voor het bepalen van de hoogte van de subsidie (zie artikel 36.1.8 en bijlage E).
In bijlage D zijn twee kaarten uit de bosvisie opgenomen: een beleidskaart en een kansenkaart. De subsidiabele activiteiten moeten binnen die kaarten mogelijk zijn. De kaarten kunnen interactief worden geraadpleegd via het Subsidieloket.
Bij uitzondering zal de deelnemende agrariër een “grote onderneming” zijn (meer dan 250 werknemers in dienst en/of een jaaromzet hoger dan 50 miljoen euro en/of een jaarlijks balanstotaal hoger dan 43 miljoen euro). Als dat het geval is, zal aangetoond moeten worden dat de onderneming zonder de subsidie de activiteit niet zou uitvoeren. Dat kan door een ‘contrafeitelijk scenario’ te beschrijven, waarbij de bedrijfseconomische redenen (gestaafd met bewijsstukken) worden gegeven waarom zonder subsidie de activiteiten niet uitgevoerd zou kunnen worden.
Artikel 36.1.6 Subsidiabele kosten
Voor het beheer van de elementen gelden vaste bedragen. Aangesloten is bij de bedragen die gelden voor het natuurbeheer binnen het Natuurnetwerk in Zeeland gelden en zijn opgenomen in de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer (SVNL). Deze bedragen worden gedurende vijf jaar telkens voor één jaar uitbetaald. Anders dan bij het natuurbeheer op grond van de SVNL worden de bedragen voor beheer aan het begin van het beheerjaar verstrekt. Het beheer kan aanvangen nadat de aanleg gereed is.
De maximale bedragen zijn voor wat betreft de aanleg van bos afgeleid uit de berekeningen van Buro Ruimte en Groen uit 2021. De maximale bedragen voor de landschapselementen sluiten aan bij de maximale bedragen die binnen het Natuurnetwerk gelden voor landschapselementen.
De kosten voor het opstellen van een inrichtingsplan en de kosten voor toezicht en directievoering bij de aanplant mogen tezamen niet meer bedragen dan 20% van het totale bedrag van de andere kosten die worden gesubsidieerd voor aanleg.
Artikel 36.1.10 Subsidieverplichtingen
Na het verlenen van de subsidie, zijn subsidieontvangers verplicht om binnen een jaar de aanleg van het bos of het landschapselement te realiseren.
Bij de aanleg moeten de voorschriften uit bijlage C worden nageleefd. In die bijlage is aangegeven welk percentage inheemse soorten bij de aanleg gebruik van moet worden gemaakt bij de aanleg. In bijlage F is vervolgens aangegeven welke de inheemse soorten zijn. Bij voorkeur wordt daarbij gebruik gemaakt van autochtoon materiaal. Invasieve exoten mogen in geen geval gebruikt worden (zie eerste lid, onder d).
Het beheer dient vervolgens plaats te vinden overeenkomstig de beheereisen en beheervoorschriften, eveneens beschreven in bijlage C.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-13554.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.