Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 27 augustus 2024 hebben vastgesteld:

 

NADERE SUBSIDIEREGELS RESTAURATIE MONUMENTEN 2024-2027

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze nadere subsidieregels wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    Cultuurhistorische waarde: positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling.

  • 2.

    Duurzaamheidsadvies: bij duurzaamheidsmaatregelen moet rekening worden gehouden met de monumentale waarde, zodat het uiterlijk van het gebouw niet aangetast wordt. Wat er mogelijk is op gebied van verduurzaming en waar het gebouw om vraagt, verschilt dus per monument. Hiervoor dient een duurzaamheidsadvies door een erkende Duurzame Monumenten (DuMo) adviseur te worden opgesteld. Voor de eisen waar het duurzaamheidsadvies aan moet voldoen verwijzen we naar Bijlage 1 ‘Eisen verduurzamingsadvies’ die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling Tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten (Staatscourant 2020, nr. 30018, 05-06-2020).

  • 3.

    Duurzaamheidsmaatregelen: het treffen van maatregelen aan het monument die bijdragen aan de energiebesparing, het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen, het opwekken van hernieuwbare energie, het monument klimaatbestending maken of goed zijn voor de biodiversiteit. Voor de verduurzamingsmaatregelen die in het kader van deze regeling subsidiabel zijn verwijzen we naar Bijlage 2. Lijst verduurzamingsmaatregelen die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling Tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten (Staatscourant 2020, nr. 30018, 05-06-2020).

  • 4.

    Eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom van het monument heeft.

  • 5.

    Erfgoedensemble: een ruimtelijk en functioneel samenhangend geheel van monumenten, met vanuit het historisch gebruik van gronden en bouwwerken een logische ordening van functies rondom één of meerdere monumenten (zie artikelsgewijze toelichting).

  • 6.

    Functie: de gebruiksbestemming van een monument.

  • 7.

    Herbestemming: het geven van een nieuwe duurzame functie aan een (deel van een) monument.

  • 8.

    Herbestemmingskosten: kosten voor noodzakelijk aanpassingen aan het casco van een monument die verband houden met een functieverandering en/of het herstellen van de functie die het monument had.

  • 9.

    Inspectierapport: rapport met betrekking tot een monument dat is opgesteld door Stichting Monumentenwacht Limburg, dat de technische of fysieke staat én de urgente restauratieopgave van dat monument beschrijft.

  • 10.

    Instandhoudingsplicht: de instandhoudingsplicht verplicht de monumenteigenaar om zijn of haar monument zodanig te onderhouden dat instandhouding en de monumentale waarde zijn gewaarborgd zoals opgenomen in de Omgevingswet (onder Besluit Activiteiten Leefomgeving artikel 13.11) of in de gemeentelijke verordening.

  • 11.

    Kerk:

    • een reeds herbestemd monumentaal kerkgebouw, dat in de fase van de aanvraag niet of voor een overwegend deel niet meer wordt gebruikt voor de openbare eredienst. “Overwegend’ betekent dat minder dan 40% van het vloeroppervlakte wordt gebruikt voor de openbare eredienst. Deze categorie valt wel onder deze regeling

  • dan wel

    • een monumentaal kerkgebouw, dat in de fase van de aanvraag uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruik voor de openbare eredienst. ‘Overwegend’ betekent dat minimaal 60% van het vloeroppervlakte wordt gebruikt voor de openbare eredienst. Deze categorie valt niet onder deze regeling.

  • 12.

    Landschappelijke Kwaliteitsverbetering: met ‘landschappelijke kwaliteitsverbetering’ bedoelen we ingrepen in de directe omgeving van het monument die de historische situatie terugbrengt dan wel versterkt.

  • 13.

    Leidraad: de Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten 2013, die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten van het Rijk (Staatscourant 2019, nr. 67181, 19 december 2019), inclusief het daarbij behorende rekenmodel volgens STABU (Standaardbestek voor de Burger- en Utiliteitsbouw).

  • 14.

    Monument:

    • een onroerende zaak die de status heeft van rijksmonument, is opgenomen in het rijksmonumentenregister en als zodanig door het rijk op basis van de erfgoedwet is aangewezen

  • dan wel

    • een onroerende zaak die de status heeft van gemeentelijk monument en als zodanig door de gemeente op basis van een verordening is aangewezen

  • dan wel

    • een aanleg dat de status heeft van rijksmonument of gemeentelijk monument of een zelfstandig onderdeel daarvan, en die geheel of gedeeltelijk bestaat uit beplanting, zoals een park- of tuinaanleg.

  • 15.

    Onderhoud: het monument in een zodanige conditie houden dat de oorspronkelijke cultuurhistorische waarden worden behouden.

  • 16.

    Pastorie: een ambtswoning van een pastoor of predikant.

  • 17.

    Reconstructie: activiteiten die zijn gericht op de herbouw van een monument of bouwdeel van een monument dat niet meer aanwezig is in de fysieke ruimte, of een monument dat zal worden gedemonteerd voorafgaand aan herbouw (zie artikelsgewijze toelichting).

  • 18.

    Restauratie: ingrijpende handelingen/maatregelen, gericht op het maximaal behoud van de monumentale waarden, die het normale onderhoud te boven gaan en die technisch noodzakelijk zijn om het monument duurzaam, sober en doelmatig in stand te houden. Het monument dient daarbij in een zodanige conditie te worden gebracht dat de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde wordt behouden.

  • 19.

    Social Return On Investment (SROI): het opnemen van sociale voorwaarden in aanbestedingstrajecten zodat partijen een bijdrage kunnen leveren aan het provinciaal beleid ten aanzien van het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van het creëren van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen.

  • 20.

    Uitvoeringsgereed: ten aanzien van het project geldt dat alle eventueel noodzakelijke onderzoeken zijn verricht en afgerond, alle eventueel benodigde vergunningen (voor zowel restauratie als herbestemming) en/of toestemmingen zijn verleend en onherroepelijk zijn.

  • 21.

    Urgente restauratieopgave: de bouwkundige staat van een bouwwerk, of van een gedeelte daarvan, is dermate slecht dat omvangrijke restauratie noodzakelijk is voor het herstel of behoud van het monument. Deze urgentie wordt aangetoond middels een inspectierapport van de Monumentenwacht Limburg dat op het moment van het indienen van de aanvraag maximaal 2 jaar oud is. Bij een inspectierapport dat uitgaat van een 6-delige kwalificatiecategorie gebaseerd op de NEN 2767 norm worden de conditiescores 4 (matig), 5 (slecht) en 6 (zeer slecht) aangemerkt als urgent. Bij een inspectierapport gebaseerd op het Inspectiehandboek van Monumentenwacht met een 4-delige kwalificatiecategorie worden de scores matig en slecht als urgent aangemerkt.

  • 22.

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen voor het openbaar bestuur.

  • 23.

    Woonhuis: een monumentaal gebouw dat oorspronkelijk is gebouwd voor bewoning. Om te bepalen of een monument tot de categorie woonhuis behoort hanteren we de oorspronkelijke historische functie zoals die geregistreerd staat in het monumentenregister van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Een monumentaal woonhuis komt in het kader van deze regeling niet voor subsidiëring in aanmerking.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

De regeling is gericht op de instandhouding van monumenten door middel van restauratie waarbij sprake is van een urgente restauratieopgave met als doel dat de cultuurhistorische waarde van het monument behouden blijft. Om deze monumenten voor toekomstige generaties te behouden zijn een duurzame functie, de verduurzaming van het monument, de omgeving en het vertellen van het verhaal van het monument eveneens van belang.

Artikel 3 Doelgroep/aanvrager

Voor subsidie komt uitsluitend de eigenaar van het monument in aanmerking.

 

Aanvrager dient medewerking te verlenen aan een onderzoek zoals bedoeld in artikel 7a van de Wet Bibob, welk onderzoek standaard wordt uitgevoerd bij alle subsidieaanvragen behorend tot de Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan alle volgende algemene criteria:

 

  • 1.

    Het project betreft de restauratie van een monument, of een deel daarvan, met een urgente restauratieopgave (eventueel in combinatie met de verbetering van de duurzaamheid). De urgentie van de restauratieopgave moet blijken uit een inspectierapport van de Stichting Monumentenwacht Limburg dat op het moment van het indienen van de aanvraag maximaal twee jaar oud is.

  • 2.

    Het monument is gelegen in de Nederlandse provincie Limburg.

  • 3.

    Betreft het monument een rijksmonument of gemeentelijk beschermd monument.

  • 4.

    De restauratie dient bij te dragen aan het behoud van de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde van het monument en is er op gericht het monument te herstellen en daarbij de oorzaak van de ontstane schade weg te nemen.

  • 5.

    Het project dient uitvoeringsgereed te zijn.

  • 6.

    In het project wordt het verhaal van het monument in zijn omgeving actief uitgedragen (zie artikelsgewijze toelichting).

  • 7.

    Het monument moet na voltooiing van de restauratie een duurzame economische, toeristische en/of maatschappelijke functie hebben.

Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria bij treffen duurzaamheidsmaatregelen

Om voor subsidie voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen aan het monument in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan alle volgende specifieke criteria:

 

  • 1.

    Indien het project tevens betrekking heeft op de verbetering van de duurzaamheid van het monument, dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

    • a.

      een duurzaamheidsadvies van een Duurzame Monumenten (DuMo) adviseur conform de eisen van het verduurzamingsadvies;

    • b.

      een omschrijving met betrekking tot de duurzaamheidsmaatregelen die worden verricht. Deze omschrijving maakt onderdeel uit van het projectplan en dient te voldoen aan de indieningsvereisten conform de lijst met duurzaamheidsmaatregelen;

    • c.

      een STABU begroting waarin duidelijk wordt gemaakt welke maatregelen verduurzaming betreffen.

  • 2.

    De werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid dienen uitgevoerd te worden zonder nadelige gevolgen voor de cultuurhistorische waarde van het monument.

Artikel 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de gesubsidieerde restauratiewerkzaamheden aan het monument.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient ervoor te zorgen dat het monument na afronding van de restauratie in goede staat van onderhoud blijft op basis van de instandhoudingsplicht.

  • 3.

    Bij projecten met een looptijd van minimaal drie maanden en met subsidiabele kosten van € 200.000,00 of meer is SROI van toepassing. In dat geval dient ten minste 2% van de subsidiabele kosten besteed te worden door middel van het inzetten van één of meerdere van de onderstaande SROI-doelgroepen:

     

    • a.

      werkloos en werkzoekend (ongeacht de uitkeringssituatie);

    • b.

      met werkloosheid bedreigde inwoners;

    • c.

      WSW-ers;

    • d.

      leerlingen van Restauratie Opleidingsproject Zuid-Nederland.

Voor deze laatste categorie kan contact gelegd te worden met het Restauratie Opleidingsproject Zuid-Nederland. Zij kunnen u helpen om na te gaan of uw restauratieproject geschikt is als bouwplaats om er een of meerdere leerwerkplekken te creëren. Zie hiervoor bijgevoegde link: https://www.monumentenhuisbrabant.nl/rop-zuid.

 

Indien SROI niet kan worden toegepast, dient dit onderbouwd te worden door de aanvrager, waarbij het aan Gedeputeerde Staten is om af te wijken van de verplichting zoals gesteld in dit lid.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

 

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels, zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de aanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan (één van) de algemene criteria in artikel 4 en indien van toepassing de specifieke criteria in artikel 5;

  • d.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode, zoals vermeld in artikel 12;

  • e.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;

  • f.

    er sprake is van een situatie zoals genoemd onder artikel 3 van de Wet Bibob (zie artikelsgewijze toelichting);

  • g.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit(en) al op een andere wijze financiert/subsidieert.

  • h.

    het project betrekking heeft op onderhoud, reconstructie en/of nieuwbouw;

  • i.

    de aanvraag betrekking heeft op een woonhuis, een pastorie of een kerk die uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruik voor de openbare eredienst;

  • j.

    voor dezelfde activiteiten een SIM onderhoudssubsidie van het Rijk is ontvangen;

  • k.

    voor het betreffende monument (met uitzondering van andere monumenten binnen hetzelfde ensemble) in de periode 2020 t/m juli 2024 een provinciale subsidie voor restauratie en/of herbestemming is verleend op basis van een regeling of incidenteel;

  • l.

    voor het betreffende monument, het erfgoedensemble waar het betreffende monument onderdeel van is of één van de andere monumenten in het ensemble, in de huidige subsidieregeling (2024 – 2027) of incidenteel reeds een provinciale subsidie is verleend voor restauratie en/of herbestemming;

  • m.

    het te verstrekken subsidiebedrag lager is dan € 32.000,00.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 8 Subsidieplafond

Artikel 9 Subsidiebedrag

  • 1.

    Het subsidiebedrag voor restauratie (dit is inclusief de bijdrage voor de ‘landschappelijke kwaliteitsverbetering’ indien van toepassing) bedraagt maximaal 40% van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 400.000,00 per aanvraag.

  • 2.

    Indien het project tevens betrekking heeft op de verbetering van de duurzaamheid van het monument kan er voor deze specifieke kostenpost – op basis van de vastgestelde subsidiabele duurzaamheidskosten - maximaal € 100.000,00 aan subsidie worden verstrekt los van de bijdrage voor restauratie. Hierbij geldt dat het subsidiebedrag voor de verbetering van de duurzaamheid nooit hoger kan zijn dan het subsidiebedrag voor restauratie.

  • 3.

    De subsidiabele kosten voor restauratie dienen minimaal € 80.000,00 te bedragen.

  • 4.

    Subsidies lager dan € 32.000,00,- worden niet verstrekt.

Artikel 10 Subsidiabele kosten en niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten zijn subsidiabel (zie artikelsgewijze toelichting):

    • restauratiekosten: de noodzakelijke kosten voor werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen voor zover bepaald in de Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten;

    • de kosten voor ‘landschappelijke kwaliteitsverbetering’: dit betreffen uitsluitend de kosten die worden gemaakt in combinatie met restauratiekosten en bedragen maximaal 10% van de subsidiabele restauratiekosten aan het gebouwde monument (zie artikelsgewijze toelichting);

    • de kosten voor de verbetering van de duurzaamheid van het monument: de kosten die worden gemaakt in combinatie met restauratie en verbonden aan het opstellen van het duurzaamheidsadvies zoals gesteld in artikel 5, eerste lid, onder a en de kosten van de duurzaamheidsmaatregelen zoals opgesteld in artikel 5, eerste lid, onder b.

  • 2.

    Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • herbestemmingskosten;

    • reconstructiekosten;

    • onderhoudskosten;

    • kosten van installaties die geen onderdeel uitmaken van het duurzaamheidsadvies en/of de ‘lijst met duurzaamheidsmaatregelen’ behorende bij de subsidieregeling Tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten;

    • kosten voor verwarmingssystemen op basis van fossiele brandstoffen;

    • kosten die reeds zijn gemaakt respectievelijk financiële en/of contractuele verplichtingen die zijn aangegaan vóór indiening van de subsidieaanvraag, met uitzondering van voorbereidingskosten zijnde legeskosten en planvormingskosten;

    • kosten voor prijsindexering (zoals opgenomen in hoofdstuk 1.3 ‘Subsidiabele kosten’ van de Leidraad);

    • kosten voor toeslag gerelateerd aan de som van plan- en begeleidingskosten (zoals opgenomen in hoofdstuk 2. ‘Tabellen en grondslagen voor berekeningen’ van de Leidraad).

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 11 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/.

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 12 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan vanaf 17 september 2024 worden ingediend en dient uiterlijk 15 december 2027 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 17 september.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027’.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 27 augustus 2024.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer E.G.M. Roemer

secretaris

de heer D.F. Timmer

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING NADERE SUBSIDIEREGELS RESTAURATIE MONUMENTEN 2024-2027

Algemeen

 

Vanwege de complexiteit van het beleidsterrein adviseren wij u om vóór het indienen van de subsidieaanvraag een overleg in te plannen met de Provincie Limburg. U kunt dit overleg inplannen middels het vooroverlegformulier Restauratie Monumenten 2024-2027 op de website van de Provincie Limburg https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/ bij onderhavige subsidieregeling.

 

Artikel 1, lid 5:

 

Erfgoedensembles zijn bijvoorbeeld: een kasteel of een landhuis met bijgebouwen, tuin, park, bossen, landerijen en boomgaarden. Een boerderij met bijgebouwen, erf, meidoornhagen, boomgaard, tuin en landerijen. Een molen met molenaarsgebouw, waterloop, erf, boomgaard en molenbiotoop. In deze voorbeelden zijn de bijgebouwen gegroepeerd rond één hoofdmonument. Een erfgoedensemble kan ook bestaan uit een verzameling van meerdere rijksbeschermde dan wel gemeentelijk beschermde monumenten (zonder een hoofdmonument) en als complex geregistreerd staan in het rijksmonumentenregister, met een uniek complexnummer.

 

Artikel 1, lid 17:

 

Reconstructie: Bij het hanteren van deze definitie voor reconstructie sluiten we de herbouw van een monument of bouwdeel uit, ook als in de herbouw de oorspronkelijke materialen worden gebruikt. Daarnaast sluiten we de herbouw van een monument uit als de aanvrager zelf niet het monument sloopt of demonteert, maar dat in het verleden is gebeurd door welke omstandigheid dan ook.

 

Artikel 3:

 

De Wet Bibob geeft overheidsinstanties de mogelijkheid om de achtergrond van bedrijven en personen met wie zij zakendoen te screenen. Doel is voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert. Dit kunnen bestuursorganen doen door middel van een zogenaamd Bibob-onderzoek. Tijdens een Bibob-onderzoek worden diverse open en gesloten bronnen geraadpleegd om te beoordelen of de betrokkene (aanvrager) en diens (zakelijke) omgeving in relatie staan tot strafbare feiten. Artikel 3 van de Wet Bibob geeft bestuursorganen, voor zover zij bij of krachtens de wet daartoe de bevoegdheid hebben gekregen, de mogelijkheid een beschikking te weigeren dan wel een gegeven beschikking in te trekken indien uit het onderzoek is gebleken dat er een ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede gebruikt zal worden om criminele voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen. Het Bibob-onderzoek maakt onderdeel uit van de subsidieaanvraag, conform de richtlijnen op de provinciale website.

 

Bibob-onderzoek Provincie Limburg

 

De Provincie Limburg voert standaard Bibob-onderzoek uit bij alle subsidieaanvragen behorend tot de Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027. Wanneer u een subsidieaanvraag heeft ingediend, ontvangt u bericht van het Bibob-team waarin u wordt geïnformeerd over het Bibob-onderzoek en wordt verzocht om het Bibob-vragenformulier in te vullen en met bijlagen in te dienen. Deze informatie wordt, evenals de resultaten van het bronnenonderzoek, meegenomen in het onderzoek. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in aanvulling op het eigen onderzoek een advies aan te vragen bij het Landelijk Bureau Bibob. Dit alles dient om de mate van gevaar te bepalen dat de toegekende subsidie (mede) gebruikt zal worden om criminele voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen. Wanneer u weigert mee te werken aan het Bibob-onderzoek zal de subsidieaanvraag buiten behandeling worden gelaten.

 

Artikel 4, lid 6:

 

De eigenaar dient actief het verhaal van het monument (het gebouw en zijn omgeving) op enigerwijs uit te dragen. Voor het uitdragen van het erfgoedverhaal kan een digitaal platform worden gebruikt, maar dit kan ook in de vorm van een informatiebord of een educatieve dan wel toeristische vertaling van het verhaal van het monument. De beschrijving van de activiteiten die worden uitgevoerd, dient te worden opgenomen als onderdeel in het projectplan.

 

Artikel 7, lid f:

 

Het Bibob-onderzoek, zoals hiervoor beschreven in de toelichting bij artikel 3, heeft drie mogelijke uitkomsten: geen gevaar, mindere mate van gevaar of ernstige mate van gevaar. Indien geen gevaar is gebleken, wordt het Bibob-onderzoek afgerond en zal het reguliere subsidieverleningsproces worden hervat. Als er sprake is van een ernstige mate van gevaar kan de Provincie Limburg beslissen om de subsidie weigeren, mits weigering of intrekking evenredig is met de ernst van het gevaar en de ernst van de strafbare feiten. Bij enige of ernstige mate van gevaar kan er tevens voor gekozen geworden om voorschriften te verbinden aan de subsidieverlening. Deze voorschriften moeten zijn gericht op het wegnemen of beperken van het aanwezige gevaar op misbruik van de subsidieverlening. Indien de Provincie Limburg voornemens is voorschriften te verbinden aan de subsidieverlening of de subsidie te weigeren, wordt u hierover geïnformeerd en wordt u in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen alvorens een besluit wordt genomen.

Meer informatie over de toepassing van de Wet Bibob binnen de Provincie Limburg vindt u op onze website. Indien u vragen heeft kunt u contact opnemen met het Bibob-team van de Provincie Limburg.

 

Artikel 10, eerste lid:

 

Voor de bepaling van de subsidiabele kosten van aanvragen in het kader van de Nadere subsidieregels Restauratie Monumenten 2024-2027 dient gebruik te worden gemaakt van het STABU begrotingsformat. Met ‘landschappelijke kwaliteitsverbetering’ bedoelen we ingrepen in de directe omgeving van het monument die de historische situatie terugbrengt dan wel versterkt. De kosten voor ‘landschappelijke kwaliteitsverbetering’ betreffen uitsluitend de kosten die worden gemaakt in combinatie met restauratiekosten en bedragen maximaal 10% van de directe subsidiabele restauratiekosten. De directe subsidiabele restauratiekosten zijn de kosten voor materiaal en arbeid op de STABU-begroting zonder staartkosten.

Naar boven