Nadere subsidieregels Kerken 2024 – 2027

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 27 augustus 2024 hebben vastgesteld:

 

NADERE SUBSIDIEREGELS KERKEN 2024 – 2027

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze nadere subsidieregels wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    Cultuurhistorische waarde: positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling.

  • 2.

    Duurzaamheidsadvies: bij duurzaamheidsmaatregelen moet rekening worden gehouden met de monumentale waarde, zodat het uiterlijk van het gebouw niet aangetast wordt. Wat er mogelijk is op gebied van verduurzaming en waar het gebouw om vraagt, verschilt dus per monument. Hiervoor dient een duurzaamheidsadvies te worden opgesteld door een erkende Duurzame Monumenten (DuMo) adviseur te worden opgesteld. Voor de eisen waar het duurzaamheidsadvies aan moet voldoen verwijzen we naar Bijlage 1 ‘Eisen verduurzamingsadvies’ die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling Tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten (Staatscourant 2020, nr. 30018, 05-06-2020).

  • 3.

    Duurzaamheidsmaatregelen: het treffen van maatregelen aan het monument die bijdragen aan de energiebesparing, het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen, het opwekken van hernieuwbare energie, het monument klimaatbestending maken of goed zijn voor de biodiversiteit. Voor de verduurzamingsmaatregelen die in het kader van deze regeling subsidiabel zijn verwijzen we naar Bijlage 2 ‘Lijst verduurzamingsmaatregelen’ die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling Tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten (Staatscourant 2020, nr. 30018, 05-06-2020).

  • 4.

    Eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom van het monument heeft.

  • 5.

    Fysieke toegankelijkheid: maatregelen waardoor de kerk toegankelijker en/of gebruiksvriendelijker wordt voor bezoekers met een beperking.

  • 6.

    Herbestemming: het geven van een nieuwe (maatschappelijke) functie aan een (deel van een) kerk.

  • 7.

    Herbestemmingskosten: kosten voor noodzakelijk aanpassingen aan het casco van een monument die verband houden met een functieverandering.

  • 8.

    Inrichting: roerende zaken die niet tot het (nagel)vaste interieur van de kerk behoren, waaronder keukens, bars, sanitair, stoelen, tafels, stofferingen, wand- en vloerafwerking, plafondafwerking, verlichting en audiovisuele hulpmiddelen.

  • 9.

    Inspectierapport: rapport met betrekking tot een monument dat is opgesteld door Stichting Monumentenwacht Limburg, dat de technische of fysieke staat én de urgente restauratieopgave van dat monument beschrijft.

  • 10.

    Instandhoudingsplicht: de instandhoudingsplicht verplicht de monumenteigenaar om zijn of haar monument zodanig te onderhouden dat instandhouding en de monumentale waarde zijn gewaarborgd. Dit op basis van de instandhoudingsplicht zoals opgenomen in de Omgevingswet (onder Besluit Activiteiten Leefomgeving artikel 13.11) of in de gemeentelijke verordening.

  • 11.

    Kerk: een in de Nederlandse provincie Limburg gelegen kerkgebouw, zijnde een monument, dat in de fase van de aanvraag uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de openbare eredienst. ‘Overwegend’ betekent dat minimaal 60% van het vloeroppervlakte wordt gebruikt voor de openbare eredienst. Monumentale kerkgebouwen die niet meer in gebruik zijn voor de openbare eredienst of reeds (gedeeltelijk) zijn herbestemd, waarbij het overwegend gebruik van het vloeroppervlakte in gebruik is ten behoeve van de nieuwe functie, komen in het kader van deze regeling niet voor subsidiëring in aanmerking;

  • 12.

    Leidraad: de Leidraad Subsidiabele Instandhoudingskosten 2013, die als bijlage is opgenomen bij de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten van het Rijk (Staatscourant 2019, nr. 67181, 19 december 2019), inclusief het daarbij behorende rekenmodel volgens STABU (Standaardbestek voor de Burger- en Utiliteitsbouw).

  • 13.

    Monument: een onroerende zaak die de status heeft van rijksmonument, is opgenomen in het rijksmonumentenregister en als zodanig door het rijk op basis van de erfgoedwet is aangewezen dan wel een onroerende zaak die de status heeft van gemeentelijk monument en als zodanig door de gemeente op basis van een verordening is aangewezen.

  • 14.

    Maatschappelijke functie: een niet op winst gerichte publieke functie van het gebouw (of een deel ervan) op het gebied van onderwijs, sport, cultuur, welzijn, maatschappelijke opvang en/of zorg. Bij een maatschappelijke invulling staat de meerwaarde voor de samenleving centraal.

  • 15.

    Onderhoud: het monument in een zodanige conditie houden dat de oorspronkelijke cultuurhistorische waarden worden behouden.

  • 16.

    Openbaar toegankelijk: het monument is publiek toegankelijk. Hieronder wordt verstaan: ‘waar iedereen in kan’. Bezoekers en de lokale gemeenschap kunnen laagdrempelig gebruik maken van de ruimtes in en om het monument voor gemeenschappelijke doeleinden. Een substantieel deel van het monument staat voor dit gebruik open gedurende meer dan zes maanden in het jaar. Met substantieel bedoelen meer dan 50% van de ruimten in het monument óf onderdelen van het monument die van grote cultuurhistorische waarde zijn, zoals historische ontvangstruimten bij een entree.

  • 17.

    Reconstructie: activiteiten die zijn gericht op de herbouw van een monument of bouwdeel van een monument dat niet meer aanwezig is in de fysieke ruimte, of een monument dat zal worden gedemonteerd voorafgaand aan herbouw (zie artikelsgewijze toelichting).

  • 18.

    Restauratie: ingrijpende handelingen/maatregelen, gericht op het maximaal behoud van de monumentale waarden, die het normale onderhoud te boven gaan de die technisch noodzakelijk zijn om het monument duurzaam, sober en doelmatig in stand te houden. Het monument dient daarbij in een zodanige conditie te worden gebracht dat de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde wordt behouden.

  • 19.

    Social Return On Investment (SROI): het opnemen van sociale voorwaarden in aanbestedingstrajecten zodat partijen een bijdrage kunnen leveren aan het provinciaal beleid ten aanzien van het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van het creëren van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen.

  • 20.

    Uitvoeringsgereed: ten aanzien van het project geldt dat alle eventueel noodzakelijke onderzoeken zijn verricht en afgerond, alle eventueel noodzakelijke (omgevings)vergunningen (zowel voor restauratie en herbestemming) en/of toestemmingen zijn verleend en onherroepelijk zijn.

  • 21.

    Urgente restauratieopgave: de bouwkundige staat van een bouwwerk, of van een gedeelte daarvan, is dermate slecht dat omvangrijke restauratie noodzakelijk is voor het herstel of behoud van het monument. Deze urgentie wordt aangetoond middels een inspectierapport van de Monumentenwacht Limburg dat maximaal 2 jaar oud is. Bij een inspectierapport dat uitgaat van een 6-delige kwalificatiecategorie gebaseerd op de NEN 2767 norm worden de conditiescores 4 (matig), 5 (slecht) en 6 (zeer slecht) aangemerkt als urgent. Bij een inspectierapport gebaseerd op het Inspectiehandboek van Monumentenwacht met een 4-delige kwalificatiecategorie worden de scores matig en slecht als urgent aangemerkt.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Deze regeling is gericht op de instandhouding van kerken door middel van restauratie waar sprake is van een urgente restauratieopgave en/of herbestemming bij (dreigende) leegstand, eventueel in combinatie met de verbetering van de duurzaamheid en/of de verbetering van de toegankelijkheid. Hierbij is het vertellen van het verhaal van het monument in zijn omgeving van belang.

Artikel 3 Doelgroep/aanvrager

Voor subsidie komt uitsluitend de eigenaar van het monument in aanmerking.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan alle volgende algemene criteria:

 

  • 1.

    Het project heeft betrekking op een monumentale (zowel rijksmonumenten als gemeentelijke monumenten) kerk in de Nederlandse provincie Limburg;

  • 2.

    Het project betreft de restauratie en/of herbestemming van een kerk, eventueel in combinatie met de verbetering van de duurzaamheid en/of de verbetering van de fysieke toegankelijkheid van de kerk;

  • 3.

    Indien het project betrekking heeft op restauratie, dient sprake te zijn van een urgente restauratieopgave. De urgentie van de restauratieopgave moet blijken uit een inspectierapport van Stichting Monumentenwacht Limburg dat op het moment van het indienen van de aanvraag maximaal twee jaar oud is. De restauratie dient bij te dragen aan het behoud van de oorspronkelijke cultuurhistorische waarde van het monument en is er op gericht het monument te herstellen en daarbij de oorzaak van de ontstane schade weg te nemen.

  • 4.

    Indien het project betrekking heeft op herbestemming, dient de kerk een maatschappelijke functie te krijgen. Werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden zonder nadelige gevolgen voor de cultuurhistorische waarde van de kerk;

  • 5.

    Het project dient uitvoeringsgereed te zijn;

  • 6.

    In het project wordt het verhaal van het monument in zijn omgeving actief uitgedragen.

Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria duurzaamheidsmaatregelen/fysieke toegankelijkheid

Om voor subsidie voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen en/of maatregelen betreffende de fysieke toegankelijkheid in aanmerking te komen, gelden de volgende specifieke criteria:

 

  • 1.

    Indien het project tevens betrekking heeft op de verbetering van de duurzaamheid van de kerk, dient de aanvraag vergezeld te gaan van:

    • a.

      een duurzaamheidsadvies van een Duurzame Monumenten (DuMo) adviseur conform de eisen van het verduurzamingsadvies;

    • b.

      een omschrijving met betrekking tot de duurzaamheidsmaatregelen die worden verricht. Deze omschrijving maakt onderdeel uit van het projectplan en dient te voldoen aan de aan de indieningsvereisten conform de lijst met duurzaamheidsmaatregelen;

    • c.

      in de STABU begroting dient duidelijk te worden gemaakt welke maatregelen verduurzaming betreffen.

  • 2.

    Indien het project tevens betrekking heeft op het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid van de kerk dient er sprake te zijn van:

    • a.

      maatregelen waardoor de kerk toegankelijker en/of gebruiksvriendelijker wordt voor bezoekers met een beperking; of

    • b.

      maatregelen waardoor het voorportaal van de kerk veilig voor het publiek kan worden opengesteld.

  • 3.

    De werkzaamheden als bedoeld in het eerste en tweede lid dienen uitgevoerd te worden zonder nadelige gevolgen voor de cultuurhistorische waarde van de kerk.

Artikel 6 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de gesubsidieerde werkzaamheden aan het monument;

  • 2.

    Indien het project (mede) ziet op restauratie, dan dient de subsidieontvanger ervoor te zorgen dat het monument na afronding van de restauratie in goede staat van onderhoud blijft op basis van de instandhoudingsplicht;

  • 3.

    Indien de kerk overwegend in de openbare eredienst blijft, dient de kerk na restauratie en/of herbestemming openbaar toegankelijk te zijn voor het publiek;

  • 4.

    Bij projecten met een looptijd van minimaal drie maanden en met subsidiabele kosten van € 200.000,00 of meer is SROI van toepassing. In dat geval dient ten minste 2% van de subsidiabele kosten besteed te worden door middel van het inzetten van één of meerdere van de onderstaande SROI-doelgroepen:

    • a.

      werkloos en werkzoekend (ongeacht de uitkeringssituatie);

    • b.

      met werkloosheid bedreigde inwoners;

    • c.

      WSW-ers;

    • d.

      leerlingen van Restauratie Opleidingsproject Zuid-Nederland.

    Voor deze laatste categorie kan contact gelegd worden met het Restauratie Opleidingsproject Zuid-Nederland. Zij kunnen u helpen om na te gaan of uw restauratieproject geschikt is als bouwplaats om er een of meerdere leerwerkplekken te creëren. Zie hiervoor bijgevoegde link: https://www.monumentenhuisbrabant.nl/rop-zuid

     

    Indien SROI niet kan worden toegepast, dient dit onderbouwd te worden door de aanvrager, waarbij het aan Gedeputeerde Staten is om af te wijken van de verplichting zoals gesteld in dit lid.

Artikel 7 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

 

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de aanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan (één van) de algemene criteria in artikel 4 en indien van toepassing de specifieke criteria in artikel 5;

  • d.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode, zoals vermeld in artikel 12;

  • e.

    Monumentale kerkgebouwen die niet meer in gebruik zijn voor de openbare eredienst of reeds (gedeeltelijk) zijn herbestemd, waarbij het overwegend gebruik van het vloeroppervlakte in gebruik is ten behoeve van de nieuwe functie, komen in het kader van deze regeling niet voor subsidiëring in aanmerking;

  • f.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert;

  • g.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;

  • h.

    voor de restauratie van het monument in huidige subsidieregeling (2024 – 2027) of in de periode 2020 – 2023 reeds een provinciale subsidie is verleend basis van een regeling of incidenteel;

  • i.

    voor dezelfde activiteiten een SIM onderhoudssubsidie is ontvangen;

  • j.

    het project slechts de restauratie van een monumentaal orgel betreft en geen restauratie werkzaamheden aan het monumentale kerkgebouw bevat;

  • k.

    het project betrekking heeft op onderhoud, reconstructie en/of nieuwbouw;

  • l.

    het te verstrekken subsidiebedrag lager is dan € 100.000,00.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 8 Subsidieplafond

Artikel 9 Subsidiebedrag

  • 1.

    Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten voor restauratie en/of herbestemming met een maximum van € 500.000,00 per aanvraag;

  • 2.

    Indien het project tevens betrekking heeft op de verbetering van de duurzaamheid van de kerk kan er voor deze specifieke kostenpost – op basis van de vastgestelde subsidiabele verduurzamingskosten - maximaal € 100.000,00 aan subsidie worden verstrekt los van de percentuele bijdrage voor restauratie en herbestemming;

  • 3.

    De totale subsidiabele kosten van het project dienen minimaal € 200.000,00 te bedragen;

  • 4.

    Subsidies lager dan € 100.000,00,- worden niet verstrekt.

Artikel 10 Subsidiabele kosten en niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • a.

      in het geval er sprake is van restauratie: de noodzakelijke kosten voor werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen voor zover bepaald in de Leidraad Subsidiabele instandhoudingskosten;

    • b.

      in het geval er sprake is van een herbestemming: de kosten van bouwtechnische werkzaamheden en/of maatregelen, die noodzakelijk zijn in verband met en direct gerelateerd zijn aan de herbestemming van de kerk en sober en doelmatig worden uitgevoerd. In aanvulling op artikel 15, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn kosten die betrekking hebben op inrichting, zoals gesteld in artikel 1, lid 8, niet-subsidiabel;

    • c.

      in het geval er sprake is van verbetering van de duurzaamheid van de kerk: de kosten verbonden aan het opstellen van het duurzaamheidsadvies zoals gesteld in artikel 5, eerste lid, onder a en de kosten van de duurzaamheidsmaatregelen zoals opgesteld in artikel 5, eerste lid, onder b;

    • d.

      in het geval er sprake is van het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid van de kerk: kosten van maatregelen waardoor de kerk toegankelijker en/of gebruiksvriendelijker wordt voor mensen met een beperking of kosten van maatregelen waardoor het voorportaal van de kerk veilig voor het publiek kan worden opengesteld, zoals een glazen voorportaal;

    • e.

      Indien het project restauratie betreft is het mogelijk om ook de restauratie van een monumentaal orgel op te nemen in de subsidieaanvraag. Er dient dan ook te worden aangetoond dat het een urgente restauratie opgave betreft;

  • 2.

    In aanvulling op artikel 15, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • a.

      reconstructiekosten;

    • b.

      onderhoudskosten;

    • c.

      kosten van installaties indien die geen onderdeel uitmaken van het duurzaamheidsadvies en/of ‘lijst met duurzaamheidsmaatregelen’ behorende bij de subsidieregeling Tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten;

    • d.

      kosten voor verwarmingssystemen op basis van fossiele brandstoffen;

    • e.

      kosten die reeds zijn gemaakt dan wel kosten die samenhangen met financiële en/of contractuele verplichtingen aangegaan voordat een projectsubsidie is aangevraagd, met uitzondering van voorbereidingskosten ten aanzien van leges en planvorming;

    • f.

      kosten voor prijsindexering (zoals opgenomen in hoofdstuk 1.3. ‘Subsidiabele kosten’ van de Leidraad).

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 11 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 12 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan vanaf 17 september 2024 worden ingediend en dient uiterlijk 15 december 2027 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 17 september 2024.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2028 met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Nadere subsidieregels Kerken 2024 – 2028’

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 27 augustus 2024.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

secretaris

dhr. D.F. Timmer

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING NADERE SUBSIDIEREGELS KERKEN 2024 – 2027

Algemeen

 

Vanwege de veeleisende planvorming bij restauratie en/of herbestemming en de complexiteit van het beleidsterrein adviseren wij u om vóór het indienen van de subsidieaanvraag een overleg in te plannen met de Provincie Limburg. U kunt dit overleg inplannen middels het vooroverlegformulier Nadere subsidieregels Kerken 2024-2027 op de website van de Provincie Limburg https://www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele-subsidies/ bij onderhavige subsidieregeling.

 

Artikel 1 lid 17

 

Reconstructie: bij het hanteren van deze definitie voor reconstructie sluiten we de herbouw van een monument of bouwdeel uit, ook als in de herbouw de oorspronkelijke materialen worden gebruikt. Daarnaast sluiten we de herbouw van een monument uit als de aanvrager zelf niet het monument sloopt of demonteert, maar dat in het verleden is gebeurd door welke omstandigheid dan ook.

 

Artikel 4 lid 6

 

De eigenaar dient actief het verhaal van het monument (het gebouw en zijn omgeving) op enigerwijs uit te dragen gedragen. Voor het uitdragen van het erfgoedverhaal kan een digitaal platform worden gebruikt, maar dit kan ook in de vorm van een informatiebord of een educatieve dan wel toeristische vertaling van het verhaal van het monument. De beschrijving van de activiteiten die worden uitgevoerd, dient te worden opgenomen als onderdeel in het projectplan.

 

Artikel 10 lid 1

 

Voor de bepaling van de subsidiabele kosten van aanvragen in het kader van de Nadere Subsidieregels Kerken 2024-2027 dient gebruik te worden gemaakt van het STABU begrotingsformat.

Naar boven