Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 12967 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 12967 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 2 juli 2024, houdende regels voor uniforme subsidiebegrippen, kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies, regels met betrekking tot de accountantscontrole en de controleverklaring en regels omtrent begrotingssubsidies (Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4, derde lid, artikel 10 en artikel 22, negende lid, van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten regels wensen vast te stellen voor uniforme subsidiebegrippen, kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies, regels met betrekking tot de accountantscontrole en de controleverklaring en regels omtrent begrotingssubsidies;
In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
begrotingssubsidie naar aard exploitatiesubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Asv;
begrotingssubsidie naar aard projectsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder d, van de Asv;
incidentele subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder e, van de Asv;
subsidieregeling: subsidieregeling als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Asv;
projectsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Asv.
Artikel 1.2 Te hanteren subsidiebegrippen
De subsidieaanvrager hanteert bij het indienen van zijn subsidieaanvraag de volgende subsidiebegrippen:
samenwerkingsovereenkomst: schriftelijke door alle deelnemers binnen een samenwerkingsverband ondertekende overeenkomst die ziet op het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd en waarin de taken, verantwoordelijkheden en financiële bijdragen van elke deelnemer aan het project zijn vastgelegd, alsmede de machtiging met betrekking tot het penvoerderschap;
Artikel 1.3 Te hanteren kostenbegrippen
De subsidieaanvrager hanteert bij het berekenen van de subsidiabele kosten, genoemd in de desbetreffende subsidieregeling en bij het indienen van begrotingssubsidies of incidentele subsidies de volgende kostenbegrippen:
loonkosten: optelsom van de bruto loonkosten, niet winst afhankelijke emolumenten, dan wel extra verdiensten naast het loon, werkgeverslasten, kosten van secundaire arbeidsvoorwaarden en, indien van toepassing, een evenredig deel van de begrote kosten voor een eventuele wachtgelduitkering na ontslag, voor personeel dat werkzaamheden verricht ten behoeve van subsidiabele activiteiten;
uurtarief: tarief per uur voor arbeids- en personeelsuren, niet bevattend debetrente, boetes, provisies, financiële sancties, winstopslagen, gerechtskosten, voorzieningen voor mogelijke toekomstige verliezen of lasten, wisselverliezen, terugvorderbare indirecte belastingen, schulden of onvoorziene kosten;
Artikel 1.5 Uurtarief op basis van integrale kosten
Indien de kostendragers op basis van bedrijfseconomische of rationele gronden niet in een uurtarief kunnen worden uitgedrukt kunnen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat volstaan kan worden met de binnen de organisatie toegepaste eenheid voor tariefberekening passend bij de kostendrager, mits deze gangbaar en algemeen geaccepteerd is.
Artikel 1.6 Uurtarief op basis van kostendrager met opslag
Bij de berekeningswijze op basis van kosten per kostendrager:
Artikel 1.7 Uurtarief op basis van forfaitair vastgesteld uurtarief
Bij de berekeningswijze op basis van een forfaitair vastgesteld uurtarief hanteert de subsidieaanvrager het maximale uurtarief, vastgesteld in de desbetreffende subsidieregeling.
Artikel 1.9 Berekeningswijze vrijwilligersvergoeding
De kosten van vergoedingen voor vrijwilligers zijn subsidiabel:
In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
accountant: accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
accountantscontrole: controle als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
Asv : Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Awb : Algemene wet bestuursrecht;
controleverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
exploitatiesubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
financieel projectverslag: verslag als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
financieel verslag: verslag als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
jaarrekening: jaarrekening als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
NBA: Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants;
omvangsbasis : totaal aan lasten in de verantwoording;
projectsubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
rechtmatigheid: naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen met een financieel effect, volgend uit het van toepassing zijnde normenkader.
Artikel 2.3 Controleverklaring
De door de subsidieontvanger overgelegde controleverklaring, bedoeld in artikel 2.2 eerste lid voldoet aan de volgende vereisten:
de controleverklaring is opgesteld conform:
model 10.2a van de NBA, Controleverklaring in de publieke en semipublieke sector bij een jaarrekening zonder consolidatie, met een oordeel over financiële rechtmatigheid door de accountant, met daarin een aparte passage voor het oordeel over de rechtmatigheid, indien het een exploitatiesubsidie betreft;
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Asv : Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Awb : Algemene wet bestuursrecht;
begrotingssubsidie naar aard exploitatiesubsidie: subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Asv;
bestemmingsreserve: reserve in de zin van artikel 4:71, eerste lid onder g, van de Awb, waaraan het bestuur van een subsidieontvanger een beperktere bestedingsmogelijkheid heeft gegeven dan gezien de doelstelling van de subsidieontvanger zou zijn toegestaan;
egalisatiereserve: egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Awb;
financieel verslag: verslag als bedoeld in artikel 1 van de Asv;
jaarrekening: jaarrekening als bedoeld in artikel 1 van de Asv.
Artikel 3.2 Vereisten subsidieaanvraag
Onverminderd artikel 12 van de Asv, voldoet een subsidieaanvrager van een begrotingssubsidie naar aard exploitatiesubsidie aan de volgende vereisten:
indien de subsidieaanvrager voor dezelfde begrote lasten tevens subsidie heeft aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen, doet hij daarvan mededeling in de subsidieaanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die subsidieaanvraag of de subsidieaanvragen;
de in onderdeel e, onder 2°, bedoelde bescheiden dan wel het verslag over de financiële positie zijn voorzien van een van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek afkomstige verklaring omtrent de getrouwheid onderscheidenlijk een mededeling, inhoudende dat van onjuistheden niet is gebleken;
Gedeputeerde Staten verlenen een begrotingssubsidie naar aard exploitatiesubsidie voor een kalenderjaar.
Artikel 3.4 Verplichtingen melding
Onverminderd artikel 17 van de Asv doet de subsidieontvanger onverwijld melding bij Gedeputeerd Staten van:
het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;
Artikel 3.8 Verplichtingen bij vaststelling
Onverminderd de artikelen 16 tot en met 22 van de Asv heeft de subsidieontvanger aan wie een begrotingssubsidie naar aard exploitatiesubsidie wordt verleend de volgende verplichtingen:
Gedeputeerde Staten zenden in 2028 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 20 augustus 2024
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Bijlage 1 behorende bij artikel 2.2, tweede lid, onderdeel d, onder 1 van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant
Deze percentages worden afgezet tegen de omvangsbasis (= totaal aan lasten in de verantwoording)
Toelichting behorende bij de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten wensen naar aanleiding van de vierde wijziging van de Algemene subsidieverordening (hierna: Asv) geharmoniseerde regels vast te stellen voor uniforme subsidiebegrippen, kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies, regels met betrekking tot de accountantscontrole en de controleverklaring en regels omtrent begrotingssubsidies. Met deze aanbouwregeling inzake algemene subsidienormen zijn de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017, de Regeling controleprotocol subsidies Noord-Brabant 2020 en de Beleidsregel begrotingssubsidies Noord-Brabant 2020 ingetrokken.
Artikel 10 van de Asv bevat de grondslag voor Gedeputeerde Staten om regels te stellen met betrekking tot de door de subsidieaanvrager bij het berekenen van de subsidiabele kosten te hanteren uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen.
Deze paragraaf sluit aan bij aanwijzing 19 van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking, zoals opgenomen in de bijlage bij de Regeling van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, van 15 december 2009, nr. 3086451, houdende vaststelling van Aanwijzingen voor subsidieverstrekking (ook wel bekend als het “Uniform subsidiekader” (USK)).
Met deze paragraaf worden forfaitaire elementen geïntroduceerd die een hulpmiddel zijn om de bepaling van de subsidiabele kosten, en daarmee van het subsidiebedrag, te vereenvoudigen en te uniformeren. De paragraaf bevat de subsidiebegrippen, kostenbegrippen en berekeningswijzen die de subsidieaanvrager bij de berekening van de subsidiabele kosten dient te hanteren. Hiermee wordt een verschillende uitleg van begrippen voorkomen. In de artikelsgewijze toelichting is een nadere toelichting opgenomen ten aanzien van enkele begrippen.
Gedeputeerde Staten wensen een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de getrouwheid van de door subsidieontvangers te overleggen verantwoording over de aan hen verstrekte subsidies en over de rechtmatigheid van de baten en lasten. Gedeputeerde Staten achten het in dat kader van belang om normen vast te stellen ten aanzien van de door hen gewenste reikwijdte, het object van de controle en de diepgang van de door de subsidieontvanger bij de verantwoording te overleggen controleverklaring en de daaraan ten grondslag liggende accountantscontrole door de accountant van de subsidieontvanger. Gedeputeerde Staten beogen hiermee te voorkomen dat er verschillen ontstaan tussen de wensen en verwachtingen die leven bij de provincie enerzijds en de feitelijke invulling van de accountantscontrole en de af te geven controleverklaring van de accountant van de subsidieontvanger anderzijds.
Gedeputeerde Staten wensen de verstrekking van begrotingssubsidies als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, van de Asv op uniforme wijze te regelen, met name voor wat betreft de reservevorming en bevoorschotting.
Deze regeling is vastgesteld op grond van de Asv. Voor een goed begrip van deze regeling is dus ook bestudering van de Asv noodzakelijk. Bij wettelijke subsidies is ook de desbetreffende subsidieregeling op grond waarvan de subsidie is verstrekt van belang. Daarnaast is de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing op alle subsidies.
Artikel 1.2 Te hanteren subsidiebegrippen
Indien het samenwerkingsverband in de samenwerkingsovereenkomst heeft aangegeven dat de penvoerder financieel gemachtigd is om ook subsidie namens de andere samenwerkingspartners aan te vragen en ook de totale financiële verantwoording draagt van het project zien Gedeputeerde Staten de betaling van de subsidie aan de penvoerder als een betaling van de subsidie aan alle deelnemers van het samenwerkingsverband.
Onder h (samenwerkingsverband)
Gedeputeerde Staten wijzen daarbij op het belang dat de deelnemers aan het samenwerkingsverband voor indiening van de aanvraag goed nagaan of en op welke manier zij zullen samenwerken of bijdragen aan het project. Deze afspraken dienen te worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst.
Indien de deelnemers aan het samenwerkingsverband specifiek ten behoeve van de samenwerking een nieuwe rechtspersoon oprichten, bijvoorbeeld in de vorm van een stichting, dan zien Gedeputeerde Staten die stichting als de enige subsidieaanvrager.
Artikel 1.3 Te hanteren kostenbegrippen
De in dit artikel opgenomen begrippen sluiten aan bij de begrippen zoals opgenomen in aanwijzing 19 van het USK.
Onder a (aantal direct productieve uren per jaar)
Dit begrip vormt de basis voor de berekening van het uurtarief bij de integrale kostenberekeningswijze. Het aantal uren per dag is bijvoorbeeld 7,2 uren bij een 36-urige werkweek.
Opgemerkt zij dat de subsidieaanvrager voor de berekening van de hoogte van de afschrijvingskosten de afschrijvingsmethode kan hanteren die binnen de organisatie gangbaar is, mits algemeen geaccepteerd (bijvoorbeeld lineair afschrijven of afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde). Voor de uiteindelijke toerekening van afschrijvingskosten zal rekening moeten worden gehouden met de subsidieperiode en de mate van gebruik van de investering ten behoeve de subsidiabele activiteiten.
Onder c (arbeids- en personeelsuren)
In het begrip “arbeids- en personeelsuren” is opgenomen dat het gaat om uren van personeel van de subsidieaanvrager. Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat subsidie ook kan worden aangevraagd door een samenwerkingsverband. Het kan daarbij gaan om een samenwerkingsverband van rechtspersonen, een samenwerkingsverband van rechtspersonen en natuurlijke personen of een samenwerkingsverband van alleen natuurlijke personen. Onder het begrip “arbeids- en personeelsuren” vallen derhalve ook de uren van alle deelnemers van het samenwerkingsverband. Bij uren van personeel dat niet in loondienst is, gaat het bijvoorbeeld om uitzendkrachten en interimpersoneel. De inzet van een eigenaar (al dan niet in loondienst) kan eveneens worden meegenomen bij de “arbeids- en personeelsuren”.
Bij directe kosten kan het gaan om kosten van een kostendrager en kosten derden.
Onder f (economische levensduur)
De eventuele restwaarde na de economische levensduur hoort niet tot de subsidiabele kosten en dient dus in mindering te worden gebracht.
Met indirecte kosten worden kosten bedoeld die niet direct kunnen worden toegewezen aan een kostendrager. Indirecte kosten worden via een verdeelsleutel toegerekend aan een kostendrager. Voorbeelden van indirecte kosten zijn algemene huur-, administratie-, marketing- en overheadkosten.
Met een kostendrager bedoelen Gedeputeerde Staten een specifiek product, project, dienst of activiteit waaraan de kosten worden toegerekend. Door de kosten toe te wijzen aan kostendragers kan de prijs per eenheid worden bepaald. Bijvoorbeeld een uurtarief.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten van gehele of gedeeltelijke uitbesteding door de subsidieaanvrager van een deel van de subsidiabele activiteit of kosten van voor de subsidiabele activiteit geleverde goederen en diensten.
Een subsidieaanvrager kan ook als gemachtigde en penvoerder namens meerdere aanvragers die samenwerken een subsidie aanvragen. Onderlinge leveringen tussen deelnemers van een samenwerkingsverband die samen een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten vallen dan niet onder het begrip “kosten derden”. Onderlinge leveringen tussen juridisch of financieel met de subsidieaanvrager verbonden zusterondernemingen, dochterondernemingen, moederondernemingen of vergelijkbare ondernemingen vallen ook niet onder dit kostenbegrip.
Onder o ( kostenverdeelstaat )
Onder kostenverdeelstaat verstaan Gedeputeerde Staten een overzicht waarin op schematische wijze indirecte en directe kosten worden toegerekend aan kostendragers. Hierbij worden transparante verdeelsleutels gebruikt voor de toedeling van indirecte kosten. Dit kunnen bijvoorbeeld arbeidsuren zijn. Uitgangspunt is dat kosten direct worden toegerekend aan kostendragers waar het kan en via een verdeelsleutel waar het niet direct kan.
Met kostenplaats wordt een specifieke locatie, afdeling of eenheid binnen een organisatie bedoeld waar kosten worden gemaakt. Bijvoorbeeld administratie, management of huisvesting.
Met het begrip kostensoort wordt een categorie of classificatie van kosten bedoeld die wordt gebruikt om de verschillende kosten in een bedrijf te identificeren en te groeperen. Voorbeelden van kostensoorten zijn huisvestingskosten, loonkosten en kantoorkosten.
Onder r (out-of-pocket kosten)
Bij dergelijke kosten kan het bijvoorbeeld gaan om parkeer- of lunchkosten van relatief geringe omvang die door de subsidieaanvrager worden vergoed aan personen of ondernemingen die werk voor hen verrichten.
Artikel 1.8 Berekeningswijze bijdrage in natura
Alleen als er aan de vereisten in dit lid is voldaan nemen Gedeputeerde Staten bijdragen in natura geheel of gedeeltelijk mee als subsidiabele kosten in de berekening van de hoogte van de subsidie.
Een bijdrage in natura in een project kan van invloed zijn op de maximale hoogte van het subsidiebedrag. Uit het tweede lid volgt dat het subsidiebedrag nooit hoger mag zijn dan de totale subsidiabele kosten min de bijdragen in natura. Voor de berekening hiervan wordt rekenkundig de bijdrage in natura afgetrokken van de totale subsidiabele kosten. Het bedrag dat vervolgens overblijft is het bedrag dat maximaal als subsidie kan worden verleend. Deze berekening komt dan in aanvulling op andere subsidiehoogte bepalingen, zoals bijvoorbeeld een subsidiehoogte percentage.
Totale subsidiabele kosten zijn € 300.000.
Het deel hiervan in bijdrage in natura is € 170.000.
Als de subsidiehoogte bijvoorbeeld 50% is, dan zou eigenlijk € 300.000 x 0,5 is € 150.000 de te verlenen subsidie zijn.
Echter door de bijdrage in natura in dit project is het bedrag dat door deze regel maximaal aan subsidie kan worden verleend slechts € 130.000, omdat dan gekeken wordt naar de totale subsidiabele kosten min de bijdrage in natura, zijnde € 300.000 - € 170.000 = € 130.000.
Totale subsidiabele kosten zijn € 100.000.
Het deel hiervan in bijdrage in natura is € 25.000.
Als de subsidiehoogte bijvoorbeeld 50% is, dan zou eigenlijk € 100.000 x 0,5 is € 50.000 de te verlenen subsidie zijn.
Door de bijdrage in natura in dit project zou het bedrag dat door deze regel maximaal aan subsidie kan worden verleend € 100.000 - € 25.000 = € 75.000 zijn. Omdat de subsidiehoogte in het geval er geen sprake zou zijn van een bijdrage in natura echter maar € 50.000 zou zijn, blijft de te verlenen subsidie in dit voorbeeld € 50.000.
De uiteindelijk te verlenen subsidie bij een bijdrage in natura kan dus wel lager, maar nooit hoger zijn dan de maximale subsidiehoogte in het normale geval.
Rechtmatigheid betekent in het algemeen het voldoen aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In het kader van deze paragraaf wordt rechtmatigheid gedefinieerd als de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen met een financieel effect. Deze verplichtingen zijn opgesomd in artikel 2.4 van deze paragraaf. Indien het niet of onjuist toepassen van de wet- en regelgeving onherstelbaar is, resulteert dit in een rechtmatigheidsfout.
Artikel 2.2 Accountantscontrole
Tweede lid, onderdeel b, onder 6° Europese regelgeving
Met Europese regelgeving bedoelen Gedeputeerde Staten onder andere de op de subsidie van toepassing zijnde Europese verordeningen, richtlijnen en programma’s en de Europese staatssteun- en aanbestedingsregels.
Tweede lid, onder c Beroepsvoorschriften NBA
Gedeputeerde Staten beogen niet om een aanpak van de accountantscontrole voor te schrijven. Veelal zal de accountant zich immers bij zijn controle baseren op een (risico)analyse van de administratieve organisatie en interne controle bij de subsidieontvanger en op basis daarvan komen tot een optimale afweging van de in te zetten controlemiddelen.
Artikel 2.3 Controleverklaring
Voor de meest actuele versie van de controleverklaringen verwijzen Gedeputeerde Staten naar de website van de NBA: www.nba.nl.
Onder d Gewenste mate van zekerheid
Volgens de richtlijnen voor de accountantscontrole betekent dit dat de accountant een hoge, maar geen absolute mate van zekerheid dient te verschaffen. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid van 95%. Gedeputeerde Staten volgen deze lijn.
Gedeputeerde Staten verlenen de subsidie niet per boekjaar, maar altijd per kalenderjaar. Indien er sprake is van een afbouw van een subsidie kan het voorkomen dat de subsidie slechts voor een deel van een kalenderjaar verstrekt wordt.
Artikel 3.5 Verplichtingen egalisatiereserve
Gedeputeerde Staten hebben het uitgangspunt dat organisaties gestimuleerd moeten worden in het verwerven van eigen (markt)inkomsten. Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, komt ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve. Deze reserve is bedoeld ter egalisatie van tekorten en overschotten in de exploitatie over meerdere kalenderjaren. De egalisatiereserve wordt gevormd uit exploitatieoverschotten en behoort tot het eigen vermogen.
Artikel 3.6 Verplichtingen bestemmingsreserves
Instellingen krijgen onder voorwaarden de mogelijkheid een bestemmingsreserve te vormen met provinciale middelen. Vorming en voeding van een bestemmingsreserve dient gebaseerd te zijn op een goed doordacht beleids- en beheersplan van de subsidieontvanger. Deze reserve behoort tot het eigen vermogen en betreft geen financiële verplichtingen. Wettelijk gezien valt deze reserve onder de overige reserves als bedoeld in artikel 373, eerste lid, onder f, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-12967.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.