Nadere regels ondersteuning Vermaatschappelijking natuur

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

overwegende dat:

 

Provinciale Staten hebben bij besluit van 9 november 2022 bij het vaststellen van de programmabegroting 2023 budget beschikbaar gesteld om initiatieven te ondersteunen die bijdragen aan de Vermaatschappelijking van het natuurbeleid (dat wil zeggen het verder versterken en / of vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van de Flevolanders bij natuur en biodiversiteit en het beleid daaromtrent), er is hier budget voor beschikbaar tot en met 2026. Gedeputeerde Staten hieraan uitvoering willen geven door het in het leven roepen van een subsidiemogelijkheid;

 

de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 een procedureel kader geeft voor subsidiëring van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;

 

in artikel 4, eerste lid van deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 door Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;

 

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023.

 

BESLUITEN:

 

De volgende nadere regels vast te stellen:

 

Nadere regels ondersteuning Vermaatschappelijking natuur

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASF 2023: De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023.

  • b.

    Vermaatschappelijking: het vergroten van de actieve betrokkenheid van burgers en organisaties bij natuur en/of biodiversiteit;

  • c.

    Natuurbeleid: het beleid van de overheid om de Nederlandse natuur te behouden en versterken. En de verschillende plant- en diersoorten (biodiversiteit) te behouden.

Artikel 2. Doel van de subsidie en de nadere regels

Doel van de subsidie is:

  • a.

    het verder versterken en/of vergroten van de actieve betrokkenheid van de Flevolanders bij natuur en biodiversiteit, door het stimuleren en ondersteunen van initiatieven die de actieve betrokkenheid van burgers en organisaties bij natuur en biodiversiteit vergroten en versterken.

  • b.

    duidelijkheid te verschaffen aan potentiële aanvragers over de voorwaarden.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door organisaties zonder winstoogmerk die reeds met burgers en/of maatschappelijke organisaties samenwerken op het gebied van natuur en biodiversiteit.

Artikel 4. Subsidievorm

Gedeputeerde Staten kunnen op grond van deze nadere regels een éénmalige subsidie verstrekken, in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Bij aanvraag van een subsidie van maximaal € 5.000 bedraagt de subsidie 90% van de subsidiabele kosten tot een bedrag van € 4.500.

  • 2.

    Bij aanvraag van een subsidie vanaf € 5.000 bedraagt de subsidie 70% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 5.000 en maximum van € 20.000.

  • 3.

    De totaal verstrekte subsidie aan een subsidieaanvrager over een periode van 3 jaren bedraagt maximaal € 60.000.

  • 4.

    Een subsidieaanvrager kan maximaal 2 subsidieaanvragen per jaar gehonoreerd krijgen.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt voor:

    • a.

      2024 € 88.000,-;

    • b.

      2025 € 100.000,-;

    • c.

      2026 € 100.000,-.

  • 2.

    Indien er van het subsidieplafond na de behandeling van de aanvragen voor respectievelijk 2024 en 2025 nog budget resteert, kan het subsidieplafond voor respectievelijk 2025 en 2026 bij besluit van Gedeputeerde Staten met het resterende budget worden opgehoogd. Wanneer dit het geval is maken Gedeputeerde Staten het gewijzigde subsidieplafond tijdig in het provinciaal blad bekend.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag dient bij Gedeputeerde Staten te worden ingediend, waarbij geldt dat:

  • 1.

    aanvragen die betrekking hebben op het lopende boekjaar tot 1 oktober kunnen worden ingediend;

  • 2.

    aanvragen die betrekking hebben op het jaar volgend op het lopende boekjaar kunnen vanaf 1 oktober worden ingediend.

Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op de in te dienen gegevens op grond van artikel 15 van de ASF 2023 wordt bij de aanvraag

  • 1.

    een inhoudelijk plan overlegd met daarin beschreven:

    • 1)

      Op welke wijze de beleefbaarheid van de natuur door burgers en organisaties op een duurzame manier wordt vergroot;

    • 2)

      Hoe bijgedragen wordt aan positieve natuurervaringen van de Flevolanders.

    • 3)

      Op welke wijze het initiatief aanvullend is op de bestaande praktijk, bv door:

      • a)

        Betrekken van nieuwe groepen / andere partners;

      • b)

        Verbinding met nieuwe aanpalende beleidsthema’s;

    • 4)

      Op welke wijze het initiatief de samenwerking tussen organisaties stimuleert/verbetert;

    • 5)

      In hoeverre met innovatieve methoden wordt gewerkt.

  • 2.

    Indien er sprake is van werkzaamheden van derden dan dient de offerte meegestuurd te worden.

Artikel 9. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 12 eerste lid van de ASF 2023, wordt een subsidieaanvraag in ieder geval geweigerd wanneer:

  • a.

    de aanvraag niet past binnen deze nadere regels;

  • b.

    voor dezelfde of een soortgelijke activiteit reeds subsidie is verstrekt op basis van deze nadere regels;

  • c.

    het subsidieplafond is bereikt;

  • d.

    sprake is van ongeoorloofde staatssteun;

  • e.

    de aanvrager niet aannemelijk heeft gemaakt dat, met inbegrip van de subsidie van de provincie, de benodigde financiële middelen beschikbaar zijn om de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd te realiseren;

  • f.

    de aanvrager een overheidsinstelling betreft.

Artikel 10. Subsidiecriteria

  • 1.

    Om voor een subsidie in aanmerking te kunnen komen, moet in ieder geval:

    • a.

      de activiteit plaats vinden in de provincie Flevoland;

    • b.

      de beleefbaarheid van de natuur wordt op een verantwoorde manier vergroot;

    • c.

      één of meer andere partijen financieel bijdragen aan het initiatief.

  • 2.

    Daarnaast moeten de activiteiten aan een of meerdere van de onderstaande criteria voldoen:

    • a.

      nieuwe doelgroepen worden betrokken en/of de betrokkenheid van bestaande doelgroepen wordt versterkt;

    • b.

      er is sprake van een vernieuwende manier van het organiseren van betrokkenheid in Flevoland;

    • c.

      het initiatief stimuleert of verbeterd de samenwerking tussen organisaties.

Artikel 11. Subsidiabele kosten

Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk worden beschouwd.

Artikel 12. Niet subsidiabele kosten

Niet subsidiabele kosten zijn:

  • a)

    De reguliere exploitatiekosten, waaronder beheer- en onderhoudskosten, reserveringen voor vervanging e.d.

  • b)

    Kosten in de projectvoorbereiding en het opstellen van een projectplan ten behoeve van het betreffende project.

  • c)

    Kosten die voortvloeien uit dan wel te maken hebben met personele inzet van medewerkers die werkzaam zijn voor de overheid.

  • d)

    De kosten zoals benoemd in artikel 9 van de ASF 2023.

  • e)

    Doorbelaste kosten van andere ondernemingen/instellingen/burgers die uit één of meer dezelfde bestuursleden/eigenaren bestaan.

  • f)

    Kosten voor het indienen en verkrijgen van benodigde vergunningen/toestemmingen.

Artikel 13. Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van ontvangst.

Artikel 14. Subsidievaststelling en betaling

Gedeputeerde Staten stellen de subsidie direct vast en de betaling van het subsidiebedrag vindt in één keer plaats.

Artikel 15. Verplichtingen subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 20 tot en met 24 van de ASF 2023 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    Om in de beschikking opgenomen wijze te melden dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht, aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan en de resultaten zijn behaald.

  • b.

    medewerking te verlenen aan een daartoe bevoegd persoon die in opdracht van de provincie Flevoland ter plaatse vaststelt of subsidiabele activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd.

  • c.

    Binnen een jaar na datum van de subsidieverlening de subsidiabele activiteit te hebben uitgevoerd.

  • d.

    Om de benodigde vergunningen of toestemmingen te regelen voordat er met de activiteiten wordt gestart.

  • e.

    Om een fysieke investering minimaal 5 jaar in stand te houden.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen de bepalingen bij of krachtens deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover van toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, naar hun oordeel tot onbillijkheden of bijzondere hardheden zou leiden. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 17. Evaluatie

Deze nadere regels worden in de zomer van 2025 geëvalueerd.

Artikel 18. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking per 1 augustus 2024 en vervallen per 1 januari 2027.

Artikel 19. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als nadere regels “Vermaatschappelijking natuur”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 16 juli 2024.

Gedeputeerde Staten van Flevoland

de secretaris,

de voorzitter,

Naar boven