Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland PZH-2024-856398825 (DOS-2023-0003516), houdende wijziging van de Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat:

 

  • -

    het wenselijk is het behoud en het draaien van molens te stimuleren;

  • -

    het noodzakelijk is om deze subsidieregeling aan te passen aan enkele veranderde omstandigheden;

Besluiten:

Artikel I  

 

De Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6

De hoogte van de subsidie wordt bepaald door het aantal per kalenderjaar gerealiseerde asomwentelingen volgens de volgende tabel:

 

0 t/m 59.999: nihil

60.000 t/m 79.999: € 255,00

80.000 t/m 99.999: € 325,00

100.000 t/m 119.999: € 370,00

120.000 t/m 149.999: € 460,00

150.000 t/m 199.999: € 505,00

200.000 t/m 299.999: € 595,00

300.000 en meer: € 630,00

 

B

 

In artikel 14, tweede lid, wordt “€ 60.000,00” vervangen door “€ 72.500,00”

 

C

 

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      “38%” wordt vervangen door “37%”

    • b.

      “of standerdmolen” vervalt

    • c.

      “ingaande met de aanvragen voor de periode 2020-2025. Voor de periodes van onderhoud voorafgaand hieraan blijft het 41%” vervalt

  • 2.

    Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    De hoogte van de subsidie voor een standerdmolen bedraagt ten hoogste 97% van de subsidiabele kosten.

D

 

Artikel 17 komt te luiden:

 

Artikel 17

Een subsidieontvanger die door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is aangewezen als professionele organisatie voor monumentenbehoud en die subsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10, wordt toegestaan zelf te bepalen hoe de besteding van het totale subsidiebedrag wordt verdeeld over deze molens.

 

E

 

In artikel 24, eerste lid, sub a wordt “€ 15.000,00” vervangen door “€ 25.000,00”.

 

F

 

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “€ 48.000,00” vervangen door “€ 60.000,00”.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “€ 9.000,00” vervangen door “€ 15.000,00”.

G

 

Artikel 28 tweede lid komt te luiden:

 

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking, bedoeld in het eerste lid, de volgende punten toe:

    • a.

      criterium a:

      • 1°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 82.500,00 en kleiner of gelijk aan € 100.000,00: 18 punten;

      • 2°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 75.000,00 en kleiner dan € 82.500,00: 15 punten;

      • 3°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 62.500,00 en kleiner dan € 75.000,00: 12 punten;

      • 4°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 50.000,00 en kleiner dan € 62.500,00: 9 punten;

      • 5°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 37.500,00 en kleiner dan € 50.000,00: 6 punten;

      • 6°.

        indien de totale subsidiabele projectkosten gelijk zijn aan of groter dan € 25.000,00 en kleiner dan € 37.500,00: 3 punten;

H

 

Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 2.

    De uitvoeringstermijn als bedoeld in het eerste lid kan op daartoe strekkend gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger éénmalig met 6 maanden worden verlengd.

I

 

Artikel 31 komt te luiden:

 

Artikel 31

Het voorschot bedraagt 80% van het verleende bedrag.

Artikel II  

Op subsidies die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd, blijft de Subsidieregeling molens 2013 zoals deze luidde tot inwerkingtreding van deze regeling van toepassing.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaalblad waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I onder C 1, sub b en C 2 terug tot en met 1 september 2023.

 

Den Haag, 9-7-2024

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

M.E. van Leeuwen,

plv. voorzitter

drs. M.J.A. van Bijnen MBA,

secretaris

Naar boven