Subsidieregeling Collectieve Energie-initiatieven 2.0

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 3, derde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

 

BESLUITEN:

 

de Subsidieregeling Collectieve Energie-initiatieven 2.0 vast te stellen.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze regeling worden verstaan onder:

biogasinstallatie: installatie waarbij gas wordt opgewekt door middel van vergisting of vergassing van biomassa zoals dierlijke mest, rioolslib, gft-afval of energiegewassen;

businesscase: een onderbouwing van de voorgestelde investering met daarbij een analyse van de verwachte kosten en de baten;

collectieve energiebesparing: uitvoering van energiebesparende maatregelen door tenminste 5 huishoudens;

direct familielid: eerstegraads familielid van de aanvrager;

dorps- of wijkenergietransitieplan: een plan waarin wordt beschreven welke veranderingen doorgevoerd moeten worden in een dorp of wijk om energiearm, -neutraal of -leverend te worden inclusief planning en waarin ook de samenhang van met de Transitievisie Warmte van de gemeente of vergelijkbaar beleidsdocument is omschreven;

duurzame energie: energie opgewekt met installaties waarbij uitsluitend van hernieuwbare niet-fossiele energiebronnen gebruik wordt gemaakt;

energiecollectief: een groep van ten minste vijf bewoners, georganiseerd in de vorm van een coöperatie of vereniging met als doel het uitvoeren van gemeenschappelijke duurzame energieprojecten;

groen gas: gas afkomstig uit een biogasinstallatie dat geschikt is gemaakt voor het aardgasnetwerk;

lokaal energieproject: project waarin een energiecollectief samen met de lokale gemeenschap de mogelijkheden voor lokale energiebesparing, duurzame energieopwekking of slim verbruik verkent, ontwikkelt en/of realiseert;

lokale maatschappelijke waarde: de opgewekte energie en energiebesparing die door realisatie van het lokaal energieproject worden gehaald komen ten goede aan leden en klanten of maatschappelijke bestemmingen in de lokale omgeving van het project;

proceskosten: kosten voor projectbegeleiding, inhuur juridische, technische of financiële expertise en voor communicatie- en marketing niet zijnde investeringen in fysieke producten en installaties;

reguliere de-minimisverordening: verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352).

 

Artikel 2 Doel

 

De subsidie heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het ontstaan van lokale energiecollectieven en lokale energieprojecten in Drenthe op het gebied van besparing en duurzame energie en deze verder tot ontwikkeling te laten komen tot en met de realisatiefase.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

 

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    activiteiten in de oprichtingsfase van het energiecollectief;

  • b.

    activiteiten in de voorbereidingsfase van een lokaal energieproject;

  • c.

    activiteiten in de realisatiefase van een lokaal energieproject.

  •  

Artikel 4 Doelgroep

 

Subsidie wordt verstrekt aan een energiecollectief dat al dan niet in oprichting is.

 

Artikel 5 Aanvraag

 

Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van het elektronisch beschikbaar gestelde aanvraagformulier behorende bij de Subsidieregeling Collectieve Energie-initiatieven 2.0 en de daarop aangegeven bescheiden.

 

Artikel 6 Aanvraagperiode

 

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf 1 januari tot en met 15 oktober.

 

Artikel 7 Toetsingscriteria

 

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de activiteiten zijn niet gestart voor de datum van ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    in afwijking van onderdeel a geldt, dat indien de aanvraag is ingediend voor 16 oktober 2024 subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die vanaf 1 januari 2024 zijn uitgevoerd;

  • c.

    de activiteiten worden uitgevoerd in de provincie Drenthe;

  • d.

    de activiteiten leveren een positieve bijdrage aan de realisatie van energiebesparing of duurzame energieopwekking;

  • e.

    de activiteiten zijn gericht op het creëren van lokale maatschappelijke waarde;

  • f.

    het energiecollectief heeft een actieve rol bij het lokaal energieproject;

  • g.

    de omgeving van het lokaal energieproject wordt actief betrokken bij de uitvoering en ontwikkeling van het project;

  • h.

    het energiecollectief heeft geen winstoogmerk.

  • 2.

    Indien subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, gelden in aanvulling op het eerste lid de volgende criteria:

  • a.

    de uitvoering van het lokaal energieproject is realistisch en financieel haalbaar;

  • b.

    indien de aanvraag betrekking heeft op de realisatie van een energieopwekkingsinstallatie voor zon- of windenergie, is het vermogen van deze installatie niet meer dan 0,5 megawatt.

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor activiteiten in de oprichtingsfase van een coöperatie of vereniging, waaronder onder andere wordt verstaan:

1° notariskosten;

2° kosten van zaalhuur en catering voor informatiebijeenkomsten voor bewoners;

3° kosten van ledenwervingsactiviteiten zoals het ontwikkelen van promotiemateriaal en website;

  • b.

    kosten voor de voorbereidingsfase van een lokaal energieproject, waaronder onder andere wordt verstaan:

1° kosten voor de uitvoering van een haalbaarheidsonderzoek voor het collectief energieproject;

2° kosten voor het laten opstellen van een businesscase voor het lokaal energieproject;

3° kosten voor de organisatie van informatiebijeenkomsten en kennisdeling over innovatieve duurzame energieoplossingen in wijken of dorpen;

4° kosten voor het laten opstellen van en dorps- of wijkenergietransitieplan met uitvoeringsplanning, voor zover de ontwikkeling in overeenstemming is met het gemeentelijke transitievisie warmte;

  • c.

    proceskosten in de realisatiefase van een lokaal energieproject.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

 

De subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteiten betrekking hebben op de opwekking van energie door middel van een biogasinstallatie of het gebruik van groen gas;

  • b.

    voor dezelfde activiteiten of kosten op grond van deze regeling eerder subsidie is verstrekt.

 

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

 

  • 1.

    De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    uurloonkosten van leden van het energiecollectief of de deelnemers aan het energieproject;

  • b.

    exploitatiekosten, met uitzondering van voorlichting- en wervingskosten.

  • 2.

    Voor zover voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten kosten worden opgevoerd voor de inhuur van een kennisleverancier, komen deze kosten niet voor subsidie in aanmerking indien:

  • a.

    de ingehuurde kennisleverancier niet aantoonbaar beschikt over de benodigde kennis of expertise om de aanvrager in zijn adviesvraag te ondersteunen;

  • b.

    de ingehuurde kennisleverancier een moeder-, dochter- of zusteronderneming van de aanvrager is;

  • c.

    de ingehuurde kennisleverancier een direct familielid van de aanvrager is.

  •  

Artikel 11 Subsidiehoogte

 

  • 1.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 3, onder a, bedraagt de subsidie maximaal € 3.500,--.

  • 2.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, bedraagt de subsidie maximaal € 10.000,--.

  • 3.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, bedraagt de subsidie 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 7.500,--.

 

Artikel 12 Verdeelsystematiek

 

  • 1.

    Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst en tijdstip van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag en tijdstip zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 13 Subsidieverplichtingen

 

  • 1.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, dienen deze binnen een jaar na subsidieverstrekking te hebben plaatsgevonden.

  • 2.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, dienen deze gestart te zijn binnen een jaar na subsidieverstrekking.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de aanvrager of subsidieontvanger afwijken van het eerste en tweede lid.

  •  

Artikel 14 Staatssteun

 

Indien de subsidie is aan te merken als steunmaatregel in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie verstrekt met toepassing van de reguliere de-minimisverordening.

 

Artikel 15 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

Deze regeling treedt in werking met ingang van 29 juli 2024 en vervalt op 1 januari 2028.

 

Artikel 17 Overgangsrecht

 

Deze regeling blijft van toepassing op subsidies die voor 1 januari 2028 zijn aangevraagd op grond van deze regeling.

 

Artikel 18 Citeertitel

 

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Collectieve Energie-initiatieven 2.0.

 

Algemene toelichting

Met het Programma Lokale Energietransitie Drenthe (PLED) helpen de provincie Drenthe, de Drentse Koepel Energie Initiatieven (KEI) en de Natuur en Milieufederatie Drenthe (NMFD) bij lokale energieprojecten. Dit programma ondersteunt lokale groepen om zelfstandig energieprojecten te starten en de nodige middelen en kennis te vinden.

 

Voorbeelden van zulke projecten zijn:

  • Een gezamenlijke installatie voor zonnestroom.

  • Plannen maken voor een dorps- of wijkenergievisie of uitvoeringsplan.

  • Projecten om mensen bewuster te maken van energiegebruik.

  • Communicatieplannen maken om steun te krijgen voor energieprojecten.

  • Projecten voor energiebesparing en warmtetransitie.

 

De subsidieregeling collectieve energie-initiatieven 2.0 biedt financiële hulp aan groepen bewoners die energie willen besparen, bewustwording willen creëren en duurzame energie willen opwekken. Deze regeling ondersteunt zowel de opstartfase als de voorbereidings- en uitvoeringsfase van lokale energieprojecten.

 

Voor de uitvoeringsfase kunnen collectieven ook de ‘Energielening collectieven’ aanvragen bij het Energiefonds Drenthe. Deze lening is bedoeld voor coöperaties en Verenigingen van Eigenaren (VVE's) die investeren in hernieuwbare energieprojecten met behulp van de SCE of SDE++ regelingen. Grote opwekprojecten (meer dan 0,5 MW) kunnen een lening aanvragen bij het ontwikkelfonds voor energiecoöperaties.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Assen, 9 juli 2024

Kenmerk 4.1/2024001000

 

Uitgegeven: 11 juli 2024

Naar boven