Nadere subsidieregels brede sociale basisinfrastructuur 2025 e.v.

Gedeputeerde Staten van Limburg maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 2 juli 2024 hebben vastgesteld:

 

NADERE SUBSIDIEREGELS BREDE SOCIALE BASISINFRASTRUCTUUR 2025 e.v.

 

Hoofstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Beleidskader Samen leven en bestaanszekerheid: het Beleidskader Samen leven en bestaanszekerheid 2024-2027, zoals vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg op 5 april 2024 (hierna kader SL&B) (www.limburg.nl > Bestuur > Coalitieakkoord 2023-2027).

  • b.

    Breedtesport: sport die door alle lagen van de bevolking beoefend wordt op amateurbasis.

  • c.

    Good governance: goed bestuur voor nu en op de langere termijn; inhoudende het waarborgen van de onderlinge samenhang van de wijze van sturen, beheersen en toezicht houden, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van (beleids)doelstellingen, alsmede het daarover op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden.

  • d.

    Instroomprogramma: programma dat erop gericht is om talenten (globale doelgroep 12-16 jarigen) in een bepaalde tak van sport te ondersteunen zodat zij op termijn kunnen doorstromen naar een opleidings- dan wel topsportprogramma.

  • e.

    Kwetsbare inwoners: inwoners van de Nederlandse provincie Limburg en in het bijzonder inwoners van zwakke wijken in relatie tot gebiedsgerichte wijken aanpak, ten gevolge van bijvoorbeeld hun sociaal-maatschappelijke of sociaal-economische situatie, ziektebeeld en/of aandoening, (tijdelijk) niet in staat zijn om (volwaardig) te participeren in de maatschappij.

  • f.

    Lijst Topsport- en Internationale wedstrijdsportdisciplines: de meest recente door NOC*NSF vastgestelde lijst van wedstrijdsportdisciplines met de kwalificatie Olympisch, Paralympisch of niet Olympisch.

  • g.

    Maatschappelijke organisaties: de in artikel 5, eerste lid benoemde organisaties en aanvullend de organisaties benoemd in artikel 5, tweede lid.

  • h.

    Opleidingsprogramma: programma dat erop gericht is om talenten in een bepaalde tak van sport (fulltime) op te leiden c.q. te ondersteunen, een high performance omgeving te creëren waarin talentvolle sporters zich optimaal kunnen ontwikkelen, met de ambitie om te presteren op de Olympische Spelen of Paralympische Spelen, Europese Kampioenschappen en Wereldkampioenschappen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien.

  • i.

    Sporttakplatform: een rechtspersoon die door de stakeholders (onder andere de sportbond) van een door NOC*NSF erkende sporttak erkend wordt. Het platform is het eerste aanspreekpunt voor alle stakeholders van de betreffende sporttak.

  • j.

    Talentherkenning: proces om te komen tot talentidentificatie en talentbevestiging.

  • k.

    Talentontwikkeling: instroom- en/of opleidings- en/of topsportprogramma’s in samenwerking met een topsport talentschool met alle activiteiten die de opleiding van talenten tot topsporter vormen. Leidend zijn hierbij de normen en richtlijnen van de sportbond (meerjarenopleidingsplan).

  • l.

    Topsportprogramma: programma dat erop gericht is om topsporters in een bepaalde tak van sport op te leiden c.q. te ondersteunen met de ambitie om te presteren op de eerstvolgende Olympische Spelen of Paralympische Spelen, Europese Kampioenschappen en Wereldkampioenschappen of met deze kampioenschappen vergelijkbare toernooien (bij de beste 10 van de wereld horen).

  • m.

    Topsport Talentschool: school die van het Ministerie van OCW een licentie heeft gekregen die deze scholen het exclusieve recht geeft om af te wijken van de normale onderwijsregelgeving. Van dit recht kan gebruik gemaakt worden door sporttalenten die een topsportstatus of een talentstatus hebben. Deze sport statussen worden verstrekt op basis van afgesproken prestatienormen tussen de betreffende sportbond en NOC*NSF.

  • n.

    Werkplan: beschrijft de jaarlijkse activiteiten van het sporttakplatform of maatschappelijke organisatie.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

In de periode vanaf 2025 streven wij ernaar om de maatschappelijke organisaties en de sporttakplatforms (als onderdeel van de brede sociale basisinfrastructuur) nog beter in positie te brengen in relatie tot het provinciale beleid, specifiek het kader SL&B. Dit met als doel hen een beweging te laten maken om doeltreffender en doelmatiger bij te dragen aan de vijf maatschappelijke opgaven en bijbehorende doelstellingen uit het kader SL&B, te weten:

  • 1.

    Terugdringen van armoede en laaggeletterdheid

  • 2.

    Jeugd die veilig, kansrijk en gezond opgroeit

  • 3.

    Vergroten van de sociale cohesie en gemeenschapszin

  • 4.

    Een gezonde Limburger door meer bewegen en sporten

  • 5.

    Limburgse wijken zijn leefbaarder en veiliger

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 3 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende algemene criteria te worden voldaan en te blijven voldoen gedurende de gehele subsidieperiode:

  • 1.

    Een subsidieaanvraag heeft betrekking op activiteiten van een sporttakplatform dan wel activiteiten van een maatschappelijke organisatie en dient tevens te voldoen aan de voor sporttakplatforms in artikel 4 en maatschappelijke organisaties in artikel 5 opgenomen specifieke criteria.

  • 2.

    De aanvraag omvat een werkplan waarin in ieder geval de volgende onderwerpen zijn benoemd en beschreven:

    • a.

      Good governance: ingeval van subsidies van tenminste € 125.000,00 per jaar dient uit het werkplan te blijken dat subsidieaanvrager voldoet aan de criteria van Good governance, een en ander op grond van de in de sector geldende code dan wel bij het ontbreken daarvan de Regels voor goed bestuur bij structurele subsidierelaties Provincie Limburg.

    • b.

      Doelstellingen uit het kader SL&B:

      • i.

        de missie en/of visie van een sporttakplatform dan wel een maatschappelijke organisatie sluit aan bij doelstellingen behorend bij minimaal twee van de vijf maatschappelijke opgaven uit het kader SL&B.

      • ii.

        in het werkplan wordt omschreven op welke wijze de activiteiten van een sporttakplatform dan wel een maatschappelijke organisatie bijdragen aan de doelstellingen behorend bij minimaal twee van de vijf maatschappelijke opgaven, als bedoeld in artikel 2, en welke resultaten hiermee worden beoogd.

    • c.

      Samenwerking: de maatschappelijke organisatie respectievelijk het sporttakplatform moet samenwerken met andere relevante organisaties, waaronder minimaal één andere maatschappelijke organisatie en/of sporttakplatform, met een concreet gezamenlijk resultaat dat bijdraagt aan de doelstellingen behorende bij de maatschappelijke opgaven uit het kader SL&B.

    • d.

      Verklaring Omtrent Gedrag (VOG): organisaties die werken met jongeren onder de 18 jaar zijn wettelijk verplicht om te werken met een VOG voor alle medewerkers en vrijwilligers.

    • e.

      Additionele inkomsten: in het werkplan wordt inzichtelijk gemaakt welke pogingen zijn ondernomen om andere inkomsten dan een provinciale subsidie te verwerven.

  • 3.

    Er moet sprake zijn van een Limburgs belang. Hiervan is sprake als de aanvrager een duidelijke relatie met heeft met de Nederlandse provincie Limburg, hetgeen inhoudt dat het project of de activiteiten uit het werkplan grotendeels in de Nederlandse provincie Limburg plaatsvinden.

  • 4.

    De aanvrager beschikt over voldoende draagkracht om haar ambities waar te maken.

  • 5.

    De in te zetten middelen staan in redelijke verhouding tot de aard en omvang van de resultaten van de activiteiten.

  • 6.

    De aanvrager bevordert actieve deelname van vrijwilligers in de uitvoering van de activiteiten en functies binnen de organisatie.

Artikel 4 Specifieke criteria sporttakplatforms

  • 1.

    Voor subsidie in het kader van dit hoofdstuk komen in aanmerking de in bijlage 1, onder A opgenomen (bestaande) sporttakplatforms en nieuwe sporttakplatforms, voor zover zij voldoen en blijven voldoen aan de gestelde criteria in artikel 3, artikel 4, tweede en derde lid en bijlage 2.

  • 2.

    Sporttakplatforms maken in het werkplan in ieder geval inzichtelijk op welke manier wordt bijgedragen aan de doelstellingen behorende bij maatschappelijke opgave ‘Een gezonde Limburger door meer sporten en bewegen’ en wat hiervan de beoogde resultaten zijn. Hierbij wordt ingegaan op de onderdelen ‘sportstimulering’ en ‘gezondheidsbevordering’.

  • 3.

    Indien een sporttakplatform het onderdeel Talentontwikkeling in het werkplan heeft opgenomen gelden de navolgende eisen ten aanzien van het instroom-, opleidings- en topsportprogramma:

    • a.

      Instroom-, opleidings- en topsportprogramma: van de sporttakplatforms leggen maximale verbinding en samenwerking met de Topsport talentscholen.

    • b.

      Het instroomprogramma dient goedgekeurd te zijn door de Technisch Directeur van de betreffende sportbond. Deze separate goedkeuring wordt als bijlage bij het werkplan gevoegd.

    • c.

      De betreffende sporttak dient erkend te zijn door NOC*NSF als topsport of internationale wedstrijdsport als bedoeld op de lijst Topsport- en Internationale wedstrijdsportdisciplines 2021-2024, of de opvolger van deze lijst.

    • d.

      Het instroom-, opleidings- dan wel topsportprogramma moet onderdeel zijn van het topsportbeleid / de opleidingsstructuur en moet terug te vinden zijn in het meerjarig investerings- en opleidingsplan van de van toepassing zijnde sportbond.

    • e.

      Het opleidings- en/of topsportprogramma moet erkend en financieel worden ondersteund door NOC*NSF.

    • f.

      Een instroomprogramma dient inhoudelijk en financieel los te staan van clubtrainingen. De van toepassing zijnde sportbond controleert of de kosten van het instroomprogramma in overeenstemming zijn met het programma.

    Bovenstaande onderdelen moeten worden opgenomen in het werkplan en daarin worden beschreven.

Artikel 5 Specifieke criteria maatschappelijke organisaties

Voor subsidie in het kader van dit hoofdstuk komen in aanmerking:

  • 1.

    De in bijlage 1, onder B opgenomen (bestaande) maatschappelijke organisaties, voor zover zij voldoen en blijven voldoen aan de in artikel 3 en artikel 5, tweede lid, sub b. tot en met e. opgenomen criteria; en

  • 2.

    Nieuwe maatschappelijke organisaties, zijnde rechtspersonen die voldoen aan alle van de volgende criteria:

    • a.

      Het betreft een (koepel)organisatie met een provinciaal bereik die aantoonbaar toegevoegde waarde heeft ten opzichte van bestaande maatschappelijke organisaties.

    • b.

      De maatschappelijke organisatie moet

      • i.

        inzicht geven in de wijze waarop zij actief op zoek gaat naar (kwetsbare) inwoners van Limburg en/of (niet-)leden uit diens doelgroep(en) en/of (nieuwe) vrijwilligers die nu nog niet worden bereikt én

      • ii.

        inzicht geven hoe zij de belangen behartigen van alle mensen uit diens doelgroep(en).

    • c.

      De organisatie is in haar benadering van de doelgroep en in de wijze van samenwerking met andere organisaties extern gericht en activiteiten zijn ook toegankelijk voor niet-leden.

    • d.

      De organisatie is op de hoogte van de actuele wensen en behoeften van haar leden/doelgroep(en) en vindt ook daar draagvlak voor haar activiteiten.

    • e.

      Bij het opstellen van het werkplan en voorafgaand aan de uitvoering van een activiteit gaat de organisatie na of er inhoudelijke en/of organisatorische samenwerkingsmogelijkheden zijn met andere maatschappelijke organisaties en/of met de organisaties die een provinciale steunfunctie vervullen.

Artikel 6 Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers in het kader van deze regeling dienen elk jaar vóór 1 oktober een werkplan met gespecificeerde begroting voor het daarop volgende jaar in.

  • 2.

    Subsidieontvangers in het kader van deze nadere regels dienen elk jaar vóór 1 juli een jaarverslag en jaarrekening over het voorafgaande jaar in.

Artikel 7 Monitoring

  • 1.

    Met iedere afzonderlijke subsidieontvanger in het kader van deze regeling vindt minimaal één keer per jaar een (voortgangs)gesprek plaats, over de tussentijdse resultaten van de activiteiten waarvoor de provinciale subsidie is verstrekt.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen naar aanleiding van de jaarrekening en/of de voortgangsgesprekken, waarvan de conclusies schriftelijk worden vastgelegd, de outputresultaten van één of meerdere activiteiten aanscherpen en/of de subsidie ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.

Artikel 8 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • 1.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • 2.

    niet wordt voldaan aan (één van) de algemene subsidiecriteria in artikel 3 en/of de specifieke criteria in artikel 4 of 5;

  • 3.

    hetzelfde project al op een andere wijze door de Provincie Limburg wordt gesubsidieerd en/of gefinancierd.

  • 4.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 9.

Artikel 9 Indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag op grond van deze subsidieregeling dient vóór 1 oktober voorafgaand aan het desbetreffende jaar rechtsgeldig ondertekend te worden ingediend.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 3.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van de gegevens zoals genoemd in het vierde lid, van dit artikel en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

  • 4.

    Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 3 Financiële bepalingen

Artikel 10 Verdeling subsidiebedragen

  • 1.

    (Digitale) subsidieaanvragen in het kader van deze subsidieregeling worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2.

    Voor de verdeling van subsidie in het kader van deze subsidieregeling is de datum waarop de (digitale) aanvraag volledig bij de Provincie Limburg is ontvangen bepalend.

  • 3.

    Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend. Bij persoonlijk afgeleverde subsidieaanvragen ontvangt de indiener een bewijs van ontvangst en dan is de datum op dat bewijs bepalend. Indien de subsidieaanvraag in de brievenbus van de Provincie Limburg wordt gedeponeerd en derhalve geen bewijs van ontvangst is ontvangen, dan is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend. Bij digitale aanvragen is de datum van digitale ontvangst bepalend.

  • 4.

    Indien er meerdere volledige (digitale) aanvragen op dezelfde datum bij de Provincie Limburg ontvangen zijn en honorering zou leiden tot overschrijding van het aantal beschikbare plekken zoals aangegeven in bijlage 1, zal door middel van loting beslist worden over toekenning binnen het beschikbare aantal plekken. Deze loting zal plaatsvinden onder toezicht van een notaris.

Artikel 11 Maximale subsidiebedragen

  • 1.

    Voor bestaande sporttakplatforms bedraagt het maximale jaarlijkse subsidiebedrag het normbedrag zoals opgenomen bij het betreffende sporttakplatform in bijlage 1, onder A.

  • 2.

    Voor bestaande maatschappelijke organisaties bedraagt het maximale jaarlijkse subsidiebedrag het normbedrag zoals opgenomen bij de betreffende maatschappelijke organisatie in bijlage 1, onder B.

  • 3.

    Voor nieuwe sporttakplatforms en maatschappelijke organisaties bedraagt het maximale subsidiebedrag € 65.000,00 per jaar.

  • 4.

    Binnen deze subsidieregeling is er ruimte om nieuwe sporttakplatforms dan wel maatschappelijke organisaties toe te laten tot de in bijlage 1 onder A. (drie sporttakplatforms) dan wel bijlage 1 onder B. (vier maatschappelijke organisaties) bedoelde plekken zijn ingevuld.

  • 5.

    Het jaarlijks subsidiebedrag wordt bepaald op basis van het werkplan voorzien van een gespecificeerde begroting voor het desbetreffende jaar.

  • 6.

    Bij de bepaling van het jaarlijks subsidiebedrag houden Gedeputeerde Staten tevens rekening met:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten een bijdrage leveren aan de invulling van het provinciaal beleid;

    • b.

      de eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de aanvrager;

    • c.

      de mate waarin de in te zetten middelen in redelijke verhouding staan tot de aard en omvang van de resultaten van de activiteiten;

    • d.

      de financiële reserves van de aanvrager die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in redelijke verhouding dienen te staan met het gevraagde subsidiebedrag.

  • 6.

    Gedeputeerde Staten kunnen het jaarlijkse subsidiebedrag indexeren.

  • 7.

    Gedeputeerde Staten kunnen de subsidie ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 1 augustus 2024.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels brede sociale basisinfrastructuur 2025 e.v.".

Maastricht, d.d. 2 juli 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

E.G.M. Roemer

secretaris,

D. Timmer

Bijlage 1 Sporttakplatforms en maatschappelijke organisaties die in aanmerking komen voor subsidie ingevolge artikel 4, eerste lid respectievelijk artikel 5, eerste lid.

 

  • A.

    Sporttakplatforms als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

Bestaande sporttakplatforms

Normbedrag

Platform Handboogschieten: Stichting Promotie & Ontwikkeling Handboogsport

€ 21.000,00

Platform Tennis-Padel: KNLTB

€ 56.000,00

Limburg Climbing

€ 60.000,00

Platform Basketbal: Stichting Basketbal Promotie Limburg

€ 66.000,00

Platform Judo: Judo Talent Ontwikkeling Limburg

€ 62.000,00

Platform Volleybal: Nevobo

€ 73.000,00

Platform Tafeltennis Limburg

€ 88.000,00

Limburg Athletics+

€ 201.000,00

Limburg Handbal 2.0

€ 234.000,00

Limburg Triathlon

€ 257.000,00

Limburg Paardensport

€ 275.000,00

Iedereen Kan Sporten Limburg

€ 357.000,00

Limburg Cycling

€ 533.000,00

 

Nieuwe sporttakplatforms

 

Sporttakplatform N

€ 65.000,00

Sporttakplatform O

€ 65.000,00

Sporttakplatform P

€ 65.000,00

  • B.

    Maatschappelijke organisaties als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid.

Bestaande maatschappelijke organisatie

Normbedrag

Limburgse Katholieke Vrouwenbeweging (LKV)

€ 14.000,00

Kinder- en Jongerenrechtswinkel (KJRW)

€ 16.000,00

Limburgs Agrarisch Jongeren Kontakt (LAJK)

€ 21.000,00

Stichting ABC Limburg

€ 24.000,00

Zonnebloem Limburg

€ 41.000,00

Stichting Mentorschap Limburg

€ 66.000,00

Jongeren Netwerk Limburg

€ 86.000,00

Buddyzorg Limburg

€ 87.000,00

Stichting Koepel Veteranen en andere

 

Geüniformeerde Organisaties Limburg (SKVGOL)

€ 100.000,00

Humanitas

€ 114.000,00

Voedselbank Limburg Zuid / Regionaal

 

Distributiecentrum

€ 125.000,00

Vluchtelingenwerk Zuid Nederland

€ 117.000,00

Kledingbank Limburg

€ 130.000,00

Leergeld Limburg

€ 139.000,00

COC Limburg

€ 145.000,00

Stichting GIPS Leren & Spelen

€ 133.000,00

Provinciaal Platform voor Diversiteit

€ 146.000,00

Speeltuinwerk Limburg

€ 160.000,00

ZijActief Limburg

€ 150.000,00

Steunpunt Scouting Limburg

€ 182.000,00

Vereniging Kleine Kernen Limburg

€ 193.000,00

Jeugdwerk Limburg

€ 194.000,00

JongNL Limburg

€ 217.000,00

Sharepower

€ 210.000,00

KBO Limburg

€ 338.000,00

 

Nieuwe maatschappelijke organisaties

 

Maatschappelijke organisatie W

€ 65.000,00

Maatschappelijke organisatie X

€ 65.000,00

Maatschappelijke organisatie Y

€ 65.000,00

Maatschappelijke organisatie Z

€ 65.000,00

Bijlage 2 Verplichte onderdelen werkplan als bedoeld in artikel 4, eerste lid

  • 1.

    Naam en adresgegevens van de aanvrager.

  • 2.

    Een motivering omtrent de meerwaarde van de sport voor meerdere doelstellingen behorende bij minimaal twee van de vijf maatschappelijke opgaven en bijbehorende doelstellingen uit het kader SL&B als bedoeld in artikel 2 van de Nadere subsidieregels.

  • 3.

    Organisatie platform en draagvlak: beschrijf wat de inrichting is van het nieuwe sporttakplatform en hoe het sporttakplatform het draagvlak gaat organiseren om als sporttakplatform te kunnen organiseren. Het sporttakplatform dient een breed draagvlak te hebben van de stakeholders van de betreffende sporttak (o.a. sportbond, verenigingen, overheden, bedrijven, kennisinstellingen etc.). Draagvlak kan ontstaan door een sporttakplan te ontwikkelen in samenwerking met deze stakeholders.

  • 4.

    Sportstimulering – beschrijving sporttak: iedere Limburger die wil sporten, moet kunnen sporten. Vanuit het kader SL&B willen wij het belang van sportdeelname als vorm van preventieve gezondheidsbevordering nog sterker benadrukken om zo meer Limburgers structureel aan het sporten en bewegen te krijgen. Hierbij hebben we een focus op jeugd, ouderen en mensen met een beperking. Het werkplan omschrijft de sport in algemene zin, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op:

    • a.

      het ledenaantal;

    • b.

      het aantal verenigingen;

    • c.

      hoeveel evenementen worden georganiseerd en wat hiervan de effecten zijn;

    • d.

      hoe het ongeorganiseerde deel van de sport zich verhoudt tot het georganiseerde deel van de sport;

    • e.

      hoeveel Limburgers door deze sport extra in beweging komen;

    • f.

      wat de specifieke inzet is op jeugd, ouderen en mensen met een beperking.

  • 5.

    Een sporttakplatform is de schakel tussen alle partijen, zij legt verbindingen tussen de nationale sportbonden, ondersteuningsorganisaties, Topsport Talentscholen enz. Indien het onderdeel ‘Talentontwikkeling’ is opgenomen wordt in het werkplan omschreven:

    • a.

      hoe een bijdrage wordt geleverd aan talentontwikkeling en topsport;

    • b.

      het aantal talenten en de (door NOC*NSF toegekende) status van de talenten;

    • c.

      hoe de relatie met de sportbond is vormgegeven;

    • d.

      of de betreffende sportbond het instroomprogramma goedkeurt c.q. erkent.

Naar boven