Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2024, 10070 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2024, 10070 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financieringsstatuut provincie Noord-Holland 2024
Op grond van artikel 216 lid 1 van de Provinciewet dienen Provinciale Staten bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, almede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast te stellen. De verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan Artikel 216 lid 2 van de Provinciewet schrijft regels voor inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie. Met de vaststelling van de Financiële verordening provincie Noord-Holland (hierna: Financiële verordening) is daaraan uitvoering gegeven.
Op grond van artikel 3.1 van de Financiële verordening is dit door Provinciale Staten (hierna: PS) vastgestelde Financieringsstatuut provincie Noord-Holland 2024 voor Gedeputeerde Staten (hierna: GS) van toepassing bij de uitvoering van de financierings- en treasuryfunctie. Door de vaststelling van dit Financieringsstatuut provincie Noord-Holland 2024 wordt daaraan invulling gegeven. Doel hiervan is dat met het Financieringsstatuut aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.
3 Wettelijk kader en doelstellingen
3.1 Wettelijke kader financieringsbeleid
Het wettelijk kader waarbinnen het financieringsbeleid wordt uitgevoerd omvat de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht, Europese regelgeving omtrent staatssteun en de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en haar onderliggende regelingen. Deze regelingen zijn de Regeling uitzetting en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo), het Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden (Bldo) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden (Regeling schatkistbankieren).
De Financiële verordening provincie Noord-Holland
Deze verordening is een uitwerking van art. 216 van de Provinciewet. De Financiële verordening van de provincie Noord-Holland is een kapstok verordening. Het financieringsstatuut provincie Noord-Holland 2024 is een nadere uitwerking van art. 216 lid 2 sub c van de Provinciewet.
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido);
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie van decentrale overheden. De belangrijkste doelstellingen van deze wet zijn: het bevorderen van een solide financiering en krediet- waardigheid van de decentrale overheden, het beheersen van renterisico's en het vergroten van transparantie.
Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo)
In de Ruddo staan de regels waar uitzettingen – voor zover die niet in de schatkist hoeven te worden aangehouden – aan moeten voldoen. De Ruddo beperkt zich tot regelgeving over het uitzetten van gelden in de vorm van een belegging in waardepapieren en het aangaan van transacties in financiële derivaten. Het betreft onder andere eisen met betrekking tot de kredietwaardigheid (minimale credit rating) van wederpartijen waarmee zaken wordt gedaan. De regeling is gebaseerd op artikel 2, tweede lid, van de Wet fido.
Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden (Ufdo);
De bepalingen over de kasgeldlimiet en renterisiconorm zijn uitgewerkt in de Ufdo. Deze regeling is gebaseerd op de artikelen 3, 5 en 8 van de Wet fido.
Regeling Schatkistbankieren decentrale overheden
In deze regeling is opgenomen dat publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is voor de uitoefening van de publieke taak. Deelnemers houden hun overtollige geldmiddelen verplicht in de schatkist, op een rekening-courant bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën. De hoofdlijnen van het schatkistbankieren zijn geregeld in artikel 2 en artikel 2b van de Wet fido, de verdere regels ter uitvoering van het verplicht schatkistbankieren zijn opgenomen in deze regeling.
Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden (Bldo).
In het Bldo staan bepalingen ten aanzien van het aangaan, verstrekken en garanderen van geldleningen door decentrale overheden. Het besluit is gebaseerd op artikel 2, derde lid, van de Wet fido.
Het Bldo schrijft voor dat geldleningen slechts kunnen worden aangegaan of verstrekt en de nakoming van uit geldleningen voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de betaling van rente en aflossing slechts kan worden gegarandeerd, indien de wederzijdse betalingsverplichtingen zijn uitgedrukt in euro en niet onderhevig zijn aan enige vorm van indexatie.
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
Het BBV bepaalt dat de uitwerking van de beleidsvoornemens voor onder meer het risicobeheer van de financieringsportefeuille in de paragraaf Financiering in de Begroting en het Jaarverslag staan.
3.2 Doelstellingen financieringsbeleid
Het financieringsbeleid heeft tot doel een kader te scheppen waarbinnen de financierings- en beleggingsactiviteiten van de provincie Noord-Holland plaatsvinden.
Financiering heeft betrekking op het verstrekken van geldleningen en garanties uit hoofde van de publieke taak en het (tijdelijk) uitzetten en aantrekken van financiële middelen uit hoofde van treasury. In deze nota wordt daarom onderscheid gemaakt tussen de treasurytaak en de publieke taak.
Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Het treasurybeleid is gericht op het minimaliseren van financiële risico's en het binnen de geldende wettelijke kaders behalen van een zo optimaal mogelijk rendement. Het treasurybeleid heeft de volgende doelstellingen:
De treasurytaak wordt uitgevoerd binnen de volgende in de Wet fido verankerde algemene randvoorwaarden:
De treasurytaak omvat alle werkzaamheden gericht op het formuleren van beleid, het aantrekken van eventueel noodzakelijke financiering en het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen die niet direct nodig zijn voor het uitoefenen van de publieke taak.
Voor de uitoefening van haar publieke taak kan de provincie leningen en garanties verstrekken aan een onderneming om hiermee een voor de provincie Noord-Holland gewenst beleidsdoel te kunnen behalen. Het verstrekken van leningen en garanties is opgenomen in de nota leningen en garantstellingen 2020. Dit valt onder het begrip subsidie uit de Algemene wet bestuursrecht. De nota leningen en garantstellingen 2020 is door provinciale staten vast gesteld.
Het financieringsbeleid wordt vastgesteld door Provinciale Staten. Provinciale staten worden door Gedeputeerde staten als volgt geïnformeerd:
De Financieringsparagraaf bevat overeenkomstig artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het geeft verder inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte. Daarnaast worden de relevante interne en externe (markt)ontwikkelingen, een rentevisie, de verwachte liquiditeitsontwikkeling, de risicopositie van de bestaande financieringsportefeuille (leningen en garanties), de beleggingen, de ontwikkeling van renterisico’s (kasgeldlimiet en renterisiconorm conform de Wet fido) en risicobeheersmaatregelen vermeld.
Treasurytransacties worden in een rapportage ter goedkeuring aan de daarvoor bevoegde leidinggevende (zie bijlage 1) aangeboden, overeenkomstig het geldende mandaat besluit. Hierbij zit ook een overzicht van de uitgezette gelden.
5 Uitvoering van de financieringsfunctie
De financierings- en treasuryfunctie omvat alle activiteiten gericht op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities, de financiering en de hieraan verbonden risico's
De uitvoering van de financieringsfunctie geschiedt in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving, en valt uiteen in de volgende onderdelen/aandachtsgebieden:
5.1.3 Richtlijnen en limieten risicobeheer
Renterisico's op de vaste schuld zijn begrensd tot de Renterisiconorm van de Wet Fido3 ;
Het liquiditeits- en financieringsrisico wordt beperkt door het opstellen van een voortschrijdende liquiditeitsprognose - ten behoeve van het bepalen van transacties op de geldmarkt (met een looptijd korter dan één jaar) resp. de kapitaalmarkt (met een looptijd van één jaar of langer) - bestaande uit:
5.2.1 Doelstellingen en uitgangspunten provinciefinanciering
De totale financieringsbehoefte die resulteert uit alle inkomsten en uitgaven van alle activiteiten van de provincie als geheel is het uitgangspunt voor de invulling daarvan. Dit houdt in dat niet voor iedere investering apart een lening wordt afgesloten. Investeringen worden ook gefinancierd uit het totaal van eigen vermogen en het totale lang vreemd vermogen (aangetrokken leningen). Er is dus geen directe relatie tussen een bepaalde investering of project, de financiering daarvan en rentelasten voor een bepaalde afgesloten lening.
5.2.3 Richtlijnen en limieten provinciefinanciering
Toegestane financieringsinstrumenten zijn geldleningen die voldoen aan krachtens deze wet- en regelgeving gestelde voorschriften;4
De provincie is als decentrale overheid verplicht haar overtollige middelen aan te houden in de schatkist.5
Hierop bestaan enkele uitzonderingen zoals het uitzetten van (tijdelijk) overtollige middelen in de vorm van leningen bij andere decentrale overheden, voor zover de provincie geen toezichthouder is.6
De omslagrente wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente (in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente moet vervolgens op consistente en eenduidige wijze worden toegerekend aan de individuele activa. Het is niet toegestaan om per investering of taakveld te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage. Het bij de begroting (voor)gecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% worden afgerond.
De directie kan namens GS een ambtelijke treasury commissie instellen. De Treasury Commissie kan gevraagd of ongevraagd advies geven over het beleid en de uitvoering van de financierings- en treasuryfunctie in brede zin. De deelnemers van het Treasury Commissie zijn afkomstig uit de ambtelijke organisatie van de provincie en heeft de volgende samenstelling : Directiecontroller, Unitmanager financiën (voorzitter), en plaatsvervangend Treasurer (Secretaris en notulist). Indien noodzakelijk geacht kunnen er naar inzicht van de Treasury Commissie (op uitnodiging van de voorzitter) andere functionarissen worden uitgenodigd. De Treasury Commissie adviseert onder meer over:
De Treasury Commissie adviseert op basis van consensus en komt minimaal eens per kwartaal bijeen of zo vaak als nodig wordt geacht. Van de besluiten en adviezen in de bijeenkomsten van de Treasury Commissie worden in compacte verslagen vastgelegd.
Haarlem, 10 juni 2024
Provinciale Staten van Noord-Holland,
A.Th.H. van Dijk, voorzitter.
M.J.E.M. van Dam, a.i. statengriffier.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-10070.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.