Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2023, 8954 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2023, 8954 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Interim omgevingsverordening - regelwijziging 5 (grootschalige logistiek)
Provinciale Staten van Noord-Brabant;
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 30 mei 2023, nr. 27/23 A;
Gelezen de Nota van inspraak en wijziging, nummer 5261672, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 30 mei 2023;
Gelet op de Provinciewet, de Wet ruimtelijke ordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving;
Overwegende dat het vanwege de continuering van het op 3 maart 2023 genomen voorbereidingsbesluit Grootschalige logistiek nodig is de Interim omgevingsverordening te wijzigen gericht op het beperken van grootschalige logistiek op ongewenste locaties;
vast te stellen de Interim omgevingsverordening – regelwijziging 5, vastgelegd als GML-bestand met plan-IDN: NL.IMRO.9930.IOVwijzregels5-va01.
Artikel 2 Wijziging artikel 1.1 Begripsbepaling
In artikel 1.1 worden de volgende begripsbepalingen in de alfabetische volgorde ingevoegd:
gebruik van gronden of bouwwerken op een perceel van 3 hectare of groter, waarop grootschalige bebouwing staat en dat in hoofdzaak in gebruik is voor logistieke- of distributieactiviteiten, met een door de aard en schaal van de activiteiten hoge verkeersaantrekkende werking en impact op de omgevingskwaliteit;
mate van regionale binding en economische meerwaarde van een bedrijf in de regio, gelet op de herkomst van het bedrijf, werkgelegenheid, arbeidsmarkt, kennisinfrastructuur, plaats in regionale waardeketens, ruimtelijk economisch profiel van de regio, gebruik van regionale infrastructuur en afzetmarkt;
Artikel 3 Wijziging hoofdstuk 2 Rechtstreeks werkende regels voor activiteiten
3.1 Nieuwe afdeling 2.8 Grootschalige logistiek
In hoofdstuk 2 wordt een nieuwe afdeling 2.8 Grootschalige logistiek ingevoegd;
In afdeling 2.8 Grootschalige logistiek wordt een nieuw artikel 2.78 ingevoegd, dat als volgt luidt:
Artikel 2.78 Grootschalige logistiek
Totdat een bestemmingsplan in overeenstemming is met Artikel 3.44a Grootschalige logistiek geldt, gelet op artikel 4.1, derde lid, Wet ruimtelijke ordening, voor het gebied Beperking grootschalige logistiek dat een toename van de bestaande gebruiksoppervlakte voor grootschalige logistiek, is verboden.
Artikel 4 Wijziging hoofdstuk 3 Instructieregels aan gemeenten
4.1 Wijziging artikel 3.6 Zorgvuldig ruimtegebruik
Aan artikel 3.6, eerste lid, wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, dat als volgt luidt:
4.2 Nieuw artikel 3.44a Grootschalige logistiek
Na artikel 3.44 wordt een nieuw artikel 3.44a ingevoegd dat als volgt luidt:
Artikel 3.44a Grootschalige logistiek
5.1 Nieuwe kaart Rechtstreeks werkende regels: grootschalige logistiek
Aan de kaarten bij Rechtstreeks werkende regels wordt een nieuwe kaart toegevoegd met de naam: Rechtstreeks werkende regels: grootschalige logistiek met daarop een nieuw gebied: "Beperking grootschalige logistiek ".
5.2 Nieuwe kaart Instructieregels gemeenten: grootschalige logistiek
Aan de kaarten bij Instructieregels gemeenten wordt een nieuwe kaart toegevoegd met de naam: Instructieregels gemeenten: grootschalige logistiek met daarop een nieuw gebied: "Beperking grootschalige logistiek".
’s-Hertogenbosch, 7 juli 2023
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de griffier,
mr. K.A.E. ten Cate
Deze wijziging van de Interim omgevingsverordening is gericht op het uitwerken van een regeling voor grootschalige logistiek door:
Op 3 maart 2023 hebben Provinciale Staten, gebaseerd op regionale afspraken, een voorbereidingsbesluit vastgesteld om de mogelijkheden voor ontwikkeling van grootschalige logistiek in bestaande bestemmingsplannen op ongewenste locaties te bevriezen. Om de werking van dit voorbereidingsbesluit voort te zetten is een wijziging nodig van de Interim omgevingsverordening. Deze wijziging omvat het opnemen van instructieregels die gemeenten moeten betrekken bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Om de werking van het voorbereidingsbesluit te continueren worden er ook rechtstreeks werkende regels opgenomen in de wijzigingsregeling. Deze regels zijn gebaseerd op artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en zijn bestemmingsplan vervangend. Deze regels moeten toegepast worden bij aanvragen voor omgevingsvergunning gericht op het bouwen of het in gebruik nemen van gronden of gebouwen voor grootschalige logistiek.
Deze wijzigingsregeling moet in samenhang met de al bestaande begripsbepalingen en regels in de IOV gelezen worden. In de IOV zijn bijvoorbeeld begripsbepalingen opgenomen voor begrippen als gebruiksoppervlakte en uitbreiding. Voorts zijn er instructieregels opgenomen in paragraaf 3.2.1 van de IOV die zich richten op een evenwichtige toedeling van functies. Deze regels zijn vooral van belang voor nieuwe ontwikkelingen en vragen aandacht voor toepassing van zorgvuldig ruimtegebruik, de lagenbenadering en meerwaardecreatie. In artikel 3.42 IOV zijn instructieregels opgenomen voor een duurzame stedelijke ontwikkeling. Hierin is geregeld dat een stedelijke ontwikkeling moeten passen binnen de regionale afspraken en dat er invulling wordt gegeven aan aspecten vanuit omgevingskwaliteit, gezondheid, energie, klimaat, mobiliteit en circulaire bouw.
Instructieregels moet een gemeente betrekken bij het opstellen van een bestemmingsplan. In de Wet ruimtelijke ordening is daartoe een termijn opgenomen waarbinnen de gemeente het bestemmingsplan moet hebben aangepast. In artikel 9.10 van de IOV is als termijn voor de aanpassing van het bestemmingsplan een afwijkende termijn opgenomen. Gemeenten moeten de instructieregels betrekken bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan waarbij regels worden opgenomen voor grootschalige logistiek.
De ontwerp Interim omgevingsverordening - regelwijziging 5 heeft ten behoeve van inspraak gedurende een termijn van vier weken ter inzage gelegen.
Er zijn 9 reacties bij ons ingekomen. Wij hebben deze samengevat en van een reactie voorzien in de Nota van inspraak en wijziging, die deel uitmaakt van het dossier tot vaststelling van deze wijzigingsverordening.
Hoofdstuk 3 Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2.78 Grootschalige logistiek
Dit artikel bevat rechtstreeks werkende regels die de gemeente moet toepassen op aanvragen voor omgevingsvergunning voor grootschalige logistiek zolang het bestemmingsplan nog niet is aangepast conform de instructieregels die in hoofdstuk 3 van de Interim omgevingsverordening zijn opgenomen. In de toelichting op artikel 3.44a is ingegaan op de begrippen grootschalige logistiek en regionale meerwaarde.
De regels beogen de voorzetting van het voorbereidingsbesluit dat op 3 maart 2023 is vastgesteld door Provinciale Staten. Binnen het werkingsgebied Beperking grootschalige logistiek is een toename van de bestaande gebruiksoppervlakte voor grootschalige logistiek verboden. Gebruiksoppervlakte is gedefinieerd als: bruikbare oppervlakte van bebouwing en gronden, geschikt voor het beoogde gebruik, berekend op grond van NEN 2580. Hieruit volgt dat het niet om de oppervlakte van de bebouwing gaat maar om de oppervlakte die per bouwlaag in gebruik is.
Totdat het bestemmingsplan conform de instructieregels is aangepast geldt dat aanvragen voor een omgevingsvergunning gericht op een toename van de bestaande gebruiksoppervlakte voor grootschalige logistiek moeten worden geweigerd, tenzij het derde lid kan worden toegepast en het college van B&W hebben afgewogen dat het maken van een uitzondering in een concreet geval in de rede ligt.
In het tweede lid is vastgelegd wat onder bestaande gebruiksoppervlakte voor grootschalige logistiek wordt verstaan. Het gaat om bebouwing die op 4 maart 2023 in gebruik was voor grootschalige logistiek of bebouwing die op grond van een voor 4 maart 2023 verleende omgevingsvergunning gebouwd of in gebruik genomen mocht worden voor grootschalige logistiek. Daarnaast omvat de bestaande gebruiksoppervlakte ook de onbebouwde grond die op 4 maart 2023 voor grootschalige logistiek in gebruik was of krachtens een verleende omgevingsvergunning mag worden gebruikt.
De regeling bevat ook een uitzonderingsmogelijkheid waardoor het college van B&W in een concreet geval medewerking kan verlenen aan een toename van de bestaande gebruiksoppervlakte voor grootschalige logistiek binnen het werkingsgebied Beperking grootschalige logistiek. Er zijn drie mogelijkheden met randvoorwaarden benoemd:
Als B&W voornemens zijn medewerking te verlenen aan een aanvraag, moeten zij op grond van artikel 6.1 Besluit omgevingsrecht een verklaring van geen bedenkingen vragen aan Gedeputeerde Staten. Bij de afweging of een verklaring van geen bedenkingen wordt afgegeven, bezien Gedeputeerde Staten niet alleen of is voldaan aan de voorwaarden die in dit artikel zijn opgenomen, maar ook of toepassing is gegeven aan de instructieregels voor het bestemmingsplan die in Hoofdstuk 3 zijn opgenomen (waaronder paragraaf 3.1.2 Principes voor een evenwichtige toedeling van functies, artikel 3.42 Duurzame stedelijke ontwikkeling en artikel 3.44a Grootschalige logistiek).
Artikel 3.6 Zorgvuldig ruimtegebruik
Zorgvuldig ruimtegebruik is al decennialang een speerpunt van provinciaal ruimtelijk beleid. Zorgvuldig ruimtegebruik omvat het zo goed mogelijk benutten van bestaand ruimtebeslag. Om dit te verduidelijken wordt aan het eerste lid van het bestaande artikel een nieuw onderdeel d. toegevoegd dat zich richt op intensivering van het bestaande ruimtebeslag, zoals door meervoudig ruimtegebruik of verticale bouw.
Dit is in het algemeen van belang maar speelt zeker ook een rol bij de grootschalige bebouwing die voor grootschalige logistiek wordt gebruikt. Door kantoren boven de distributieruimte te plaatsen, parkeren en energieopwek op daken te realiseren of door stadslandbouw op daken te ontwikkelen, wordt schaarse ruimte efficiënter benut en kan nieuw ruimtebeslag worden beperkt. Met deze instructieregel wordt verplicht dat alvorens er uitbreiding van ruimtebeslag plaatsvindt eerst de mogelijkheden voor intensivering in beeld te brengen en te benutten.
Artikel 3.44a Grootschalige logistiek
Dit artikel bevat instructieregels voor de ontwikkeling van grootschalige logistiek.
Grootschalige logistiek is gedefinieerd als gebruik van gronden en bouwwerken op een perceel van 3 hectare of groter. Er is voorts sprake van grootschalige bebouwing die hoofdzakelijk in gebruik is voor logistieke- of distributieactiviteiten met een qua aard verkeersaantrekkende werking en impact op de omgevingskwaliteit.
Bij logistieke of distributieactiviteiten op een perceel kleiner dan 3 hectare is dus geen sprake van grootschalige logistiek. Als er sprake is van een ontwikkeling waarbij een bestaand kleiner perceel uitbreidt naar 3 hectare of groter is er wel sprake van grootschalige logistiek en wordt de ontwikkeling geraakt door de regels die in deze verordening zijn opgenomen. Het is ook goed mogelijk dat niet in alle bebouwing op het perceel logistieke- of distributieactiviteiten plaatsvinden. Het komt veelvuldig voor dat delen van de aanwezige bebouwing worden gebruikt voor opslag of andere ondersteunende activiteiten. Daarom is in de begripsbepaling opgenomen dat de bebouwing hoofdzakelijk in gebruik is voor logistieke- of distributieactiviteiten.
Dit lid bevat instructieregels in aanvulling op artikelen 3.42 en 3.43 waarin de basis voor stedelijke ontwikkelingen is opgenomen. Vanuit het beleid geldt dat voor grootschalige logistiek een selectief clusteringsbeleid wordt gevoerd. Hierover worden in regionaal verband afspraken gemaakt. Een bestemmingsplan moet altijd passen binnen de gemaakte regionale afspraken. Daarnaast geldt in aanvulling op de algemene bepalingen voor stedelijke ontwikkeling, dat een bestemmingsplan, die de ontwikkeling van grootschalige logistiek mogelijk maakt, bepalingen bevat dat die ontwikkeling aantoonbare regionale meerwaarde heeft.
Bij de begripsbepaling regionale meerwaarde is aansluiting gezocht bij de invulling die het Rijk in samenspraak met de provincies hanteert vanuit het afsprakenkader Grip op grootschalige ontwikkelingen:
mate van regionale binding aan en economische meerwaarde van het bedrijf in de regio in termen als herkomst/origine bedrijf, werkgelegenheid, arbeidsmarkt, kennisinfrastructuur, plaats in regionale waardeketens , ruimtelijk economisch profiel van een regio, gebruik van regionale infrastructuur en afzetmarkt.
In het afsprakenkader bevat de begripsbepaling ook de maatschappelijke meerwaarde van een ontwikkeling. Hieronder verstaat het afsprakenkader de relatie/bijdrage van een bedrijf aan maatschappelijke opgaven (zoals klimaatopgave, energietransitie, duurzaamheid, duurzaam ruimtegebruik, circulaire economie, etc.). De Interim omgevingsverordening bevat in paragraaf 3.1.2 al instructieregels voor de toepassing van deze 'maatschappelijke meerwaarde'. Daarom is dit niet opgenomen in de begripsbepaling van regionale meerwaarde of in specifieke regels voor grootschalige logistiek verwerkt. In paragraaf 3.1.2 'Principes voor een evenwichtige toedeling van functies' is het diep en rondkijken uit de Brabantse Omgevingsvisie vertaald naar de lagenbenadering en de meerwaardebenadering. De meerwaardebenadering omvat juist de bijdrage van een ontwikkeling aan andere maatschappelijke opgaven. Paragraaf 3.1.2. is van toepassing op alle ruimtelijke ontwikkelingen en moet dus ook worden toegepast bij de ontwikkeling van grootschalige logistiek.
Het tweede lid bevat de instructieregel voor bestemmingsplannen om de ontwikkeling van grootschalige logistiek binnen Beperking grootschalige logistiek te verbieden. Dit verbod omvat zowel nieuwvestiging, vestiging als uitbreiding van grootschalige logistiek. Van belang te melden is dat het begrip uitbreiding ingevolge de begripsbepaling in de IOV altijd de uitbreiding van een bedrijfsperceel/bestemmingsvlak betreft. Dit in tegenstelling tot de rechtstreeks werkende regels in artikel 2.78 die zich richten op een toename van de gebruiksoppervlakte voor grootschalige logistiek.
Het derde lid bevat de mogelijkheid om onder voorwaarden een uitzondering te maken op het verbod tot uitbreiding van bestaande grootschalige logistiek. Hierbij speelt altijd eerst de afweging of intensivering van het in gebruik zijnde perceel kan voorzien in de behoefte. Als dat niet mogelijk blijkt, biedt de regeling afwegingsruimte aan gemeenten om in een concreet geval een redelijke uitbreiding mogelijk te maken. Wat redelijk is, verschilt per situatie en is afhankelijk van verschillende factoren, zoals voorgeschiedenis, het effect op omliggende functies en waarden waaronder landschap en mobiliteit, regionale meerwaarde, behoefte, noodzaak voor de bedrijfsvoering etc. Gelet op het gezamenlijk met gemeenten en regio’s ontwikkelde selectieve clusteringsbeleid past de ontwikkeling conform artikel 3.42 binnen de regionale afspraken.
In het vierde lid is een uitzondering opgenomen voor het geval een ontwikkeling voor nieuwe grootschalige logistiek wenselijk wordt geacht. Als een gemeente de nieuwe ontwikkeling van grootschalige logistiek binnen het werkingsgebied Beperking grootschalige logistiek wenselijk vindt, is voor die ontwikkeling specifieke regionale afstemming vereist op de Ontwikkeldagen voor de 4 Brabantse regio’s. De voorwaarde dat er buiten Beperking grootschalige logistiek geen geschikte alternatieve locatie beschikbaar is, betekent dat inzichtelijk gemaakt moet worden waarom op de locaties in de betreffende regio waar wel grootschalige logistiek is toegestaan, geen mogelijkheid is voor vestiging van de concrete ontwikkeling. Financiële overwegingen bepalen niet direct of een locatie geschikt is, tenzij ze bepalend zijn voor de uitvoerbaarheid.
Voorts geldt voor beide uitzonderingen dat ook de instructieregels uit paragraaf 3.1.2 Principes voor een evenwichtige toedeling van functies en artikel 3.42 en 3.43 onverkort van toepassing zijn. Dat betekent dat er bij dergelijke ontwikkelingen een afweging wordt gemaakt dat de ontwikkeling vanuit de lagenbenadering inpasbaar is en dat wordt bezien op welke wijze de ontwikkeling bijdraagt aan de zorgvuldig (inclusief meervoudig) ruimtegebruik en de doelen vanuit klimaat, energie, duurzame mobiliteit, circulariteit en omgevingskwaliteit.
De uitzonderingsregeling is bedoeld voor incidentele ontwikkelingen op of aansluitend op bestaande bedrijventerreinen.
In het geval dat vanuit behoefte en noodzaak (en na regionaal overleg) de ontwikkeling van een nieuw terrein voor grootschalige logistiek gewenst is, is een wijziging van de begrenzing van het werkingsgebied Beperking grootschalige logistiek nodig. Daarvoor moet een wijzigingsprocedure van de IOV worden doorlopen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-8954.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.