Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2023, 8220 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2023, 8220 | ander besluit van algemene strekking |
Regeling melding misstanden voor niet-werknemers
In deze regeling wordt verstaan onder:
vermoeden van een onregelmatigheid: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van een onvolkomenheid of ongerechtigheid van algemene, operationele of financiële aard die plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de organisatie en zodanig ernstig is dat deze buiten de reguliere werkprocessen valt en de verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende overstijgt;
informatie over een inbreuk: informatie, waaronder redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke inbreuken op het Unierecht, die hebben plaatsgevonden of zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden binnen de organisatie waarmee de melder uit hoofde van zijn werk in contact is geweest, alsmede over pogingen tot het verhullen van dergelijke inbreuken;
meldpunt: de onafhankelijke persoon of personen die de melding in ontvangst neemt of nemen en aan wie de provinciesecretaris / algemeen directeur het onderzoek naar de melding kan opdragen. Het meldpunt onderhoudt de communicatie met de melder, vraagt zo nodig nadere informatie en geeft een terugkoppeling aan de melder;
werkgerelateerde context: huidige of vroegere werkgerelateerde activiteiten voor de Provincie Limburg in de publieke of private sector waardoor, ongeacht de aard van deze werkzaamheden, personen informatie kunnen verkrijgen over inbreuken op het Unierecht of misstanden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met benadeling indien zij dergelijke informatie zouden melden.
ARTIKEL 2: SAMENSTELLING MELDPUNT
De samenstelling van het meldpunt wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht over de regeling voor de instelling en procedure van het meldpunt.
ARTIKEL 3. INFORMATIE, ADVIES EN ONDERSTEUNING VOOR DE MELDER
Een melder kan over een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid of informatie over een inbreuk:
ARTIKEL 6. BESCHERMING VAN DE MELDER TEGEN BENADELING
De melder die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid of informatie over een inbreuk meldt of met inachtneming van de voorwaarden van de richtlijn een openbaarmaking doet, zal in verband daarmee geen nadelige gevolgen in zijn werkgerelateerde relatie met de Provincie Limburg ondervinden tijdens en na de openbaarmaking of de behandeling van deze melding bij de Provincie Limburg, een andere organisatie, een externe instantie, een externe derde .
Als de Provincie Limburg de melder na het doen van een melding benadeelt, wordt aangenomen dat de benadeling verband houdt met de melding. Het is aan de Provincie Limburg aan te tonen dat dat deze maatregel naar behoren is gemotiveerd en geen verband houdt met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid of van informatie over een inbreuk.
ARTIKEL 7: HET TEGENGAAN VAN BENADELING VAN DE MELDER
De contactpersoon bespreekt samen met de melder, welke risico’s op benadeling aanwezig zijn, op welke wijze die risico’s kunnen worden verminderd en wat de melder kan doen als hij van mening is dat sprake is van benadeling. De contactpersoon maakt een verslag van deze bespreking en stuurt dit naar de melder.
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de contactpersoon. De contactpersoon en de melder bespreken welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De contactpersoon maakt een verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar de provinciesecretaris / algemeen directeur.
ARTIKEL 10: VERTROUWELIJKE OMGANG MET DE MELDING EN DE IDENTITEIT VAN DE MELDER
De personen die bij de behandeling van een melding betrokken zijn maken de identiteit van de melder niet bekend zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de melder en gaan met de informatie over de melding vertrouwelijk om. Dit geldt ook voor alle informatie aan de hand waarvan direct of indirect de identiteit van de melder achterhaald kan worden.
Als het vermoeden van een misstand of onregelmatigheid of informatie over een inbreuk is gemeld via de vertrouwenspersoon en de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt alle correspondentie over de melding verstuurd aan de vertrouwenspersoon en stuurt de vertrouwenspersoon dit zonder uitstel door aan de melder.
In afwijking van lid 2 wordt de identiteit van de melder wel bekend gemaakt als het gaat om een noodzakelijke en evenredige verplichting op grond van de wet in het kader van onderzoek door nationale autoriteiten of gerechtelijke procedures, mede ter waarborging van de rechten van verdediging van de betrokkene.
ARTIKEL 11: VASTLEGGING EN ONTVANGSTBEVESTIGING VAN DE MELDING
De ontvangstbevestiging bevat minimaal een zakelijke beschrijving van de melding, de datum waarop deze is ontvangen, een kopie van de melding, een beschrijving van het verloop van de interne procedure, duidelijke informatie over de procedures voor externe meldingen en volledige en onafhankelijke informatie over de rechtsbescherming van de melder.
ARTIKEL 12: BEHANDELING VAN DE MELDING DOOR DE PROVINCIE LIMBURG
De provinciesecretaris / algemeen directeur beoordeelt of een externe instantie van de interne melding op de hoogte moet worden gebracht. Als de Provincie Limburg een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt de provinciesecretaris / algemeen directeur de melder hiervan een kopie tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kan worden geschaad.
ARTIKEL 14: STANDPUNT VAN DE PROVINCIE LIMBURG
Als duidelijk is dat het standpunt van de Provincie Limburg niet binnen acht weken kan worden gegeven, dan informeert het meldpunt de melder daarover schriftelijk. Daarbij wordt aangegeven binnen welke termijn de melder het standpunt tegemoet kan zien. Als de totale termijn daardoor meer dan twaalf weken is, wordt dit gemotiveerd.
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de provinciesecretaris / algemeen directeur of een externe instantie op de hoogte moet worden gebracht van de melding, het onderzoeksrapport en het standpunt van de Provincie Limburg. Als de Provincie Limburg een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een kopie, tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kan worden geschaad. De Provincie Limburg neemt daarbij de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder in acht.
ARTIKEL 15: HOOR EN WEDERHOOR TEN AANZIEN VAN ONDERZOEKSRAPPORT EN STANDPUNT PROVINCIE LIMBURG
Als de melder in reactie op het onderzoeksrapport of het standpunt van de Provincie Limburg onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand of onregelmatigheid of de informatie over een inbreuk niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de Provincie Limburg sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de Provincie Limburg hier inhoudelijk op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in. Voor dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek.
Als de Provincie Limburg een externe instantie op de hoogte brengt of heeft gebracht, stuurt hij ook de hiervoor bedoelde reactie van de melder op het onderzoeksrapport en het standpunt van de Provincie Limburg aan die externe instantie toe. De melder ontvangt hiervan een kopie. De Provincie Limburg neemt daarbij de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder als bedoeld in artikel 10 in acht.
Er zal voornamelijk aanleiding zijn direct een externe melding te doen als het eerst doen van een interne melding in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd. Dat is in ieder geval aan de orde als dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van: a) acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke externe melding noodzakelijk maakt;
Als naar het redelijk oordeel van de melder het maatschappelijk belang zwaarder weegt dan het belang van de Provincie Limburg bij geheimhouding, kan de melder de externe melding ook doen bij een externe derde die naar zijn redelijk oordeel in staat mag worden geacht (in)direct de vermoede misstand of onregelmatigheid of de inbreuk op het Unierecht te kunnen (doen) opheffen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-8220.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.