Besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân tot wijziging van de Beleidsregel Wet natuurbescherming Fryslân 2018 vanwege toevoeging artikel over wolvenschade

Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân

 

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht en artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;

 

Overwegende dat

 

  • de gezamenlijke provincies in het Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland van 13 april 2023 het addendum bij het interprovinciaal wolvenplan hebben vastgesteld;

  • het addendum toevoegingen bevat op het wolvenbeleid zoals dit is vastgelegd in het Interprovinciaal Wolvenplan 2019 en handelt over onder andere de tegemoetkomingsregeling in schade door de wolf;

  • het wenselijk is om over de tegemoetkoming in schade door de wolf aanvullende specifieke regels vast te stellen;

  • het daarom wenselijk is om de Beleidsregel Wet natuurbescherming Fryslân 2018 aan te passen;

Besluiten de beleidsregel als volgt te wijzigen:

ARTIKEL I

A

 

Artikel 1.7, tweede lid, vervalt.

 

B

 

Na artikel 1.7 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

 

Artikel 1.8 Tegemoetkoming in schade door de wolf

 

  • 1.

    Een aanvrager/dierhouder meldt (vermoedelijke) wolvenschade zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen 24 uur na constatering bij BIJ12. Melding kan telefonisch of via het formulier op de website van BIJ12.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, komt, naast schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren, ook voor een tegemoetkoming in aanmerking, schade aangericht door de wolf aan:

    • a.

      hobbymatig gehouden hoefdieren;

    • b.

      bedrijfsmatig gehouden kuddebeschermingshonden of hoedhonden.

  • 3.

    De schade wordt door een taxateur vastgesteld met inachtneming van een door BIJ12 vastgestelde richtlijn, te vinden op de website van BIJ12.

  • 4.

    Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in schade door de wolf wordt niet getoetst of een aanvrager voldoende preventieve maatregelen heeft getroffen om zijn dieren te beschermen en het risico op schade door de wolf te voorkomen en beperken. Voor het vergoeden van wolvenschade die is veroorzaakt binnen aangewezen en begrensde wolvengebieden kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.

  • 5.

    Bij kapitaalintensieve gehouden dieren wordt van een aanvrager/dierhouder een grotere inspanning verwacht om deze tegen de wolf te beschermen. In specifieke gevallen kan besloten worden dat een (verhoogd) eigen risico en/of maximum tegemoetkoming wordt gehanteerd.

Artikel 1.9 Tegemoetkoming in schade door de goudjakhals

 

Bij schade aangericht door de goudjakhals aan gehouden dieren wordt op gelijke wijze gehandeld als bij de wolf.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging van de Beleidsregel Wet natuurbescherming Fryslân 2018 vanwege toevoeging artikel over wolvenschade.

Leeuwarden, 4 juli 2023

Gedeputeerde staten van de provincie Fryslân,

Drs. A.M.M. Brok,

voorzitter

A. Schepers, MSc,

secretaris

Toelichting

Artikel 1.8 gaat over faunaschade door de wolf. De provincies zijn verantwoordelijk voor het natuurbeleid, waaronder beleid ten aanzien van wolven. Dit omvat de aspecten soortenbescherming, monitoring, tegemoetkomingen in faunaschade en het verlenen van ontheffingen. De provincies hebben 2019 gezamenlijk een interprovinciaal wolvenplan opgesteld. Een interprovinciaal, landelijk dekkend plan, en daarmee eenduidig beleid, is gewenst bij een diersoort als de wolf, die binnen enkele dagen door meerdere provincies kan zwerven. Het Interprovinciaal wolvenplan is primair geschreven voor de provincies zelf. Het geeft richting aan gezamenlijk beleidsuitvoering van provinciale taken rondom de wolf. Dit plan biedt de provincies de basis om beleid formeel te verankeren in bijvoorbeeld verordeningen of beleidsregels. Doordat dit plan niet meer volledig aansluit bij de huidige wensen wordt dit plan door provincies, het ministerie van LNV en BIJ12 geactualiseerd. Naar verwachting wordt in 2024 een geheel geactualiseerd nieuw wolvenplan vastgesteld. Vooruitlopend daarop is op 13 april 2023 door de Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland (BACVP) een addendum vastgesteld bij het wolvenplan uit 2019 met daarin enkele toevoegingen/wijzigingen die inspelen op de actualiteit, en die niet kunnen wachten tot de voorgenomen algehele actualisatie in 2024. Het wolvenplan en bijbehorende addendum is te vinden op de website van BIJ12 (www.bij12.nl).

 

Algemeen

 

Grondgebruikers en dierhouders zijn verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen om hun gewassen en gehouden landbouwhuisdieren te beschermen tegen schade door beschermde diersoorten zoals de wolf. Bescherming van gehouden dieren tegen aanvallen van buitenaf is niet nieuw. Van honden of vossen is bekend dat zij bijvoorbeeld schapen kunnen aanvallen. Waar het gaat om het voorkomen van schade aan gehouden dieren, gaat het dus in principe om het nemen van aanvullende maatregelen om ook schade door wolven te voorkomen. Het uitgangspunt is dat de schade die een grondgebruiker of dierhouder had kunnen voorkomen en beperken door het treffen van maatregelen, niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komt.

 

Op dit moment wordt, om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in schade door de wolf niet getoetst of een dierhouder voldoende preventieve wolfwerende maatregelen heeft genomen om zijn dieren te beschermen en (het risico op) schade door de wolf te voorkomen en beperken. Ook wordt, om dierhouders de tijd te geven om zich aan de situatie aan te passen, geen eigen risico toegepast op een te verlenen tegemoetkoming bij wolvenschade. In de toekomst kan de tegemoetkomingsregeling op deze punten worden aangepast.

 

Hoe langer de wolf in Nederland is en zich langer, min of meer permanent, in bepaalde gebieden ophoudt, des te meer zal een dierhouder echter rekening moeten houden met het risico op schade door de wolf in het betreffende gebied en wordt verwacht dat een dierhouder zich daarop voorbereidt.

 

Schade door een zwervende wolf, die in korte tijd grote afstanden kan afleggen, is niet goed te voorzien en moeilijker te voorkomen. De voorzienbaarheid van de schade speelt dus een rol bij de beoordeling of, en in welke mate een tegemoetkoming aan de orde is.

 

Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om binnen de provincie of binnen aangewezen en begrensde wolvengebieden binnen de provincie nadere voorwaarden te stellen om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen. Zo kan bijvoorbeeld het preventief plaatsen van een deugdelijk wolfwerend raster als voorwaarde worden gesteld, of kan worden besloten een eigen risico in te houden op de te verlenen tegemoetkoming.

 

Bij tegemoetkomingsaanvragen voor schade door een wolf aan kapitaalintensieve gehouden dieren, bijvoorbeeld dieren van bijzondere afkomst of ras, of waardevolle paarden, wordt van de eigenaar een grotere inspanning verwacht om het dier tegen wolvenaanvallen te beschermen. In die specifieke gevallen kan geoordeeld worden dat een (verhoogd) eigen risico en/of een maximum vergoedingsbedrag gehanteerd wordt.

 

Op de lange termijn zal het verlenen van tegemoetkomingen voor schade door de wolf aan onbeschermd vee (gefaseerd) kunnen worden afgebouwd, en wordt uiteindelijk van dierhouders verwacht dat zij met de inzet van preventieve middelen (zoals wolfwerende rasters, kuddebewakingshonden, het ’s nachts ophokken of bijvoorbeeld fladderlint) hun dieren beschermen en zo het risico op schade door de wolf verkleinen.

 

Gedeputeerde Staten kunnen besluiten om voor de aanschaf van preventieve maatregelen een subsidieregeling of leenregeling open te stellen. Met de geboden subsidiemogelijkheden kan worden gestimuleerd om gehouden dieren beter te beschermen. Hierdoor leert een wolf om geen gehouden dieren aan te vallen. In een gebied waar gehouden dieren grotendeels goed beschermd worden, zal een wolf naar andere prooien op zoek gaan en leert hij om geen gehouden dieren aan te vallen. In Fryslân is hieraan invulling gegeven met de ‘Subsidieregeling voorkomen schade door wolven provincie Fryslân’.

 

Bedrijfsmatig en hobbymatig gehouden dieren

 

Bij schade door de wolf aan gehouden dieren gelden enkele bepalingen die afwijken van hetgeen is bepaald ten aanzien van gewasschade. Bij schade door de wolf komt, behalve schade aan bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren, ook schade aan hobbymatig gehouden hoefdieren, zoals schapen, geiten, runderen, paarden en varkens, in aanmerking voor een tegemoetkoming. Ook bedrijfsmatig gehouden door de wolf gedode of verwonde kuddebeschermingshonden of hoedhonden, komen voor tegemoetkoming in aanmerking.

 

Directe schade

 

Net zoals bij schade door beschermde diersoorten aan gewassen, moet het bij schade door de wolf gaan om directe schade. Alleen schade die rechtstreeks aan de landbouw is aangericht, dus aan landbouwgewassen of aan gehouden dieren zelf, komt voor een tegemoetkoming in aanmerking. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft meermaals bevestigd dat het niet onredelijk is dat alleen schade die door dieren rechtstreeks aan de landbouw zelf is aangericht, voor een tegemoetkoming in aanmerking komt.1 Daarbij heeft de Afdeling geoordeeld dat eventuele vervolgschade een afgeleide schade is en het schadeveroorzakende gedrag en deze afgeleide/indirecte schade in een te ver verwijderd verband staan om van een rechtstreeks gevolg te kunnen spreken.

 

Bij schade veroorzaakt door de wolf is directe schade dus de schade door predatie aan gehouden dieren. In beginsel komt bijkomende schade of indirecte schade niet voor tegemoetkoming in aanmerking. Om dierhouders de tijd te gunnen om zich aan te passen aan de komst van de wolf, is er bij schade door de wolf voor gekozen toch enkele aanvullende schadeposten te vergoeden.

 

Hierop wordt in de taxatierichtlijn voor wolvenschade nader ingegaan. In de richtlijn zijn duidelijkheidshalve ook enkele indirecte c.q. vervolgschadeposten benoemd die niet bij de taxatie en de tegemoetkoming betrokken worden.2 Deze schadeposten, bijvoorbeeld materiaalkosten of uren besteed aan de schadeafwikkeling zijn een afgeleide, een (deels onbepaald en niet controleerbaar) indirect gevolg, waarbij de relatie tussen de wolvenaanval en het gevolg niet altijd duidelijk aanwezig is, dan wel in een te ver verwijderd verband staat tot de wolvenaanval om van rechtstreekse, directe schade aan de landbouw (aan de gehouden dieren) te kunnen spreken. Deze indirecte kosten stijgen ook niet uit boven hetgeen tot het normale bedrijfsrisico of normaal maatschappelijk risico behoort, en Gedeputeerde Staten achten het niet onbillijk of onevenredig dat deze voor rekening van de dierhouder blijven.

 

Taxatierichtlijn

 

De schade wordt door een taxateur vastgesteld met inachtneming van de taxatierichtlijn voor wolvenschade aan landbouwhuisdieren. Deze uitvoeringsrichtlijn bevat uitgangspunten voor de werkwijze bij taxaties en de waardebepaling van dieren, met als doel te komen tot zorgvuldige, eenduidige besluitvorming bij het verlenen van tegemoetkomingen in faunaschade (veeschade) door de wolf. De richtlijn is te vinden op de website van BIJ12.

 

Goudjakhals

 

Naast de wolf wordt met enige regelmaat ook de goudjakhals in Nederland gesignaleerd. Dit dier is nauw verwant aan de wolf. Uit een taxatie en DNA-analyse kan naar voren komen dat een goudjakhals schade heeft veroorzaakt. In 2022 zijn voor het eerst drie schadegevallen van een goudjakhals in Fryslân door middel van DNA-analyses vastgesteld. Naar verwachting zal deze soort in aantal gaan toenemen in Nederland. Bij een taxatie en tegemoetkoming in schade door de goudjakhals aan gehouden dieren wordt op gelijke wijze gehandeld als bij de wolf.

 

Aanvraag

 

Een dierhouder/aanvrager moet zo snel mogelijk, uiterlijk binnen 24 uur na constatering van de (vermoedelijke) wolvenschade, ofwel telefonisch ofwel via het formulier op de website van BIJ12 een melding (aanvraag) daarvan doen. De snelheid is van belang voor een zorgvuldige taxatie.

Naar boven