Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 20 juni 2023, nr. UTSP-814175531-106, tot wijziging van de Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

 

Gelet op het gestelde in de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

 

Overwegende dat:

  • per 1 januari 2023 de nieuwe Europese Landbouwvrijstellingsverordening (EU) 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022 (LVV) in werking is getreden waardoor artikel 2.2 van de Subsidieregeling AVP (Verplaatsing grondgebonden agrarische bedrijven in het kader van het NNN) op een aantal punten moet worden aangepast aan de LW;

  • het artikel Leefbaarheid en kleine kernen verduidelijking behoeft;

  • de bepalingen in het artikel Recreatiebanken verruimd kunnen worden;

Besluiten:

Artikel 1  

De Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

 

In artikel 1.1 worden onderstaande begrippen als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel d komt als volgt te luiden:

    • d.

      Basisvoorziening: een fysieke voorziening, zoals een gebouw, een gedeelte of de buitenruimte van een gebouw, of een openbaar gebied waar voor iedereen toegankelijke activiteiten in het sociaal domein plaatsvinden die bijdragen aan de leefbaarheid. Voorbeelden hiervan zijn dorpshuizen en multifunctionele centra;

  • 2.

    Onderdeel j komt als volgt te luiden:

    • j.

      Grote ondernemingen: ondernemingen die niet voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in bijlage 1 van de Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022);

  • 3.

    Onder herlettering van de onderdelen k tot en met q tot I tot en met r wordt een nieuw onderdeel k ingevoegd, luidende:

    • k.

      Jonge landbouwer: landbouwer die jonger is dan 40 jaar op 31 december van het jaar waarin de steun wordt aangevraagd, die bedrijfshoofd is en beschikt over de vereiste passende opleiding of vaardigheden;

  • 4.

    Onderdeel m dat op grond van het gestelde onder 3 is herletterd tot onderdeel n komt als volgt te luiden:

    • n.

      Landbouwsteunkader: Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (2022/C 485/01);

  • 5.

    Onderdeel o dat op grond van het gestelde onder 3 is herletterd tot onderdeel p komt als volgt te luiden:

    • p.

      Niet-productieve investeringen: in navolging van artikel 2 van de Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022) wordt onder niet­ productieve investeringen verstaan: investering die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het bedrijf;

B.

 

In artikel 1.5 wordt het bedrag€ 165.000,- voor Stimulering aanleg Agroforestry gewijzigd in:

€ 235.000,-.

 

C.

 

Artikel 2.1, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Nadere criteria

De activiteiten, genoemd in het eerste lid, komen uitsluitend in aanmerking voor subsidie indien de activiteiten een bovenlokaal niveau hebben door zich te richten op ten minste drie kernen.

 

D.

 

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het vierde lid, onder a, aanhef en onder i, komen als volgt te luiden:

    • a.

      De volgende bedrijfsmatige kosten komen, voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, voor subsidie in aanmerking:

      • i.

        kosten voor voorbereiding waaronder in ieder geval notariskosten en kadastrale kosten, makelaarskosten en advieskosten voor het opstellen van het financieel plan met een begroting inclusief accountantsverklaringen;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het eind van het vierde lid, onder a, sub iii, wordt een nieuw onderdeel iv toegevoegd, luidende:

    • iv.

      in geval de te verlaten bedrijfskavel in (erf)pacht is, wordt, in afwijking van het gestelde onder iii, voor het berekenen van de kosten voor investeringen niet de koopsom gehanteerd maar de door een beëdigd taxateur bepaalde agrarische gebruikswaarde in het economisch verkeer.

  • 3.

    Het vierde lid, onder b komt als volgt te luiden:

    • b.

      Het subsidiepercentage bedraagt:

      • i.

        maximaal 100% van de subsidiabele kosten, genoemd in het vierde lid, onder a, sub i;

      • ii.

        maximaal 100% van de subsidiabele kosten, genoemd in het vierde lid, onder a, sub ii;

      • iii.

        maximaal 65% van de subsidiabele kosten, genoemd in het vierde lid, onder a, sub iii;

      • iv.

        voor jonge landbouwers een subsidiepercentage van maximaal 80% van de subsidiabele kosten, genoemd in het vierde lid, onder a, sub iii.

  • 4.

    Het vijfde lid komt als volgt te luiden:

    • 5.

      Subsidieontvangers

      • a.

        Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar of gebruiksgerechtigde van een landbouwbedrijf.

      • b.

        Onverminderd het gestelde in dit vijfde lid, onder a, wordt geen subsidie verstrekt aan een grote onderneming.

  • 5.

    Het zevende lid komt als volgt te luiden:

    • 7.

      Europese regelgeving

      Als sprake is van staatssteun, wordt subsidie voor agrarische bedrijfsverplaatsingen en investeringen in bedrijfsgebouwen slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L327/1 van 21 december 2022, met dien verstande dat:

      • a.

        subsidie voor investeringskosten slechts wordt verstrekt met inachtneming van met hoofdstuk I en artikel 14 van Verordening (EU) nr. 2022/2472

      • b.

        subsidie voor verplaatsingskosten slechts wordt verstrekt met inachtneming van hoofdstuk I en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 2022/2472.

E.

 

Artikel 4.1. wordt als volgt gewijzigd.

  • 1.

    Het eerste lid komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Subsidiabele activiteiten

      In het kader van het meerjarendoel 2.5.1 ('de leefbaarheid van het landelijk gebied en de kleine kernen is beter') uit de Programmabegroting kan eenmalig subsidie worden verstrekt voor de volgende activiteiten in een kleine kern:

      • a.

        het investeren in een bestaande fysieke basisvoorziening in het sociaal domein;

      • b.

        het organiseren en uitvoeren van een activiteit ter bevordering van de sociale cohesie;

      • c.

        het versterken van een organisatie die structureel activiteiten ter bevordering van de sociale cohesie verzorgt.

    • 2.

      Het derde lid, onder c, sub iv, komt als volgt te luiden:

      • iv.

        kosten voor materiaal of materieel dat nodig is voor de activiteiten genoemd in het eerste lid.

F.

 

Artikel 4.2, tweede lid, onder g, komt als volgt te luiden:

  • g.

    wordt geplaatst op minimaal 100 meter wandelafstand van horeca of een parkeerplaats en op minimaal 100 meter wandelafstand van een andere recreatiebank;

G.

 

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Voor de tekst van dit artikel wordt gezet: 1.

  • 2.

    Aan dit artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Artikel 4.2 van deze regeling geldt tot 1 januari 2024.

H.

 

  • 1.

    In de artikelsgewijze toelichting wordt voor "Hoofdstuk 3 Landschap en Cultuurhistorie" de volgende toelichting op artikel 2.2 ingevoegd:

     

    Artikel 2.2 Verplaatsing grondgebonden agrarische bedrijven in het kader van het NNN

    Het doel van dit artikel is het vrijkomen van grond voor de realisalfe van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Dit doel wordt bewerkstelligd door het ondersteunen en faciliteren van verplaatsing van landbouwbedrijven. Het gaat om van kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren. Subsidie wordt verstrekt bij hervestiging van perspectiefvolle landbouwbedrijven waarvan de landbouwgronden van de te verlaten locatie binnen de NNN of het zoekgebied NNN liggen.

    Het artikel is getoetst op staatssteun. Er is aangesloten bij de Landbouwvrijstellingsverordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 (LW), waardoor er bij subsidieverstrekking op basis van dit artikel sprake is van een geoorloofde vorm van staatssteun. Hierbij is gebruik gemaakt van de artikelen 14 en 16 LW. Het doel van de subsidie, realisatie NNN, sluit aan bij artikel 14.3 onderdeel g. van de LW: g) bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterken van ecosysteemdiensten en in stand houden van habitats en landschappen.

    Voor de definitie van 'jonge landbouwer' wordt verwezen naar de definitie in het Gemeenschappelijk Landbouw beleid, met name naar de Uitvoeringsregeling GLB 2023.

    De subsidiabele kosten en de subsidiepercentages vallen binnen de ruimte die de LW biedt. Het gaat om drie soorten kosten: voorbereidingskosten, verplaatsings-/en verhuiskosten en investeringskosten. Bij investeringen worden de kosten van uitbreiding van het bedrijf niet gesubsidieerd.

    Aan de subsidie is een maximum verbonden(€ 500.000,-) en de hoogte is afhankelijk van het aantal hectares (zoekgebied) NNN dat vrijkomt door de verplaatsing.

  • 2.

    In de artikelsgewijze toelichting komt de toelichting op artikel 4.1 als volgt te luiden:

    Artikel 4.1 Leefbaarheid en kleine kernen

    De provincie Utrecht wil in de kleine kernen in het landelijk gebied de leefbaarheid op peil houden.

    Leefbaarheid gaat over de vraag of een buurt, wijk, dorp of ander gebied aantrekkelijk en/of geschikt is om te wonen of werken. Sociale cohesie draagt bij aan de leefbaarheid. Sociale cohesie is de mate van verbondenheid en solidariteit binnen groepen en gemeenschappen.

    Subsidie is mogelijk voor investeringen waarmee bestaande fysieke basisvoorzieningen in het sociaal domein in stand gehouden kunnen worden (en dus niet voor het bouwen/inrichten van nieuwe fysieke basisvoorzieningen); voorbeelden hiervan zijn een dorpshuis, multifunctioneel centrum, hangplek voor jongeren, bibliotheek/bibliotheekbus, speel- of sportvoorziening voor specifieke doelgroepen, woon-zorgconcepten. Ook is subsidie mogelijk voor activiteiten die bijdragen aan de sociale cohesie en voor het versterken van organisaties die die activiteiten organiseren. Hierbij kan gedacht worden aan b.v. het inhuren van een teamcoach of mediator of het professionaliseren van de organisatie.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 20 juni 2023.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Naar boven