Wijziging beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het onderzoek door Sovon in 2021 naar de Staat van Instandhouding van vogelsoorten in de provincie Drenthe en de uitvoeringspraktijk aanleiding hebben gegeven om een lijst toe te voegen met jaarrond beschermde nesten, respectievelijk rustplaatsen, van vogels;

 

BESLUITEN:

 

de Beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe, zoals vastgesteld bij hun besluit van 20 december 2016, kenmerk 3.3/2016005213, Provinciaal Blad 6940 van 23 december 2016, laatst gewijzigd bij besluit van 6 december 2022, kenmerk 2022001961, provinciaal blad 14539 van 8 december 2022, te wijzigen.

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Assen, 27 juni 2023

Kenmerk 4.4/2023000887

 

Uitgegeven: 29 juni 2023

 

 

Wijziging beleidsregels Wet natuurbescherming provincie Drenthe

Artikel I

 

Na artikel 3.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 3.1a Het verbod in 3.1. tweede lid van de Wet natuurbescherming is jaarrond van toepassing op de nesten van soorten, respectievelijk rustplaatsen, opgenomen in Bijlage Ia (Lijst Vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten en rustplaatsen in de provincie Drenthe).

 

Toelichting

Tijdens werkzaamheden moet rekening worden gehouden met het broedseizoen van vogels. De Wet natuurbescherming kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat erom of er een broedgeval is. Nesten van vogels die het hele jaar gebruikt worden, zijn in principe jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Nestplaatsen van deze vogelsoorten zijn jaarrond beschermd.

Onder invloed van jurisprudentie heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in 2009, een lijst opgesteld van vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten. Deze lijst werd gehanteerd bij het verlenen van ontheffingen. In juli 2021 heeft Sovon, in opdracht van de provincie Drenthe, onderzoek uitgevoerd naar noodzaak van jaarronde nest- of rustplaatsbescherming van vogelsoorten in de provincie Drenthe . Uit de resultaten van dit onderzoek en de uitvoeringspraktijk is gebleken dat deze lijst aangepast moet worden aan de actuele Drenthe praktijksituatie.

 

Als eerste bijlage wordt ingevoegd:

Bijlage Ia. Lijsten Vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten en rustplaatsen in de provincie Drenthe

 

Jaarrond beschermde nesten in provincie Drenthe

 

Soort

Categorie

 

 

Aalscholver

2

 

 

Bergeend

5

 

 

Blauwe Reiger

2

 

 

Boerenzwaluw

5

 

 

Boomvalk

4

 

 

Bosuil

3

 

 

Buizerd

5

 

 

Draaihals

4

 

 

Gekraagde Roodstaart

5

 

 

Gierzwaluw

2

 

 

Glanskop

5

 

 

Grote Gele Kwikstaart

3

 

 

Havik

4

 

 

Huismus

2

 

 

Huiszwaluw

2

 

 

IJsvogel

5

 

 

Kerkuil 

3

 

 

Kleine Bonte Specht

5

 

 

Kokmeeuw

5

 

 

Kraanvogel

5

 

 

Middelste Bonte Specht

5

 

 

Oehoe

3

 

 

Oeverzwaluw

5

 

 

Paapje

5

 

 

Raaf

3

 

 

Ransuil

4

 

 

Ringmus

2

 

 

Rode wouw

4

 

 

Roek

2

 

 

Ruigpootuil

5

 

 

Scholekster

5

 

 

Slechtvalk

3

 

 

Sperwer

4

 

 

Spreeuw

5

 

 

Steenuil

1

 

 

Torenvalk

5

 

 

Visdief

5

 

 

Wespendief

4

 

 

Wilde zwaan

5

 

 

Zeearend

4

 

 

Zwarte Specht

3

 

 

Zwarte Stern

2

 

 

Zwarte Wouw

4

 

 

 

 

 

 

Categorieën:

  • 1.

    Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil).

  • 2.

    Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus).

  • 3.

    Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (bijvoorbeeld: bosuil, kerkuil en steenuil).

  • 4.

    Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, sperwer en ransuil).

  • 5.

    Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Deze soorten vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd.

 

 

Naar boven