Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2023, 5932 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2023, 5932 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Investeringsregeling Reductie Stikstofemissie Noord-Nederland
In deze regeling wordt verstaan onder:
externe deskundige: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd is en staat ingeschreven in het bedrijfsadviseringssysteem (BAS) van de Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs of met betrekking tot advisering in het kader van weidegang staat ingeschreven als adviseur bij de Stichting Weidegang;
Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): de Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022, PbEU 2022, L 327/1 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
Artikel 2 Toepassing Kaderverordening en Procedureregels
De Kaderverordening provincie Groningen 2017 en Procedureregeling zijn van toepassing op de subsidieverstrekking op basis van deze regeling, met uitzondering van artikel 2.5, lid 1, sub b, van de Procedureregeling.
Artikel 3. Doel van deze regeling
Deze regeling heeft tot doel investeringen te stimuleren in maatregelen die bijdragen aan de reductie van stikstofemissie binnen een agrarische onderneming. Het geven van advies door een extern deskundige over die maatregelen maakt daar ook deel van uit.
Subsidie kan worden aangevraagd door agrarische ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid gevestigd in de provincie Groningen, Fryslân of Drenthe die zijn aan te merken als kmo.
Artikel 6. Openstelling en subsidieplafond
De regeling wordt één of meerdere keren per jaar middels een openstellingsbesluit opengesteld voor aanvragen. In het openstellingsbesluit worden het subsidieplafond, de maatregelen en de wijze van indiening van de aanvragen voor subsidie vastgesteld.
Artikel 10. Algemene weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Artikel 11. Voorschot en vaststelling
Het verzoek tot vaststelling van de verleende subsidie voor het advies dient te worden ingediend binnen vier weken nadat het advies is uitgebracht. Bij het verzoek tot vaststelling wordt het uitgebrachte advies in geanonimiseerde vorm bijgevoegd, evenals een gedagtekende en gespecificeerde factuur van de desbetreffende externe deskundige.
Artikel 14. Inwerkingtreding en duur
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Investeringsregeling Reductie Stikstofemissie Noord-Nederland.
Toelichting behorende bij de Investeringsregeling Reductie Stikstofemissie
Met deze gezamenlijke subsidieregeling beogen de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe een bijdrage te leveren aan de reductie van stikstofemissies teneinde de stikstofdepositie op overbelaste N2000 gebieden te doen afnemen en daardoor habitats te beschermen. Het Rijk heeft voor de drie provincies gezamenlijk een budget van 55 miljoen euro beschikbaar gesteld. Dit wordt gefaseerd via openstellingsbesluiten beschikbaar gesteld.
Subsidies op grond van deze regeling worden verstrekt onder vrijstellingsbepalingen voor staatsteun aan landbouworganisaties meer specifiek onder toepassing van de artikelen 14 en 22 van Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Europese Commissie van 14 december 2022, PbEU 2022, L 327/1 (Landbouwvrijstellingsverordening).
Voor de rechtmatige verlening van subsidies onder toepassing van de LVV dient onder meer sprake te zijn van een stimulerend effect van de regeling. Subsidie wordt geacht een stimulerend effect hebben wanneer de begunstigde ervan, voordat de werkzaamheden aan het project of de activiteit aanvangen, een subsidieaanvraag heeft ingediend. Van aanvang van werkzaamheden is bijvoorbeeld sprake als een offerte wordt geaccepteerd of een overeenkomst met een leverancier is aangegaan ten behoeve van het te subsidiëren project.
Op grond van artikel 14, derde lid onder g van de LVV kan steun worden gegeven voor investeringen die bijdragen aan het in stand houden van habitats.
Op grond van artikel 22, derde lid onder i en lid 4 kan steun in de vorm van advies worden gegeven voor maatregelen die verband houden met voedermaatregelen en ecologische prestaties.
Alle maatregelen die op grond van deze regeling worden verstrekt dienen passend te zijn onder de voornoemde bepalingen in de LVV.
Alle te verlenen subsidies hebben als doel om de stikstofemissie te reduceren. Het reduceren van stikstofemmissie leidt tot minder stikstofdepositie en daarmee tot verbetering en instandhouding van de zogenaamde Natura2000 gebieden.
De subsidiabele maatregelen die in de openstellingsbesluiten worden vastgesteld, zijn tot stand gekomen aan de hand van een inhoudelijke screening van maatregelen door experts en beleidsmakers van de provincies, gevolgd door een iteratieve afstemming met vertegenwoordigers van de Noord-Nederlandse landbouwsector, externe wetenschappers en experts en beleidsmakers van het ministerie van LNV en dienen passend te zijn aan de Landbouwrichtsnoeren en de LVV. Per openstellingsbesluit wordt bepaald welke maatregelen subsidiabel zijn. De lijst wordt bepaald op basis van bevindingen in de praktijk, ook m.b.t. de effectiviteit op het gebied van stikstofreductie, en op basis van voortschrijdend (wetenschappelijk) inzicht en nieuwe technologische ontwikkelingen. Bij het vaststellen van de lijst blijft een terugkerend gesprek met voornoemde partijen steeds het uitgangspunt.
Bij de uitvoering van de subsidieregeling zijn de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen 2018 (Procedureregeling) van toepassing. Dit heeft er mee te maken dat de provincie Groningen door het ministerie van LNV is aangewezen als subsidieontvanger op grond van de Versnellingsregeling van het Rijk.
Subsidie kan worden aangevraagd door agrarische ondernemingen actief in de primaire landbouwproductie, die valt onder kleine, middelgrote of micro-ondernemingen (kmo's) en geen rechtspersoon is. Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn de eenmanszaak, Vennootschap onder firma (VOF), Commanditaire vennootschap (CV) of· Maatschap. De onderneming moet actief en gevestigd zijn op het grondgebied van de provincie Groningen, Fryslân of Drenthe.
Artikel 7. Subsidiabele activiteiten en kosten
Lid 2 bepaalt dat uitsluitend na de indiening van de aanvraag gemaakte kosten en aangegane verplichtingen voor subsidie in aanmerking komen. Kosten ter voorbereiding van de aanvraag komen niet voor subsidie in aanmerking. Het tekenen van een offerte wordt gezien als het aangaan van een verplichting waardoor niet langer kan worden gezegd dat sprake is van een stimulerend effect van de subsidieverstrekking. Een getekende offerte en een getekende overeenkomst leiden daarom tot afwijzing van de aanvraag.
Artikel 7 lid 3: Bij financial lease moet er sprake zijn van een aanvrager die eigenaar wordt nadat alle termijnen zijn betaald. Uit het leasecontract moet blijken dat de aanvrager alle termijnen afbetaalt en daarmee eigenaar wordt van de investering voordat de instandhoudingsperiode (3 jaar na vaststelling) is afgelopen. Als voorbeeld: de subsidie wordt verleend op 1 juni 2023. Binnen twee jaar moet het vaststellingsverzoek worden ingediend. Dat is dus uiterlijk 1 juni 2025. De investering moet minimaal 3 jaar in stand gehouden worden. Die termijn eindigt op 1 juni 2028. Als uit het leasecontract blijkt dat alle termijnen voor die datum zijn betaald, dan komen alle kosten van de investering in aanmerking voor de subsidie. Eventuele rentekosten zijn uitgesloten van subsidie.
Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Bij het aanvragen van deze subsidie verleent de aanvrager toestemming om mee te doen aan een meet- en monitoringsprogramma. Dit wordt door de drie provincies gezamenlijk gecoördineerd. Hierbij kan gedacht worden aan het meten van de hoeveelheid stikstof die vrijkomt voordat een maatregel is toegepast en op een later moment na toepassing van die maatregel.
De adviezen die zijn opgesteld door de deskundigen worden ter beschikking gesteld aan Gedeputeerde Staten. De reden is om te monitoren aan welke vervolgmaatregelen behoefte is, en daar de lijst met maatregelen voor toekomstige openstellingen op aan te kunnen passen.
De gegevens die in het kader van de metingen en monitoring worden opgehaald, worden geanonimiseerd verwerkt in de rapportage aan Gedeputeerde Staten en zijn niet herleidbaar tot individuele bedrijven. Het betreft immers gegevens om de doeltreffendheid van de maatregelen te meten en niet de prestaties van het bedrijf. Hetzelfde geldt voor de inhoud van de adviezen. Deze kunnen informatie verschaffen over de inzet van middelen bijvoorbeeld als het gaat om de stikstofreductie per grondsoort (klei, veen, zand e.d.).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-5932.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.