Uitvoeringsregeling subsidie boscompensatie Noord-Holland 2023

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Overwegende dat het gewenst is om in het kader van Programma Natuur ter compensatie van gekapte bossen in Natura 2000 gebieden de inrichting van bospercelen te stimuleren;

 

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie boscompensatie Noord-Holland 2023

Artikel 1  

In deze regeling wordt verstaan onder:

bosperceel: perceel grond dat is ingericht als bos bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a.

Artikel 2  

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3  

Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten in de provincie Noord-Holland. die een perceel grond in eigendom hebben dat geschikt is voor de inrichting van een bos.

Artikel 4  

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      de voorbereiding van de inrichting en de inrichting van een bos op een perceel grond van meer dan 1 hectare dat in eigendom is van de aanvrager en geschikt is voor de inrichting van een bos buiten de begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland en Natura 2000 in de provincie Noord-Holland en;

    • b.

      het beheer van dat perceel in de eerste vijf jaar;

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt voor de activiteiten bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, tezamen.

Artikel 5  

Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

  • a.

    een begroting van de kosten van de activiteit;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

  • c.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

  • d.

    een schetsontwerp van de aan te planten locatie, inclusief de beoogde hoeveelheid aan te planten bos;

  • e.

    onderbouwing van een gespecialiseerde partij dat er voldoende ecologische potentie is voor het aanplanten van bos;

  • f.

    een intentieverklaring dat het bos planologisch wordt geborgd en het meerjaren vervolg beheer en duurzame instandhouding van het bosperceel aantoonbaar is geregeld.

Artikel 6  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode bedoeld in artikel 7.

  • 2.

    Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7  

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

Artikel 8  

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4.

    Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 9  

Subsidie bedoeld in artikel 4, onder a, wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • b.

    de activiteit niet in overeenstemming is met de Omgevingsverordening Noord-Holland;

  • c.

    aanplant plaatsvindt met niet streekeigen plantmateriaal.

Artikel 10  

  • 1.

    Subsidie bedoeld in artikel 4, onder a, wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      opstellen van het schets-, voorlopig en definitief ontwerp;

    • b.

      opstellen van het aanplantplan;

    • c.

      bestemmingsplanwijziging;

    • d.

      grondwerk en bodemverbetering;

    • e.

      aankoop geschikt aanplantmateriaal;

    • f.

      indien noodzakelijk, tevens additionele maatregelen als nutriëntengiften en/of wildrasters;

    • g.

      aanleg van beheerpaden;

    • h.

      aanplant van het perceel;

    • i.

      directievoering.

  • 2.

    Subsidie bedoeld in artikel 4, onder b, wordt verstrekt voor de kosten van beheer van het bosperceel in de eerste vijf jaar na inrichting.

  • 3.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

    • a.

      aankoop grond;

    • b.

      afwaardering grond;

    • c.

      recreatieve voorzieningen;

    • d.

      inkomstenderving huidig gebruik grond;

    • e.

      beheer na een periode van vijf jaar na inrichting.

Artikel 11  

  • 1.

    De subsidie bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, bedraagt 100 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 50.000,- per hectare.

  • 2.

    De subsidie bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, voor het beheer van het bosperceel bedraagt maximaal € 10.000,-.

  • 3.

    Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 5.

    Bij subsidies die € 10.000,- of minder bedragen, wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 12  

  • 1.

    Aan de subsidieontvanger worden in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

  • het aan te planten bos wordt met minimaal 80 procent autochtone inheemse soorten uitgevoerd.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen aan de subsidie een uiterste termijn verbinden waarbinnen de inrichting van het bosperceel plaatsvindt.

Artikel 13  

  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 16 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2.

    Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2025.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie boscompensatie Noord-Holland 2023.

Haarlem, 29 november 2022.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris

Naar boven