Uitvoeringsregeling subsidie oplossingen bij netcongestie Noord-Holland 2023

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Overwegende dat het gewenst is om in het kader van onze klimaat- en energiedoelstellingen, economische doelstellingen en efficiëntiedoelstellingen activiteiten te ondersteunen die gericht zijn op het voorkomen, verminderen of oplossen van transportschaarste op het elektriciteitsnet, niet zijnde uitsluitend opwekking van energie of balanceringsdiensten, en voor het verschuiven of verdelen van schaarse netcapaciteit;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun artikel 25 van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187) van toepassing achten op subsidieverstrekking voor haalbaarheidsstudies;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun de Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352) (De-minimisverordening) van toepassing achten op subsidieverstrekking voor oplossingen bij netcongestie;

 

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie oplossingen bij netcongestie Noord-Holland 2023

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187)

  • b.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

  • c.

    fossiele energie: aardgas, benzine, dieselolie, kerosine, kolen;

  • d.

    haalbaarheidsstudie: een haalbaarheidsstudie bedoeld in artikel 2, onder 87 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • e.

    netcongestie of transportschaarste: het plaatselijk bereiken van de maximale belastbaarheid van de distributie- en transportnetten voor elektriciteit;

  • f.

    oplossingen voor netcongestie: oplossingen voor het efficiënter gebruiken van het elektriciteitsnet en voor het voorkomen, verminderen of oplossen van transportschaarste en wachttijden voor het krijgen van voldoende transportvermogen of een aansluiting op het elektriciteitsnet;

  • g.

    samenwerkingsverband: een collectief van minimaal drie publieke of private partijen die gezamenlijk een subsidieaanvraag doen voor een collectieve oplossing bij netcongestie;

  • h.

    de eigen bedrijfsvoering: het primaire bedrijfsproces van de aanvrager van de subsidie, indien het niet alleen opwekking van energie of het aanbieden van balanceringsdiensten betreft;

  • i.

    collectieve oplossingen: oplossingen voor netcongestie waarbij ten minste drie verschillende rechtspersonen deelnemen die duurzame energie of transportvermogen aan elkaar beschikbaar stellen of gezamenlijk gebruik maken van een voorziening zoals een eigen gezamenlijk netwerk, energieopslagvoorziening of softwaresysteem;

  • j.

    balanceringsdiensten: het aanbieden van diensten aan de netbeheerders, zoals het leveren van noodvermogen, frequentieherstel en balancering;

  • k.

    MVA: Mega-Volt-Ampère.

Artikel 2
  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor een haalbaarheidsstudie voor oplossingen voor netcongestie in de eigen bedrijfsvoering van een individueel bedrijf of een samenwerkingsverband.

  • 2.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het realiseren van oplossingen voor netcongestie in de eigen bedrijfsvoering voor zover wordt aangetoond dat het gecontracteerd transportvermogen van een individueel bedrijf of het gesommeerde gelijktijdige piekvermogen van een groep bedrijven wordt verlaagd.

  • 3.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het realiseren van oplossingen die bijdragen aan het voorkomen, verminderen of oplossen van netcongestie in de eigen bedrijfsvoering in een op de bij deze regeling behorende kaart in rood of oranje aangeduid gebied voor zover wordt aangetoond dat het gecontracteerd transportvermogen van een individueel bedrijf of het gesommeerde gelijktijdige piekvermogen van een groep bedrijven gelijk blijft of wordt verlaagd indien:

    • a.

      afnemers van stroom meer stroom vragen doordat zij uitbreiden of verduurzamen of

    • b.

      invoeders van stroom meer duurzame elektriciteit produceren doordat zij meer zonnepanelen plaatsen of windturbines opstellen.

Artikel 3
  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon die eigenaar of huurder is van een opstal waar het project betrekking op heeft met een aansluiting op het elektriciteitsnet met een aansluitwaarde tot en met 2 MVA. Onder rechtspersoon wordt mede begrepen partnerondernemingen of verbonden ondernemingen bedoeld in artikel 3, derde lid, van Bijlage 1 behorende bij de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • 2.

    Subsidie wordt verstrekt aan een samenwerkingsverband van rechtspersonen bedoeld in het eerste lid mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      een aanvrager is of neemt deel aan een samenwerkingsverband met drie of meer rechtspersonen bedoeld in het vorige lid;

    • b.

      geen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband neemt meer dan 70% van de subsidiabele kosten voor zijn rekening;

    • c.

      de eigenaar en huurder van een opstal nemen niet beiden deel aan het samenwerkingsverband.

Artikel 4

Een subsidie bedoeld in artikel 2 kan voor zover deze staatssteun betreft, worden gerechtvaardigd voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden zoals opgenomen in:

  • a.

    artikel 25 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening voor zover het steun betreft bestemd voor een haalbaarheidsstudie;

  • b.

    de De-minimisverordening voor zover het steun betreft bestemd voor het realiseren van oplossingen bij netcongestie.

Artikel 5
  • 1.

    Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een projectplan dat tenminste bevat: een inhoudelijke beschrijving van de activiteit, de probleemstelling of beschrijving van de problematiek, de doelstelling, een beschrijving waarom het project het probleem vermindert, oplost of voorkomt, een tijdsplanning en de beoogde resultaten, waaronder tenminste ofwel een uitgebreide beschrijving, onderbouwing en kwantificering van de beoogde vermindering van transportcapaciteit op het elektriciteitsnet, ofwel een beschrijving, onderbouwing en kwantificering van de vermeden uitbreiding van de netcapaciteit bij toenemende stroom vragende of aanbiedende bedrijfsactiviteiten;

    • d.

      voor zover de oplossing teruglevering van stroom betreft: een beschrijving wat er met de opgewekte duurzame elektriciteit wordt gedaan;

    • e.

      voor zover de oplossing plaatsvindt in een rood of oranje gebied: een brief van de netbeheerder waarin wordt aangegeven dat er sprake is van netcongestie in het betrokken gebied, of een brief van de netbeheerder waarin wordt aangegeven dat de door het betrokken bedrijf aangevraagde transportvermogen niet geleverd kan worden, of waarin wordt aangegeven dat het betrokken bedrijf het gecontracteerde vermogen overschrijdt;

    • f.

      een indicatie van de duur waarbij de oplossing operationeel zal blijven en een beschrijving van wat er met het materiaal na die periode gebeurt;

    • g.

      een samenvatting van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede een schriftelijke toestemming dat deze samenvatting kan worden gebruikt in een voor een ieder toegankelijke publicatie;

    • h.

      voor zover het betreft een aanvraag om subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid: een haalbaarheidsstudie.

  • 2.

    Een aanvraag door een samenwerkingsverband bevat tevens:

    • a.

      een beschrijving van de deelnemers waarmee wordt samengewerkt in het samenwerkingsverband bedoeld in artikel 3, tweede lid;

    • b.

      een toelichting waaruit tenminste de verdeling van de activiteiten, beschrijving van de aard van de collectieve oplossing, financiën en gevraagde subsidie per deelnemer blijkt;

    • c.

      een machtiging aan één van de begunstigden om de communicatie omtrent de subsidieverstrekking namens de deelnemers te mogen verrichten en de na subsidieverstrekking door Gedeputeerde Staten te betalen bedragen te ontvangen, te verdelen en te verantwoorden.

Artikel 6
  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de door Gedeputeerde Staten vastgestelde periode, bedoeld in artikel 7.

  • 2.

    Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast waarbij per gesubsidieerde activiteit een deelplafond kan worden vastgesteld.

Artikel 8
  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen ten behoeve van de behandeling van een aanvraag advies vragen aan Liander N.V.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten geven aan binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

  • 3.

    Indien het advies niet tijdig wordt uitgebracht, staat het enkel ontbreken daarvan niet in de weg aan het nemen van een besluit.

  • 4.

    In of bij een besluit wordt vermeld dat advies is uitgebracht.

Artikel 9
  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 10
  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de begunstigde eerder subsidie van Gedeputeerde Staten heeft ontvangen voor dezelfde subsidiabele activiteiten bedoeld in artikel 2 en voor dezelfde elektriciteitsaansluiting;

    • b.

      de activiteit betrekking heeft op het gebruik van fossiele energie op het perceel van de aanvrager;

    • c.

      de activiteit een duurzaamheidsmaatregel is die is gericht op een laadpaal, energiebesparing of opwekking van duurzame energie;

    • d.

      de activiteit technisch of financieel niet haalbaar is;

    • e.

      de activiteit meer transportvermogen nodig heeft of vraagt dan momenteel is gecontracteerd;

    • f.

      de activiteit een batterijoplossing betreft van meer dan 1 MVA;

    • g.

      de activiteit buiten Noord-Holland plaatsvindt;

    • h.

      de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

    • i.

      de begunstigde een aansluiting heeft van meer dan 2 MVA;

    • j.

      de primaire bedrijfsvoering van de begunstigde het aanbieden van zon- of windenergie of balanceringsdiensten is;

    • k.

      de onderneming wiens aansluiting het betreft tevens de aanbieder van de oplossing is;

    • l.

      de activiteit betrekking heeft op een individuele woning;

    • m.

      de aanvrager een onderneming is die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Communautaire richtsnoeren inzake reddings -en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU, 2014/C 249/01);

    • n.

      tegen de aanvrager een terugvorderingsbevel is gegeven omdat eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt.

  • 2.

    Indien een begunstigde meer dan één aanvraag heeft ingediend, wordt slechts één aanvraag in behandeling genomen.

Artikel 11
  • 1.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      inhuurkosten voor externe expertise;

    • b.

      materiaalkosten die uitsluitend nodig zijn voor de haalbaarheidsstudie;

    • c.

      huurkosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor de haalbaarheidsstudie.

  • 2.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      inhuurkosten voor externe expertise en procesbegeleiding;

    • b.

      materiaalkosten, zoals kosten voor apparatuur, installaties, meet - en regeltechniek en ondersteunende toebehoren zoals software e.d.;

    • c.

      contante waarde van de huurkosten van apparatuur en uitrusting die deel uitmaken van de daadwerkelijk gerealiseerde oplossing;

    • d.

      kosten van uitvoering, het laten bouwen en installeren van de gekozen oplossingen bij netcongestie.

Artikel 12
  • 1.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 15.000,-.

  • 2.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt 50 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 25.000,- voor zover sprake is van een aanvraag van een samenwerkingsverband.

  • 3.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, bedraagt 30 procent van de subsidiabele kosten tot maximaal € 50.000,-, voor zover sprake is van een individuele aanvraag.

  • 4.

    Subsidie bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid, bedraagt 30 procent van de subsidiabele kosten tot € 250.000,- voor zover sprake is van een aanvraag van een samenwerkingsverband.

  • 5.

    Indien een batterij onderdeel vormt van de oplossing bij netcongestie bedragen de subsidiabele kosten daarvan per begunstigde maximaal € 25.000,-.

  • 6.

    Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

  • 7.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 8.

    Bij subsidies van minder dan € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 13

Aan de subsidieontvanger wordt in ieder geval de volgende verplichting opgelegd:

de subsidieontvanger is bereid mee te werken aan kennisdeling en evaluatie ten aanzien van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 14
  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2.

    Een aanvraag tot vaststelling bevat tenminste:

    • a.

      bij een subsidie bedoeld in artikel 2, eerste lid: de uitgevoerde haalbaarheidsstudie, de verwachte vermindering van transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet, de gevolgde aanpak en geleerde lessen;

    • b.

      bij een subsidie bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid: een rapportage over de gerealiseerde oplossing, een beschrijving en onderbouwing van de vermindering van de mate waarin transport- en aansluitcapaciteit op het elektriciteitsnet nodig is of wordt gebruikt door realisatie van de oplossing, een beschrijving van wat de oplossing heeft opgeleverd aan maatschappelijke baten, de gevolgde aanpak, en de geleerde lessen en voor zover het een subsidie bedoeld in artikel 2, tweede lid, betreft alsmede een kopie van het contract met de netbeheerder waarmee wordt aangetoond dat het gecontracteerd vermogen is verlaagd.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 15
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2024.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie oplossingen bij netcongestie Noord-Holland 2023.

Haarlem, 25 april 2023

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

H.J. Schartman, plv. provinciesecretaris

Bijlage  

De kaarten met rode/oranje en witte gebieden worden gebaseerd op https://capaciteitskaart.netbeheernederland.nl/ - peildatum 11 mei 2023.

Deze worden samen met bijbehorende postcode-lijst gepubliceerd op het online subsidieloket van de provincie Noord-Holland.

Naar boven