Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 20 december 2022, PZH-2022-820779362, tot wijziging van de Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op de artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

 

Overwegende dat het gewenst is om de bestaande subsidieregeling voor de inzet van externe capaciteit bij gemeenten te actualiseren en uit te breiden;

 

Besluiten

Artikel 1

De Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland komt te luiden:

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013.

 

Artikel 1.2 Aanvraagperiode

  • 1.

    In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidies op grond van deze regeling worden ingediend van 19 april 2021 tot en met 1 juli 2024.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten beslissen op een aanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 1.3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in Zuid-Holland.

 

Artikel 1.4 Rangschikking

  • 1.

    Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragen verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst daarvan.

  • 2.

    Als een subsidieaanvraag niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag is aangevuld en gecompleteerd als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Op de dag dat verlening van subsidie voor gelijktijdig binnengekomen subsidieaanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de subsidie verdeeld op basis van loting.

Artikel 1.5 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen op grond van deze regeling de kosten voor de inhuur van externe capaciteit en expertise voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 1.6 SiSa-verantwoording

De subsidieontvanger verantwoordt een subsidie op grond van deze regeling financieel met toepassing van artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

 

Artikel 1.7 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Het voorschot voor subsidies bedraagt maximaal 75% van het verleende bedrag.

  • 2.

    Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

Paragraaf 2. Versnelling woningbouw

 

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot versnelling van de woningbouw in de provincie Zuid-Holland.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.1 geweigerd indien aan de aanvrager reeds vijf keer subsidie is verstrekt op grond van deze regeling voor in hetzelfde kalenderjaar ingediende aanvragen.

 

Artikel 2.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise leidt tot aantoonbare versnelling van de woningbouw in de gemeente;

  • b.

    de te bouwen woningen liggen binnen Bestaand Stads- en Dorpsgebied (BSD) of op een woningbouwlocatie van meer dan 3 hectare buiten Bestaand Stads- en Dorpsgebied die is opgenomen op de ‘3 ha kaart’ en wordt genoemd in Tabel 1 (Woningbouwlocaties) van het Programma ruimte Omgevingsbeleid Zuid-Holland (vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 9 juli 2014 (Staatscourant 2014, 21322), gewijzigd bij besluiten van 16 december 2015 (Staatscourant 2016, 4970), 29 juni 2016 (Staatscourant 2016, 37091), 14 december 2016 (Staatscourant 2017, 1320), 20 december 2017 (Staatscourant 2018, 2767), 30 mei 2018 (Staatscourant 2014, 36428), 15 januari 2019 (Staatscourant 2019, 8872));

  • c.

    de aanvraag betreft minimaal 25 nieuw te bouwen woningen;

  • d.

    de activiteit kan binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering zijn.

Artikel 2.4 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,00.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximum subsidiebedrag voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Delft, Dordrecht, Gorinchem, Gouda, Katwijk, Lansingerland, Leiden, Maassluis, Nissewaard, Rijswijk, Schiedam, Vlaardingen, Westland, Zoetermeer, Zuidplas en Zwijndrecht € 150.000,00.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximum subsidiebedrag voor de gemeenten Den Haag en Rotterdam € 250.000,00.

  • 4.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 25.000,00 wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 2.5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening uitgevoerd.

Paragraaf 3. Regionale integrale woonzorgvisies

 

Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise voor de totstandkoming van een regionale integrale woonzorgvisie.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot een regionale integrale woonzorgvisie.

Artikel 3.2 Weigeringsgrond

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 3.1 geweigerd indien de aanvraag betrekking heeft op een regionale integrale woonzorgvisie waarvoor reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.

 

Artikel 3.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de tijdelijke inhuur van externe capaciteit en expertise is gericht op de totstandkoming van een regionale integrale woonzorgvisie;

  • b.

    een regionale integrale woonzorgvisie is gericht op:

    • i.

      de regio Rotterdam, bestaande uit de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Voorne aan Zee;

    • ii.

      de regio Haaglanden, bestaande uit de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer;

    • iii.

      de regio Midden-Holland, bestaande uit de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas;

    • iv.

      de regio Holland Rijnland, bestaande uit de gemeenten Alphen aan dan Rijn, Hillegom, Lisse, Teylingen, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude;

    • v.

      de regio Alblasserwaard bestaande uit de gemeenten Gorinchem en Molenlanden;

    • vi.

      de regio Drechtsteden bestaande uit de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht;

    • vii.

      de gemeente Goeree-Overflakkee, of

    • viii.

      de gemeente Hoeksche Waard.

  • c.

    in een regionale integrale woonzorgvisie wordt aandacht besteed aan de aandachtsgroepen: statushouders, arbeidsmigranten, dak- en thuisloze mensen, mensen met sociale of medische urgentie, mensen die uitstromen uit een intramurale zorginstelling, uitwonende studenten, woonwagenbewoners en ouderen;

  • d.

    de activiteit kan binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering zijn.

Artikel 3.4 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 50.000,00.

 

Artikel 3.5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteit is binnen 26 weken na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening in uitvoering;

  • b.

    de activiteit is binnen twee jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening uitgevoerd.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

 

Artikel 4.1 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 januari 2025 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

 

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 10 januari 2023.

Den Haag, 20 december 2022

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

waarnemend secretaris,

ir. J.C. van Ginkel MCM

voorzitter,

drs. J. Smit

Naar boven