Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen (actualisatie Akoestisch Inrichtingsplan)

Besluit van gedeputeerde staten van 11 april 2023, kenmerk 301820, tot wijziging van de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen, inhoudende de vaststelling van een bij de Beleidsregel behorend nieuw Akoestisch inrichtingsplan 2021 en intrekking van het Akoestisch inrichtingsplan Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

overwegende

  • dat het gewenst is het Akoestisch inrichtingsplan, dat als bijlage onderdeel uitmaakt van de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen inzake het gebruik en de uitgifte van de beschikbare geluidruimte, te wijzigen en te komen tot een nieuw Akoestisch inrichtingsplan;

  • Dat ingevolge de Wet geluidhinder het beheer van geluidzones rond industrieterreinen van regionaal belang tot de bevoegdheid van het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland behoort;

  • dat het Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven in het Omgevingsplan Zeeland zoals dat is vastgesteld in 2018, alsook in de Provinciale Omgevingsverordening 2018 Zeeland, is aangemerkt als een industrieterrein van regionaal belang;

  • dat het college van gedeputeerde staten van zeeland het bevoegd gezag is ten aanzien van inrichtingen die behoren tot een in bijlage I, onderdeel C van besluit omgevingsrecht genoemde categorie, voor zover zij hiertoe zijn aangewezen;

  • dat om de totaal beschikbare geluidruimte zo efficiënt mogelijk te verdelen in 2012 de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen is vastgesteld. In het bijbehorende Akoestisch inrichtingsplan was aangegeven hoe de beschikbare geluidruimte wordt verdeeld.

  • dat het vanwege de komst van de marinierskazerne destijds gewenst was deze terreinen te onttrekken aan het gezoneerde industrieterrein. Ondanks dat de marinierskazerne uiteindelijk niet is doorgegaan, zijn de betrokken gebieden met het “inpassingsplan Marinierskazerne Vlissingen” van 4 juli 2014 toch formeel onttrokken. Dit is echter toen niet aangepast in het Akoestisch inrichtingsplan, behorende bij de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 provincie Zeeland;

  • dat er vergevorderde plannen zijn om op deze terreinen het Justitieel Complex Vlissingen en een stadslandgoed te realiseren en thans een ontwerp-bestemmingsplan Stadslandgoed Nieuwerve Vlissingen voorhanden is. Het is daarom wenselijk de beleidsregel aan te passen met een Akoestisch inrichtingsplan dat is aangepast aan de nieuwe situatie. Dat houdt in dat op een aantal terreinen binnen de zone geen geluidgebruiksruimte meer van toepassing is. Om per saldo het geluid niet te doen toenemen behouden de overige bedrijven hun bestaande geluidgebruiksruimte;

  • dat tevens een aantal juridisch-technische aanpassingen zijn meegenomen bij de aanpassing van het Akoestisch inrichtingsplan;

  • dat dit leidt tot de betreffende wijziging van het bij de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011, gemeente Vlissingen behorende Akoestisch inrichtingsplan 2021, zoals opgenomen in de bij het onderhavige besluit behorende bijlage I;

  • dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen (mede)instemming hebben verleend tot het aanpassen van het Akoestisch inrichtingsplan Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011, in die zin dat dit leidt tot de vaststelling van een nieuw Akoestisch inrichtingsplan 2021;

  • dat met toepassing van afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht het ontwerp-besluit tot aanpassing van het Akoestisch inrichtingsplan van 25 januari 2023 tot en met 8 maart 2023 ter inzage heeft gelegen;

  • dat er op 8 maart 2023 van SPAWNP ingenieurs namens de bedrijven SBV en VTO een zienswijze is ingekomen op het ontwerp-besluit;

  • dat de zienswijze als volgt wordt beoordeeld:

    Ontvankelijkheid

    De zienswijze is binnen de wettelijk gestelde termijn van zes weken ingediend zodat de zienswijze als ontvankelijk kan worden beschouwd;

    Inhoudelijk

    De zienswijze komt er in het kort op neer dat SBV en VTO het niet eens zijn met de verwijzing naar een vergunning uit 2008 in het nieuwe akoestisch inrichtingsplan, waarin het volledige perceel nog onder de vergunning van SVB viel. In 2018 is het perceel echter gesplitst in een terreindeel VTO en een terreindeel SBV. Voor beide bedrijven zijn toen aparte vergunningen verleend. Men wijst erop dat dit de vergunde situatie is en dit dient de situatie te zijn die in het inrichtingsplan wordt vastgelegd, waarbij ook is vastgelegd voor welk bedrijf hoeveel geluidsruimte beschikbaar is. De tekst uit het ontwerp-besluit tot wijziging van de Beleidsregel/akoestisch inrichtingsplan 2011 voor het perceel SBV is in principe gelijk aan de vorige versie. Daarin is een bepaalde geluidruimte vastgelegd voor het “perceel SBV”. Hierbij is de beschikbare geluidruimte vastgelegd op 2 immissiepunten VP01 en VP02 (zie kaart inrichtingsplan perceel 7/SBV) en niet, zoals bij de meeste percelen, met een dB/m2. Deze immissiepunten blijven ongewijzigd in het akoestisch inrichtingsplan 2021 voor het gehele (oude) perceel SBV. Het maakt daarom niet uit hoeveel bedrijven er op het perceel aanwezig zijn, als op de immissiepunten maar voldaan wordt aan de geluidwaarden. Dit ter bescherming van geluidgevoelige bestemmingen. Uit een toetsing op de 2 immissiepunten blijkt, dat het akoestisch inrichtingsplan 2021 voldoende geluidruimte biedt voor zowel VTO als SBV.

    Conclusie

    Gelet op het vorenstaande is er geen aanleiding om de zienswijze gegrond te verklaren omdat de inhoud daarvan niet leidt tot een inhoudelijke wijziging van de Beleidsregel (het akoestisch inrichtingsplan). De vergunde geluidniveaus van zowel VTO als SBV zijn namelijk met het nieuwe inrichtingsplan voldoende geborgd met de waarden die gelden voor het hele perceel. En dat laatste is het uitgangspunt voor de toegestane geluidsbelasting ingevolge de Beleidsregel. Er ligt derhalve geen meerwaarde in het aanpassen van de Beleidsregel (akoestisch inrichtingsplan) voor SBV en VTO afzonderlijk.

    Wel wordt een redactionele aanpassing van de Beleidsregel (akoestisch inrichtingsplan) doorgevoerd waarin de actuele feitelijke situatie is weergegeven zodat helder wordt dat rekening is gehouden met de vergunde rechten van VTO en SBV. Zie hiervoor de onderdelen:

    • Paragraaf 5.1, laatste zin, onder toevoeging van de vetgedrukte zinsneden: “Dit betreft de gebieden 1 en 7 (op kaart ingetekend als SBV) waar thans resp. de KSG en SBV/VTO gevestigd zijn”;

    • Hoofdstuk 6, stuk tekst onder tabel, de passage onder het laatste gedachtenstreepje wijzigen in:

      “de vergunning van SBV van 2018 (Kenmerk: W-AOV180297/00195091) en VTO van 2018 W-AOV170360/ 00171320 . In deze vergunningen is tevens opgenomen wat de terreingrenzen zijn van de betreffende inrichting. De toegekende geluidbelasting behoort bij de gehele inrichting van zowel VTO als SBV”;

    • Hoofdstuk 6: Gebied 7, tekst wijzigen in:

      “Het betreft hier het perceel SBV. Op dit perceel zijn nu VTO en SBV gevestigd. Voor dit perceel (7 / SBV) wordt de beschikbare geluidruimte gehanteerd, zoals die op basis van de vigerende vergunning uit 2018 van SBV (kenmerk W-AOV180297/00195091) en op basis van de benodigde geluidruimte van VTO (W-AOV170360/ 00171320 ) is berekend. Verdere toekomstige uitbreidingen zullen moeten passen binnen de nu beschikbare geluidruimte. In de onderstaande tabel staan de totaal toelaatbare geluidwaarden op de 2 controlepunten. Samen mogen beide bedrijven of mogelijk andere combinaties van bedrijven niet meer geluid veroorzaken dan opgenomen in onderstaande tabel”.

  • gelet op artikel 158 van de Provinciewet, artikel 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, hoofdstuk 3 alsmede artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 163, lid 2, juncto artikel 164, van de Wet geluidhinder, artikel 9 van de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011, gemeente Vlissingen, inhoudende de vaststelling van het bij de Beleidsregel behorend Akoestisch inrichtingsplan Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2021 en intrekking van het Akoestisch inrichtingsplan Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011:

Artikel 1  

De inhoud van het Akoestisch inrichtingsplan 2021komt als volgt te luiden:

Akoestisch inrichtingsplan Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2021

 

1. Inleiding

in 2012 is de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen vastgesteld. In het bijbehorende Akoestisch Inrichtingsplan is aangegeven hoe de beschikbare geluidruimte verdeeld wordt. Het voordeel voor bedrijven van een dergelijk plan is vooral dat zij meer duidelijkheid krijgen over de beschikbare geluidruimte. Vanwege een aantal ontwikkelingen in het gebied is het gewenst het akoestisch Inrichtingsplan uit 2011 aan te passen. Deze aanpassing vindt plaats met het voorliggende inrichtingsplan.

 

2. Historie

Rond het Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven is op 14 september 1990 bij Koninklijk besluit een geluidzone vastgesteld. Bij de vaststelling van de geluidzone bleek dat er sprake was van een saneringssituatie. Door het college van gedeputeerde staten van Zeeland is toen een programma van maatregelen vastgesteld. De minister heeft vervolgens op grond van artikel 72 van de Wet geluidhinder op 13 oktober 1998 voor de gevels van de woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, waarop het programma van maatregelen betrekking had, maximaal toelaatbare geluidbelastingen vastgesteld. De saneringsdoelstellingen bleken alleen te halen door verplaatsing van een groot deel van de Koninklijke Schelde Groep en de Wasserij Edelweiss. Nadat deze verplaatst waren, hebben gedeputeerde staten op 13 mei 2002 een nieuw saneringsprogramma vastgesteld, waarmee het saneringsprogramma van 1997 is komen te vervallen.

 

Op 19 december 2002 is door het ministerie van I&M het besluit van 13 oktober 1998 ingetrokken en zijn opnieuw de hoogste toelaatbare waarden vastgesteld voor de betrokken woningen en scholen.

 

De gemeente Vlissingen heeft het vrijgekomen terrein van KSG in eigendom verworven om hier een nieuw stadsdeel (Scheldekwartier) te realiseren. Hiervoor is een masterplan opgesteld. Voor het naastgelegen Edisongebied is een structuurplan vastgesteld, waarin de herstructurering van het gebied is beschreven. Om de bouw van woningen en andere geluidgevoelige functies in beide plannen mogelijk te maken, was het noodzakelijk dat de geluidzone werd ingekrompen.

 

Ten behoeve van de Milieueffectrapportage bij de planontwikkeling is een akoestisch onderzoek (2 januari 2008) uitgevoerd door de provincie in overleg met de gemeente Vlissingen. Zeeland Seaports (thans North Sea Port) was bij het onderzoek betrokken als vertegenwoordiger van de bedrijven aan de Buitenhaven. Met enkele akoestisch relevante bedrijven aan de Buitenhaven zijn gesprekken gevoerd over de toekomstsituatie. Uit het akoestisch onderzoek bleek, dat op het Scheldekwartier en het westelijk deel van het Edisongebied de realisatie van geluidgevoelige bestemmingen mogelijk was. Voor een deel van deze geluidgevoelige functies is een hogere waarde op grond van de Wet geluidhinder vastgesteld.

 

Door de provincie Zeeland is samen met gemeente Vlissingen, Zeeland Seaports en de betrokken bedrijven een project opgestart om te onderzoeken hoe geluidruimte op het resterende industrieterrein optimaal kan worden benut. Hiervoor is het van belang om in te gaan op de Wet geluidhinder.

 

Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in werking getreden. Eén van de gewijzigde onderdelen was de invoering van het begrip redelijke sommatie. Redelijke sommatie is de vergunde geluidbelasting die gehanteerd wordt voor de toets aan de geluidzone. Het komt in de praktijk niet voor dat alle bedrijven gelijktijdig volgens de vergunde situatie in bedrijf zijn. Om die reden blijkt de geluidbelasting op de grens van de zone in werkelijkheid lager te zijn dan de optelling van alle vergunde geluidbelastingen. Hiertoe kan de aftrek van de redelijke sommatie worden toegepast. Voor het bepalen van de aftrek is in het op 1 januari 2007 gewijzigde Meet- en rekenvoorschrift (hoofdstuk 5, Wet geluidhinder) een tabel opgenomen. Indien deze tabel wordt gehanteerd voor het industrieterrein De Schelde/Buitenhaven, komt de aftrek op basis van de redelijke sommatie uit op 2 dB(A).

 

In de Wet geluidhinder is niet aangegeven hoe de extra te vergunde geluidruimte op basis van de redelijke sommatie toegepast moet worden. Deze kan worden gebruikt ten gunste van de bedrijven, ten gunste van woningbouw, een mix hiervan of er kan worden gekozen voor het in het geheel niet toepassen van de redelijke sommatie. Het toepassen van de redelijke sommatie is een beleidskeuze van de betrokken overheden. In dit geval zijn dat de gemeente Vlissingen en de provincie Zeeland. Zij hebben in principe gekozen voor het toekennen van de extra geluidruimte aan de bedrijven.

 

Voor het bepalen van de nieuwe geluidzone is rekening gehouden met het vorenstaande. De nieuwe zone is vastgelegd in het bestemmingsplan “Parapluherziening geluidzone De Schelde/Buitenhaven” dat op 19 november 2009 in werking is getreden.

 

3. Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen

Ingevolge artikel 164 van de Wet geluidhinder wordt de mogelijkheid geboden een beheersplan/ beleidsregel op te stellen. In dat beheersplan kan de zonebeheerder aangeven hoe hij voornemens is de beschikbare geluidruimte te verdelen. Het voordeel voor bedrijven van een dergelijk plan is vooral dat zij meer duidelijkheid krijgen over de beschikbare geluidruimte. Met artikel 164(Wgh) wordt aangesloten op een ontwikkeling die in de praktijk al zichtbaar is.

 

Om de totaal beschikbare geluidruimte zo efficiënt mogelijk te verdelen is in 2012 de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 gemeente Vlissingen vastgesteld. In het bijbehorende Akoestisch Inrichtingsplan is aangegeven hoe de beschikbare geluidruimte verdeeld wordt.

 

4. Herziening Beleidsregel nodig

Vanwege de komst van de marinierskazerne was het gewenst de betreffende terreinen te onttrekken aan het gezoneerd industrieterrein. Ondanks dat de marinierskazerne uiteindelijk niet is doorgegaan, zijn de betrokken gebieden met het “inpassingsplan Marinierskazerne Vlissingen” van 4 juli 2014 toch formeel onttrokken. Dit is echter toen niet aangepast in het akoestisch inrichtingsplan, behorende bij de Beleidsregel Zonebeheersysteem Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 provincie Zeeland.

 

Op dit moment zijn er vergevorderde plannen om op deze terreinen het JVC en stadslandgoed te realiseren (inpassing MARKAZ/voorontwerp-bestemmingsplan Stadslandgoed Nieuwerve). Het is daarom nu gewenst om de beleidsregel aan te passen, met een akoestisch inrichtingsplan aangepast aan de nieuwe situatie. Dat wil zeggen dat een aantal terreinen die eerst onderdeel uitmaakten van het industrieterrein nu binnen de zone komen te liggen en daarop is geen geluidgebruiksruimte meer van toepassing. Om per saldo het geluid niet te doen toenemen behouden de overige bedrijven hun bestaande geluidgebruiksruimte.

 

Voor de KSG groep vindt momenteel een ambtshalve wijziging plaats. Dit heeft ook consequenties voor de geluidniveaus op de vergunningspunten van KSG en dus ook de beschikbare geluidruimte uit de beleidsregel. De waarden van de punten die betrekking hebben op KSG zijn aangepast overeenkomstig de meest recente ambtshalve wijziging. De ligging is niet gewijzigd. Ondanks dat deze vergunning niet onherroepelijk is, is de benodigde geluidruimte wel gewijzigd in het akoestisch inrichtingsplan. De geluidniveaus leiden in geen geval tot overschrijdingen van de grenswaarden op de zone of woningen (en andere geluidgevoelige bestemmingen) binnen de zone.

 

5. Akoestische uitgangspunten

In het akoestisch inrichtingsplan is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Hieronder worden deze puntsgewijs besproken.

 

5.1. Gebied

Het industrieterrein is nu ingedeeld in 22 gebieden. Van origine was er sprake van 28 gebieden. Door onttrekken van gebieden aan het Akoestisch Inrichtingsplan zijn er nog 22 over. De gebieden 2, 13 t/m 16, en 20 zijn verwijderd. De gebieden 21 en 27 zijn gedeeltelijk gewijzigd, zodat wordt aangesloten bij de grenzen van het industrieterrein. In de tabel onder hoofdstuk 5 en de figuren 1,2, 3 en 4 zijn de nu nog geldende gebieden weergegeven. Per gebied is een maximale geluidbelasting per vierkante meter vastgesteld. De grootte van een gebied ligt vast. Voor een tweetal gebieden is niet de maximale geluidbelasting per vierkante meter vastgesteld maar is de vigerende of toekomstige omgevingsvergunning uitgangspunt voor de reservering van de geluidruimte. Dit betreft de gebieden 1 en 7 (op kaart ingetekend als SBV) waar thans resp. de KSG en SBV/VTO gevestigd zijn.

 

5.2. Geluidbelasting per bedrijf

De geluidbelasting is vastgesteld per vierkante meter. De geluidbelasting per bedrijf wordt bepaald door de vergunde grootte van het bij het bedrijf in gebruik zijnde perceel. Het aantal vierkante meters van een betreffend perceel wordt berekend aan de hand van het voor het bedrijf beschikbare bronvermogen per vierkante meter.

 

5.3. Rekenparameters

De gebiedswaarde is berekend volgens de handleiding “Meten en rekenen industrielawaai” uit 1999. Uitgangspunt voor het bepalen van de dB(A)’s per vierkante meter van een bedrijf zijn de bij dat betreffende bedrijf aanwezige voor bedrijfsduur gecorrigeerde bronnen. Voor het bepalen van de dB(A)’s per vierkante meter wordt geen rekening gehouden met interne afscherming op het bedrijfsterrein. Bij de twee percelen waar niet is uitgegaan van dB(A)/m2 is wel rekening gehouden met de afscherming van de bedrijfsgebouwen. Ook is bij deze bedrijven rekening gehouden met de daadwerkelijk aanwezige geluidbronnen.

 

5.4. Bronhoogte, maaiveldhoogte

Voor het bepalen van het bronvermogen per (deel)gebied is gerekend met een bronhoogte van 5 meter. De gemiddelde maaiveldhoogte van het industrieterrein is 5 meter. Bij de twee bedrijven waar niet is uitgegaan van bronvermogen per vierkante meter zijn de daadwerkelijk bij dit bedrijf aanwezige geluidbronnen in het model opgenomen. Voor deze bronnen is de werkelijke hoogte ingevoerd.

 

Figuur 1. Gebiedsindeling industrieterrein De Schelde/Buitenhaven

Figuur 2. Gebiedsindeling kantoor KSG

 

6. Gebiedsplan

Per gebied zijn dB(A)’s per vierkante meter vastgesteld. In de onderstaande tabel zijn de per gebied gereserveerde waarden opgenomen.

 

Gebiednummer

Oppervlak m2

Kental

dag

kental

avond

kental

nacht

1

Voor dit gebied is geen dB(A)/m2 gehanteerd, zie opm

3

10750

74

68

64

4

9500

75

74

65

5

14900

74

61

61

6

9900

74

61

61

7

Voor dit gebied is geen dB(A)/m2 gehanteerd, zie opm

8

43250

61

64

55

9

8700

74

61

59

10

31200

74

61

59

11

37400

73

63

63

12

25700

74

61

59

17

36537

69

56

54

18

1400

69

56

54

19

850

65

60

55

21

17900

65

65

61

22

3850

65

60

55

23

3100

65

60

55

24

15800

69

56

54

25

31530

65

65

64

26

9550

69

56

54

27

11250

62

60

44

Kantoor KSG

22.000

45

40

35

 

Opmerkingen.

Voor de gebieden 1 en 7 is uitgegaan van de werkelijke situatie en de werkelijk aanwezige geluidbronnen, zoals deze in de vergunningen van de bedrijven zijn opgenomen. Een gebiedsindeling in dB(A)’s per m2 zou in deze gevallen een vertekend beeld kunnen geven voor de geluidzone en/of de maximaal toelaatbare geluidbelastingen (MTG’s) die voor geluidgevoelige bestemmingen zijn vastgesteld. Voor deze bedrijven is wel uitgegaan van de eisen uit de omgevingsvergunning zoals deze is opgenomen in de volgende beschikkingen:

  • 1.

    gebied 1: de vergunning van de KSG, locatie Koningsweg 2, van

  • 2.

    gebied 7 (SBV): de vergunningen van SBV van 2018 (Kenmerk: W-AOV180297/00195091) en van VTO van 2018 W-AOV170360/ 00171320 . In deze vergunningen is tevens opgenomen wat de terreingrenzen zijn van de betreffende inrichtingen. De toegekende geluidbelasting behoort bij het gehele perceel , waarop zowel VTO als SBV zijn gevestigd

Gebied 1

Het betreft hier KSG, locatie Koningsweg 2. Voor dit bedrijf wordt de geluidruimte zoals die op grond van de aangevraagde omgevingsvergunning en de laatste daarop verrichte ambtshalve wijziging (vanwege herstellen aantal omissies in het model) beschikbaar is, als uitgangspunt gehanteerd. Er is geen extra geluidruimte beschikbaar voor toekomstige uitbreidingen. Deze zullen gerealiseerd moeten worden binnen de op grond van de toekomstige vergunning beschikbare geluidruimte. In de toekomstige vergunning zullen 12 controlepunten worden opgenomen. In de onderstaande tabel staan de grenswaarden uit deze vergunning.

 

Vergunningspunt

Rijksdriehoeks coördinaten

Dagperiode

Avondperiode

Nachtperiode

1

29589,386057

41 dB(A)

36 dB(A)

28 dB(A)

2

29322,385853

43 dB(A)

37 dB(A)

31 dB(A)

3

29188,385730

37 dB(A)

31 dB(A)

23 dB(A)

4

29051,385727

32 dB(A)

25 dB(A)

17 dB(A)

5

28973,385653

39 dB(A)

32 dB(A)

24 dB(A)

6

29059,385453

33 dB(A)

25 dB(A)

17 dB(A)

7

29195,385426

32 dB(A)

25 dB(A)

18 dB(A)

8

29419,385396

50 dB(A)

40 dB(A)

33 dB(A)

9

29504,385193

51 dB(A)

47 dB(A)

39 dB(A)

10

30090,385258

56 dB(A)

49 dB(A)

39 dB(A)

11

30196,385238

57 dB(A)

50 dB(A)

38 dB(A)

12

29523,385549

55 dB(A)

45 dB(A)

32 dB(A)

 

 

Gebied 7

Het betreft hier het perceel SBV. Op dit perceel zijn nu VTO en SBV gevestigd. Voor dit perceel (7 / SBV) wordt de beschikbare geluidruimte gehanteerd, zoals die op basis van de vigerende vergunning uit 2018 van SBV (kenmerk W-AOV180297/00195091) en op basis van de benodigde geluidruimte van VTO (W-AOV170360/ 00171320 ) is berekend. Verdere toekomstige uitbreidingen zullen moeten passen binnen de nu beschikbare geluidruimte. In de onderstaande tabel staan de totaal toelaatbare geluidwaarden op de 2 controlepunten. Samen mogen beide bedrijven of mogelijk andere combinaties van bedrijven niet meer geluid veroorzaken dan opgenomen in onderstaande tabel.

 

Controlepunt

Rijksdriehoeks coördinaten

Dagperiode

Avondperiode

Nachtperiode

1

30586,386496

59 dB(A)

61 dB(A)

58 dB(A)

2

30448,386356

60 dB(A)

59 dB(A)

54 dB(A)

 

Figuur 4. Controlepunten vergunning SBV

 

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum van inwerkingtreding wordt het Akoestisch inrichtingsplan Industrieterrein De Schelde/Buitenhaven 2011 ingetrokken.

 

Aldus vastgesteld door gedeputeerde staten van Zeeland op 11 april 2023.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. L.M.L.M. Prevaes, waarnemend secretaris

Naar boven