Besluit van provinciale staten van Zuid-Holland van 14 december 2022, nr. 7503, tot wijziging van de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2021

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, met het besluitnummer PZH-2022-819302470;

 

Gelet op artikel 216 van de Provinciewet;

 

Besluiten:

  • 1.

    in te trekken de Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017;

  • 2.

    de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2021 als volgt te wijzigen:

     

    • A.

      Artikel 2.4, vierde lid, komt te luiden:

      • 4.

        Provinciale staten stellen de najaarsnota uiterlijk in november van het betreffende begrotingsjaar vast.

    • B.

      Artikel 4.1, tweede lid, onder a, vervalt.

    • C.

      Artikel 4.2 vervalt.

    • D.

      Artikel 4.20 wordt als volgt gewijzigd:

      • 1.

        Onderdeel c komt te luiden:

        • c.

          voor zover de middelen, bedoeld onder a en b, ontoereikend zijn, komt een incidenteel risico als bedoeld in artikel 4.24, derde lid, ten laste van de bufferreserve weerstandscapaciteit;

      • 2.

        Na onderdeel c worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

        • d.

          indien de middelen in de bufferreserve weerstandscapaciteit ontoereikend zijn, komt een incidenteel risico ten laste van de algemene reserve;

        • e.

          voor zover de middelen, bedoeld onder a en b, ontoereikend zijn vindt de risicoafdekking van een structureel risico als bedoeld in artikel 4.24, vierde lid, plaats vanuit de structurele weerstandscapaciteit.

    • E.

      Artikel 4.21, derde lid, komt te luiden:

      • 3.

        Voor de ratio’s, bedoeld in het tweede lid, wordt een norm van minimaal één gehanteerd.

    • F.

      Artikel 4.22 komt te luiden:

       

      Artikel 4.22 Incidentele weerstandscapaciteit

      • 1.

        De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de bufferreserve weerstandscapaciteit.

      • 2.

        De benodigde omvang van de bufferreserve weerstandscapaciteit wordt bepaald door de financiële omvang van de incidentele risico’s.

      • 3.

        De omvang van de bufferreserve ‘weerstandscapaciteit’ bedraagt minimaal € 30.000.000.

    • G.

      Artikel 4.23, onderdeel b, komt te luiden:

      • b.

        het structurele begrotingssaldo;

    • H.

      Artikel 4.25 komt te luiden:

       

      Artikel 4.25 Rapportage

      Tenminste in de begroting en jaarrekening wordt via de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing inzicht gegeven in het integrale risicoprofiel, bestaande uit ten minste:

      • a.

        de financiële omvang van de risico’s, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid;

      • b.

        een geaggregeerd beeld van de risico’s die binnen de beleidsdoelen of ambities worden afgedekt;

      • c.

        de mate waarin de risico’s zijn afgedekt.

    • I.

      Onder vernummering van paragraaf 4.8 tot paragraaf 4.11 en onder vernummering van artikel 4.41 tot 4.45 worden na de paragraaf 4.7 drie paragrafen ingevoegd, luidende:

       

      Paragraaf 4.8 Kostprijsberekening en rentetoerekening

       

      Artikel 4.41 Rentetoerekening

      • 1.

        De toegerekende rentelasten bestaan uitsluitend uit de (verwachte) werkelijke rentelasten in de begroting en jaarstukken. Er wordt geen rente over het eigen vermogen of de voorzieningen berekend.

      • 2.

        Het toerekenen van de rente aan de taakvelden vindt plaats conform de richtlijnen van de Commissie BBV.

    • Artikel 4.42 Kostprijsberekening

      • 1.

        Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de provincie wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten ook de indirecte kosten betrokken die samenhangen met de door de provincie verleende diensten.

      • 2.

        Het bedrag van de toe te rekenen overhead wordt bepaald naar rato van de omvang van de directe loonkosten.

    • Paragraaf 4.9 Indexatie

       

      Artikel 4.43

      • 1.

        De door de door de provinciale staten zelf te indexeren baten worden geïndexeerd op basis van onafhankelijke indexen.

      • 2.

        De lasten die voor indexatie in aanmerking komen, worden geïndexeerd op basis van onafhankelijke indexen.

      • 3.

        Indexatie wordt verwerkt in de begroting voor het betreffende kalender jaar (T) en de 5 daaropvolgende jaren, conform de verwerking van de circulaires provinciefonds.

      • 4.

        De verwerking in de begroting, bedoeld in het derde lid, vindt in het kalenderjaar (T) en T+1 plaats op de exploitatie en investeringsbudgetten. Voor de jaren na T+1 vindt de verwerking plaats op een stelpost.

      • 5.

        Exploitatiebudgetten worden geïndexeerd, met uitzondering van:

        • a.

          de kapitaallasten, (inzet van) bestemmingsreserves, overlopende passiva en voorzieningen;

        • b.

          lasten die gedekt worden uit een specifieke bijdrage van een derde.

      • 6.

        Investeringskredieten worden geïndexeerd met uitzondering van kredieten na de periode T+5.

    • Paragraaf 4.10 Subsidies

       

      Artikel 4.44

      • 1.

        De grens voor lastneming van meerjarige subsidies wordt gesteld op € 250.000.

      • 2.

        De lasten voor meerjarige subsidies onder de grens, bedoeld in het eerste lid, worden in de lasten genomen in het jaar van aanvang van de activiteiten.

      • 3.

        De lasten voor meerjarige subsidies boven de grens, bedoeld in het eerste lid, worden toegerekend aan de jaren waarop de lasten betrekking hebben.

  • 3.

    de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2021, zoals deze luidde op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op jaarstukken over het jaar 2022.

  • 4.

    dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit is geplaatst.

Den Haag, 14 december 2022

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

griffier,

B.S.M. Sepers

voorzitter,

drs. J. Smit

Naar boven