Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c, artikel 3.19, tweede lid en artikel 3.23, derde lid, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Beleidsregel ontheffingen ligplaatsen provinciale vaarwegen van Zuid-Holland in te trekken in verband met het inwerkingtreden van de Omgevingsverordening Zuid-Holland en diverse actualisaties;

 

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

 

Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    calamiteitentrap: een trapconstructie aan een particulier perceel, bestemd als redvoorziening voor te water geraakte personen;

  • -

    inkassing: een met ontheffing, toestemming of vergunning van de provincie aangelegde haven waarin parallel aan de vaarweg kan worden aangemeerd buiten de oorspronkelijke oeverlijn. Een inkassing maakt geen onderdeel uit van de vaarweg;

  • -

    insteekhaven: een met ontheffing, toestemming of vergunning van de provincie aangelegde haven waarin dwars op de vaarweg kan worden aangemeerd buiten de oorspronkelijke oeverlijn. Een insteekhaven maakt geen onderdeel uit van de vaarweg;

  • -

    maatgevend schip: schip met afmetingen die zijn opgenomen in bijlage 1;

  • -

    particuliere oever: grond die niet openbaar toegankelijk is en in eigendom toebehoort aan een eigenaar anders dan een overheidsinstantie;

  • -

    recreatievaartuig: schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie;

  • -

    vaarstrook: dat deel van de vaarweg dat uitsluitend bestemd is voor varend verkeer, waarvan de vaarstrookbreedtes voor de provinciale vaarwegen zijn opgenomen in bijlage 2;

  • -

    vaartuig: naast het begrip in de gebruikelijke zin van het woord een vaartuig zonder waterverplaatsing, een drijvend casco en vaartuig in aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren;

  • -

    vaarweggebonden activiteit: een activiteit die ter uitoefening van een beroep of bedrijf op of aan het water plaatsvindt, alsook activiteiten met een maatschappelijk belang die door een vereniging of stichting worden uitgeoefend ten behoeve van recreatievaartuigen;

  • -

    veiligheidsstrook: waterstrook parallel aan de vaarstrook aan beide zijden richting de oever die als buffer dient tussen varende en liggende schepen en werken, waarvan de veiligheidsstrookbreedtes voor de provinciale vaarwegen zijn opgenomen in bijlage 2;

  • -

    veiligheidszone: een gedeelte van de vaarweg met een relatief hoog ongevalsrisico, zoals is beschreven in bijlage 1, waarvan de lengtes van de veiligheidszones voor provinciale vaarwegen zijn opgenomen in de tabellen in bijlage 1;

  • -

    werk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die op de plaats van de bestemming, hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • -

    woonboot: vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet.

Hoofdstuk 2 Activiteiten in de provinciale infrastructuur

Artikel 2 Vergunning voor ligplaats ten behoeve van vaarweggebonden activiteiten

Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in artikel 3.23, eerste lid, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor het innemen van een ligplaats, ten behoeve van een vaarweggebonden activiteit, alleen indien:

  • a.

    de ligplaats is gelegen buiten een vaarstrook of veiligheidszone;

  • b.

    de ligplaats is gelegen in een veiligheidsstrook en geen nautische bezwaren bestaan tegen het innemen van de ligplaats; of

  • c.

    de ligplaats is gelegen in een vaarstrook, veiligheidsstrook of veiligheidszone en geen nautische bezwaren bestaan tegen de vergunning en de ligplaats tijdelijk wordt ingenomen ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden; en

  • d.

    ligplaats nemen noodzakelijk is voor de vaarweggebonden activiteit en de aanvrager van de vergunning de rechthebbende van de oever is of schriftelijke toestemming van de rechthebbende van de oever heeft verkregen.

Artikel 3 Vergunning voor ligplaats ten behoeve van recreatievaartuigen

Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in artikel 3.23, eerste lid, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland voor het innemen van een ligplaats, ten behoeve van een recreatievaartuig, alleen indien:

  • a.

    de ligplaats is gelegen buiten een vaarstrook, veiligheidsstrook of veiligheidszone; en

  • b.

    het een ligplaats aan een particuliere oever betreft en de aanvrager van de vergunning de rechthebbende van de oever is of schriftelijke toestemming van de rechthebbende van de oever heeft verkregen; of

  • c.

    het een ligplaats aan een openbare oever aan de trajecten 2a, 2b, 3, 7, 8a of 8b, bedoeld in bijlage 1 en 2, betreft en de aanvrager een watersportvereniging is die een maatschappelijk doel dient en voor eenieder toegankelijk is.

Artikel 4 Vergunning voor ligplaats ten behoeve van woonboten

  • 1.

    Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in artikel 3.23, eerste lid, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor het innemen van een ligplaats, ten behoeve van een woonboot, alleen indien:

    • a.

      de ligplaats is gelegen buiten een vaarstrook of veiligheidszone;

    • b.

      ten behoeve van de ligplaats op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze beleidsregel reeds een ontheffing, vergunning of toestemming voor een woonboot is verleend, danwel feitelijk ligplaats wordt ingenomen met een woonboot, met toestemming van de provincie; en

    • c.

      er geen nautische bezwaren bestaan tegen het innemen van een ligplaats met de woonboot.

  • 2.

    De vergunning is persoonsgebonden en wordt verleend aan de eigenaar van een woonboot ten behoeve van een in de vergunning beschreven ligplaats.

Artikel 5 Vergunning voor werken

  • 1.

    Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, onderdeel b, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor het maken, behouden of veranderen van een niet-openbaar werk, op aanvraag van de rechthebbende van de oever, alleen indien het werk gelegen is buiten een vaarstrook, veiligheidsstrook of veiligheidszone.

  • 2.

    Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, onderdeel b, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor het maken, behouden of veranderen van een werk van openbaar nut, alleen indien het belang van de bruikbaarheid van de vaarweg en oever zwaarder weegt dan het belang van een vlotte en veilige doorvaart.

  • 3.

    Gedeputeerde staten weigeren een vergunning als bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, onderdeel b, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor het maken, behouden of veranderen van een werk, indien:

    • a.

      het werk verder dan noodzakelijk de vaarweg insteekt, of

    • b.

      het werk een gevaar voor de doorgaande scheepvaart vormt.

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing op calamiteitentrappen.

Artikel 6 Vergunning voor de aanleg van insteekhavens en inkassingen

Gedeputeerde staten weigeren een vergunning als bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, onderdeel a, van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor het doorbreken van de oever voor het aanleggen van een insteekhaven of inkassing, indien:

  • a.

    de uitmonding uitkomt in een veiligheidszone; of

  • b.

    er nautische bezwaren bestaan ingeval de uitmonding uitkomt in een vaarstrook of veiligheidsstrook.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Intrekking Beleidsregel ontheffingen ligplaatsen provinciale vaarwegen van Zuid-Holland

De Beleidsregel ontheffingen ligplaatsen provinciale vaarwegen van Zuid-Holland wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland.

Den Haag, 4 april 2023

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

ir. J.C. van Ginkel MCM, plv. secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

Bijlage 1 behorende bij artikel 1 van de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland

 

Veiligheidszones provinciale vaarwegen Zuid-Holland

 

Veiligheidszones zijn het gedeelte van de vaarweg met een relatief hoog ongevalsrisico. Deze liggen om en in bruggen, sluizen, bochten, kruispunten, zwaaiplaatsen, waterkerende constructies en hoogspanningslijnen. Veiligheidszones bestrijken de volledige breedte van de vaarweg en hebben in de basis een lengte van 1,5 maal de lengte van het maatgevend schip. Bij de toegang tot de Rijnhavenbrug in Alphen aan den Rijn en alle bruggen en sluizen op trajecten 2a, 2b, 3, 7, 8a en 8b geldt een veiligheidszone van 5 meter, omdat hier sprake is van zeer geringe beroepsvaart. De veiligheidszone bij hoogspanningslijnen en waterkerende constructies is 20 meter, conform de Richtlijn vaarwegen 2020 van Rijkswaterstaat.

 

Veiligheidszones bij bochten, kruispunten en zwaaiplaatsen

Traject

Vaarverbinding

CEMT-klasse

Lengte maatgevend schip in meters

Veiligheidszone in meters

Traject 1a

Delftse Schie

III M4

73

109,5

Traject 1b

Rijn-Schiekanaal Delft - Den Haag

III M3

70

105

Traject 1c

Haagse Trekvliet

III M3

70

105

Traject 2a

Rijn-Schiekanaal Den Haag - Leidschendam

II M2

55

82,5

Traject 2b

Rijn-Schiekanaal sluis Leidschendam – Voorschoten

II M2

55

82,5

Traject 3

Voorschoten – Katwijk

III M5

85

127,5

Traject 4a

Rijn-Schiekanaal Voorschoten – Leiden

III M5

85

127,5

Traject 4b

Oude Rijn Leiden – Koudekerk aan den Rijn

III M5

85

127,5

Traject 4c

Oude Rijn Koudekerk aan den Rijn – Alphen aan den Rijn

IV M6

85

127,5

Traject 4d

Leidse Trekvliet

III M5

85

127,5

Traject 5a

Zijl

III M4

73

109,5

Traject 5b

Vaargeul door Kagerplassen

III M4

73

109,5

Traject 5c

’s Gravenwater vaargeul Kagerplassen - Ringvaart

III M4

73

109,5

Traject 6a

Oude Rijn Alphen aan den Rijn

IV M6

85

127,5

Traject 6b

Heimanswetering Woudwetering Paddegat

IV M6

85

127,5

Traject 6c

Vaargeul Braassemermeer

IV M6

85

127,5

Traject 6d

Oude Wetering

IV M6

85

127,5

Traject 7

Aarkanaal

III M3

70

105

Traject 8a

Oude Rijn Alphen aan den Rijn – Zwammerdam

III M5

85

127,5

Traject 8b

Oude Rijn Zwammerdam – grens Utrecht

I M1

38,5

57,75

Traject 9a

Voorhaven Julianasluis

IV M6

85

127,5

Traject 9b

Gouwe

IV M6

85

127,5

Traject 10a

Merwedekanaal Vianen – Arkel

IV M7

105

157,5

Traject 10b

Merwedekanaal Arkel - Gorinchem

IV M7

105

157,5

Traject 10c

Verbindingskanaal Merwedekanaal - Linge

II M2

55

82,5

 

 

 

Veiligheidszones bij bruggen en sluizen

Traject

Vaarverbinding

CEMT-klasse

Lengte maatgevend schip in meters

Veiligheidszone in meters

Traject 1a

Delftse Schie

III M4

73

109,5

Traject 1b

Rijn-Schiekanaal Delft - Den Haag

III M3

70

105

Traject 1c

Haagse Trekvliet

III M3

70

105

Traject 2a

Rijn-Schiekanaal Den Haag - Leidschendam

II M2

55

5

Traject 2b

Rijn-Schiekanaal sluis Leidschendam – Voorschoten

II M2

55

5

Traject 3

Voorschoten – Katwijk

III M5

85

5

Traject 4a

Rijn-Schiekanaal Voorschoten – Leiden

III M5

85

127,5

Traject 4b

Oude Rijn Leiden – Koudekerk aan den Rijn

III M5

85

127,5

Traject 4c

Oude Rijn Koudekerk aan den Rijn – Alphen aan den Rijn

IV M6

85

127,5

Traject 4d

Leidse Trekvliet

III M5

85

127,5

Traject 5a

Zijl

III M4

73

109,5

Traject 5b

Vaargeul door Kagerplassen

III M4

73

109,5

Traject 5c

’s Gravenwater vaargeul Kagerplassen - Ringvaart

III M4

73

109,5

Traject 6a

Oude Rijn Alphen aan den Rijn

IV M6

85

127,5

Traject 6b

Heimanswetering Woudwetering Paddegat

IV M6

85

127,5

Traject 6c

Vaargeul Braassemermeer

IV M6

85

127,5

Traject 6d

Oude Wetering

IV M6

85

127,5

Traject 7

Aarkanaal

III M3

70

5

Traject 8a

Oude Rijn Alphen aan den Rijn – Zwammerdam

III M5

85

5

Traject 8b

Oude Rijn Zwammerdam – grens Utrecht

I M1

38,5

5

Traject 9a

Voorhaven Julianasluis

IV M6

85

127,5

Traject 9b

Gouwe

IV M6

85

127,5

Traject 10a

Merwedekanaal Vianen – Arkel

IV M7

105

157,5

Traject 10b

Merwedekanaal Arkel - Gorinchem

IV M7

105

157,5

Traject 10c

Verbindingskanaal Merwedekanaal - Linge

II M2

55

82,5

 

Bijlage 2 behorende bij artikel 1 van de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland

 

Breedte vaarstrook en veiligheidsstrook provinciale vaarwegen Zuid-Holland

Traject

Vaarverbinding

Vaarstrook in meters

Veiligheidsstrook in meters

Traject 1a

Delftse Schie

34,6 *)

4

Traject 1b

Rijn-Schiekanaal Delft - Den Haag

26,6

4

Traject 1c

Haagse Trekvliet

26,6

4

Traject 2a

Rijn-Schiekanaal Den Haag - Leidschendam

19,8

3,5

Traject 2b

Rijn-Schiekanaal sluis Leidschendam – Voorschoten

25,0

3,5

Traject 3

Voorschoten – Katwijk

34,6 **)

4

Traject 4a

Rijn-Schiekanaal Voorschoten – Leiden

24,6

4

Traject 4b

Oude Rijn Leiden – Koudekerk aan den Rijn

34,6

4

Traject 4c

Oude Rijn Koudekerk aan den Rijn – Alphen aan den Rijn

38,5

5

Traject 4d

Leidse Trekvliet

24,6

-

Traject 5a

Zijl

34,6

4

Traject 5b

Vaargeul door Kagerplassen

59,6

-

Traject 5c

’s Gravenwater vaargeul Kagerplassen - Ringvaart

34,6

4

Traject 6a

Oude Rijn Alphen aan den Rijn

39,5

5

Traject 6b

Heimanswetering Woudwetering Paddegat

39,5

4

Traject 6c

Vaargeul Braassemermeer

94,5

-

Traject 6d

Oude Wetering

39,5

4

Traject 7

Aarkanaal

25,0

4

Traject 8a

Oude Rijn Alphen aan den Rijn – Zwammerdam

29,6

4

Traject 8b

Oude Rijn Zwammerdam – grens Utrecht

17,0 ***)

4

Traject 9a

Voorhaven Julianasluis

39,5

5

Traject 9b

Gouwe

39,5

5

Traject 10a

Merwedekanaal Vianen – Arkel

35,5

5

Traject 10b

Merwedekanaal Arkel - Gorinchem

35,5

5

Traject 10c

Verbindingskanaal Merwedekanaal - Linge

26,8

3

 

*) tussen hectometerpaal 34,65 - 34,75 geldt een vaarstrookbreedte van 29,6 meter

**) tussen hectometerpaal 2,65 – 4,20 en 6,20 – 8,40 geldt een vaarstrookbreedte van 16,4 meter

***) tussen hectometerpaal 21,1 – grens provincie Utrecht geldt een vaarstrookbreedte van 11 meter

 

Toelichting bij het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 4 april 2023, PZH-2022-813513733, tot vaststelling van de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland

Algemene toelichting

 

Op 18 december 2012 hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland het ligplaatsenbeleid vastgesteld (Prov. Blad 2013, 47). De doelstelling van het ligplaatsenbeleid is de instandhouding van de vaarwegen en haar oevers en de waarborging van vlotte en veilige scheepvaart. Om deze doelstelling te bewerkstellingen worden de vaarwegen op diepte gehouden, de oevers onderhouden en wordt toezicht gehouden op de regels die op de vaarwegen gelden.

 

In 2015 is een eerste evaluatie van het ligplaatsenbeleid uitgevoerd. Deze evaluatie heeft geleid tot een aantal kleine versoepelingen en een verduidelijking. Het beleid is gewijzigd bij besluit van 6 oktober 2015 (Prov. Blad 2016, 390).

 

Negen jaar na de inwerkingtreding van het ligplaatsenbeleid is een tweede evaluatie uitgevoerd. Het resultaat hiervan is dat uit de praktijk is gebleken dat enkele artikelen aanpassingen danwel toevoegingen behoeven. Daarnaast is op 1 april 2019 de Omgevingsverordening Zuid-Holland (Omgevingsverordening) in werking getreden. Het is noodzakelijk om de terminologie en artikelen in het ligplaatsenbeleid gelijk te trekken met de Omgevingsverordening.

 

Titel

De titel is gewijzigd. Conform de Omgevingsverordening wordt de term ‘ontheffingen’ vervangen door ‘vergunningen en wordt ‘werken’ toegevoegd.

 

Intitulé

De grondslag voor deze beleidsregel ligt vast in artikel 3.17, 3.19 en 3.23 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland. De Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 is met de komst van de Omgevingsverordening Zuid-Holland komen te vervallen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat begrippen en definities voor de toepassing van deze beleidsregel.

 

Artikel 2 Vergunning voor ligplaats ten behoeve van vaarweggebonden activiteiten

Er wordt bij vaarweggebonden activiteiten onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden van tijdelijke aard en andere activiteiten. Van nautische bezwaren is sprake indien er door het innemen van de ligplaats onveilige situaties voor de scheepvaart ontstaan.

 

Artikel 3 Vergunning voor ligplaats ten behoeve van recreatievaartuigen

Het innemen van een ligplaats met een recreatievaartuig is alleen mogelijk buiten de vaarstrook, veiligheidsstrook en veiligheidszone en aan een particuliere oever. Een ligplaats aan een openbare oever is alleen mogelijk voor een watersportvereniging op de trajecten 2a, 2b, 3, 7, 8a of 8b. Het dienen van een maatschappelijk doel en voor eenieder toegankelijk houdt in dat de watersportvereniging geen commercieel doel nastreeft en eenieder als lid van haar vereniging accepteert.

 

Artikel 4 Vergunning voor ligplaats ten behoeve van woonboten

Het innemen van een ligplaats met een woonboot is alleen mogelijk buiten de vaarstrook en veiligheidszone. Er worden geen vergunningen verleend voor nieuwe ligplaatsen voor woonboten. Van nautische bezwaren is sprake indien er door het innemen van de ligplaats onveilige situaties voor de scheepvaart ontstaan. Een ontheffing, vergunning of toestemming voor het innemen van een ligplaats is niet overdraagbaar en geldt alleen voor de in de vergunning beschreven woonboot. Bij verkoop of vervanging van de woonboot vervalt de verleende ontheffing, vergunning of toestemming.

 

Artikel 5 Vergunning voor werken

Er wordt bij het maken, behouden of veranderen van een werk onderscheid gemaakt tussen een niet-openbaar werk en een werk van openbaar nut. Een vergunning voor een niet-openbaar werk wordt alleen verleend aan de rechthebbende van de oever en het werk moet gelegen zijn buiten de vaarstrook, veiligheidsstrook en veiligheidszone. Deze bepaling geldt niet voor calamiteitentrappen aan particuliere percelen. Een werk van openbaar nut is voor eenieder toegankelijk. Bijvoorbeeld een op- en afstap steiger langs de openbare oever aan een openbaar park. Een vergunningaanvraag wordt altijd geweigerd als het werk verder dan noodzakelijk de vaarweg insteekt of een gevaar voor de doorgaande scheepvaart vormt.

 

Artikel 6 Vergunning voor de aanleg van insteekhavens en inkassingen

Een vergunningaanvraag voor een insteekhaven of inkassing wordt altijd geweigerd als deze uitmondt in een veiligheidszone. Bij uitmonding in een vaarstrook of veiligheidsstrook mag er geen sprake zijn van onveilige situaties voor de scheepvaart.

 

Artikel 7 Intrekking Beleidsregel ontheffingen ligplaatsen provinciale vaarwegen van Zuid-Holland

Met de inwerkingtreding van de Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland wordt de Beleidsregel ontheffingen ligplaatsen provinciale vaarwegen van Zuid-Holland ingetrokken.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

 

Artikel 9 Citeertitel

De citeertitel van deze regeling is Beleidsregel vergunningen ligplaatsen en werken provinciale vaarwegen Zuid-Holland.

 

Naar boven