Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 4 april 2023 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant in verband met het samenvoegen van de paragrafen 12 en 13, de openstelling van paragraaf 12 en het doorvoeren van enkele wijzigingen in de paragrafen 4, 12, 14 en 17 (Dertigste wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met het samenvoegen van de paragrafen 12 en 13, het opnieuw openstellen van paragraaf 12 en het doorvoeren van enkele technische wijzigingen in de paragrafen 4, 12, 14 en 17;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 4.1, onder c, wordt na “aanleg” ingevoegd “of aanpassing”.

 

B.

In artikel 4.4 wordt na “gericht op” ingevoegd “ontsnippering door middel van”.

 

C. Het opschrift van paragraaf 12 komt te luiden:

§ 12 Bestrijding invasieve exoten

 

D.

De artikelen 12.1 en 12.2 komen te luiden:

Artikel 12.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

invasieve exoten: planten- of diersoorten als bedoeld in bijlage 10 behorende bij deze regeling;

bestrijding: permanent verwijderen van een invasieve exoot op een locatie;

beheersing: voorkomen van verdere uitbreiding van een populatie van invasieve exoten naar nieuwe gebieden, indien bestrijding niet in afdoende mate mogelijk is;

monitoring en beheer: het voorkomen van nieuwe vestiging op een locatie waar de soort eerder is verwijderd;

Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet natuurbescherming;

kostenregeling: Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant;

uitvoeringsmaatregelen: maatregelen ter bestrijding of beheersing van invasieve exoten.

 

Artikel 12.2 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

    • a.

      rechtspersonen;

    • b.

      een samenwerkingsverband van rechtspersonen, natuurlijke personen of een combinatie daarvan.

  • 2.

    Indien een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, onder b, geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband; en

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband, blijkend uit een samenwerkingsverklaring.

E.

Artikel 12.4 komt te luiden:

Artikel 12.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op bestrijding of beheersing van een of meer invasieve exoten, bestaande uit:

  • a.

    het treffen van uitvoeringsmaatregelen op meerdere aaneengesloten percelen; en

  • b.

    monitoring en beheer van de locaties waar de uitvoeringsmaatregelen hebben plaatsgevonden.

F.

Artikel 12.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel a wordt “de uitvoering van het project” vervangen door “het uitvoeren van de activiteiten, bedoeld in artikel 12.4”.

  • 2.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      het project wordt uitgevoerd buiten de provincie Noord-Brabant.

G.

Artikel 12.6 komt te luiden:

Artikel 12.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant, blijkend uit een kaart van de projectlocaties;

  • b.

    het project is gericht op de bestrijding of beheersing van invasieve exoten als bedoeld in bijlage 10 behorende bij deze regeling;

  • c.

    het project is gericht op:

    • 1°.

      het treffen van uitvoeringsmaatregelen; en

    • 2°.

      monitoring en beheer van de locaties waar de uitvoeringsmaatregelen hebben plaatsgevonden gedurende drie jaar na het afronden van de uitvoeringsmaatregelen;

  • d.

    het project is gericht op een afdoende beheersing indien volledige bestrijding op een projectlocatie niet mogelijk is;

  • e.

    het project wordt uitgevoerd op twee of meer aangrenzende percelen van verschillende eigenaren of erfpachters;

  • f.

    de eigenaren of erfpachters van de locaties waar het project wordt uitgevoerd, hebben toestemming verleend voor het uitvoeren van de activiteiten, bedoeld onder c, blijkend uit een verklaring;

  • g.

    bij de bestrijding of beheersing wordt geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen;

  • h.

    de subsidieaanvrager maakt aannemelijk dat de bestrijdingsmethode effectief is;

  • i.

    indien maatregelen worden uitgevoerd in een Natura 2000-gebied, zijn de maatregelen niet in strijd met het vigerende Natura 2000–beheerplan;

  • j.

    de uitvoeringsmaatregelen kunnen binnen twee jaar na subsidieverlening worden afgerond;

  • k.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1º.

      welke maatregelen met welk doel zullen worden getroffen en welk effect van deze maatregelen, ook in samenhang bezien, wordt verwacht;

    • 2º.

      op welke wijze door middel van monitoring en beheer de instandhouding van de uitvoeringsmaatregelen gedurende drie jaar wordt geborgd;

    • 3º.

      op welke wijze kennis wordt overgedragen over de aanpak en resultaten van het project;

    • 4º.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 5º.

      een sluitende en realistische begroting;

    • 6º.

      een realistische planning.

H.

Artikel 12.7 komt te luiden:

Artikel 12.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor het opstellen van een projectplan ter voorbereiding op de uitvoering, mits gemaakt vanaf een jaar voor het indienen van de subsidieaanvraag;

    • b.

      kosten voor het treffen van uitvoeringsmaatregelen;

    • c.

      kosten voor de monitoring en het beheer van de locatie gedurende een periode van drie jaar na het treffen van de uitvoeringsmaatregelen.

  • 2.

    Indien kosten, bedoeld in het eerste lid, arbeids- of personeelsuren van de subsidieaanvrager betreffen, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de kostenregeling toe en hanteert daarbij ingevolge artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief van:

    • a.

      € 60 voor werkzaamheden op MBO-niveau;

    • b.

      € 90 voor werkzaamheden op HBO-niveau;

    • c.

      € 110 voor werkzaamheden op WO-niveau.

  • 3.

    Indien werkzaamheden worden uitgevoerd door derden, bedraagt het maximale uurtarief € 99 per uur, te vermeerderen met niet-verrekenbare en niet-compensabele btw.

I.

Artikel 12.8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De onderdelen a en b komen te luiden:

    • a.

      kosten als bedoeld in artikel 12.7, eerste lid, onder b en c, gemaakt voorafgaand aan de indiening van de subsidieaanvraag;

    • b.

      kosten van regulier onderhoud en beheer;

  • 2.

    In onderdeel c wordt “materiaal” vervangen door “machines en apparaten”.

  • 3.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      kosten voor activiteiten die reeds op grond van een wettelijk taak moeten worden uitgevoerd.

J.

In artikel 12.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    van 17 april 2023 tot en met 15 december 2023.

K.

In artikel 12.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    € 175.000 voor de periode, genoemd in artikel 12.9, onder c.

L.

Artikel 12.11 komt te luiden:

Artikel 12.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt:

  • a.

    75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000, indien het project de soorten bedoeld in deel A van bijlage 10 betreft;

  • b.

    100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000, indien het project de soorten bedoeld in deel B van bijlage 10 betreft.

M.

De artikelen 12.13 tot en met 12.15 komen te luiden:

Artikel 12.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger:

    • a.

      start het project binnen zes maanden na datum van verlening van de subsidie;

    • b.

      voert het project uit conform het projectplan, bedoeld in artikel 12.6, onder k.

    • c.

      rondt de uitvoeringsmaatregelen uiterlijk twee jaar en het gehele project uiterlijk vijf jaar na datum van verlening van de subsdie af;

    • d.

      overlegt bij subsidies van € 25.000 of hoger, jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag;

    • e.

      houdt de gerealiseerde uitvoeringsmaatregelen gedurende tenminste drie jaar in stand door middel van het uitvoeren van monitoring en beheer.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder c, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal een jaar.

Artikel 12.14 Verantwoording

  • 1.

    Subsidies tot € 25.000 worden op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv, ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project.

  • 3.

    Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project.

Artikel 12.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Bij subsidies tot € 25.000 verstrekken Gedeputeerde Staten, overeenkomstig artikel 23 van de Asv, een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 3.

    Het voorschot, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt in een keer betaald.

N.

Paragraaf 13, houdende de artikelen 13.1 tot en met 13.15, vervalt.

 

O.

In artikel 14.1 wordt in de definitie van het begrip bossen op arme zandgronden “het natuurtype N01.01” vervangen door “het natuurtype N01.04”.

 

P.

In artikel 14.12 wordt “30 mei 2023” vervangen door “29 juni 2023”.

 

Q.

In artikel 17.9 wordt “30 mei 2023” vervangen door “28 september 2023”.

 

R.

In artikel 17.11 wordt “17.7, onder a” vervangen door “17.7, eerste lid, onder a” en “17.7, onder b” door “17.7, eerste lid, onder b”.

 

S.

Bijlage 10 behorende bij de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

 

T.

Bijlage 20 behorende bij de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel II Overgangsrecht

De paragrafen 12 en 13 van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop deze regeling in werking treedt, blijven van toepassing op subsidieaanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling en op subsidies die zijn verleend voor de inwerkingtreding van deze regeling en nog niet zijn vastgesteld.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 4 april 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Bijlage 1 bij de Dertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

Bijlage 10 behorende bij de artikelen 12.6 en 12.11 van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

Lijst invasieve exoten

 

DEEL A

 

Landplanten

Aziatische duizendknopen *

Fluweelboom *

Hemelboom

Trosbosbes *

Reuzenbalsemien

Reuzenberenklauw

 

Water- en oeverplanten

Grote waternavel

Ongelijkbladig vederkruid

Parelvederkruid

Schijngenadekruid *

Smalle waterpest

Verspreidbladige waterpest

Watercrassula *

Waterteunisbloem

Waterwaaier

 

Overige planten *

Populaties woekerende tuin- en cultuurplanten, indien deze:

  • a.

    een gevaar kunnen zijn voor het voortbestaan van dier- of plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen; of

  • b.

    een aanmerkelijke verslechtering kunnen veroorzaken van omstandigheden die noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van soorten als bedoeld in onderdeel a.

Reptielen/amfibieën

Lettersierschildpad: ondersoorten:

  • a.

    Geelbuikschildpad

  • b.

    Geelwangschildpad

  • c.

    Roodwangschildpad

Vissen

Amerikaanse hondsvis *

Blauwband

 

*Brabantse zorgsoorten

 

DEEL B

 

Landplanten

Zijdeplant

 

Water- en oeverplanten

Kleine waterteunisbloem

Waterhyacint

 

Vissen

Amoergrondel

Zonnebaars

Bijlage 2 bij de Dertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

Bijlage 20 behorende bij artikel 17.7, eerste lid, onder a, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

Regioprijs per hectare

De regioprijs per hectare bedraagt voor geheel Noord-Brabant: € 82.508.

 

De regioprijs is gebaseerd op door het Kadaster berekende kengetallen betreffende de agrarische grondmarkt in Noord-Brabant.

 

De regioprijs is als volgt berekend:

  • 1.

    Per landbouwgebied zijn door het Kadaster de bruikbare agrarische transacties uit de twee voorafgaande gehele kalenderjaren gegroepeerd. De berekende kengetallen beslaan de periode 01-01-2020 tot en met 31-12-2021. Verder is door het Kadaster per landbouwgebied voor deze agrarische transacties een statistische spreiding uitgevoerd voor de grondprijs op basis van het totaal verhandelde oppervlak.

  • 2.

    Op basis van de gegevens van het Kadaster wordt geadviseerd om de waarde aan te houden die gelijk staat aan de 75% grens van deze statistische spreiding per landbouwgebied.

Toelichting behorende bij de Dertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

I. Algemeen

De Dertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant voegt de paragrafen 12 en 13 samen tot één paragraaf 12, die de bestrijding van invasieve exoten betreft zowel binnen als buiten Natura 2000-gebieden. Deze paragraaf 12 wordt opnieuw opengesteld. Daarnaast bevat de wijzigingsregeling een aantal subsidie-technische wijzigingen in de paragrafen 4, 12, 14 en 17.

 

II. Artikelsgewijs

 

Onder A en B (artikelen 4.1 en 4.4)

Verduidelijkt is dat de maatregelen in het project moeten leiden tot ontsnippering. Faunavoorzieningen (inclusief de daarbij behorende geleidevoorzieningen) die niet leiden tot ontsnippering zijn dan ook niet subsidiabel.

 

Onder D (artikel 12.2)

De doelgroep is verbreed. Ook samenwerkingsverbanden waarin (onder andere) natuurlijke personen deelnemen kunnen een aanvraag indienen.

 

Onder E (artikel 12.4)

In artikel 12.4 is verduidelijkt wat de subsidiabele activiteit inhoudt. Vereist is dat er uitvoeringsmaatregelen worden getroffen en dat er nog monitoring en beheer plaatsvindt na uitvoering van de maatregelen. Deze monitoring en beheer zullen nog gedurende drie jaar na het afronden van de uitvoering plaats moeten vinden (zie artikel 12.6, onder c). In het projectplan zal ook opgenomen moeten worden op welke wijze de subsidieontvanger monitoring en beheer zal uitvoeren.

 

Onder G (artikel 12.6)

De subsidieaanvraag kan worden ingediend door een samenwerkingsverband van een of meer natuurlijke en rechtspersonen (zie artikel 12.2). Ook kan één rechtspersoon een aanvraag indienen. Ook dan is echter vereist dat het project wordt uitgevoerd op meerdere percelen (met verschillende eigenaren of erfpachters). De subsidieaanvrager dient steeds de instemming te overleggen van de bij het project betrokken eigenaren of erfpachters.

Op grond van onderdeel h, is vereist dat aannemelijk is gemaakt dat de voorgenomen maatregelen effectief zijn. Dit betekent dat een reguliere bestrijdings- of beheersingsmethode moet worden toegepast die in het verleden vaker en met succes is toegepast. Indien voor een bepaalde soort een bestrijdingsprotocol is ontwikkeld, dan worden de maatregelen conform dat protocol uitgevoerd (zie bijvoorbeeld het Landelijk protocol bestrijding Aziatische duizendknopen: www.bestrijdingduizendknoop.nl).

 

Onder I (artikel 12.8)

De kosten van regulier onderhoud en beheer worden niet gesubsidieerd. Alleen kosten die direct gekoppeld zijn aan extra inspanningen die het reguliere onderhoud of beheer te boven gaan, zijn subsidiabel.

 

Onder M (artikel 12.13)

Voor de wijze waarop de maatregelen moeten worden uitgevoerd, gelden enkele verplichtingen. De uitvoering dient conform het ingediende projectplan te worden uitgevoerd. De uitvoeringsmaatregelen dienen binnen twee jaar na het moment van subsidieverlening te zijn afgerond. Het totale project (d.w.z. inclusief monitoring en beheer) moet uiterlijk vijf jaar na subsidieverlening zijn afgerond. Indien dit wegens onvoorziene omstandigheden niet mogelijk blijkt, dan is verlenging mogelijk. Subsidieontvangers moeten echter bijtijds (vóór het verstrijken van de genoemde termijn) een verzoek indienen voor een verlenging. Daarnaast is de subsidieontvanger op grond van de Algemene subsidieverordening (Asv) verplicht onverwijld een melding te doen bij de provincie indien de activiteiten niet tijdig of niet geheel kunnen worden verricht of hij niet aan de verplichtingen kan voldoen (zie artikel 17 Asv).

Vervolgens verricht de subsidieontvanger na de uitvoering nog drie jaar lang monitoring en beheer alvorens de subsidie wordt vastgesteld. De kosten die hij daarvoor maakt, zijn eveneens subsidiabel. Na vaststelling van de subsidie, dienen de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, nog vijf jaar in stand te worden gehouden (zie artikel 16 Asv).

 

Onder S (Bijlage 10)

Deze bijlage bevat een lijst van invasieve exoten waarvan de bestrijding wordt gesubsidieerd. Overeenkomstig het Plan van aanpak Invasieve exoten (vastgesteld door GS op 3 november 2020) wordt onderscheid gemaakt tussen de wijdverspreide soorten met een beheersopgave (deel A van de lijst) en minder wijdverspreide soorten waarvoor een eliminatieopgave geldt (deel B van de lijst). De hoogte van de subsidie (zie artikel 12.11) wordt bepaald aan de hand van deze indeling.

 

Onder T (Bijlage 20)

Deze bijlage behoort bij paragraaf 17 betreffende boscompensatie. De afwaardering van grond bij functiewijziging (van landbouw naar natuur of bos) is gebonden aan een maximum van 150% van de regioprijs per hectare. Wat deze regioprijs is en hoe deze is berekend, staat vermeld in bijlage 20.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Naar boven