Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland van 11 april 2023, nummer 273341, houdende wijziging Hoofdstuk 30 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland;

Gelet op de artikelen 7 en 8 aanhef, onder d, sub 1, van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023 en artikel 1:10, derde lid onder a van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023;

 

Overwegende:

  • dat het Rijk en de provincies gezamenlijk werken aan vermindering van de negatieve gevolgen van stikstofdepositie op de natuur en daartoe het Uitvoeringsprogramma Natuur hebben vastgesteld zoals beschreven in de brief van 8 december 2020 (Kamerstukken II, 2020, 33 576, nr. 216);

  • dat gedeputeerde staten ter uitwerking daarvan op 8 juni 2021 een Provinciaal Uitvoeringsprogramma hebben vastgesteld, te weten het ‘Programma Natuur Zeeland, Gericht op natuurherstel van stikstof overbelaste Natura 2000-natuur, fase 1 2021-2023’;

  • dat fase 2 van het Programma Natuur Zeeland naar verwachting zal lopen van 2024 tot en met 2030;

  • dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur heeft vastgesteld, op grond waarvan provincies een specifieke uitkering kunnen ontvangen voor de uitvoering van hun Provinciaal Uitvoeringsprogramma;

  • dat gedeputeerde staten voor de uitvoering van fase 1 van het Programma Natuur Zeeland op aanvraag een specifieke uitkering (L16) van € 19.835.159,- hebben ontvangen van de minister bij beschikking van 26 juli 2021;

  • dat de ontvangen uitkering moet worden besteed aan de uitvoeringsactiviteiten als bedoeld in de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur en dus aan de uitvoering van fase 1 van het Programma Natuur Zeeland;

  • dat fase 1 onder meer voorziet in het inbrengen en delen van kennis door betrokken terreinbeherende organisaties, gemeenten, waterschappen en andere bestuursorganen om voorgestelde maatregelen in fase 1 verder te onderzoeken en uit te werken én om te komen tot een effectief maatregelpakket voor fase 2 van het Programma Natuur;

  • dat het Programma Natuur Zeeland, fase 1, daarnaast onder meer voorziet in het reguleren van recreatie vanwege te hoge aanwezige verstoring op onder andere vogels en betreding van gebieden;

  • dat gedeputeerde staten de apparaatskosten van organisaties die kennis inbrengen en delen en de kosten van de maatregelen die organisaties maken ter regulering van recreatiedruk, wil subsidiëren,

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023:

 

Artikel I  

Na hoofdstuk 29 wordt toegevoegd een hoofdstuk luidende:

 

Hoofdstuk 30 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor apparaatskosten en maatregelen ter regulering van recreatiedruk in het kader van het Programma Natuur Zeeland

 

Paragraaf 30.1 Algemene bepalingen

 

Artikel 30.1.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    apparaatskosten: kosten als bedoeld in artikel 1 van de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur;

  • b.

    IKS: integrale kostensystematiek als bedoeld in aanwijzing 19 van het Uniform Subsidiekader (USK);

  • c.

    Programma Natuur: Programma Natuur Zeeland, gericht op natuurherstel van stikstof overbelaste Natura 2000-natuur, fase 1 2021-2023;

  • d.

    recreatieve voorziening: faciliteit, zijnde een voorziening waar je gebruik van kunt maken, ten behoeve van recreatie of toerisme.

30.1.2 Subsidieontvangers

Subsidie wordt verstrekt aan organisaties en bestuursorganen die worden genoemd in het Programma Natuur Zeeland, voor zover zij gelet op hun grondgebied, taak of werkgebied naar het oordeel van gedeputeerde staten betrokken zijn bij de natuurherstelmaatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd en waarop het Programma Natuur Zeeland betrekking heeft.

 

Artikel 30.1.3 Subsidieplafond en openstelling

  • 1.

    Een subsidie kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een openstellingsperiode voor de indiening van een aanvraag voor subsidie.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3.

    Indien een aanvraag niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 4.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Paragraaf 30.2 Apparaatskosten

 

Artikel 30.2.1 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de besteding van voorbereidings- en onderzoeksuren in verband met het inbrengen en delen van kennis:

    • a.

      ten behoeve van projecten en herstelmaatregelen uit fase 1 van het Programma Natuur Zeeland;

    • b.

      ter onderbouwing van het op te nemen maatregelpakket in fase 2 van het Programma Natuur Zeeland.

  • 2.

    Onder de subsidiabele activiteiten als bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval begrepen:

    • a.

      het leveren van monitoringsgegevens uit en rondom Natura 2000-gebieden op het gebied van ecologie en hydrologie aanvullend op wat geregeld is via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap en Natura 2000 monitoring;

    • b.

      het organiseren van en deelnemen aan veldbezoeken in het kader van het Programma Natuur Zeeland;

    • c.

      het leveren van specialistische kennis die nodig is ter onderbouwing van fase 2 van het Programma Natuur Zeeland;

    • d.

      het meewerken aan het opstellen van een effectief maatregelpakket voor fase 2 van het Programma Natuur;

    • e.

      het deelnemen aan overleg en planvorming ten behoeve van de uitvoering van fase 1 en ter voorbereiding van fase 2 van het Programma Natuur Zeeland;

    • f.

      het leveren van specialistische kennis ten behoeve van het opstellen van Natuur Doel Analyses.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, onder a, kan subsidie worden verstrekt voor het uitvoeren van activiteiten in de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.

Artikel 30.2.2. Indieningsvereisten aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het door gedeputeerde staten vastgestelde aanvraagformulier apparaatskosten en maatregelen ter regulering van recreatiedruk, zoals beschikbaar gesteld op de website van de provincie Zeeland.

  • 2.

    In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.4.2, tweede lid, worden bij een aanvraag om subsidie gevoegd:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten die voorafgaand aan de indiening van de subsidieaanvraag vanaf 1 januari 2023 zijn uitgevoerd, inclusief de bestede uren en de gemaakte apparaatskosten per activiteit; en

    • b.

      een beschrijving van de activiteiten die de aanvrager verwacht na indiening van de aanvraag uit te voeren, inclusief een inschatting van de te besteden uren en van de apparaatskosten per activiteit.

Artikel 30.2.3 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor gemaakte apparaatskosten.

  • 2.

    Kosten die direct verbonden zijn aan de fysieke uitvoering van inrichting of beheer van een natuurterrein komen niet voor een subsidie in aanmerking.

Artikel 30.2.4 Subsidiebedrag

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.3.2, eerste lid, is de toepassing van de IKS voor de berekening van uurtarieven van personeel toegestaan, mits de subsidieaanvrager bij indiening van de aanvraag aantoont dat de systematiek en uurtarieven zijn getoetst en goedgekeurd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 30.2.5 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 5 van de Asv 2023 en artikel 1.2.1 wordt subsidie geweigerd:

  • a.

    wanneer de apparaatskosten zijn gemaakt voor activiteiten die tot de reguliere werkzaamheden van de aanvragers behoren;

  • b.

    wanneer de apparaatskosten al via een andere regeling of prestatieovereenkomst zijn of worden gedeclareerd.

Artikel 30.2.6 Verplichtingen subsidieontvanger

Onverminderd paragraaf 1.6 is de subsidieontvanger verplicht de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, uiterlijk 31 december 2025 af te ronden.

 

Paragraaf 30.3 Regulering recreatiedruk

 

Artikel 30.3.1 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het treffen van maatregelen gericht op het verminderen van recreatiedruk op de Natura 2000-gebieden als genoemd in het Programma Natuur Zeeland en voor zover de maatregelen in het programma passen.

  • 2.

    Subsidie kan in ieder geval worden verstrekt voor de volgende maatregelen:

    • a.

      het doen van onderzoek naar:

      • het aanpassen van de paden- of routestructuur of de toegankelijkheid van gebieden;

      • het aanpassen, verwijderen, plaatsen of verplaatsen van een recreatieve voorziening;

      • Recreatie en bezoek;

      • het aanpassen van openbare wegen, fietspaden of parkeerplaatsen.

    • b.

      de uitvoering van:

      • het aanpassen van de paden- of routestructuur of de toegankelijkheid van gebieden;

      • het aanpassen, verwijderen, plaatsen of verplaatsen van een recreatieve voorziening;

      • communicatie over de uit te voeren maatregelen.

  • 3.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor het beheer en onderhoud van maatregelen en niet voor toezicht op en handhaving van regelgeving.

Artikel 30.3.2 Indieningsvereisten aanvraag

In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.4.2, tweede lid, vermeldt de aanvraag voor zover van toepassing de per maatregel te realiseren oppervlakte in hectare en per natuurgebied.

 

Artikel 30.3.3 Voorwaarde

Wanneer een te treffen maatregel leidt tot planologisch strijdig gebruik, kan de subsidie worden verleend onder de voorwaarde dat de subsidieontvanger aantoont dat het bevoegde bestuursorgaan meewerkt aan of bereid is mee te werken aan de benodigde wijziging van het bestemmingsplan dan wel aan het verlenen van een vergunning voor het beoogde planologisch strijdig gebruik.

 

Artikel 30.3.4 (Niet) Subsidiabele kosten en hoogte subsidie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de kosten van de maatregelen.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid, zijn interne loonkosten van een gemeente of waterschap niet subsidiabel.

  • 4.

    Onverminderd de voorgaande leden, wordt, indien sprake is van staatssteun:

    • a.

      maximaal een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het van toepassing zijnde percentage uit een Europese vrijstellingsverordening niet wordt overschreden; of

    • b.

      en geen van de vrijstellingen uit de Europese vrijstellingsverordeningen van toepassing is, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidies verstrekt dat voor het totale bedrag aan overheidsbijdragen over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun niet wordt overschreden.

Artikel 30.3.5 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 1.2.1 wordt subsidie voor de maatregelen als bedoeld in artikel 30.3.1, tweede lid, onder b, geweigerd voor zover de uitvoering van de bedoelde maatregelen in strijd komt met de bepalingen uit de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland, de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2016 en het Natuurbeheerplan Zeeland omtrent de openstelling, toegankelijkheid en beleefbaarheid van natuurterreinen.

 

Artikel 30.3.6 Verplichtingen subsidieontvanger

Onverminderd paragraaf 1.6 is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    een verwijderde recreatieve voorziening tot vijf jaar na datum van vaststelling van de subsidie, verwijderd te houden;

  • b.

    de maatregelen waarvoor subsidie wordt verleend, uiterlijk 31 december 2025 te hebben uitgevoerd.

 

Artikel 30.3.7 Vaststellen subsidies

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in paragraaf 1.7 Arrangement 1 is paragraaf 1.8 Arrangement 2 van toepassing op aanvragen tot en met € 10.000,-.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in de artikelen 1.8.5 en 1.8.8 wordt bij de aanvraag tot vaststelling van subsidies tot en met € 50.000,- een financiële verantwoording overgelegd en wordt de subsidie niet alleen vastgesteld op basis van de gerealiseerde prestatieafspraken maar ook op basis van de financiële verantwoording waaruit moet blijken dat de subsidie is besteed aan de subsidiabele activiteiten.

  • 3.

    De subsidieontvanger is verplicht alle overige gegevens aan te leveren die gedeputeerde staten nodig hebben in het kader van het afleggen van verantwoording over de besteding van de specifieke uitkering aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waaronder voor zover van toepassing de per maatregel gerealiseerde oppervlakte en de oppervlakte onderhanden in hectare en per natuurgebied.

Artikel II  

Onder vernummering van de paragrafen 30.1 en 30.2 tot respectievelijk de paragrafen 31.1 en 31.2 en van de artikelen 30.1.1 en 30.2.1 tot respectievelijk de artikelen 31.1.1 en 31.2.1, wordt Hoofdstuk 30 Slotbepalingen gewijzigd in: Hoofdstuk 31 Slotbepalingen.

 

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 11 april 2023.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. L.M.L.M. Prevaes, wnd. secretaris

Naar boven