Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2023, 3630 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2023, 3630 | ander besluit van algemene strekking |
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland van 28 maart 2023, nummer 265653, houdende wijziging Hoofdstuk 29 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.
Gedeputeerde Staten van Zeeland,
Gelet op artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023;
de provincie al subsidieregelingen heeft voor het stimuleren van de energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie, zero-emissie, mobiliteit en biodiversiteit op bedrijventerreinen; dit zijn de regeling Toekomstbestendige bedrijventerreinen-planvorming en Toekomstbestendige bedrijventerreinen-fysieke maatregelen, hoofdstuk 24 respectievelijk hoofdstuk 28 van het Algemene subsidiebesluit Zeeland 2023;
besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023:
Na hoofdstuk 28 wordt een hoofdstuk toegevoegd, luidende:
Hoofdstuk 29 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor maatregelen biodiversiteit en klimaatadaptatie op bedrijfspercelen.
Artikel 29.1 Begripsbepalingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 29.2 Subsidiabele maatregelen
Subsidie wordt verstrekt aan de eigenaar of erfpachter van een bedrijfspand waaraan of een bedrijfsperceel waarop het projectplan wordt uitgevoerd.
Een projectplan komt voor subsidie in aanmerking voor zover aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Artikel 29.5 Subsidieplafond en openstelling
Een subsidie kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een openstellingsperiode voor de indiening van een aanvraag voor subsidie.
Artikel 29.7 Indieningsvereisten aanvraag
Artikel 29.8 Weigeringsgronden
De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000,- per aanvrager.
Artikel 29.10 Subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in aanmerking voor subsidie:
Artikel 29.11 Niet-subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 29.12 Verdeelprocedure
Gedeputeerde staten kennen voor de rangschikking de volgende punten toe:
Indien aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en toekenning van die aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, dan wordt subsidie verleend aan de aanvraag met het hoogste aantal punten behaald op basis van het criterium biodiversiteit. Wanneer de aanvragen hetzelfde aantal punten hebben behaald op basis van het criterium biodiversiteit, dan vindt rangschikking plaats door loting.
De toelichting op Hoofdstuk 29 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 komt te luiden:
Toelichting op Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor maatregelen biodiversiteit en klimaatadaptatie op bedrijfspercelen
Aanleiding en doel subsidieregeling
In de periode 2016-2020 is succesvol door partijen in Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en Vlaanderen samengewerkt in het Interreg-programma 2B Connect. 2B staat voor Bedrijven en Biodiversiteit en het project beoogde dan ook het verhogen van de biodiversiteit op bedrijventerreinen. De provincie Zeeland was daarin geen partner, maar er zijn wel veel en mooie projecten in Zeeland gerealiseerd. Minstens 70 bedrijventerreinen in de grensstreek België-Nederland zijn bekeken op kansen. En uiteindelijk is 135 ha bedrijventerrein biodiverser gemaakt met biotopen voor 77 doelsoorten. Voorbeelden van uitgevoerde maatregelen zijn: aanplant van bomen, struiken en ander groen, plaatsing van bijenkasten en aanleg van groene daken, poelen en vijvers.
Eén van de conclusies uit 2B Connect was dat er in Zeeland nog veel mogelijkheden liggen voor meer biodiversiteit en dat Zeeuwse bedrijven enthousiast zijn. Daarom is een doorstart overwogen waarbij het meer specifiek gaat over klimaatadaptatie-maatregelen die tevens een waardevolle bijdrage leveren aan het behouden en ontwikkelen van biodiversiteit. Vaak kunnen beide doelen met eenzelfde maatregel worden bereikt. Bij deze adaptatiemaatregelen kan worden gedacht aan:
Binnen Interreg is daarvoor een nieuw programma opgezet: 2B Adapt. Ook heeft de provincie begin 2022 een budget gereserveerd voor bijdragen aan maatregelen. Hoewel er flink wat projecten bij Zeeuwse bedrijven zijn geïnventariseerd, kon Zeeland niet meedoen in de eerste inschrijving van Interreg 2B Adapt in 2022. Daarom is besloten een eigen provinciale regeling op te zetten met hetzelfde doel als 2B Adapt.
Er zijn al provinciale subsidieregelingen voor planvorming en fysieke maatregelen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen. Deze regelingen zijn echter alleen voor gemeenten opengesteld. De subsidie voor maatregelen biodiversiteit en klimaatadaptatie is uitsluitend is bedoeld voor de uitvoering van projectplannen die voorzien in het realiseren van maatregelen op bedrijfspercelen. De subsidieregeling wil eigenaren en erfpachters stimuleren om maatregelen te treffen die én de biodiversiteit én de klimaatadaptie op bedrijfspercelen vergroten. Maatregelen in het projectplan moeten daarom aan beide doelen bijdragen, dus zowel aan de biodiversiteit als aan klimaatadaptie. Dat kan met één maatregel gebeuren. Maar het kan ook met verschillende maatregelen die elk voor zich bijdragen aan de doelen maar gezamenlijk aan béide doelen bijdragen.
De subsidie is bedoeld voor fysieke maatregelen. De maatregelen kunnen betrekking hebben op de inrichting van een perceel, maar ook op de bedrijfspanden (waaronder opstallen) op die percelen. In artikel 29.2 staat welke maatregelen voor subsidie in aanmerking kunnen komen.
Artikel 29.2 Subsidiabele maatregelen
De regeling is bedoeld voor de uitvoering van projectplannen die zowel de biodiversiteit vergroten als het bedrijfsperceel klimaatadaptiever maken. Vaak kunnen beide doelen met eenzelfde maatregel worden bereikt. Hierboven bij de algemene toelichting zijn voorbeelden van dergelijke maatregelen genoemd. Maar er zijn meer maatregelen denkbaar.
Een projectplanmoet een impuls geven aan zowel de biodiversiteit als de klimaatadaptie op bedrijfspercelen. Van de percelen moet vaststaan dat zij worden gebruikt overeenkomstig hun bestemming. Eerste voorwaarde is daarom dat het projectplan past binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan of omgevingsplan voor het bedrijfsperceel waarvoor de subsidieaanvraag wordt gedaan. Daarnaast moet het projectplan voorzien in maatregelen die niet al voortvloeien uit een wettelijke verplichting. Bijvoorbeeld een verplichting tot landschappelijke inpassing of compensatieplicht die voortvloeit uit de Wet natuurbescherming.
Om ervoor te zorgen dat de effecten op relatief korte termijn worden gerealiseerd, moet het projectplan binnen 2 jaar na de datum van subsidieverlening zijn gerealiseerd. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt getoetst of realisatie binnen deze termijn aannemelijk is.
De maatregelen die deel uitmaken van het projectplan moeten verder enkele jaren de tijd krijgen om effect te sorteren. Vooral voor biodiversiteit is dat van belang. Daarom is een instandhoudingsplicht van 5 jaar opgenomen.
Verder moeten de maatregelen uit het projectplan niet in de plaats komen van maatregelen die al verplicht zijn in het kader van andere bepalingen of afspraken, zoals verplichte landschappelijke inpassing vanuit bestemmingsplannen.
De provincie gaat ervan uit dat het projectplan binnen 2 jaar na het afgeven van de subsidiebeschikking uitgevoerd wordt. In die periode moeten vergunningverlening, voorbereiding, aanbesteding en uitvoering kunnen worden uitgevoerd. In bijzondere gevallen kan verlenging van deze periode worden aangevraagd.
Artikel 29.5 Subsidieplafond en openstelling
Het maximaal beschikbare budget per jaar en het tijdvak waarin aanvragen kunnen worden ingediend, worden vastgelegd in een apart openstellingsbesluit dat bekend gemaakt wordt in het digitale provincieblad.
Artikel 29.8 Weigeringsgronden
De subsidie is bedoeld om maatregelen te stimuleren. Daarom wordt de uitvoering van een projectplan waarvan de uitvoering al is begonnen vóór indiening van de aanvraag, niet gesubsidieerd. Dat projectplan zou immers ook zonder subsidie zijn uitgevoerd.
Gedeputeerde staten willen zoveel mogelijk effect sorteren met de subsidieregeling. Projectplannen die minimaal bijdragen aan de doelen - die minder scoren dan 30 punten - worden daarom niet gesubsidieerd. Ook wanneer gedeputeerde staten of een ander bestuursorgaan op grond van een andere subsidieregeling al subsidie verstrekten voor de uitvoering van een of meer maatregelen die onderdeel zijn van het projectplan, wordt de subsidie (gedeeltelijk) geweigerd. Tot slot worden alleen projectplannen met een substantieel kostenplaatje gesubsidieerd. De te verlenen subsidie moet meer dan € 10.000,- bedragen, de totale kosten liggen dan boven de € 20.000. Voor deze grens is gekozen om ervoor te zorgen dat alle subsidies in arrangement 2 zullen vallen en er geen subsidies tussen zitten die direct worden vastgesteld, zonder voorafgaande verlening.
Er is gekozen voor de verdeling van het beschikbare bedrag via een tenderprocedure waarbij alle aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie, gelijktijdig inhoudelijk worden beoordeeld en ten opzichte van elkaar worden gerangschikt. Alleen de aanvragen die voldoen aan de voorwaarden en waarvoor een weigeringsgrond niet aan de orde is, doen dus mee in de rangschikking.
Een projectplan komt voor subsidie in aanmerking als het bijdraagt aan beide doelen: biodiversiteit en klimaatadaptatie. Wordt aan één van de doelen niet bijgedragen, dan is het projectplan niet subsidiabel (artikel 29.2).
De mate waarin een projectplan bijdraagt aan de toename van biodiversiteit is één beoordelingscriterium. Binnen het doel klimaatadaptie worden drie criteria (deelthema’s) onderscheiden: wateroverlast, droogte en hitte. En per criterium zijn subcriteria aangegeven aan de hand waarvan de mate waarin het projectplan bijdraagt aan klimaatadaptie, wordt beoordeeld. Door de ligging of fysieke kenmerken van een bedrijfsperceel of daarop aanwezige bedrijfspanden is het niet altijd haalbaar om voor alle deelthema’s maatregelen te nemen. Daarom worden bij de beoordeling van aanvragen per subcriterium punten toegekend voor de mate waarin wordt bijgedragen aan de verschillende criteria.
De maximumscore is 50 punten: 20 voor biodiversiteit, 10 voor wateroverlast, 10 voor droogte en 10 voor hitte. Zoals onder weigeringsgronden toegelicht, is er een minimum totaalscore van 30 punten vereist om ervoor te zorgen dat het beschikbare geld niet in weinig effectieve projectplannen wordt gestoken.
De subcriteria geven ook een indruk van concrete maatregelen die deel uit kunnen maken van een projectplan. Hoe meer subcriteria aan bod komen in een projectplan, hoe meer punten dus worden toegekend. Sommige maatregelen krijgen punten bij meerdere criteria. Een voorbeeld: door het realiseren van punt- of lijnvormige landschapselementen zoals poelen, hagen en knotbomen wordt de biodiversiteit vergroot én ontstaan microklimaten waar verschillende flora en fauna gebruik van kunnen maken. Hierdoor wordt meteen leefgebied gecreëerd en wordt er dus op twee sub criteria gescoord.
Onder het “introduceren van lokaal passende plantensoorten” wordt verstaan dat planten door a- biotische factoren, al dan niet gecreëerd op de plaats van introductie, zich kunnen handhaven en vermenigvuldigen.
Onder het “aanbrengen of realiseren van verblijfplaatsen voor fauna” wordt verstaan het plaatsen van nestkasten, vleermuiskasten, insectenhotels of andere dergelijke verblijfplaatsen die dieren kunnen gebruiken voor verblijf of voortplanting.
De subsidieontvanger moet drie verplichtingen naleven die bijdragen aan het bereiken van het doel van de subsidie:
de getroffen maatregelen moeten minimaal 5 jaar in stand worden gehouden om het effect ervan enige tijd te laten voortduren. Worden de maatregelen niet tenminste 5 jaar in stand gehouden, dan kan de beschikking tot vaststelling van de subsidie worden gewijzigd en kan subsidie terug worden gevorderd;
voor gedeputeerde staten is het belangrijk inzicht te krijgen welke effecten de maatregelen tot gevolg hebben, om toekomstig beleid te kunnen vormgeven. De provincie wil kennis opdoen en delen. Daarom is de verplichting opgelegd informatie te delen met de provincie gedurende de instandhoudingstermijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-3630.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.