Besluit van Provinciale Staten van Gelderland tot wijziging van de Omgevingsverordening Gelderland

Bekendmaking van het besluit van 21 december 2022 van Provinciale Staten van Gelderland tot wijziging van de Omgevingsverordening Gelderland (zaaknummer 2022-013570, PS nummer 2022-829) in verband met de omzetting van de beschermingsregels voor de drinkwaterreserveringsgebieden (Aanvullende Strategische Voorraden).

 

Op 21 december 2022 hebben Provinciale Staten besloten om de al eerder vastgestelde beschermingsregels voor de drinkwaterreserveringsgebieden om te zetten naar het kader van de Wet milieubeheer. Dit is nodig omdat de regels voor de drinkwaterreserveringsgebieden in eerste instantie waren opgesteld in het kader van de Omgevingswet, in de veronderstelling dat de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking zou treden. Nu het Rijk de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft uitgesteld, kunnen de regels voor de drinkwaterreserveringsgebieden zoals vastgesteld niet per 1 januari 2023 in werking treden. Dit is onwenselijk, omdat het belangrijk is het grondwater in de drinkwaterreserveringsgebieden te beschermen voor de toekomstige drinkwatervoorziening. Daarom zijn de regels omgezet naar het bestaande kader van de Wet milieubeheer, totdat op een later moment de Omgevingswet in werking treedt. Op die manier kunnen de beschermingsregels alsnog in januari 2023 in werking treden.

 

Het besluit tot wijziging van Omgevingsverordening wordt met een kennisgeving in Provinciaal blad en beschikbaarstelling op ruimtelijke plannen.nl bekendgemaakt. Daarmee wordt voldaan aan de publicatievereisten uit de ruimtelijke wetgeving. De Omgevingsverordening bevat naast regels op het gebied van de ruimtelijke ordening ook algemeen verbindende voorschriften op het gebied van milieu, natuur, water, verkeer en bodem. Wijzigingen daarin behoren bekendgemaakt te worden in het Provinciaal Blad. Met deze publicatie wordt hier aan voldaan.

 

Provinciale Staten van Gelderland

Gelezen het vervolgvoorstel van Gedeputeerde Staten inzake de wijziging van de Omgevingsverordening Gelderland;

Gelet op:

  • het vastgestelde Actualisatieplan 9 (NL.IMRO.9925.PVOVa9-vst1);

  • het besluit van 5 juli 2022 (PS 2022-352); en

  • artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer.

 

Besluiten

 

Artikel I

De Omgevingsverordening Gelderland als volgt te wijzigen:

 

A.

In artikel 1.1 worden in de alfabetische volgorde de volgende aangewezen gebieden ingevoegd:

Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied

beschermingsgebied grondwater ten behoeve van mogelijke drinkwaterwinning in de toekomst en waar geen afdoende beschermende kleilaag aanwezig is;

Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied

beschermingsgebied grondwater ten behoeve van mogelijke drinkwaterwinning in de toekomst en waar een beschermende kleilaag aanwezig is;

 

B.

In artikel 1.2 wordt in de begripsbepaling beschermingsgebied grondwater “en intrekgebied” vervangen door: , Intrekgebied, Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied en Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied.

 

C.

In artikel 1a.2, eerste lid, wordt “3.2” vervangen door: 3.2, met uitzondering van de paragrafen 3.2.5a en 3.2.5b.

 

D.

In afdeling 3.2 worden na § 3.2.5 twee paragrafen ingevoegd, luidende:

§ 3.2.5a Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied

 

Artikel 3.32a (reikwijdte)

  • 1.

    Deze paragraaf is van toepassing op activiteiten in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied.

  • 2.

    De artikelen 3.32d tot en met 3.32i hebben alleen betrekking op activiteiten die buiten een inrichting plaatsvinden.

 

Artikel 3.32b (verbod mijnbouwwerk)

Het is verboden om in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied een mijnbouwwerk als bedoeld

in artikel 1 van de Mijnbouwwet op te richten.

 

Artikel 3.32c (verbod warmtetoevoeging en -onttrekking)

Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied werken tot stand te brengen of

handelingen te verrichten waardoor direct of indirect warmte aan de bodem of het grondwater

wordt onttrokken of toegevoegd.

 

Artikel 3.32d (boringen en grond- of funderingswerken)

  • 1.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied op een diepte van 10 meter of meer onder het maaiveld:

    • a.

      boringen te verrichten, boorputten aan te leggen, in exploitatie te nemen of te hebben.

    • b.

      grond- of funderingswerken uit te voeren of te hebben.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op ontgrondingsactiviteiten.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing als wordt voldaan aan de voorschriften in bijlage Grondwaterbescherming, onderdeel F.

  • 4.

    Van het voornemen tot het verrichten van een activiteit op een diepte van 10 meter of meer onder het maaiveld als bedoeld in het derde lid, doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 5.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

 

Artikel 3.32e (lozen van afstromend water)

  • 1.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied afstromend water op of in de bodem te lozen van:

    a. zonneparken groter dan 1 hectare;

    b. rijks- of provinciale wegen;

    c. parkeerplaatsen voor meer dan 100 motorvoertuigen;

    d. bedrijventerreinen met inrichtingen type B of C als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing als wordt voldaan aan de voorschriften in bijlage Grondwaterbescherming, onderdeel E.

  • 3.

    Van het voornemen tot het lozen van afstromend water als bedoeld in tweede lid doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 4.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

  • 5.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied afstromend water via diepinfiltratie in het grondwater te lozen.

 

Artikel 3.32f (meststoffen)

  • 1.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied meststoffen op of in de bodem te brengen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      dierlijke meststoffen;

    • b.

      anorganische meststoffen;

    • c.

      kalkmeststoffen;

    • d.

      compost;

    • e.

      dierlijke uitwerpselen;

    • f.

      overige organische meststoffen als die geen negatief effect hebben op de kwaliteit van het grondwater.

  • 3.

    Van het voornemen tot het op of in de bodem brengen van meststoffen als bedoeld in het tweede lid, onder f, doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 4.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

 

Artikel 3.32g (begraafplaatsen)

  • 1.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied een begraafplaats aan te leggen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op het aanleggen van een begraafplaats voor zover het een uitbreiding van een bestaande begraafplaats betreft en die aanleg geen negatief effect heeft op de kwaliteit van het grondwater.

  • 3.

    Van het voornemen tot het uitbreiden van een begraafplaats als bedoeld in het tweede lid doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 4.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

 

Artikel 3.32h (IBC-bouwstoffen, verontreinigde grond en baggerspecie)

  • 1.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied IBC-bouwstof toe te passen.

  • 2.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied grond of baggerspecie toe te passen in oppervlaktewater of in een omvang van meer dan 5000 kubieke meter als de kwaliteit daarvan de achtergrondwaarde overschrijdt.

  • 3.

    Het tweede lid geldt niet voor de toepassing op grond van het Besluit bodemkwaliteit:

    • a.

      in oppervlaktewater, van grond of baggerspecie met de kwaliteitsklasse A;

    • b.

      in een omvang van meer dan 5000 kubieke meter als wordt aangetoond dat de risico's op verontreiniging van het grondwater niet toenemen en de kwaliteit daarvan de maximale waarden van de kwaliteitsklasse wonen of de kwaliteitsklasse A niet overschrijdt.

  • 4.

    Van het voornemen tot een toepassing als bedoeld in het derde lid doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 5.

    De melding van het voornemen tot een toepassing als bedoeld in het derde lid, onder b, bevat de resultaten van locatiespecifiek onderzoek op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de risico's op verontreiniging van het grondwater niet toenemen.

  • 6.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

 

Artikel 3.32i (systeem voor individuele behandeling van afvalwater)

  • 1.

    Het is verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied een systeem voor individuele behandeling van afvalwater aan te leggen.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op het aanleggen van een systeem voor individuele behandeling van afvalwater als die aanleg geen negatief effect heeft op de kwaliteit van het grondwater.

  • 3.

    Van het voornemen tot het aanleggen van een systeem voor individuele behandeling van afvalwater als bedoeld in het tweede lid doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 4.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

 

§ 3.2.5b Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied

 

Artikel 3.32j (reikwijdte)

  • 1.

    Deze paragraaf is van toepassing op activiteiten in een Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied.

  • 2.

    Artikel 3.32m heeft alleen betrekking op activiteiten buiten een inrichting plaatsvinden.

 

Artikel 3.32k (verbod mijnbouwwerk)

Het is verboden in een Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied een mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Mijnbouwwet op te richten.

 

Artikel 3.32l (verbod aantasting beschermende bodemlaag)

  • 1.

    Het is verboden in een Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied handelingen te verrichten waardoor de beschermende werking van de bodemlaag wordt of kan worden aangetast.

  • 2.

    Het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      het onderzoeken en saneren van de bodem met inachtneming van de Wet bodembescherming;

    • b.

      het verrichten van boringen voor de controle van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening;

    • c.

      het drinkwaterbedrijf, als de betreffende activiteit of handeling noodzakelijk is voor de openbare drinkwatervoorziening.

 

Artikel 3.32m (bodemenergiesystemen, boringen en graafwerkzaamheden)

  • 1.

    Het is verboden in een Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied werken tot stand te brengen of handelingen te verrichten waardoor direct of indirect warmte aan de bodem of het grondwater wordt onttrokken of toegevoegd.

  • 2.

    Het is verboden in een Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied op een diepte van 30 meter of meer onder het maaiveld:

    • a.

      boringen te verrichten, boorputten aan te leggen, in exploitatie te nemen of te hebben;

    • b.

      grond- of funderingswerken uit te voeren of te hebben.

  • 3.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing als wordt voldaan aan de voorschriften in bijlage Grondwaterbescherming, onderdeel F.

  • 4.

    Van het voornemen tot het aanleggen of gebruiken van een bodemenergiesysteem of het verrichten van een activiteit op een diepte van 30 meter of meer onder het maaiveld als bedoeld in het derde lid doet degene die de activiteit wil ondernemen een melding.

  • 5.

    Op deze melding is artikel 3.35 van toepassing.

 

E.

In artikel 3.36 wordt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het zesde en zevende lid een lid ingevoegd, luidende:

5. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van de verboden in de artikelen 3.32e, vijfde lid en 3.32g, eerste lid.

 

F.

Na artikel 8.13 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidend:

Artikel 8.13a (overgangsbepaling verboden drinkwaterreserveringsgebieden)

  • 1.

    De artikelen 3.32c, 3.32e, 3.32l en 3.32m, eerste lid, zijn niet van toepassing op een activiteit die vóór 1 januari 2023 rechtmatig werd verricht, mits die activiteit geen groter risico kan vormen voor de kwaliteit van het grondwater dan de activiteit die al werd verricht vóór 1 januari 2023.

  • 2.

    Het in artikel 3.32h, eerste lid, gestelde verbod op het toepassen van IBC-bouwstof in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied is niet van toepassing op het toepassen van IBC-bouwstof, uitgezonderd AVI-bodemas, in een werk waarvoor vóór 1 januari 2023 een melding is gedaan op grond van artikel 32, tweede lid, van het Besluit bodemkwaliteit, tot 1 juli 2023.

  • 3.

    Het in artikel 3.32h, tweede lid, gestelde verbod op het toepassen van grond of baggerspecie in oppervlaktewater of in een omvang van meer dan 5000 kubieke meter is niet van toepassing op het toepassen in een werk waarvoor vóór 1 januari 2023 een melding is gedaan op grond van artikel 42, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit.

 

G.

In de bijlage Grondwaterbescherming wordt:

  • 1.

    “Algemene voorschriften voor lozen van afstromend water in grondwaterbeschermingsgebieden als bedoeld in artikel 3.18, derde lid, van de Omgevingsverordening en voorschrift 11 van onderdeel D van deze bijlage” vervangen door: Algemene voorschriften voor lozen van afstromend water in grondwaterbeschermingsgebieden en kwetsbare drinkwaterreserveringsgebieden als bedoeld in artikel 3.18, derde lid, en 3.32e, tweede lid, van de Omgevingsverordening en voorschrift 11 van onderdeel D van deze bijlage; en

  • 2.

    “Algemene voorschriften voor mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingsgebieden, boringsvrije zones en koude-warmteopslagvrije zones als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Omgevingsverordening en voorschriften 12 en 14 van onderdeel D van deze bijlage” vervangen door: Algemene voorschriften voor mechanische ingrepen in grondwaterbeschermingsgebieden, boringsvrije zones, koude-warmteopslagvrije zones, kwetsbare drinkwaterreserveringsgebieden en minder kwetsbare drinkwaterreserveringsgebieden als bedoeld in artikel 3.16, derde lid, 3.32d, derde lid, en 3.32m, derde lid, van de Omgevingsverordening en voorschriften 13 en 15 van onderdeel D van deze bijlage.

 

Artikel II

Dit besluit treedt inwerking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

 

Provinciale Staten van Gelderland

Gepubliceerd te Arnhem

namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,

Sjoerd Veenstra

Teammanager Water

Toelichting

Toelichting op de regels voor de drinkwaterreserveringsgebieden onder de Wet milieubeheer

Aanvulling op de toelichting in de Omgevingsverordening Gelderland (versie januari 2023)

 

Afdeling 3.2 Grondwaterbescherming met het oog op de waterwinning

De Wet milieubeheer bepaalt dat in de provinciale milieuverordening (die is opgenomen in deze Omgevingsverordening) regels worden opgenomen ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden (Wet milieubeheer artikel 1.2, tweede lid onder a). De gebieden zijn aangewezen in artikel 1.1 van deze verordening. Het gaat om Waterwingebied, Grondwaterbeschermingsgebied, Koude-warmteopslagvrije zone, Boringsvrije zones en Intrekgebied. Ze liggen in steeds groter wordende cirkels om de waterwinputten. Daarnaast zijn gebieden aangewezen ter bescherming van het grondwater voor een potentiële drinkwaterwinning in de toekomst. Het gaat om Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied en Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied. De grenzen van de gebieden en zones zijn aangegeven op de kaart ‘Regels water en milieu’. Deze kaart maakt deel uit van deze verordening en is juridisch bindend.

Afdeling 3.2 bevat de regels die in deze gebieden en zones van toepassing zijn. Hoe dichter je komt bij de plek waar het drinkwater wordt gewonnen, hoe hoger het beschermingsniveau moet zijn. Er zijn instructieregels opgenomen, die het bevoegd gezag verplichten bepaalde voorschriften te verbinden aan de omgevingsvergunningen voor inrichtingen in de beschermingsgebieden. Ook gelden binnen die gebieden algemene regels voor niet-vergunningplichtige bedrijven. Afwijking van deze instructieregels en algemene regels is alleen mogelijk in de in bijlage Grondwaterbescherming aangegeven gevallen. Ter bescherming van het grondwater zijn ook instructieregels voor bestemmingsplannen opgenomen. Zie hiervoor afdeling 2.5.

[…]

§ 3.2.5a Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied

  • 1.

    Een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied is een gebied waar het grondwater wordt beschermd voor een potentiële drinkwaterwinning in de toekomst. In deze drinkwaterreserveringsgebieden is geen beschermende kleilaag aanwezig of bevindt zich een (klein) deel van het grondwater dat naar de potentiële drinkwaterwinning stroomt direct boven de beschermende kleilaag. Als het een potentiële oevergrondwaterwinning betreft is het betreffende drinkwaterreserveringsgebied ook als kwetsbaar aangemerkt. Bescherming van bodem en grondwater is cruciaal gelet op de kwaliteit van het toekomstige drinkwater. Activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor het grondwater of waarbij de bodemopbouw verstoord kan worden, zijn absoluut verboden.

  • 2.

    Artikel 3.32a (reikwijdte)

  • 3.

    Geen toelichting.

  • 4.

    Artikel 3.32b (verbod mijnbouwwerk)

  • 5.

    Geen toelichting.

  • 6.

    Artikel 3.32c (verbod warmtetoevoeging en -onttrekking)

  • 7.

    Geen toelichting.

  • 8.

    Artikel 3.32d (boringen en grond- of funderingswerken)

  • 9.

    Het verbod heeft betrekking op activiteiten die op 10 meter of dieper onder het maaiveld plaatsvinden. Hieronder vallen in ieder geval bodemstabiliseringswerken, boringen, grond- en funderingswerken en het plaatsen en verwijderen van damwanden, folies en heipalen. Er zijn situaties denkbaar waarbij de grond dieper geroerd moet worden. Met de algemene voorschriften van onderdeel F van bijlage Grondwaterbescherming kan in zo'n geval voldoende bescherming worden geboden. Onder uitvoering van die voorschriften is een dergelijke activiteit toegestaan, maar die moet dan wel vooraf worden gemeld.

  • 10.

    Artikel 3.32e (lozen van afstromend water)

  • 11.

    Voordat afstromend water in de bodem zakt, kan het onderweg verontreinigingen opnemen van constructies, wegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen. Zo kan afstromend water afkomstig van wegen zware metalen, PAK's en minerale olie bevatten. In het afstromend water van constructies kan onder meer opgelost koper en zink voorkomen. Onder afstromend (ook wel: afvloeiend) water wordt in ieder geval verstaan water, bluswater en waswater. Met de algemene voorschriften van onderdeel E van bijlage Grondwaterbescherming kan in dergelijke gevallen voldoende bescherming worden geboden. Onder uitvoering van die voorschriften is een dergelijke activiteit toegestaan, maar die moet dan wel vooraf worden gemeld. Van het verbod om in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied afstromend water in dieper gelegen watervoerende bodemlagen te brengen is ontheffing mogelijk (artikel 3.36, vijfde lid).

  • 12.

    Artikel 3.32f (meststoffen)

  • 13.

    Het verbod op de toepassing van meststoffen is opgenomen vanwege het risico op de aanwezigheid van onbekende verontreinigingen. Met name in zuiveringsslib en in overige anorganische meststoffen kunnen zich verontreinigingen bevinden. Verder is in ogenschouw genomen dat toepassing van deze meststoffen niet strikt noodzakelijk is, omdat er minder risicovolle alternatieven voorhanden zijn, zoals het gebruik van dierlijke meststoffen en kunstmest. Een aantal meststoffen is uitgezonderd van het verbod. Voor het gebruik van dierlijke meststoffen, anorganische meststoffen, kalkmeststoffen of compost gelden geen aanvullende beschermende regels bovenop de landelijke regels. Overige organische meststoffen vormen een (rest)categorie waarvan niet in zijn algemeenheid en op voorhand kan worden geconcludeerd dat er geen nadelige gevolgen zijn voor de kwaliteit van het grondwater. Daarom moet het gebruik van dergelijke meststoffen altijd worden gemeld en is het op of in de bodem brengen van overige organische meststoffen alleen toegestaan als wordt aangetoond dat het gebruik ervan de grondwaterkwaliteit niet verslechtert.

  • 14.

    Artikel 3.32g (begraafplaatsen)

  • 15.

    Een begraafplaats of terrein voor het verstrooien van as kan nadelige gevolgen hebben voor de kwaliteit van het grondwater. Het aanleggen van een nieuwe (dieren)begraafplaats of een nieuw uitstrooiveld is daarom in beginsel verboden in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied. Van dit verbod is ontheffing mogelijk (artikel 3.36, vijfde lid). Een bestaande (dieren) begraafplaats of uitstrooiveld mag wel worden uitgebreid, als dat geen negatief effect heeft op de grondwaterkwaliteit, maar dit moet dan vooraf worden gemeld.

  • 16.

    Artikel 3.32h (IBC-bouwstoffen, verontreinigde grond en baggerspecie)

  • 17.

    Door het (her)gebruik van bouwstoffen, grond en bagger kan het grondwater worden verontreinigd. In het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) zijn hiervoor landelijke gebruiksregels opgenomen. Voor diverse situaties zijn ‘standaardnormen’ vastgesteld. Bij die normstelling is het risico op verspreiding van verontreinigingen naar het grondwater bestemd voor de drinkwaterwinning niet specifiek in aanmerking genomen. Een dergelijk risico voor het toekomstige drinkwater is niet bij voorbaat uitgesloten en daarom zijn in dit artikel aanvullende regels opgenomen ten opzichte van het Bbk. Toepassing van zwaarder verontreinigde bouwstoffen (IBC-bouwstoffen) is in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied niet toegestaan. Het toepassen van grond of baggerspecie in oppervlaktewater en in een omvang van meer dan 5000 kubieke meter is in beginsel alleen toegestaan als de kwaliteit daarvan voldoet aan de achtergrondwaarde. Dergelijke ‘schone’ grond is echter niet altijd beschikbaar. Daarom zijn na melding uitzonderingen toegestaan voor het toepassen van licht verontreinigde grond of baggerspecie.

  • 18.

    Artikel 3.32i (systeem voor individuele behandeling van afvalwater (IBA))

  • 19.

    In principe wordt huishoudelijk afvalwater opgevangen in een riolering en gezuiverd in een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Er zijn plekken waar huishoudens geen riolering hebben en dan moet men het afvalwater zuiveren. In de landelijke regelgeving staan doelvoorschriften over de mate van zuivering. Er zijn verschillende IBA-systemen. Het bekendste IBA-systeem is de septictank. Andere systemen zijn bijvoorbeeld de biorotor, het oxidatiebed en het helofytenfilter. De aanleg van een IBA-systeem moet dusdanig worden uitgevoerd dat het systeem geen nadelige gevolgen voor het grondwater heeft en vooraf worden gemeld. Als het onvoldoende zeker is dat er geen schadelijke stoffen in het grondwater komen kan de aanleg van een IBA-systeem niet worden toegestaan.

  • 20.

    § 3.2.5b Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied

  • 21.

    Een Minder kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied is een gebied waar het grondwater wordt beschermd voor een potentiële drinkwaterwinning in de toekomst. In deze drinkwaterreserveringsgebieden is een beschermende kleilaag aanwezig, waardoor het overal in het watervoerend pakket boven de kleilaag meer dan 25 jaar duurt tot dit water naar een potentiële winning stroomt. Bescherming van bodem en grondwater is cruciaal gelet op de kwaliteit van het toekomstige drinkwater. Activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor het grondwater of waarbij de bodemopbouw verstoord kan worden, zijn absoluut verboden.

  • 22.

    Artikel 3.32j (reikwijdte)

  • 23.

    Geen toelichting.

  • 24.

    Artikel 3.32k (verbod mijnbouwwerk)

  • 25.

    Geen toelichting.

  • 26.

    Artikel 3.32l (verbod aantasting beschermende bodemlaag)

  • 27.

    Bij de beschermende werking van een bodemlaag moet voornamelijk worden gedacht aan een slecht doorlatende (klei)laag die zich bevindt tussen het maaiveld en het watervoerend pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken. Deze lagen zijn in beeld gebracht en de indicatieve diepte daarvan staat hieronder op kaart aangegeven. Wanneer deze diepte (in meters onder NAP) niet wordt overschreden, mag ervan worden uitgegaan dat de beschermende werking van een bodemlaag niet wordt aangetast (als gevolg van de boring of ontgraving zelf).

  • 28.

     

  • 29.

    Artikel 3.32m (bodemenergiesystemen, boringen en graafwerkzaamheden)

  • 30.

    Eerste lid: Als wordt voldaan aan de voorschriften van onderdeel F van bijlage Grondwaterbescherming is de aanleg van een bodemenergiesysteem boven de beschermende kleilaag mogelijk, maar dit moet dan wel vooraf worden gemeld. Het aantasten van de beschermende werking van een bodemlaag blijft absoluut verboden op grond van het voorgaande artikel.

  • 31.

    Tweede lid: Het verbod heeft betrekking op activiteiten die op 30 meter of dieper onder het maaiveld plaatsvinden. Hieronder vallen in ieder geval bodemstabiliseringswerken, boringen, grond- en funderingswerken en het plaatsen en verwijderen van damwanden, folies en heipalen. Er zijn situaties denkbaar waarbij de grond dieper geroerd moet worden. Met de algemene voorschriften van onderdeel F van bijlage Grondwaterbescherming kan in zo'n geval voldoende bescherming worden geboden. Onder uitvoering van die voorschriften is een dergelijke activiteit toegestaan, maar die moet dan wel vooraf worden gemeld. Het aantasten van de beschermende werking van een bodemlaag blijft absoluut verboden op grond van het voorgaande artikel.

  •  

  • […]

§ 8.2.1 Overgangsbepalingen hoofdstuk 3

Deze paragraaf is van toepassing bij de inwerkingtreding op 17 oktober 2014 van de Omgevingsverordening. Dit overgangsrecht is opgenomen voor (vergunningplichtige en niet-vergunningplichtige) inrichtingen, respectievelijk activiteiten buiten inrichtingen die ten tijde van de inwerkingtreding van de Omgevingsverordening op 17 oktober 2014 legaal, dat wil zeggen in overeenstemming met de op dat moment geldende regels van de Provinciale milieuverordening Gelderland, in werking waren, respectievelijk werden uitgevoerd. In artikel 8.13a is overgangsrecht opgenomen voor de in januari 2023 in werking getreden regels in de drinkwaterreserveringsgebieden.

Het overgangsrecht ziet op een variëteit aan mogelijke situaties:

[…]

Artikel 8.13 (overgangsbepaling activiteiten buiten inrichtingen in Boringsvrije zones)

Zie toelichting paragraaf 8.2.1.

Artikel 8.13a (overgangsbepaling verboden drinkwaterreserveringsgebied)

Eerste lid: De verboden in de genoemde artikelen zijn niet van toepassing op activiteiten die al vóór 1 januari 2023 rechtmatig werden verricht en niet zijn gewijzigd. Dit betekent dat constructies die al bestonden op het moment dat de drinkwaterreserveringsgebieden in het leven werden geroepen, in beginsel kunnen blijven bestaan. Uitbreidingen van dergelijke bestaande activiteiten blijven ook mogelijk als het risico voor het grondwater daardoor niet groter wordt.

Tweede lid: Een toepassing van IBC-bouwstof in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied die vóór 1 januari 2023 is gestart of gemeld mag nog zes maanden, tot 1 juli 2023, worden uitgevoerd. Voor de toepassing van AVI-bodemas als IBC-bouwstof geldt landelijk al een verbod.

Derde lid: Een toepassing van grond of baggerspecie in een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied die vóór 1 januari 2023 is gestart of gemeld mag worden uitgevoerd conform de vereisten van het Besluit bodemkwaliteit. Voor zo’n geval gelden de strengere toepassingsvereisten binnen een Kwetsbaar drinkwaterreserveringsgebied niet.

Artikel 8.14 (overgangsbepalingen lopende procedures voor omgevingsvergunningen en ontheffingen)

Geen toelichting.

[…]

  •  

Naar boven