Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 21 maart 2023, nr, UTSP-432403905-6139 tot wijziging van Subsidieregeling Recreatie en Toerisme 2022 – 2025 provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op het omgevingswetprogramma Recreatie en Toerisme 2022-2025, artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

 

Overwegende dat het wenselijk is de subsidieregeling Recreatie en Toerisme 2022 - 2025 te wijzigen om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in het toeristisch recreatieve werkveld en enkele onduidelijkheden weg te nemen.

 

Besluiten:

Artikel I

De subsidieregeling Recreatie en Toerisme 2022 - 2025 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1 wordt onder vernummering van de leden e t/m m tot f t/m n een nieuw lid e ingevoegd, luidende:

  • e.

    Duurzaamheid: Het bestendig omgaan met hulpbronnen waarmee de welvaart wordt voortgebracht. Hierbij moeten people, planet, profit in evenwicht zijn met elkaar;

B

In artikel 1 wordt onder vernummering van de leden k t/m n tot m t/m p een nieuw lid k en l ingevoegd, luidende:

  • k.

    MICE: meetings, incentives, conventions en exhibitions (zakelijke evenementen, bijeenkomsten, congressen en beurzen);

  • l.

    MC-RU: Marketingcoöperatie Regio Utrecht;

C

In artikel 5, eerste lid, wordt “Het toeristisch aanbod sluit aan op de behoeften van de passende bezoekers en houdt rekening met de draagkracht van het gebied en haar inwoners; en ” vervangen door: Het (zakelijk) toeristisch aanbod sluit aan op de behoeften van de passende bezoekers en houdt rekening met de draagkracht van het gebied en haar inwoners; en

 

D

In artikel 5, tweede lid, wordt “Het project heeft naar aard en omvang een bovenlokale uitstraling en is aantoonbaar kansrijk om bezoekers aan te trekken. Het project draagt aantoonbaar bij aan de positionering en profilering van de regio. Het project past daarom bij voorkeur binnen één van de toeristische thema’s zoals de Oude Hollandse Waterlinie, Kastelen en buitenplaatsen, De Stijl/Mondriaan, en Fiets; en”

 

vervangen door: Het project heeft naar aard en omvang een bovenlokale uitstraling en is aantoonbaar kansrijk om (zakelijke) bezoekers aan te trekken. Het project draagt aantoonbaar bij aan de positionering en profilering van de regio. Het project past daarom bij voorkeur binnen één van de toeristische thema’s zoals Unesco Werelderfgoed, Kastelen en buitenplaatsen, De Stijl/Mondriaan, Fiets en MICE (meetings, incentives, conventions en exhibitions); en

 

E

In artikel 7, eerste lid onder c wordt “regionale en stedelijke bureaus voor toerisme;” vervangen door: MC-RU, regionale en stedelijke bureaus voor toerisme;

 

F

In artikel 8 wordt onder vernummering van het eerste t/m het vijfde lid tot het tweede t/m het zesde lid een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:

  • 1.

    Voor aanvragen geldt dat de toekenning plaatsvindt op volgorde van binnenkomst.

G

In artikel 10 wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3.

    Voor projecten als bedoeld in artikel 5 geldt dat wanneer het project een bovenregionaal bereik en een bovenregionale aantrekkingskracht heeft en tot stand komt door samenwerkende destinatiemarketing organisaties, de subsidie maximaal 75% van de subsidiabele kosten bedraagt tot een maximum van € 125.000,- per project per jaar;

H

In artikel 10, vierde lid onder b wordt “De subsidie voor een nationaal kennisevenement bedraagt ten hoogste € 7,50 per deelnemer per kennisevenement tot een maximum van € 7.500,- per kennisevenement en tot maximaal de hoogte van de totale subsidiabele kosten van het kennisevenement;” vervangen door: De subsidie voor een nationaal kennisevenement bedraagt ten hoogste € 7,50 per deelnemer per dag tot een maximum van € 7.500,- per kennisevenement en tot maximaal de hoogte van de totale subsidiabele kosten van het kennisevenement;

 

I

In artikel 10, vierde lid onder c wordt “De subsidie voor een internationaal kennisevenement bedraagt ten hoogste € 10,- per deelnemer per kennisevenement tot een maximum van € 15.000,- per kennisevenement en tot maximaal de hoogte van de totale subsidiabele kosten van het kennisevenement.” vervangen door: De subsidie voor een internationaal kennisevenement bedraagt ten hoogste € 10,- per deelnemer per dag tot een maximum van € 15.000,- per kennisevenement en tot maximaal de hoogte van de totale subsidiabele kosten van het kennisevenement.

 

J

In artikel 11, eerste lid wordt “Het subsidieplafond voor projecten als bedoeld in artikel 3, 4 en 5 bedraagt jaarlijks € 300.000,-.” vervangen door: Het subsidieplafond voor projecten als bedoeld in artikel 3, 4 en 5 bedraagt jaarlijks € 800.000,-.

 

K

Artikel 11, derde lid vervalt.

 

L

In artikel 13, eerste lid wordt “In het geval dat er naar inschatting van Gedeputeerde Staten sprake is van staatssteun op grond van Europese regelgeving, wordt subsidie alleen verstrekt met inachtneming van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EU) No 651/2014 (AGVV) of met inachtneming van de Verordening (EU) nr. 1407/2013, betreffende de-minimissteun.” Vervangen door: In het geval dat er naar inschatting van Gedeputeerde Staten sprake is van staatssteun op grond van Europese regelgeving, wordt subsidie alleen verstrekt met inachtneming van de Algemene groepsvrijstellingsverordening (EU) No 651/2014 (AGVV)of met inachtneming van de DAEB De-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 360/2012) of het DAEB-Vrijstellingsbesluit (Besluit C(2011)9380).

 

M

In de toelichting wordt ‘Artikel 6 criteria voor kennisevenementen’ vervangen door: Artikel 6 Criteria voor kennisevenementen

 

N

In de toelichting wordt artikel 8 ingevoegd, luidende:

Artikel 8 Aanvraag

Onder c: Subsidieontvangers geven aan op welke manier zij verantwoordelijkheid nemen om hun activiteiten duurzaam en/of circulair te maken. Hierbij kan gedacht worden aan:

  • a.

    Gebruik maken van duurzame energie;

  • b.

    Het voeren van een duurzaam inkoopbeleid;

  • c.

    Gebruik maken van duurzaam transport;

  • d.

    Vegetarische optie in de kantine als standaardkeuze;

  • e.

    Het digitaliseren van producten en diensten;

  • f.

    Zuinig en slim omgaan met producten, grondstoffen en diensten;

  • g.

    Hergebruik van producten en grondstoffen.

Artikel II

Overgangsrecht gewenst?.....................................................................................

Bedenk dat een nieuwe of gewijzigde regeling niet slechts van toepassing is op hetgeen na haar inwerkingtreding voorvalt, maar ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat, zoals bestaande rechtsposities en verhoudingen (dit wordt ‘onmiddellijke werking’ genoemd).

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 21 maart 2023.

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol- van Leeuwen

Naar boven