Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland van 21 maart 2023, PZH-2023-825728962 (DOS-2016-0005086), tot wijziging van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 in verband met het verstrekken van subsidie voor landbouwadvies en het herstel van omissies (wijzigingsbesluit Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk om de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 aan te passen teneinde te voorzien in de mogelijkheid om subsidie te verstrekken aan landbouwers voor advies over toekomstbestendige landbouw;

 

Besluiten:

Artikel I  

De Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Na artikel 2.18.12 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

 

§ 2.19 Landbouwadvies

 

Artikel 2.19.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    adviseur: de natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon die:

    • i.

      als coach is aangesloten bij de Nederlandse Orde van Beroepscoaches, of als bedrijfsadviseur overeenkomstig artikel 38, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 is erkend in het kader van het bedrijfsadviseringssysteem, of als advocaat, notaris of kandidaat-notaris, accountant, belastingadviseur, dan wel anderszins als deskundige op juridisch, bedrijfskundig of fiscaal gebied werkzaamheden verricht;

    • ii.

      beschikt over aantoonbare actuele kennis over ten minste een van de onderwerpen genoemd in artikel 2.19.4, onder b;

    • iii.

      niet werkzaam is bij een onderneming die landbouwproducten, gewasbeschermingsmiddelen, diervoeders, landbouwmechanisatieproducten of meststoffen verkoopt of een onderneming die in een groep verbonden is aan een onderneming die deze producten verkoopt;

  • b.

    de-minimisverordening voor de landbouwsector: Verordening(EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;

  • c.

    landbouwer: natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon of een groep natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen die actief is in de primaire productie van landbouwproducten, bedoeld in de de-minimisverordening voor de landbouwsector.

Artikel 2.19.2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor adviesgesprekken met een adviseur over een of meer van de onderwerpen genoemd in artikel 2.19.4, onder b.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan ondersteuning van de landbouwer voor de transitie naar een toekomstbestendige landbouw.

Artikel 2.19.3 Doelgroep

Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2.19.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan een landbouwer.

 

Artikel 2.19.4 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.19.2, eerste lid, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het adviesgesprek vindt plaats met een adviseur;

  • b.

    het adviesgesprek gaat over bedrijfsbeëindiging, bedrijfsopvolging of verduurzaming van de onderneming van de landbouwer.

Artikel 2.19.5 Aanvraagvereisten

Naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, gaat de aanvraag voor subsidie in ieder geval vergezeld van:

  • a.

    een offerte van de adviseur, met inbegrip van informatie waaruit blijkt dat de adviseur voldoet aan de begripsbepaling in artikel 2.19.1, onder a, en een vermelding van het onderwerp van de te voeren adviesgesprekken;

  • b.

    een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in de-minimisverordening voor de landbouwsector.

Artikel 2.19.6 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt € 200,00 per adviesgesprek, voor ten hoogste 11 adviesgesprekken, tot een maximum van € 2.200,00.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid, wordt maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat over een periode van drie belastingjaren het plafond voor de-minimissteun niet wordt overschreden.

Artikel 2.19.7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de kosten voor de activiteit, bedoeld in artikel 2.19.2, eerste lid, voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 2.19.8 Niet subsidiabele kosten

Kosten die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen, zijn kosten voor trainingen, workshops, cursussen of stages, en demonstratieactiviteiten waarbij landbouwers kennis nemen van innovaties en de toepassing ervan.

 

Artikel 2.19.9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien de subsidieaanvrager reeds voor dezelfde activiteit subsidie op grond van een andere subsidieregeling heeft aangevraagd of ontvangen.

 

Artikel 2.19.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 18 en 19 van de Asv heeft de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting om:

  • a.

    uiterlijk binnen 12 maanden na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening het benodigde aantal adviesgesprekken, maar niet meer dan 11, te hebben gevoerd;

  • b.

    een presentielijst bij te houden, met vermelding van volledige naam en handtekening van de deelnemers bij het adviesgesprek, alsook het aantal adviesgesprekken en het besproken onderwerp.

Artikel 2.19.11 Prestatieverantwoording

In afwijking van artikel 1.5, eerste lid, toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteit is verricht door middel van de presentielijst, bedoeld in artikel 2.19.10, onder b.

 

Artikel 2.19.12 Staatssteun

Subsidie wordt verleend met toepassing van de geldende de-minimisverordening voor de landbouwsector.

 

B.

De bijlagen 7, 8 en 9 vervallen.

 

C.

In artikel 2.18.5 wordt “ 1 april 2023” vervangen door “6 juli 2023”.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 21 maart 2023

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

Voorzitter,

drs. J. Smit

Secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij het Wijzigingsbesluit Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016

I. Algemeen

Deze wijziging van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 (hierna: subsidieregeling) ziet op het invoegen van een nieuwe paragraaf in hoofdstuk 2. Daarnaast worden twee omissies hersteld.

 

De nieuwe paragraaf in de subsidieregeling is bedoeld voor landbouwers die voor de omslag in hun bedrijfsvoering staan in verband met de transitie van de landbouwsector. Voor velen is dat een zeer ingrijpende omslag. De provincie wil ondersteuning bieden aan landbouwers op individueel niveau, in de vorm van een – onafhankelijke- coach/adviseur. De gedachte is dat dit past bij de ondersteuning die in de gebiedsprocessen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) plaatsvindt. De individuele adviesgesprekken zijn complementair aan deze gebiedsprocessen.

 

Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij werkt aan een landelijke subsidieregeling voor langdurige sociaal-economische begeleiding. De provincies zijn hier nauw bij betrokken. Die regeling gaat niet zien op inhoudelijke begeleiding; onderhavige paragraaf wil de keuze laten aan de landbouwer die op dit moment al graag de ondersteuning van een coach/adviseur inroept. Dus naast sociaal-economische begeleiding wordt in deze paragraaf ook de mogelijkheid geboden voor meer inhoudelijke begeleiding.

 

II. Artikelsgewijs

 

Onderdeel A

In onderdeel A van dit wijzigingsbesluit wordt een nieuwe paragraaf in de subsidieregeling ingevoegd. Deze nieuwe paragraaf maakt het mogelijk om subsidie te verstrekken voor landbouwadvies. Hieronder worden enkele artikelen van deze nieuwe paragraaf nader toegelicht.

 

Artikel 2.19.1 Begripsbepalingen

- Adviseur:

Een adviseur kan een coach zijn die is aangesloten bij de Nederlandse Orde van Beroepscoaches, of een bedrijfsadviseur die overeenkomstig artikel 38, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 is erkend of een advocaat, notaris of kandidaat-notaris, accountant, belastingadviseur, of andere deskundige professional op juridisch of fiscaal gebied. Een bedrijfsadviseur die overeenkomstig artikel 38, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 is erkend, is een bedrijfsadviseur die is opgenomen in het zogenoemde BAS-register. Dit register is online te vinden via de website van RVO. De adviseur dient te beschikken over aantoonbare actuele kennis over ten minste een van de onderwerpen waar de adviesgespreken over moeten gaan, te weten: bedrijfsbeëindiging, bedrijfsopvolging, of verduurzaming van de onderneming van de landbouwer. De adviseur mag ten slotte geen zogenoemde erfbetreder zijn. Dat wil zeggen dat de adviseur niet werkzaam is bij een onderneming die landbouwproducten, gewasbeschermingsmiddelen, diervoeders, landbouwmechanisatieproducten of meststoffen verkoopt of een onderneming die in een groep verbonden is aan een onderneming die deze producten verkoopt.

 

Landbouwer:

Een landbouwer is voor de toepassing van deze paragraaf een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon of een groep natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die actief is in de primaire productie van landbouwproducten, bedoeld in de de-minimisverordening voor de landbouwsector. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder landbouwproducten: de in bijlage I bij het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie vermelde producten.

 

Artikel 2.19.2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

Het Rijk werkt aan een groot aantal opgaven op het gebied van natuur, milieu en klimaat. Voor onder andere landbouwers zijn het onzekere tijden. Op grond van deze paragraaf kan daarom subsidie worden verstrekt voor adviesgesprekken die bijdragen aan ondersteuning van de landbouwer voor de transitie naar een toekomstbestendige landbouw.

 

Artikel 2.19.4 Subsidievereisten

De adviesgesprekken dienen te gaan over bedrijfsbeëindiging, bedrijfsopvolging, of verduurzaming van de onderneming van de landbouwer. Voor wat betreft verduurzaming van de onderneming kan in ieder geval worden gedacht aan wat ook wel kringlooplandbouw wordt genoemd. Het gaat hier dan om het beperken van (stikstof)emissie en hergebruik nutriënten, maatregelen voor een gezonde bodem, water en teeltsystemen, weerbare teeltsystemen en gewasbescherming, circulair gebruik van gewassen, grondstoffen en nieuwe plantaardige eiwitbronnen, natuurinclusieve landbouw en precisielandbouw. Het omschakelen naar andere teelten en/of ander landgebruik, alsmede het ontwikkelen van nevenactiviteiten, technologische innovaties en/of vakmanschap kan onderwerp zijn van de adviesgesprekken.

 

Artikel 2.19.5 Aanvraagvereisten

De aanvraag dient vergezeld te gaan van een offerte van de adviseur. Uit die offerte dient het te bespreken onderwerp te blijken. Ook dient de offerte informatie te bevatten waaruit blijkt dat de adviseur is aangesloten bij de Nederlandse Orde van Beroepscoaches, is erkend in het BAS-register, of een advocaat, notaris of kandidaat-notaris, accountant, belastingadviseur, of anderszins juridisch of fiscaal deskundige is. Voor wat betreft het aantonen hiervan, alsook het aantonen van actuele kennis over bedrijfsbeëindiging, bedrijfsopvolging, of verduurzaming van de onderneming, kan ook worden gedacht aan vermelding in de offerte van de website of het LinkedIn-profiel van de betreffende adviseur.

 

Artikel 2.19.7 Subsidiabele kosten

De kosten voor adviesgesprekken met een adviseur over bedrijfsbeëindiging, bedrijfsopvolging, of verduurzaming van de onderneming van de landbouwer, worden gesubsidieerd, voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie. Het doel van de subsidie is het met de te voeren adviesgesprekken bijdragen aan ondersteuning van de landbouwer voor de transitie naar een toekomstbestendige landbouw. De artikelen 2.19.6 en 2.19.8 regelen de hoogte van de subsidie en het maximale aantal gesprekken

 

Artikel 2.19.9 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd als de landbouwer voor dezelfde activiteit al subsidie op grond van een andere subsidieregeling heeft aangevraagd of ontvangen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de landbouwer subsidie heeft aangevraagd of ontvangen op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies voor advies over kringlooplandbouw of bedrijfsopvolging.

 

Artikel 2.19.12 Staatssteun

Subsidie wordt verleend met toepassing van de de-minimisverordening voor de landbouwsector.

Op basis van de de-minimisverordening voor de landbouwsector kan een maximaal steunbedrag van € 20.000,- over drie belastingjaren als de-minimisssteun worden gegeven aan primaire producenten van landbouwproducten.

 

Onderdeel B

Dit onderdeel betreft het herstel van een omissie. Bij besluit van gedeputeerde staten van 22 november 2022, PZH-2022-808922555 (DOS-2016-0005086) tot wijziging van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 in verband met onder meer het overzetten van de subsidiemogelijkheden in het kader van recreatie, sport en gezondheid naar de nieuwe Subsidieregeling recreatie, sport en gezondheid (Wijzigingsbesluit Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016) is onder meer paragraaf 2.11 van de subsidieregeling komen te vervallen. Bij dat wijzigingsbesluit is niet geregeld dat de bijlagen 7, 8 en 9 bij de artikelen in die vervallen paragraaf ook zijn vervallen. Met dit wijzigingsbesluit wordt dit overeenkomstig Aanwijzing 6.14 van de Aanwijzingen voor de Regelgeving alsnog uitdrukkelijk geregeld.

 

Onderdeel C

Dit onderdeel betreft het herstel van een omissie. Bij besluit van gedeputeerde staten van 13 december 2022, PZH-2022-819641766 (DOS-2016-0005086) tot wijziging van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 in verband met de toevoeging van paragraaf 2.18 voor de aanleg van waterinfiltratiesystemen en verduurzamingsmaatregelen in de veenweidegebieden is vastgelegd dat vanaf 1 april 2023 aanvragen kunnen worden ingediend. Verzuimd is om het hoofdplafond van de Srg te laten ophogen door Provinciale Staten. Deze omissie wordt bij de VJN 2023 hersteld. Dit maakt dat de aanvangsdatum voor het indienen van de aanvragen wordt gewijzigd in 6 juli 2023 (na vaststelling van de VJN 2023).

Naar boven