Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2023, 3543 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2023, 3543 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere subsidieregels Culturele Infrastructuur 2025-2028
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
BIS: de zogenaamde Landelijke Culturele Basisinfrastructuur (BIS) (http://www.cultuursubsidie.nl/).
Code Diversiteit & Inclusie: een gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector over diversiteit en inclusie. De code is een instrument van zelfregulering met als doel dat de culturele en creatieve sector de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert (https://codedi.nl/).
Fair Practice Code: gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie gericht op een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk (https://fairpracticecode.nl/nl).
Gezonde bedrijfsvoering: instellingen werken publieks- en vraaggericht met een focus op de markt en op professionele, inhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een eigen visie en strategie. Instellingen werken aan het verbreden van hun financiële basis en streven naar een evenwichtige exploitatie, waarbij het percentage overheidsinkomsten zo klein mogelijk wordt. Instellingen hebben een bedrijfsplan en hanteren een scheiding in taken en verantwoordelijkheden van raad van toezicht, bestuur, directie en uitvoerenden.
Governance Code Cultuur: instrument voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector dat het gehele besturingsproces omvat: beleid, uitvoering, toezicht en verantwoording (http://www.governancecodecultuur.nl).
Kunst en cultuur: de producten en activiteiten op het brede gebied van de kunsten (waaronder architectuur, beeldende kunst en vormgeving, letteren, podiumkunsten, design, film, mode en cross-overs tussen deze disciplines). Het gaat om objecten of handelingen die door mensen zijn gemaakt of bedacht en vooral vanwege de artistieke kwaliteiten van het werk worden gewaardeerd. Kunst en cultuur zijn dynamisch, de grenzen tussen verschillende kunstdisciplines veranderen met de tijd. Voorbeelden van objecten zijn een schilderij, land art, een interactieve installatie, een gedicht of een film. Voorbeelden van handelingen zijn een concert, een toneelproductie, een musicaluitvoering, een performance of de uitvoering van een choreografie.
Oorspronkelijkheid: oorspronkelijkheid houdt verband met de herkenbare (artistieke) signatuur die onlosmakelijk is verbonden met de desbetreffende instelling. In hoeverre zijn de activiteiten van een aanvrager onderscheidend ten opzichte van soortgelijke instellingen? Levert een instelling hierdoor een bijzondere of zelfs unieke bijdrage aan het culturele landschap?
Talent: een persoon die een professionele carrière in de kunst- en cultuursector ambieert of heeft en minder dan vijf jaar werkervaring heeft in een specifieke kunstdiscipline (niet zijnde scholing of opleiding) of een persoon die een professionele carrière in de kunst- en cultuursector ambieert of heeft en minder dan vijf jaar werkervaring heeft in zakelijke dan wel productionele leiding (niet zijnde scholing of opleiding) en die daarnaast maximaal drie professionele producties heeft gerealiseerd.
Vakmanschap: Vakmanschap, of vakdeskundigheid, heeft betrekking op de vaardigheid van de makers die bij de instelling betrokken zijn. De activiteiten die instellingen produceren of presenteren, moeten een vanzelfsprekende hoogwaardige kwaliteit hebben. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de technische beheersing van instrumenten, spel, regie of choreografie; of uit de wijze waarop een curator, conservator of programmeur een tentoonstelling of festival samenstelt.
Zeggingskracht: zeggingskracht heeft betrekking op de artistieke impact van de activiteiten op het publiek. Dat wil zeggen dat die activiteiten de bezoeker ook aanspreken. Is de instelling in staat dit publiek te prikkelen, te ontroeren of aan het denken te zetten? Slaagt de instelling erin datgene wat zij wil uitdrukken of bereiken ook daadwerkelijk over te dragen op het publiek of de gebruikers of deelnemers?
Artikel 2 Doel van de regeling
Het behouden en versterken van een solide, krachtige en onderling verbonden provinciale culturele infrastructuur.
Cultuur stimuleert de (talent)ontwikkeling van mensen en zet aan tot creatief en innovatief denken. Kunst en cultuur dragen bij aan de sociale cohesie, economie, aantrekkelijkheid en regionale identiteit van Limburg. Cultuur is daardoor van belang voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het leef- en vestigingsklimaat in Limburg.
Om een basis van een breed en gevarieerd cultureel aanbod voor de Limburger in stand te houden worden instellingen binnen de Culturele Infrastructuur 2025 – 2028 in het kader van tenderprocedures voor een periode van 4 jaar gesubsidieerd. De professionele culturele instellingen binnen de provinciale culturele infrastructuur verspreiden hun cultureel aanbod evenwichtig over de provincie Limburg en hebben zich kwalitatief inhoudelijk en zakelijk doorontwikkeld. De culturele instellingen werken aan een sterke verbinding met de samenleving. Binnen deze infrastructuur is plaats voor vernieuwing en diversiteit, op basis van de actuele provinciale inhoudelijke beleidsprioriteiten en van maatschappelijke ontwikkelingen. De provinciale culturele infrastructuur profileert de provincie Nederlands Limburg binnen en buiten de provinciegrenzen.
De Provincie Limburg draagt samen met de provinciale culturele infrastructuur de kracht van kunst en cultuur uit.
Artikel 3 Europese regelgeving
In deze nadere regels kan sprake zijn van staatssteun, derhalve worden deze nadere regels kennis gegeven aan de Europese Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (hierna: de algemene groepsvrijstellingsverordening). Indien er sprake is van staatssteun binnen deze regeling, zullen subsidies worden verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 53 (Steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed) uit Hoofdstuk III uit de algemene groepsvrijstellingsverordening.
In het geval er sprake is van staatssteun zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel:
wordt conform artikel 1, lid 4 sub a) en b) van de algemene groepsvrijstellingsverordening betaling uitgesloten van steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
worden bij subsidieverstrekking de cumulatiebepalingen uit artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening in acht genomen. Dit houdt in dat alle voor een bepaald project verleende staatssteun bij elkaar opgeteld dient te worden om zo het totale steunbedrag te bepalen (cumulatie). Hierdoor kan nagegaan worden of voldaan is aan de maximale steunintensiteit uit artikel 53 van de algemene groepsvrijstellingsverordening;
Artikel 4 Algemene subsidiecriteria
Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:
Per aanvrager kan slechts één subsidieaanvraag worden ingediend en deze subsidieaanvraag kan slechts betrekking hebben op één van de bij deze regeling behorende Bijlagen en dient te voldoen aan de daarin opgenomen specifieke criteria en voorwaarden. Indien aanvrager toch meer dan één subsidieaanvraag heeft ingediend, wordt aanvrager eenmalig de gelegenheid geboden om aan te geven welke aanvraag/aanvragen wordt/worden ingetrokken. Mocht hier geen gevolg aan worden gegeven, dan zullen alle ingediende aanvragen worden afgewezen.
Aanvragen om subsidie worden voor advies voorgelegd aan de Cultuurtank Limburg. De Cultuurtank Limburg voert een inhoudelijke en integrale beoordeling uit over de subsidieaanvragen conform de beoordelingsschema’s als genoemd in de Bijlagen van deze nadere subsidieregels en brengt hierover schriftelijk advies uit aan Gedeputeerde Staten. Ten behoeve van haar advisering zullen aanvragers een pitch houden voor de Cultuurtank Limburg.
Instellingen die subsidie ontvangen in het kader van de Culturele Infrastructuur 2025-2028 worden gemonitord door de Cultuurtank Limburg. Leden van de Cultuurtank bezoeken in dit kader activiteiten van instellingen. Met iedere afzonderlijke instelling vindt viermaal gedurende de periode 2025-2028 een monitoringsgesprek (een startgesprek, twee voortgangsgesprekken en een evaluatiegesprek) met een delegatie van de Cultuurtank Limburg plaats over de artistieke en zakelijke ontwikkeling van de instelling. Indien nodig, dit ter beoordeling aan Gedeputeerde Staten al dan niet op advies van de Cultuurtank Limburg, vindt een extra tussentijds overleg plaats.
Binnen deze regeling vindt monitoring van de instelling plaats door de Cultuurtank Limburg (zie artikel 6 van deze regeling). Indien een instelling verzuimt om de schriftelijke notitie tijdig aan te leveren of niet deelneemt aan het monitoringsgesprek kan de bevoorschotting van de subsidie voor het daaropvolgende kalenderjaar worden opgeschort tot het moment waarop alsnog aan deze verplichting is voldaan.
In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:
dezelfde activiteit(en) al op een andere wijze door de Provincie Limburg wordt gesubsidieerd en/of gefinancierd. Indien voor de activiteiten een bijdrage wordt ontvangen van een organisatie die van de Provincie Limburg subsidie/financiering ontvangt om een bijdrage ten behoeve van activiteiten te verstrekken, wordt die bijdrage ook beschouwd als subsidiëring/financiering van de Provincie Limburg. Uitzondering zijn bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg of indien een andere provinciale subsidieregeling op het gebied van cultuur hier expliciet ruimte voor biedt;
Artikel 9 Subsidieplafond en beoordeling door middel van tendersystematiek
Gedeputeerde Staten stellen de subsidie(deel)plafonds voor de looptijd van deze Nadere subsidieregels Culturele Infrastructuur 2025-2028 vast. De subsidieplafonds kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies>subsidieplafonds.
In deze Nadere subsidieregels Culturele Infrastructuur 2025-2028 is sprake van een tendersystematiek. De mate waarin wordt voldaan aan de specifieke criteria zal worden beoordeeld door de Cultuurtank Limburg conform de in de Bijlage waarbinnen de aanvraag wordt gedaan, vermelde indicatoren en puntenberekening. Indien instellingen in de periode 2021-2024 een provinciale subsidie hebben ontvangen in het kader van het Cultuurplan of de Subinfrastructuur, wordt bij de beoordeling door de Cultuurtank Limburg tevens betrokken de mate waarin de instelling in de genoemde periode heeft voldaan aan de afgesproken outputresultaten, mede op basis van monitoringsgesprekken en verslagen van activiteitenbezoeken.
Een subsidieaanvraag binnen de Nadere subsidieregels Culturele Infrastructuur 2025-2028 kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.
Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig SMART ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden, en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het (digitaal) aanvraagformulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.
Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag
De subsidieaanvraag voor de periode 2025-2028 kan vanaf 1 december 2023 worden ingediend en dient uiterlijk 1 februari 2024 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. Voor de datum van ontvangst per post is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van de digitale ontvangst.
In afwijking van artikel 12, eerste en tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bedraagt de beslistermijn voor de subsidieaanvragen 24 weken en deze begint pas te lopen op de dag na de dag van sluiting van de uiterste indieningstermijn zoals bepaald in artikel 11, eerste lid van deze regeling.
Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2029, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 14 maart 2023
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter,
E.G.M. Roemer
Secretaris,
P.M. Diez
Bijlage 1 Excelleren en Verbinden
Artikel 14 Aanvrager en subsidiebedrag
Binnen deze Bijlage kan door privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid (instellingen) welke voor de periode 2021-2024 een aanvraag voor de landelijke BIS hebben gedaan en welke door de Raad voor Cultuur positief is beoordeeld ook als deze niet is gehonoreerd, een aanvraag worden gedaan voor de volgende functies met bijbehorend maximaal subsidiebedrag per jaar:
1 plek symfonieorkest: € 1.800.000,00 per jaar
1 plek operagezelschap: € 424.000,00 per jaar
1 plek jeugdpodiumkunsten (theatergezelschap): € 412.500,00 per jaar
1 plek theatergezelschap: € 275.000,00 per jaar
1 plek postacademische instelling (beeldende kunst): € 196.500,00 per jaar
1 plek presentatie-instelling (beeldende kunst): € 114.500,00 per jaar
1 plek jeugdpodiumkunsten (dans): € 143.500,00 per jaar
1 plek festival (dans, in Maastricht): € 143.500,00 per jaar
Artikel 15 Specifieke subsidiecriteria
Om in aanmerking te komen voor subsidie in het kader van Bijlage 1 dient de aanvraag te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria, met uitzondering van aanvragen voor de plek postacademische instelling (beeldende kunst) welke niet hoeft te voldoen aan het criterium cultuureducatie:
Gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben,
hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
De mate waarin wordt voldaan aan de specifieke criteria zal worden beoordeeld door de Cultuurtank
Limburg conform onderstaande indicatoren en bijbehorende puntenberekening:
artistieke relevantie: er dient bij een instelling sprake te zijn van artistiek-inhoudelijke kwaliteit. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de begrippen: oorspronkelijkheid, zeggingskracht en vakmanschap. Een afwijzing op grond van dit criterium (0-score) is niet mogelijk.
De punten van kritiek hebben de overhand, deze betreffen cruciale aspecten. Er zijn duidelijke verbeterpunten voor dit onderdeel. |
gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
publiek & participatie: de instelling moet
samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
verbinding met de Limburgse samenleving: de instelling verhoudt zich door middel van haar artistieke inhoud en/of aanbod tot haar fysieke en/of sociale omgeving en zorgt daarmee voor verbinding met en/of binnen de Limburgse samenleving.
aanbod in Noord- en Midden-Limburg: de instelling biedt duurzaam en consistent aanbod in Noord- en Midden-Limburg aan of de instelling geeft op duidelijke wijze weer hoe zij dit zal realiseren. Een afwijzing op grond van dit criterium (0-score) is in deze Bijlage op dit onderdeel niet mogelijk.
Cultuureducatie: aanvrager biedt cultuureducatie, binnen- en/of buitenschools;
Bijlage 2 Ondersteunen en Begeleiden
Artikel 16 Aanvrager en subsidiebedrag
Binnen deze Bijlage kan door privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid (instellingen) welke gericht zijn op het vervullen van een van onderstaande functies een aanvraag worden gedaan voor één van de volgende functies met bijbehorend maximaal subsidiebedrag per jaar:
1 plek Sectorondersteuning en talentontwikkeling Film: € 150.000,00 per jaar
1 plek Sectorondersteuning en talenontwikkeling Beeldende Kunst: € 21.100,00 per jaar
1 plek Sectorondersteuning en talentontwikkeling Popmuziek: € 360.000,00 per jaar
1 plek Sectorondersteuning en talentontwikkeling Podiumkunsten (breed): € 250.000,00 per jaar
1 plek Jeugd: participatie en talentontwikkeling: € 100.000,00 per jaar
1 plek Jeugd: participatie en talentontwikkeling: € 100.000,00 per jaar
1 plek Jeugd: participatie en talentontwikkeling: € 22.500,00 per jaar
Onderwijsinstellingen en eigenaren, beheerders en/of exploitanten van podia, de drie provinciale musea en musea gericht op wetenschap, erfgoed en/of natuurhistorische musea komen niet voor een subsidie in het kader van deze Bijlage in aanmerking. Eveneens komen Huis voor de Kunsten Limburg en Stichting Klankkleur Limburg niet voor een subsidie in het kader van deze Bijlage in aanmerking.
Artikel 17 Specifieke subsidiecriteria
Om in aanmerking te komen voor subsidie in het kader van deze Bijlage dient de aanvraag te voldoen aan alle hieronder genoemde criteria:
Gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod en/of gezamenlijke ondersteuning van talenten en/of makers. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
Talentontwikkeling, jongerenparticipatie en ondersteuning: de instelling dient in het kader van talentontwikkeling een veilige plek te bieden aan talenten met een voor- en natraject en aan te tonen op welke wijze dit wordt gerealiseerd en/of de instelling richt zich op de participatie van jongeren en biedt een veilige plek waarin jongeren middels een voor- en natraject hun (pril) talent kunnen ontplooien en/of de instelling biedt sectorgerichte ondersteuning voor (aankomend) professionals.
De mate waarin wordt voldaan aan de specifieke criteria zal worden beoordeeld door de Cultuurtank Limburg conform onderstaande indicatoren en bijbehorende puntenberekening:
gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
talentontwikkeling en participatie: de instelling dient in het kader van talentontwikkeling een veilige plek te bieden aan talenten met een voor- en natraject en aan te tonen op welke wijze dit wordt gerealiseerd en/of de instelling richt zich op de participatie van jongeren en biedt een veilige plek waarin jongeren middels een voor- en natraject hun (pril) talent kunnen ontplooien en/of de instelling biedt sectorgerichte ondersteuning voor (aankomend) professionals.
provinciebreed aanbod: de instelling is actief in de gehele provincie Limburg en zorgt dat talenten en/of jongeren uit de gehele provincie gebruik kunnen maken van haar aanbod.
Bijlage 3 Produceren en Presenteren (Zuid-Limburgse en niet-Limburgse instellingen)
Onderwijsinstellingen en eigenaren, beheerders en/of exploitanten van podia, de drie provinciale musea en musea gericht op wetenschap, erfgoed en/of natuurhistorische musea komen niet voor een subsidie in het kader van deze Bijlage in aanmerking. Eveneens komen Huis voor de Kunsten Limburg en Stichting Klankkleur Limburg niet voor een subsidie in het kader van deze Bijlage in aanmerking.
Artikel 19 Subsidiebedragen en beschikbare plekken
De aanvraag die de meeste punten scoort, komt in aanmerking voor subsidie et cetera. Indien het maximaal aantal plekken binnen een (bedrag)categorie is bereikt, worden aanvragen meegewogen in de (bedrag)categorie die direct onder de (bedrag)categorie ligt waarbinnen de subsidie werd aangevraagd, met uitzondering van aanvragen die werden aangevraagd in de categorie van € 40.000,00 per jaar. Indien een aanvraag binnen de oorspronkelijke (bedrag)categorie een nulscore behaalt op een verplicht criterium zoals vermeld in artikel 20 maar deze nulscore in de (bedrag)categorie daaronder niet in een afwijzing resulteert (niet-verplicht criterium), zal de aanvraag hiernaar terugzakken. Een aanvraag kan maximaal één (bedrag)categorie terugzakken. De (bedrag)categorie van € 20.000,00 per jaar is alleen beschikbaar voor instellingen die hier rechtstreeks voor aanvragen.
Artikel 20 Specifieke subsidiecriteria
Om in aanmerking te komen voor subsidie dient:
Gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
De mate waarin wordt voldaan aan de specifieke criteria zal worden beoordeeld door de Cultuurtank Limburg conform onderstaande indicatoren en bijbehorende puntenberekening:
artistieke relevantie: er dient bij een instelling sprake te zijn van artistiek-inhoudelijke kwaliteit. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de begrippen: oorspronkelijkheid, zeggingskracht en vakmanschap. Een afwijzing op grond van dit criterium (0-score) is niet mogelijk.
De punten van kritiek hebben de overhand, deze betreffen cruciale aspecten. Er zijn duidelijke verbeterpunten voor dit onderdeel. |
gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
publiek & participatie: de instelling moet
samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
aanbod in Noord- en Midden-Limburg: de instelling biedt duurzaam en consistent aanbod in Noord- en Midden-Limburg aan of de instelling geeft op duidelijke wijze weer hoe zij dit zal realiseren.
verbinding met de Limburgse samenleving: de instelling verhoudt zich door middel van haar artistieke inhoud en/of aanbod tot haar fysieke en/of sociale omgeving en zorgt daarmee voor verbinding met en/of binnen de Limburgse samenleving.
Cultuureducatie: aanvrager biedt cultuureducatie, binnen- en/of buitenschools;
Bijlage 4 Produceren en Presenteren (Noord- en Midden-Limburgse instellingen)
Onderwijsinstellingen en eigenaren, beheerders en/of exploitanten van podia, de drie provinciale musea en musea gericht op wetenschap, erfgoed en/of natuurhistorische musea komen niet voor een subsidie in het kader van deze Bijlage in aanmerking. Eveneens komen Huis voor de Kunsten Limburg en Stichting Klankkleur Limburg niet voor een subsidie in het kader van deze Bijlage in aanmerking.
Artikel 22 Subsidiebedragen en beschikbare plekken
De aanvraag die de meeste punten scoort, komt in aanmerking voor subsidie etc. Indien het maximaal aantal plekken binnen een (bedrag)categorie is bereikt, worden aanvragen meegewogen in de (bedrag)categorie die direct onder de (bedrag)categorie ligt, waarbinnen de subsidie werd aangevraagd, met uitzondering van aanvragen die werden aangevraagd in de categorie van € 40.000,00 per jaar. Indien een aanvraag binnen de oorspronkelijke (bedrag)categorie een nulscore behaalt op een verplicht criterium zoals vermeld in artikel 23 maar deze nulscore in de (bedrag)categorie daaronder niet in een afwijzing resulteert (niet-verplicht criterium), zal de aanvraag hiernaar terugzakken. Een aanvraag kan maximaal één (bedrag)categorie terugzakken. De (bedrag)categorie van € 20.000,00 per jaar is alleen beschikbaar voor instellingen die hier rechtstreeks voor aanvragen.
Artikel 23 Specifieke subsidiecriteria
Om in aanmerking te komen voor subsidie dient:
Gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
De mate waarin wordt voldaan aan de specifieke criteria zal worden beoordeeld door de Cultuurtank Limburg conform onderstaande indicatoren en bijbehorende puntenberekening:
artistieke relevantie: er dient bij een instelling sprake te zijn van artistiek-inhoudelijke kwaliteit. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de begrippen: oorspronkelijkheid, zeggingskracht en vakmanschap. Een afwijzing op grond van dit criterium (0-score) is niet mogelijk.
De punten van kritiek hebben de overhand, deze betreffen cruciale aspecten. Er zijn duidelijke verbeterpunten voor dit onderdeel. |
gezonde bedrijfsvoering: de instelling moet een gezonde bedrijfsvoering hebben, hetgeen met name uit het aan te leveren bedrijfsplan dient te blijken. Een onderdeel van gezonde bedrijfsvoering is de implementatie van de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie.
publiek & participatie: de instelling moet
Samenwerking: de instelling moet samenwerken met (een) andere culturele instelling(en), met als resultaat een concreet gezamenlijk cultureel aanbod. De instelling kiest met wie de samenwerking tot stand komt: tussen professionals en amateurs, met Euregionale culturele partners, binnen de eigen discipline of met een andere discipline, met partners uit de creatieve industrie, e.d..
Versterking creatieve klimaat: de instelling werkt meerjarig samen met een andere professionele instelling, een professionele maker, en/of een professioneel collectief dat ook gevestigd is in de regio Noord- of Midden-Limburg om zo het creatieve klimaat in de regio te bevorderen.
verbinding met de Limburgse samenleving: de instelling verhoudt zich door middel van haar artistieke inhoud en/of aanbod tot haar fysieke en/of sociale omgeving en zorgt daarmee voor verbinding met en/of binnen de Limburgse samenleving.
Cultuureducatie: aanvrager biedt cultuureducatie, binnen- en/of buitenschools;
Toelichting Nadere subsidieregels Culturele Infrastructuur 2025-2028
De aanvragen voor de Culturele Infrastructuur 2025-2028 kunnen vanaf 1 december 2023 te worden ingediend en dienen uiterlijk op 1 februari 2024 compleet te zijn ontvangen.
Let op: deze termijnen worden strikt nageleefd. Er is geen mogelijkheid om na deze termijnen nog aanvullende gegevens respectievelijk stukken van inhoudelijke aard aan te leveren die van invloed kunnen zijn op de inhoudelijke beoordeling, score of ranking. Het volstaat dus niet om de aanvraag op 1 februari 2024 ter post te doen. In dat geval zal de aanvraag immers pas op zijn vroegst de dag erna worden ontvangen.
Ten behoeve van de aanvraag wordt een aanvraagformulier bekendgemaakt op www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen > Nadere subsidieregels Culturele Infrastructuur 2025 - 2028. Om een aanvraag te kunnen doen, moet van dit formulier gebruik worden gemaakt. In het formulier staan de overige zaken vermeld, die een aanvrager bij een subsidieverzoek als bijlagen dient aan te reiken.
Beoordeling aanvragen Culturele Infrastructuur 2025-2028
Vanaf 1 december 2023 tot en met 1 februari 2024 kunnen de subsidieaanvragen worden ingediend.
De beoordeling daarvan vindt plaats tot en met medio mei 2024. De inhoudelijke en integrale beoordeling van subsidieaanvragen en schriftelijke advisering aan Gedeputeerde Staten in het kader van de Culturele Infrastructuur 2025-2028 wordt uitgevoerd door de Cultuurtank Limburg. Ten behoeve van haar advisering zullen de instellingen een pitch houden voor de Cultuurtank Limburg. De pitch dient als toelichting op de aanvraag en telt als zodanig niet mee in de te behalen score voor de rangschikking in de tenderprocedure.
In het voorjaar wordt het conceptrapport van de Cultuurtank Limburg over de Culturele Infrastructuur 2025-2028 voorgelegd aan Gedeputeerde Staten. In juni 2024 informeren wij de Statencommissie Cultuur en Samenleving, de betreffende culturele instellingen en de standplaatsgemeenten over de beoordeling van de subsidieaanvragen waarna tot en met augustus 2024 de bestuurlijke onderhandelingen plaatsvinden met het Rijk en de gemeenten inzake BIS-Culturele Infrastructuur 2025-2028. Culturele instellingen die een aanvraag hebben ingediend worden in die periode in de gelegenheid gesteld om inhoudelijk te reageren op het conceptrapport. Indien er onjuistheden of omissies door instellingen worden geconstateerd past de Cultuurtank Limburg hier haar rapport op aan. Het definitieve adviesrapport wordt vervolgens voorgelegd aan Gedeputeerde Staten in het najaar van 2024.
Vóór eind 2024 zal de besluitvorming over de Culturele Infrastructuur 2025-2028 door Gedeputeerde Staten plaatsvinden waarna Provinciale Staten over de uitkomsten zullen worden geïnformeerd.
Algemene toelichting tendersystematiek
Als er voor een subsidie een subsidie(deel)plafond wordt vastgesteld, dient er ook een verdelingssysteem te worden vastgesteld. Vaak worden subsidies verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst. Bij een tendersysteem gebeurt dit niet. Een tendersysteem kenmerkt zich door het gegeven dat aanvragen binnen een bepaalde periode moeten worden ingediend. Op de sluitingsdatum van de tender moet alle inhoudelijke informatie (dus ook alle verplichte bijlagen en een duidelijke toelichting op de begroting) die bij een aanvraag hoort, ontvangen zijn. Deze sluitingsdatum wordt strikt gehanteerd. Na de sluitingsdatum is aanvullen van de aanvraag niet meer mogelijk. Een onafhankelijke adviescommissie, zijnde de Cultuurtank Limburg, gaat vervolgens de aanvragen beoordelen aan de hand van de beschikbare in de aanvraag opgenomen informatie. De activiteiten worden vervolgens gerangschikt op basis van selectiecriteria (aansluitend bij de doelstelling) en daaraan gekoppelde wegingsfactoren. De criteria en bijbehorende wegingsfactoren zijn bekend voordat de aanvrager zijn aanvraag indient. Het kan voorkomen dat vanwege het subsidieplafond niet alle aanvragen gehonoreerd kunnen worden. De aanvragen met de meeste punten worden als eerste binnen het beschikbare subsidie(deel)plafond gehonoreerd. Op deze manier is het voor de aanvrager duidelijk op welke criteria de aanvragen vergeleken en beoordeeld worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-3543.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.