Aanwijzingsbesluit buitengewone opsporingsambtenaren DBI

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 9.5 lid 2 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, artikel 25 lid 1 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar alsmede het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland;

 

Overwegende dat de Waterverordening Utrecht 2009 door invoering van de Interim Omgevingsverordening Utrecht is komen te vervallen;

 

Overwegende dat naast vaarweginspecteurs ook weginspecteurs als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn beëdigd;

 

Overwegende dat de voorkeur wordt gegeven te verwijzen naar de functies waarin medewerkers werkzaam zijn;

 

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

 

Aanwijzingsbesluit buitengewone opsporingsambtenaren DBI

Artikel 1 Aanwijzing buitengewone opsporingsambtenaren

Als buitengewoon opsporingsambtenaar worden aangewezen medewerkers die als zodanig zijn beëdigd en werkzaam zijn als:

  • a.

    vaarweginspecteur;

  • b.

    weginspecteur; of

  • c.

    teamleider.

Artikel 2 Taken

De buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 1, is belast met de opsporing van overtredingen in de wettelijke voorschriften:

  • a.

    genoemd in domein II Milieu, welzijn en infrastructuur van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • b.

    in de Omgevingsverordening Zuid-Holland;

Artikel 3 Intrekken oude besluit

Het besluit van 13 november 2020, met kenmerk PZH-2020-757782934, provinciaal blad 2020 nr. 8592, wordt ingetrokken.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 5 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit buitengewone opsporingsambtenaren DBI.

De Haag, 7 maart 2023

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

voor dezen,

mr. D.P. Boddé

hoofd eenheid Juridische Expertise en Handhaving

Dienst Beheer Infrastructuur

Toelichting behorende bij het Aanwijzingsbesluit buitengewone opsporingsambtenaren DBI

Algemene toelichting

De Dienst Beheer Infrastructuur heeft diverse medewerkers in dienst welke zijn beëdigd als buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s). Deze boa’s dienen door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te worden aangewezen in het kader van de opsporing van strafbare feiten van de relevante wet- en regelgeving. Voorwaarde is dat de betreffende wet- en regelgeving voorziet in een mogelijkheid om medewerkers met opsporingsbevoegd aan te wijzen als zijnde belast met de opsporing van overtredingen van het bepaalde in de wet- en regelgeving.

 

Het vorige aanwijzingsbesluit is genomen op 13 november 2020 (kenmerk PZH-2020-757782934). Dit besluit dient op een aantal onderdelen te worden geactualiseerd. Voorheen werden in een dergelijk aanwijzingsbesluit de namen van de boa’s benoemd. Vanuit het oogpunt van de privacy is besloten om geen namen meer te noemen en te volstaan met de functies van de betrokken medewerkers.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De bevoegdheid om op te treden als boa is belegd in de functies weginspecteur, vaarweginspecteur en teamleider. Opgemerkt wordt dat niet alle personen werkzaam in deze functies ook als boa zijn beëdigd. Dit aanwijzingsbesluit ziet alleen op de medewerkers die werkzaam zijn in de genoemde functies en in het bezit zijn van een geldige akte van opsporingsbevoegdheid.

 

Artikel 2

De boa’s zijn beëdigd voor het domein II (Milieu, Welzijn en Infrastructuur) van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar. Zij zijn belast met alle wet- en regelgeving genoemd in dit domein, voor zover met verband houdt met de functie die zij uitvoeren op de provinciale wegen en vaarwegen. Daarnaast worden zij aangewezen voor de handhaving van onderdelen van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, voor zover deze worden genoemd in artikel 9.2 van deze verordening.

Naar boven