Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2023, 2748 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2023, 2748 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 7 maart 2023 houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie ter stimulering van projecten die bevorderen dat cultuur, erfgoed, sport en vrije tijd bijdragen aan een levendig Brabant voor iedereen (Subsidieregeling Levendig Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 19 juli 2022 de Uitvoeringsagenda Levendig Brabant 2023 hebben vastgesteld waarin de ambitie is uitgesproken dat cultuur, erfgoed, sport en vrije tijd bijdragen aan een levendig Brabant voor iedereen en dat Brabant aantrekkelijk is voor inwoners, voor bezoekers en voor buitenlandse werknemers;
Overwegende dat deze subsidieregeling is opgesteld als aanbouwregeling voor nader door Gedeputeerde Staten te bepalen paragrafen ter invulling van het Beleidskader Levendig Brabant 2030 dat Provinciale Staten op 3 februari 2023 hebben vastgesteld;
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
sectoren Cultuur, Erfgoed, Sport en Vrije Tijd: sectoren waarin rechtspersonen actief zijn in of ten behoeve van de activiteiten zoals omschreven in bijlage 1.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die de verbinding leggen tussen twee of meer van de sectoren Cultuur, Erfgoed, Sport en Vrije Tijd.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren als bedoeld in het eerste lid, onder a, van de subsidieaanvrager of de leden van het samenwerkingsverband, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe, waarbij hij op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief hanteert van € 80.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.7 komen kosten voor de aanschaf of afschrijving van machines of apparaten niet voor subsidie in aanmerking.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4 vast op:
Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk een maand voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.
Gedeputeerde Staten zenden binnen twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die erop zijn gericht activiteiten uit te voeren die ten doel hebben dat meer inwoners van Brabant voldoen aan de beweegnorm.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren als bedoeld in het eerste lid, onder a, van de subsidieaanvrager of de leden van het samenwerkingsverband, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe, waarbij hij op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief hanteert van € 80.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4 vast op:
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk een maand voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.
Gedeputeerde Staten zenden binnen twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
Gedeputeerde Staten zenden binnen twee jaar na inwerkingtreding en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 7 maart 2023
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris
drs. P.J. Buijtels
Bijlage 1 behorende bij artikel 1.1 van de Subsidieregeling Levendig Brabant
Cultuur: hiermee doelen we in het kader van deze paragraaf op kunst. Kunst is de bewuste creatie van iets moois of betekenisvols met behulp van vaardigheid en verbeelding. Het omvat een breed scala aan menselijke activiteiten, waaronder schilderen, tekenen, grafiek, beeldhouwen, moderne mediakunst, theater, dans, muziek en zang, fotografie, film, architectuur, literatuur en poëzie.
Sport: hiermee wordt gedoeld op een lichamelijke activiteit waarbij het gaat om het vergelijken van vaardigheden (zoals coördinatie, balans, vlugheid, nauwkeurigheid, snelheid, kracht, uithoudingsvermogen, enzovoort). Dit is inclusief bewegen, te weten allerlei lichamelijke oefeningen en ontspanning waarbij vaardigheid, kracht en inzicht vereist worden.
Erfgoed: hierbij zijn verschillende vormen te onderscheiden:
Vrije Tijd: hiermee wordt gedoeld op de tijd die mensen actief en passief besteden aan ontspanning, plezier en ontmoeten. Actieve vormen van vrijetijdsbesteding vinden meestal buitenshuis plaats, zoals het bezoeken van attractieparken, dierentuinen, evenementen, maar ook wandelen en fietsen, al dan niet via gethematiseerde routes, behoren hiertoe. Een goed vrijetijdsaanbod zorgt ervoor dat het fijn is om Brabant te bezoeken voor een langer of korter verblijf én het fijn is om in Brabant te wonen en werken omdat er genoeg te beleven is.
Bijlage 2 behorende bij artikel 2.1 van de Subsidieregeling Levendig Brabant
De beweegnorm kent verschillende vormen, die ontleend zijn aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad.
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Levendig Brabant
Op 3 februari 2023 hebben Provinciale Staten het Beleidskader Levendig Brabant 2030 vastgesteld. Dit kader schetst de hoofdlijnen van het beleid in de komende jaren, waarbij de provincie samen met de vier sectoren verder werkt aan een levendiger Brabant. Intensieve samenwerking, slimme cross-overs en het benutten van elkaars talenten vormen de kern van het beleidskader.
Met deze subsidieregeling wordt beoogd om een aantal doelstellingen uit het Beleidskader te realiseren door gebruik te maken van het instrument subsidie. Het betreft een aanbouwregeling waarmee invulling wordt gegeven aan Aanwijzing 2.22 uit de door Gedeputeerde Staten vastgestelde ‘aanwijzingen voor de Provinciale Regelingeving Noord-Brabant’.
Juridisch kader subsidieregeling
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer wat de termijnen zijn voor het nemen van een beslissing op een aanvraag en ook bevat de Asv algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht in geval van het niet, niet tijdig of niet geheel verrichten van de activiteiten dan wel nakomen van de verplichtingen.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies die worden verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.
In artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie is het Europees staatssteunverbod neergelegd. Lid 1 van dit artikel formuleert vijf criteria voor staatssteun. Pas als aan al deze criteria is voldaan, is sprake van staatssteun. Eén van de criteria is dat een overheidsmaatregel pas een staatssteunmaatregel is als deze het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt of kan beïnvloeden. Gelet op de opzet van deze regeling, de te subsidiëren activiteiten en de relatief lage subsidiebedragen is geen sprake van een maatregel die aan dit criterium voldoet. De steun is met andere woorden zuiver lokaal, en daarmee geen staatssteun.
Paragraaf 1 Pilots Levendig Brabant
Gedeputeerde Staten willen projecten in de Brabantse samenleving ondersteunen waarbij zij aansluiten bij de accenten uit het Beleidskader Levendig Brabant 2030, te weten:
Gedeputeerde Staten willen in 2023 kleinschalige initiatieven ondersteunen die aansluiten bij deze accenten. Het gaat dan om projecten waarbij verbindingen worden gelegd tussen Cultuur, Erfgoed, Sport en Vrije Tijd en de opgaven van de Brabantse Omgevingsvisie.
Deze paragraaf biedt de grondslag om hiervoor geld beschikbaar te stellen.
Paragraaf 2 Stimulans voor Bewegen
De Coronapandemie heeft aangetoond hoe belangrijk bewegen is voor de gezondheid. Gedeputeerde Staten willen stimuleren dat Brabanders meer gaan bewegen. Dit door zoveel mogelijk Brabanders bereiken, juist ook degene die nog niet voldoen aan de beweegnorm. De indirecte effecten van de stimulans voor bewegen (zoals bijvoorbeeld participatie in de maatschappij) zijn daarbij zeker zo belangrijk als het directe gezondheidsaspect. Deze paragraaf stimuleert initiatieven van onderaf uit heel Brabant.
De subsidie kan worden aangevraagd door privaatrechtelijke rechtspersonen of een samenwerkingsverband van privaatrechtelijke rechtspersonen. Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn van harte welkom om de initiatiefnemers te ondersteunen, bijvoorbeeld door hun een geldbedrag ter beschikking te stellen. Het is echter niet de bedoeling dat zij als aanvrager optreden. Vandaar dat de doelgroep expliciet privaatrechtelijke rechtspersonen noemt.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
De provincie stimuleert projecten die de verbinding leggen tussen twee of meer van de sectoren Cultuur, Erfgoed, Sport en Vrije Tijd. De omschrijving is niet verder ingeperkt, waardoor zoveel mogelijk initiatieven een kans op subsidie kunnen krijgen. De inhoud van het project en de activiteiten in het project bepalen de verbinding tussen de sectoren. Het is aan de aanvrager deze verbinding in het projectplan duidelijk te maken.
Het project kan een nieuwe activiteit betreffen, die de aanvrager toevoegt aan de lopende gang van zaken. Dat nieuwe onderdeel is in het kader van deze paragraaf dan het project. Er is dat geval geen sprake van dat de aanvrager al voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project.
Uit de aanvraag moet blijken dat het project toekomstbestendig is. Het projectplan bevat daarom een beschrijving waaruit blijkt welke activiteiten de aanvrager na het project verder uitrolt. Hierbij geldt dat deze activiteiten gerelateerd moeten zijn aan het project. Denk aan een uitbreiding van of variatie op de gesubsidieerde activiteit. Eenmalige activiteiten komen gelet op dit vereiste niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Bij de overige kosten bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, kan het om alle kosten gaan in relatie tot het doel. Denk bijvoorbeeld aan het voor rolstoelen toegankelijk maken van een wandelpad langs een erfgoed. Subsidie is uiteraard niet mogelijk als sprake is van niet subsidiabele kosten zoals opgesomd in artikel 1.8.
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
De provincie stimuleert projecten die erop zijn gericht activiteiten uit te voeren die ten doel hebben dat meer inwoners van Brabant voldoen aan de beweegnorm. Het is aan de aanvrager dit in het projectplan duidelijk te maken.
De aanvrager moet toelichten dat het project over een voor hem nieuwe activiteit gaat. Bij een nieuwe activiteit kan het ook gaan om een reguliere activiteit die op een nieuwe doelgroep is gericht.
Uit de aanvraag moet blijken dat minstens twee partijen (waaronder niet de provincie Noord-Brabant) een bijdrage leveren aan de kosten van het project.
Uit de aanvraag moet blijken dat het project toekomstbestendig is. Het projectplan bevat daarom een beschrijving waaruit blijkt welke activiteiten de aanvrager na het project verder uitrolt. Hierbij geldt dat deze activiteiten gerelateerd moeten zijn aan het project. Denk aan een uitbreiding van of variatie op de gesubsidieerde activiteit. Eenmalige activiteiten komen gelet op dit vereiste niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
De subsidie is bedoeld om mensen te laten bewegen, niet om randvoorwaarden te scheppen om te kunnen bewegen. Daarom zijn bijvoorbeeld kosten voor de aanschaf van apparaten uitgesloten. Bij de eveneens uitgesloten kosten voor investeringen in het aanpassen van de fysieke leefomgeving gaat het bijvoorbeeld om aanleg of aanpassing van wandelpaden, aanpassing van terreinen ten behoeve van activiteiten, of het laten aanpassen van installaties als klimrekken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-2748.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.