Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 28 februari 2023, nummer 276345, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat het wenselijk is de bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor opruiming van drugsafval, opgenomen in hoofdstuk 13 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023, te wijzigen in verband met enkele technische en inhoudelijke wijzigingen;

  • gelet op artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023:

 

Artikel I  

Het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Na artikel 13.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 13.4 Weigeringsgronden

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager verantwoordelijk of medeverantwoordelijk is voor de productie of dumping van het drugsafval of voor de bodemverontreiniging waarop de aanvraag is gericht;

    • b.

      het drugsafval is aangetroffen binnen een ruimte waar de productie van de synthetische drugs plaatsvond;

    • c.

      het drugsafval is gedumpt via het rioolstelsel; of

    • d.

      voor hetzelfde project reeds eerder subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere subsidieregeling.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder d, wordt de subsidie niet geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager in 2021 of 2022 een subsidie heeft ontvangen; en

    • b.

      de subsidiabele kosten meer bedroegen dan € 24.999.

       

B.

In artikel 13.9, onder c en onder d, wordt ‘€ 27.414’ vervangen door ‘€ 50.000’.

 

 

C.

Artikel 13.10 komt te luiden:

 

Artikel 13. 10 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt:

    • a.

      indien de grond of het water waarop het project betrekking heeft eigendom is van een natuurlijke persoon, privaatrechtelijke rechtspersoon of Staatsbosbeheer, dan wel de subsidieaanvrager een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon is die de grond in erfpacht heeft: 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000;

    • b.

      indien de grond of het water waarop het project betrekking heeft eigendom is van een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 13.2, eerste lid, onder a: 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000, en 100% van de bovenliggende subsidiabele kosten tot een maximum van € 175.000.

  • 2.

    Indien de aanvrager als bedoeld in het eerste lid, onder a of b, in 2021 of 2022 een subsidie heeft ontvangen op grond van deze of een andere provinciale subsidieregeling terwijl de subsidiabele kosten voor het project meer bedroegen dan € 24.999, wordt de maximaal te verstrekken subsidie van € 200.000 verminderd met de eerder verstrekte subsidie.

     

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 28 februari 2023.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Luuk Prevaes, secretaris

Toelichting  

 

Algemeen

Voor drugsdumpingen waarbij de opruimkosten het plafond van deze subsidieregeling overstijgen, geldt dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de kosten van deze saneringen financiert. Deze zogenaamde megadumpingen vragen om een oplossing buiten de subsidieregeling om.

 

Artikel I

 

Onder C (artikel 13.10)

 

Eerste lid

De opruimkosten van drugsafval omvatten, kort samengevat, de afvoer en verwijdering van gedumpt drugsafval, daardoor verontreinigd oppervlaktewater en bodemsanering.

Particulieren (plus Staatsbosbeheer) kregen de opruimkosten volledig vergoed tot een bedrag van maximaal € 25.000. Gemeenten, provincies en waterschappen kregen de helft van de kosten vergoed, dit tot een bedrag van € 25.000. Voor de meeste dumpingen voldeed deze regeling. Soms zijn de opruimkosten echter hoger dan € 25.000. Om schrijnende situaties te voorkomen, verruimt het kabinet de vergoeding van opruimkosten1.

 

Private partijen kunnen daardoor na deze wijziging hun opruimkosten volledig vergoed krijgen tot een maximumbedrag van € 200.000.

Decentrale overheden krijgen de opruimkosten voor 50 % vergoed tot € 25.000. Opruimkosten die daarbovenop komen, worden tot aan € 175.000 volledig vergoed. Het maximumbedrag voor decentrale overheden is daardoor eveneens € 200.000.

 

Voorbeeld

Een gemeente dient een aanvraag in voor een project waarbij de subsidiabele kosten € 210.000 bedragen. De gemeente ontvangt dan 50% subsidie over de eerste € 50.000 aan subsidiabele kosten (subtotaal: € 25.000). De resterende subsidiabele kosten van € 160.000 liggen onder het maximum van € 175.000, en worden voor 100% vergoed (subtotaal: € 160.000). De totale subsidie bedraagt daarmee € 185.000.

 

Tweede lid

Ook aanvragers die eerder de maximale vergoeding ontvingen, kunnen nu een aanvraag indienen zodat zij alsnog een subsidie kunnen ontvangen voor de kosten die zij eerder niet gesubsidieerd konden krijgen. Om te waarborgen dat zij niet méér subsidie ontvangen dan de maximale subsidie van € 200.000, bevat het tweede lid de bepaling dat het subsidiebedrag wordt verminderd met de eerdere subsidie.

Naar boven