Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland tot het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom Wegenwet in de gemeente Leiderdorp.
gelezen het verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp, d.d. 1 november 2022, kenmerk Z/21/126067/268933, tot vaststelling van de verplaatsing van de bebouwde komgrenzen in Leiderdorp op grond van de Wegenwet;
overwegende, dat de raad van de gemeente Leiderdorp haar bevoegdheid tot het vaststellen van de bebouwde komgrens (op grond van de Wegenverkeerswet 1994) aan het college van burgemeester en wethouders heeft gedelegeerd;
dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp in haar vergadering van 19 april 2022, kenmerk Z/21/126067/269080 op grond van het gestelde in artikel 20a van de Wegenverkeerswet heeft besloten tot het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom in de gemeente Leiderdorp;
dat het genoemde collegebesluit verband houdt met de actualisering van de wegenlegger, omdat de huidige komgrenzen verouderd zijn;
dat ingevolge het bepaalde in artikel 27, 2e lid, van de Wegenwet, het college van Gedeputeerde Staten de grens van de bebouwde kom dient vast te stellen, voor de toepassing van die wet;
dat bij hun besluit van 19 januari 1988, kenmerk W-410437/1, voor de toepassing van de Wegenwet de grenzen van de bebouwde kom van Leiderdorp zijn vastgesteld;
dat onder intrekking van het ter zake bestaande besluit geen overwegende bezwaren bestaan om aan het verzoek van de gemeente Leiderdorp te voldoen;
dat de bevoegdheid tot het nemen van bebouwde kombesluiten op grond van de Wegenwet is gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Juridische Expertise en Handhaving van de Dienst Beheer Infrastructuur;
gelet op de Wegenwet en het bepaalde in het ambtelijk mandaatbesluit voor de provinciale organisatie 2022;
BESLUITEN: