Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2023, 15973 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2023, 15973 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen
Het college van gedeputeerde staten van Groningen; de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerkwartier en Westerwolde;
de provincie Groningen en de bovengenoemde deelnemende gemeenten op 16 december 2011 bij ondertekening van de ’Intentieverklaring takenpakket en organisatievorm RUD Groningen’, de intentie hebben uitgesproken om te komen tot de oprichting van een regionale uitvoeringsdienst en de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen op 1 mei 2013 in werking is getreden;
de Omgevingsdienst Groningen tevens een omgevingsdienst is die is aangewezen voor uitoefening van de uitvoeringstaak en de handhavingstaak voor activiteiten met betrekking tot installaties als bedoeld in bijlage I, categorie 4, van de Richtlijn industriële emissies en waarop de Seveso-richtlijn van toepassing is, waarbij het primaat in beginsel ligt binnen het werkgebied Groningen, Fryslân en Drenthe;
Gedeputeerde Staten en de colleges van burgemeester en wethouders van de bovengenoemde gemeenten, na verkregen toestemming hiertoe van Provinciale Staten en de gemeenteraden van de bovengenoemde gemeenten, besloten hebben de bestaande gemeenschappelijke regeling in overeenstemming te brengen met de Omgevingswet;
Besluiten de tekst van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen gewijzigd vast te stellen zodat de tekst van de regeling als volgt komt te luiden:
De taken die binnen het Milieutakenpakket vallen, zijn, naast de taken op grond van artikel 4, vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet en de daaruit voortvloeiende regelgeving, uitgezonderd de activiteiten bedoeld in artikel 22.41, tweede lid, van het tijdelijke omgevingsplan (bruidsschat).
De taken die binnen het Bouwtakenpakket vallen, zijn naast de taken op grond van artikel 4 en 5, vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken betreffende activiteiten in het kader van de Omgevingswet en de daaruit voortvloeiende regelgeving ten aanzien van het gebruiken en bouwen van een bouwwerk, het gebruiken van gronden, het veranderen van een monument en het vellen van een houtopstand, die op verzoek van een deelnemer worden uitgevoerd.
Besluiten als bedoeld in artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht die volgen uit de werkzaamheden die de Omgevingsdienst Groningen voor de deelnemers uitvoert worden bij voorkeur door de Omgevingsdienst Groningen (in mandaat) en niet door de deelnemers genomen.
De deelnemers verlenen daarvoor mandaat aan de directeur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Groningen voor het nemen van besluiten. Zij verlenen dit mandaat bij separaat besluit. Hiervoor wordt door het Algemeen Bestuur een modelmandaatbesluit opgesteld.
Artikel 10 Dienstverleningsovereenkomst
Voor alle door de Omgevingsdienst Groningen uit te voeren taken ten aanzien waarvan geen mandaat mogelijk is of waarin dit door de deelnemer of de niet deelnemers onwenselijk wordt geacht, worden werkzaamheden op grond van volmacht en machtiging als bedoeld in artikel 10:12 Awb of op grond van civielrechtelijke opdrachtverlening uitgevoerd. In overleg tussen het bevoegde gezag en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Groningen komt deze opdrachtformulering tot stand. De deelnemers verlenen de volmacht dan wel machtiging aan de directeur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Groningen bij separaat besluit. Ten aanzien van de aan de Omgevingsdienst Groningen bij volmacht of machtiging toekomende taken, kan ondervolmacht dan wel ondermachtiging worden verleend. De deelnemers kunnen aan het verlenen van ondervolmacht of ondermachtiging voorwaarden stellen of daarvoor grenzen bepalen.
Met betrekking tot de uitvoering en nadere invulling van de takenpakketten en werkzaamheden, genoemd in artikelen 4, 5, 6, 7 en 8 worden door of namens de Omgevingsdienst Groningen en de deelnemers of niet-deelnemers schriftelijke werkafspraken gemaakt in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten. Het algemeen bestuur stelt daartoe een model voor de dienstverleningsovereenkomst vast conform artikel 13 sub b.
Artikel 11 Samenstelling algemeen bestuur
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van een der deelnemers dan wel door of vanwege het bestuur van het lichaam aangesteld of daaraan ondergeschikt, waarbij met ambtenaar voor de toepassing van dit lid worden gelijkgesteld zij die in dienst van een der deelnemers dan wel van het lichaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Artikel 13 Taken algemeen bestuur
Het algemeen bestuur is belast met:
het vaststellen van (modellen van) de door de Omgevingsdienst Groningen te hanteren juridische documenten waaronder in ieder geval, doch niet limitatief, worden begrepen:
het dienstverleningshandvest, dat voor een periode van maximaal vier jaar wordt vastgesteld en waarin de algemene voorwaarden waaronder de Omgevingsdienst Groningen werkzaamheden verricht worden opgenomen. Voorafgaand aan de vaststelling daarvan worden de colleges in de gelegenheid gesteld om daarop hun zienswijzen in te dienen;
de model-dienstverleningsovereenkomst, die voor een periode van maximaal vier jaar wordt vastgesteld en waarin bepalingen omtrent de door de Omgevingsdienst Groningen te verrichten diensten worden opgenomen. Voorafgaand aan de vaststelling daarvan worden de colleges in de gelegenheid gesteld om daarop hun zienswijzen in te dienen;
de financiële regeling, waarin de bepalingen omtrent de financiële huishouding van de Omgevingsdienst Groningen worden vastgelegd. Voorafgaand aan het vaststellen van deze regeling worden de raden en provinciale staten gedurende een periode van 8 weken in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen op het ontwerp daarvoor bij het dagelijks bestuur in te dienen. Het dagelijks bestuur biedt het ontwerp voorzien van deze zienswijzen aan het algemeen bestuur aan;
In die gevallen waarin een (model voor een) juridisch document moet worden vastgesteld bepaalt het algemeen bestuur door wie en op welke wijze de totstandkoming daarvan plaatsvindt. Voor in deze regeling genoemde documenten wordt in ieder geval gehandeld conform het in dit artikel onder b bepaalde. Wanneer het algemeen bestuur dat wenselijk acht kan hij de colleges, de raden en/of provinciale staten om zienswijzen verzoeken. In die gevallen waarvoor in deze regeling geen termijn is bepaald, besluit het algemeen bestuur over de geldingsduur van het betreffende document;
het uitvoeren van het door de deelnemers bepaalde beleid, waarbij het algemeen bestuur bepaalt hoe dit uitvoeringsbeleid voor alle deelnemers op uniforme wijze en gestandaardiseerd wordt uitgevoerd. Het algemeen bestuur stelt daartoe jaarlijks een beleidsharmoniseringsagenda op. Deze ziet in ieder geval op de onderwerpen vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast is het dagelijks bestuur belast met het vaststellen van het door de Omgevingsdienst Groningen te hanteren eigen interne beleid.
Artikel 14 Vergaderingen algemeen bestuur
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Daarin wordt in ieder geval een escalatieladder opgenomen voor die gevallen waarin sprake is van een geschil tussen een of meer deelnemers. In het reglement wordt tevens opgenomen dat de voorzitter bepaalt wanneer onderwerpen, waarover tijdens een vergadering geen besluit is genomen, opnieuw op de agenda worden geplaatst. Het algemeen bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar.
Artikel 15 Geheimhouding vergaderingen algemeen bestuur
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Wet open overheid, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen.
Artikel 17 Besluitvorming algemeen bestuur
Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken onderwerp aangehouden. De voorzitter bepaalt wanneer het onderwerp weer op de agenda van het algemeen bestuur wordt geplaatst. Een onderwerp kan in een dergelijk geval tevens op verzoek van ten minste een vijfde van de deelnemers weer op de agenda worden geplaatst.
Artikel 18 Inlichtingen- en verantwoordingsplicht algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur geeft aan provinciale staten, raad, Gedeputeerde Staten of Burgemeester en Wethouders die dat lid hebben aangewezen de door één of meerdere leden van deze Gedeputeerde Staten of Burgemeester en Wethouders gevraagde of ongevraagde inlichtingen over het door dat lid in dat bestuur gevoerde beleid, op de wijze die door dat bestuursorgaan is bepaald.
Artikel 27 Organisatiereglement
Het algemeen bestuur bepaalt in een organisatiereglement de hoofdstructuur van de organisatie, de directie, de taken, de bevoegdheden en de werkwijze van de ambtelijke organisatie.
Artikel 28 Cao en personeelshandboek
Op het personeel van de Omgevingsdienst Groningen is de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties van toepassing.
Lokale aanvullingen op de cao zijn opgenomen in het personeelshandboek. Het dagelijks bestuur stelt wijzigingen in het personeelshandboek vast.
Artikel 32 Begroting en kadernota
Het dagelijks bestuur zendt uiterlijk 12 weken voor vaststelling in het algemeen bestuur in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de ontwerpbegroting, met bijbehorende toelichting aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten. Voordat het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting naar de raden en provinciale staten zendt, wordt het ontwerp door het algemeen bestuur besproken en daarna toegestuurd aan de colleges en gedeputeerde staten.
Het algemeen bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. Nadat deze is vastgesteld zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten, die ter zake bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
Indien de begroting wordt aangepast, en daarmee de bijdragen van deelnemers veranderen dan dient voor deze begrotingswijziging een reguliere zienswijze procedure te worden doorlopen. Een zienswijze procedure hoeft niet te worden doorlopen als een opdracht van één of meerdere deelnemers aan de wijziging van de begroting ten grondslag ligt.
Het dagelijks bestuur zendt de voorlopige jaarrekening vóór 30 april van het jaar volgend op die waarop de voorlopige jaarrekening betrekking heeft, aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten. Daaraan voorafgaand wordt de voorlopige jaarrekening aan de colleges en Gedeputeerde Staten gestuurd.
Indien het basistakenpakket als gevolg van landelijke regelgeving wordt gewijzigd wordt op dat moment een frictiekostenregeling vastgesteld door het algemeen bestuur. Daarin wordt rekening gehouden met kosten die zowel de deelnemers als de Omgevingsdienst Groningen in verband met die wijziging zullen moeten maken.
Het algemeen bestuur stelt de uitgangspunten voor het berekenen van frictiekosten vast. Gelijktijdig stelt het algemeen bestuur de procedure vast voor het afstoten van taken door de Omgevingsdienst Groningen en voor het niet meer afnemen van een takenpakket, anders dan het basistakenpakket, door een deelnemer. Bij het vaststellen van de uitgangspunten wordt rekening gehouden met het volgende:
Indien een deelnemer geen taken meer wil afnemen als genoemd in de artikelen 5, 6, 7 en 8:
Artikel 37 Financiële verordening
Het algemeen bestuur stelt een financiële verordening voor de Omgevingsdienst Groningen vast met betrekking tot de uitgangspunten voor het financiële beleid, de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie en het beheer van de geldmiddelen, waarbij de Gemeentewet en de Provinciewet van overeenkomstige toepassing zijn.
De directeur van de Omgevingsdienst Groningen zorgt namens het dagelijks bestuur ervoor dat de in het eerste lid bedoelde verzekering bij voortduring in overeenstemming wordt gehouden met de samenstelling van het personeel, de individuele omstandigheden van de personeelsleden en het algemene loonpeil.
De Omgevingsdienst Groningen verschaft aan hen, die, ingevolge het bepaalde in het eerste en tweede lid, tot het uitoefenen van controle of het instellen van een onderzoek bevoegd zijn, zo dikwijls als zij het vorderen, inzage van de kas, de boekhouding en de bescheiden en verstrekt desgewenst ook schriftelijk alle inlichtingen die door hen voor de uitoefening van hun taak nodig worden geacht.
HOOFDSTUK 6 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN
Om geschillen te voorkomen wordt in alle gevallen waarin sprake is van verschil van inzicht omtrent de toepassing van deze regeling in de ruimste zin van het woord tussen een of meer deelnemers en/of tussen de Omgevingsdienst Groningen en een of meer deelnemers overleg gevoerd tussen alle betrokkenen. Indien uit dit overleg geen oplossing volgt, voeren de voorzitter van het algemeen bestuur en de directeur van de Omgevingsdienst Groningen daarover overleg. Indien dit overleg evenmin uitkomst biedt, wordt de procedure als bedoeld in de volgende leden van dit artikel gevolgd.
Voordat over geschillen, omtrent de toepassing, in de ruimste zin, tussen besturen van de deelnemers of tussen besturen van een of meer deelnemers en het bestuur van de Omgevingsdienst Groningen, de beslissing van de burgerlijke rechter wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een daartoe door deelnemers in te stellen geschillencommissie of een door de deelnemers aan te wijzen mediator.
Onder desintegratiekosten worden verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig, te maken dan wel te dragen door de Omgevingsdienst Groningen, die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.
De Omgevingsdienst Groningen brengt alle frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten en de waarde van de formatie die de uittredende deelnemer overneemt in rekening bij de uittredende deelnemer. De uittredende deelnemer is verplicht tot betaling van de definitieve uittreedsom.
Artikel 44 Gemeentelijke herindeling
In geval van een gemeentelijke herindeling treden de betreffende deelnemers en de Omgevingsdienst Groningen tijdig met elkaar in overleg over de gevolgen daarvan voor de afname van taken door de nieuwe fusiegemeente. Daarbij wordt in ieder geval gekeken naar de als gevolg van die herindeling mogelijk ontstane frictiekosten voor de Omgevingsdienst Groningen en/of de fusiegemeente als gevolg van een wijziging in de af te nemen pakketten als bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 7 en 8. De regeling omtrent frictiekosten als bedoeld in artikel 36, vierde lid, is van toepassing.
Artikel 45 Onvoorziene gevallen
Het algemeen bestuur beslist in alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet.
Wijziging van deze regeling kan geschieden op voorstel van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur neemt over dit voorstel een besluit in een openbare vergadering waarin meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is en met een meerderheid van stemmen is besloten om het voorstel naar de deelnemers te sturen.
Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders gaan niet over tot het wijzigen van de regeling dan na verkregen toestemming van Provinciale Staten en de raden. Voor een wijziging van de regeling is een positief besluit van twee derde van de deelnemers vereist. Voor een wijziging van artikel 9 van de regeling is een unaniem besluit van alle deelnemers vereist.
Het bestuur van de provincie Groningen zendt deze regeling, en de wijziging, verlenging of opheffing daarvan aan gedeputeerde staten van de provincie Groningen waarin de deelnemende gemeenten van de regeling zijn gelegen.
Artikel 50 Inwerkingtreding en bekendmaking
De regeling treedt in werking tegelijk met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan wel, indien de Omgevingswet al in werking is getreden, met ingang van de eerste dag na bekendmaking. In de laatstgenoemde situatie werkt de regeling terug tot aan de eerste dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Deze regeling is tevens van toepassing op feitelijke situaties en besluiten die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling onder de toepassing van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen zoals deze per 30 oktober 2021 van kracht was. De overgangsbepalingen krachtens de Wet algemene regels herindeling gaan voor op het overgangsrecht van deze regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-15973.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.