Goedkeuringbesluit Faunabeheerplan Jacht- en vrijgestelde soorten 2024-2028

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken bekend dat zij op 19 december 2023, het volgende besluit hebben genomen op grond van artikel 3.12 lid 7 Wnb in samenhang met artikelen 8.16 en 8.17 van de Omgevingsverordening Flevoland om goedkeuring te verlenen aan het ‘Faunabeheerplan Jacht- en vrijgestelde soorten 2024-2028’.

Inhoudsopgave

A. Besluit

B. Motivering besluit

B.1 Wettelijk kader Wet natuurbescherming B.2 Beleid provincie Flevoland

B.3 Inhoudelijke beoordeling

B.4 Conclusie

C. Kennisgeving en afschriften

D. Bezwaar

E. Ondertekening

A. Besluit

Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten op grond van artikel 3.12 lid 7 Wnb in samenhang met artikelen 8.16 en 8.17 van de Omgevingsverordening Flevoland om goedkeuring te verlenen aan het ‘Faunabeheerplan Jacht- en vrijgestelde soorten 2024-2028’.

Aan deze goedkeuring worden de voorwaarde verbonden dat u de volgende stukken plaatst op de website van de Faunabeheereenheid Flevoland:

  • Het Faunabeheerplan Jacht- en vrijgestelde soorten 2024-2028.

  • Dit goedkeuringsbesluit.

B.1 Wettelijk kader Wet natuurbescherming

De Wnb is het nationale wettelijke kader voor de soortbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. De Wnb geeft algemene beschermingsmaatregelen met de zorgplicht (artikel 1.11) en de actieve soortenbescherming (artikel 1.12).

Paragraaf 3.4 van de Wnb gaat over schadebestrijding, overlastbestrijding en faunabeheer. De wet schrijft voor dat er faunabeheerplannen zijn (artikel 3.12) en waaraan deze plannen moeten voldoen.

Het faunabeheerplan wordt vastgesteld door het bestuur van de faunabeheereenheid (verder: FBE) (artikel 3.12 lid 3). Alvorens een faunabeheerplan vast te stellen, hoort de faunbeheereenheid de binnen haar werkgebied werkzame wildbeheereenheden over de inhoud van het plan (artikel 3.12 lid 6). In dit geval de Wildbeheereenheid Flevoland.

Na vaststelling van de plannen door het bestuur van de FBE (artikel 3.12 lid) wordt het plan ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten aangeboden. Gedeputeerde Staten keuren het faunabeheerplan goed, wanneer dit voldoet aan de wettelijke vereisten en de eisen die zijn opgenomen in de Omgevingsverordening Flevoland.

B.2 Beleid provincie Flevoland

Omgevingsverordening Flevoland

In de Omgevingsverordening Flevoland zijn door Provinciale Staten regels gesteld ter invulling van de taken die de Provincie Flevoland heeft voortvloeiende uit de Wnb.

In hoofdstuk 8 staan de eisen aangaande faunabeheerplannen

Artikel 8.15 (Geldigheidsduur faunabeheerplan)

  • 1.

    In het faunabeheerplan wordt aangegeven dat het plan een geldigheidsduur van ten hoogste 5 jaren heeft.

  • 2.

    De faunabeheereenheid kan het faunabeheerplan gedeeltelijk wijzigen gedurende het in het eerste lid genoemde tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

  • 3.

    Gedeputeerde staten kunnen op verzoek van de faunabeheereenheid de in het eerste lid genoemde geldigheidsduur van het faunabeheerplan met maximaal twaalf maanden verlengen.

Artikel 8.16 (Eisen aan faunabeheerplan)

  • lid 1.

    Het faunabeheerplan bevat ten minste de volgende algemene gegevens:

    • a.

      de omvang van het werkgebied van de faunabeheereenheid;

    • b.

      een kaart waarop de begrenzing van het werkgebied van de faunabeheereenheid is aangegeven.

Voornoemde gegevens staat in het reeds vastgestelde algemene deel.

  • Lid 3.

    Het faunabeheerplan bevat voor wat betreft de uitoefening van de jacht de volgende gegevens:

    • a.

      kwantitatieve gegevens over de populatieontwikkeling van de diersoorten waarop wordt gejaagd;

    • b.

      een overzicht van de gerealiseerde afschotgegevens per diersoort in de 6 jaren voorafgaand aan het ter goedkeuring indienen van het faunabeheerplan.

Artikel 8.17 (Goedkeuring faunabeheerplan)

  • 1.

    Teneinde voor goedkeuring als bedoeld in artikel 3.12, zevende lid van de Wet natuurbescherming in aanmerking te komen, voldoet een faunabeheerplan aan de artikelen 8.12, 8.13 , 8.14, 8.15 en 8.16.

  • 2.

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een gehele of gedeeltelijke wijziging van het faunabeheerplan als bedoeld in artikel 8.15, tweede lid en een verzoek als bedoeld in artikel 8.15, derde lid.

B.3 Inhoudelijke beoordeling

Toetsing vereiste horen wildeenheden

De Wnb geeft aan dat de wildbeheereenheden gehoord moeten worden. De FBE heeft het concept plannen aan de wildbeheereenheden aangeboden.

Inhoudelijke beoordeling

Toetsing aan Artikel 8.16 (Eisen aan faunabeheerplan)

Het faunabeheerplan 2024-2028 wordt opgebouwd in modules. Er is een algemeen deel, dat geldt voor alle diergroepen, zoals bijvoorbeeld grote hoefdieren, watervogels en overige schade veroorzakende soorten. Onderliggend besluit heeft betrekking op bejaagbare en vrijgestelde soorten.

De plannen voldoen verder aan de eisen welke gesteld worden in artikel 8.16 van de Omgevingsverordening Flevoland.

B.4 Conclusie

Op basis van de voornoemde bevindingen kan geconcludeerd worden dat het ‘Faunabeheerplan Jacht- en vrijgestelde soorten 2024-2028’ goedgekeurd kan worden.

C. Kennisgeving en afschriften

Van dit besluit zal conform artikel 3:42 tweede lid van de Algemene wet Bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in het provinciaal blad.

Afschriften van dit besluit worden verzonden aan:

  • OFGV

D Bezwaar

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad.

E. Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter,

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland

Bezwaar

Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. U dient het bezwaar in op onze website https://www.flevoland.nl/loket/loketoverview/bezwaar-tegen-beslissing-provincie-6365

Verzoek om voorlopige voorziening

Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken.

Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure

Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo’n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter.

Proceskostenvergoeding

Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons – voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift – een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo’n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.

Naar boven