Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2023, 15833 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2023, 15833 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 19 december 2023, nr. UTSP-814175531-153, tot wijziging van de Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht
De Subsidieregeling Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.1 wordt onderstaand begrip als volgt ingevoegd:
In artikel 1.5 worden de volgende zaken gewijzigd:
Hoofdstuk 3 Landschap en Cultuurhistorie wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3.1.2 wordt geheel ingevoegd en luidt als volgt:
Artikel 3.1.2 Stimulering aanleg van kleine landschapselementen met compensatie waardevermindering grond
In het kader van de meerjarendoelen 2.1.3, (natuurgebieden zijn beter met elkaar verbonden) 2.2.2 (de biodiversiteit in stad en platteland is verbeterd) en 2.1.4 (het areaal bos buiten de NNN en de Groene Contour is vergroot) uit de Programmabegroting kan subsidie worden verstrekt voor de volgende activiteiten:
de combinatie van de aanleg van kleine landschapselementen en compensatie van waardevermindering van de grond van de percelen (of gedeelten) voor kleine landschapselementen L01.02, L01.03 L01.04, L01.06, L01.10, L01.11 en L01.12 zoals bedoeld in de bijlage bij deze subsidieregeling, binnen het leefgebied dooradering, zoals begrensd in het natuurbeheerplan
Subsidie voor compensatie waardevermindering van de grond voor de in lid 1 beschreven landschapselementen bedraagt 100% van het verschil tussen de marktwaarde voor en na de aanleg. De marktwaarde van de landbouwgrond en de marktwaarde van de grond na aanleg worden bepaald op basis van een taxatie, die in opdracht van de provincie wordt uitgevoerd door een onafhankelijk taxateur.
Subsidie kan worden verstrekt aan de agrarische collectieven Gebiedscoöperatie Rijn Vecht en Venen U.A., Agrarische Natuur en Landschapsvereniging De Lopikerwaard e.o., Coöperatie Agrarisch Natuurbeheer Utrecht Oost U.A., Collectief Alblasserwaard Vijfheerenlanden Coöperatie U.A. voor zover bestaande uit rechtspersonen of natuurlijke personen die zeggenschap hebben over een perceel krachtens:
5. Verplichtingen subsidieontvanger
Wanneer subsidie wordt verleend is de eindbegunstigde verplicht om:
op de uit productie genomen gronden binnen twee jaar na subsidieverlening landschapselementen realiseren; en wel zodanig dat nadelige milieueffecten worden voorkomen. Tot dan moeten de cultuurgronden in een goede landbouw- en milieuconditie worden gehouden overeenkomstig artikel 13 van de Verordening (EU) 2021/2115 en de toepasselijke uitvoeringsbepalingen.
In het geval dat subsidie onder de Catalogus Groenblauwe Diensten met andere subsidie voor dezelfde in aanmerking komende kosten wordt gecumuleerd, worden de krachtens de onderhavige regeling toe te kennen bedragen zodanig beperkt dat het totale subsidiebedrag samen niet hoger is dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, het maximale subsidiebedrag uit deze regeling, de maximale steunintensiteiten of het maximale steunbedrag op grond van de toepasselijke Europese voorschriften.
Artikel 4.1. wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.2 Recreatiebanken komt geheel te vervallen.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5.1 Intrekking en overgangsrecht
Bijlage bij artikel 3.1 Landschapselementen wordt gewijzigd in:
Bijlage bij artikel 3.1.1 en 3.1.2 Landschapselementen
In deze bijlage is beschreven voor welke landschapselementen de subsidie in de artikelen 3.1.1 en 3.1.2 zijn bedoeld.
In de Artikelsgewijze toelichting wordt Hoofdstuk 3 Landschap en Cultuurhistorie wordt geheel gewijzigd in:
Hoofdstuk 3 Landschap en Cultuurhistorie
De hoofddoelen met betrekking tot landschap en cultuurhistorie zijn behoud en versterking van de identiteit van verschillende landschapstypen en het vernieuwen van het landschap, met herkenning van het verleden. De provincie Utrecht telt 5 Nationale Landschappen. Dat zijn Nederlandse landschappen die internationaal zeldzaam of uniek zijn. Deze landschappen zijn gebieden met een bijzondere cultuurhistorie: ze vertellen op welke manier het Utrechtse landschap is ontstaan. Voor landschap zijn geen financiële middelen beschikbaar gesteld. Hiervan wordt verwacht dat het wordt mee gekoppeld met de andere thema’s. Onder het thema ‘landschap en cultuurhistorie’ vallen de volgende maatregelen:
Artikel 3.1.1 Stimulering aanleg en herstel van kleine landschapselementen
De provincie vindt de aanleg en het herstel van kleine landschapselementen (KLE) zoals bosjes, houtwallen, knotwilgen en poelen belangrijk en heeft daarom besloten om subsidie beschikbaar te stellen. De subsidie is bedoeld voor terreinen die in het Natuurbeheerplan zijn begrensd als leefgebied dooradering of als natuur. In de bijlage bij deze subsidieregeling zijn de landschapselementen benoemd die voor subsidie in aanmerking komen. Daarbij is gebruik gemaakt van de typen landschapselementen zoals die in de SVNL, stand van zaken 1 januari 2016, waren opgenomen.
Agrarische collectieven zijn begunstigden van deze subsidie en de deelnemers aan het collectief zijn de eindbegunstigden. Dit levert schaalvoordeel op, omdat zij elementen bij verschillende deelnemers tegelijkertijd kunnen aanleggen. De agrarische collectieven hebben bovendien een actieve rol in het Platform Kleine landschapselementen, en werken samen met gemeenten, provincie en andere betrokkenen aan een mooier landschap. De agrarische collectieven zoeken hiervoor samen met gemeenten uit het platform naar geïnteresseerde deelnemers die een landschapselement willen aanleggen of herstellen. Ze ontzorgen de deelnemers bij het aanleggen of herstellen van landschapselementen en zorgen ervoor dat er een contract agrarisch natuurbeheer wordt afgesloten, om langdurig behoud en voldoende onderhoud te waarborgen. De collectieven kunnen vanuit hun rol in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer ook beheersubsidie voor de betreffende terreinen aanvragen.
Het collectief kan op grond van dit artikel subsidie aanvragen voor terreinen die deelnemers aan het collectief in eigendom of erfpacht hebben. Anders dan bij het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is het geen vereiste dat deze deelnemers landbouwers of gebruikers van landbouwgrond zijn. De regeling is niet van toepassing op landschapselementen die al in het kader van verplichtingen zoals bijvoorbeeld Rood voor Groen of compensatie worden aangelegd.
Deze regeling is gebaseerd op de Catalogus Groenblauwe Diensten.
Met lid 6 sub a wordt gedoeld op situaties waarbij bijvoorbeeld op het perceel al een beheercontract is afgesloten voor 6 jaar kruidenrijke akkerrand, de eigenaar eerst dat contract moet uitdienen voordat eventueel subsidie op grond van artikel 3.1.1 Stimulering aanleg en herstel van kleine landschapselementen mogelijk wordt.
Artikel 3.1.2 Stimulering aanleg van kleine landschapselementen met compensatie waardevermindering grond
Dit subartikel is toegevoegd om een nieuwe subsidiemogelijkheid aan de huidige KLE-regeling (artikel 3.1.1) toe te voegen. Dit om met name de doelgroep agrariërs en landgoederen meer aan te spreken. De huidige KLE-regeling blijkt vooral gebruikt te worden voor particulieren met (veel) eigen grond, maar juist dus ook de agrariër en landgoedeigenaar willen we stimuleren kleine landschapselementen aan te leggen. Die doelgroep heeft aangegeven dat door de compensatie van waardevermindering van de grond mee te subsidiëren het aantrekkelijker wordt kleine landschapselementen aan te leggen. Ook deze regeling is gebaseerd op de Catalogus Groenblauwe Diensten. De uitvoering van de regeling is gelijk aan die van artikel 3.1.1: Agrarische collectieven zijn aanvragers en begunstigden van deze subsidie en de deelnemers aan het collectief zijn de eindbegunstigden.
Extra voorwaarde is dat de eindbegunstigde een overeenkomst afsluit met de provincie m.b.t. het gebruik van de grond waarop de KLE(‘s) worden aangelegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2023-15833.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.