Nadere subsidieregels Deltaplan Hoge Zandgronden 2022-2027

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bestuursovereenkomst: de Bestuursovereenkomst Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden Regio Zuid 2e fase Deltaprogramma (2022-2027) van de samenwerkende Partijen Regio Zuid in het Deltaplan Hoge Zandgronden (eindversie, december 2021). De bestuursovereenkomst staat op onze website https://www.limburg.nl/onderwerpen/water/droogte/.

  • b.

    Integrale gebiedsgerichte aanpak: een werkwijze waarmee in een afgebakend gebied de opgaven voor het watersysteem in samenhang worden aangepakt, in afstemming met de opgaven voor natuur en stikstof.

  • c.

    Prioritair gebied: geografisch gebied zoals aangeduid op de kaart in bijlage 2

  • d.

    Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten, met een duidelijk geformuleerd doel en eindresultaat.

  • e.

    Werkplan: het Werkplan Deltaplan Hoge Zandgronden Zuid-Nederland 2022-2027 getiteld: ‘Weerbaar tegen watertekort, bijlage bij de bestuursovereenkomst en bestuurlijk geaccordeerd door de Stuurgroep Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas en Deltaplan Hoge Zandgronden op 11 maart 2021. Het Werkplan staat op onze website https://www.limburg.nl/onderwerpen/water/droogte/.

  • f.

    Waterpanel Noord: gemeenten Beesel, Bergen (L.), Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert).

  • g.

    Werkregio Maas en Mergelland: gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

  • h.

    Werkregio Parkstad: gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal.

  • i.

    Werkregio Westelijke Mijnstreek: gemeenten Beek, Sittard-Geleen en Stein.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Doel van deze regeling is het ondersteunen van projecten die erop zijn gericht om zoetwatermaatregelen te treffen en uit te voeren binnen Nederlands provincie Limburg. De zoetwatermaatregelen hebben tot doel om water te conserveren, om de grondwatervoorraad aan te vullen en/of om de watervraag te verminderen eventueel in combinatie met het aanpassen van het grondgebruik, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een duurzaam, robuust en ecologische gezond watersysteem dat kan omgaan met droogte en wateroverlast en dat voorziet in voldoende water van goede kwaliteit.

Artikel 3 Aanvrager/ doelgroep

Voor subsidie komen uitsluitend de volgende partijen in aanmerking:

  • 1.

    Waterschap Limburg;

  • 2.

    De Nederlands Limburgse Gemeenten;

  • 3.

    overige partijen, zijnde;

    • 3.1.

      Waterleiding Maatschappij Limburg;

    • 3.2.

      Limburgse Land- en Tuinbouw Bond;

    • 3.3.

      Natuurmonumenten;

    • 3.4.

      Staatsbosbeheer Limburg;

    • 3.5.

      Stichting Limburgs Landschap;

    • 3.6.

      Limburgs Particulier Grondbezit;

    • 3.7.

      Limburgse Werkgevers Vereniging;

    • 3.8.

      Natuur en Milieufederatie Limburg en

    • 3.9.

      Bosgroep Zuid Nederland

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie op grond van deze nadere subsidieregels in aanmerking te komen, dient aan alle volgende criteria te worden voldaan:

  • 1.

    Er dient sprake te zijn van het realiseren van zoetwatermaatregelen zoals nader beschreven in bijlage 1;

  • 2.

    De maatregel(en) wordt/worden overwegend uitgevoerd binnen het grondgebied van de Nederlandse Provincie Limburg en

  • 3.

    De maatregelen dienen uiterlijk op 31 december 2027 volledig te zijn uitgevoerd.

Artikel 5 Specifiek subsidiecriterium

Om in aanmerking te komen voor een hoger subsidiepercentage als bedoeld in artikel 8, derde lid, van deze nadere subsidieregels dient – naast het voldoen aan de criteria zoals beschreven in artikel 4 – het project te passen binnen de integrale gebiedsgerichte aanpak in een prioritair gebied (zie bijlage 2), dienen de maatregelen in samenwerking met het Waterschap Limburg gerealiseerd te worden, tevens bij te dragen aan het (hydrologisch) herstel van de Natura 2000-gebieden en dient het project een minimale omvang van € 1.000.000,00 te hebben.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • a.

    de activiteiten niet aansluit(en) bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan (één van) de criteria in artikel 4;

  • d.

    dezelfde activiteiten al door de Provincie Limburg worden gesubsidieerd en/of gefinancierd.

  • e.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11;

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen de subsidie(deel)plafonds van deze nadere subsidieregels vast. Er zijn separate subsidie(deel)plafonds voor het Waterschap Limburg, voor elk van de werkregio’s/ waterpanel en voor de “overige partijen”.

  • 2.

    Voor de verhoging van het subsidiebedrag ingeval projecten voldoen aan zowel artikel 4 als 5, wordt ten behoeve van het extra subsidiebedrag een apart subsidiedeelplafond vastgesteld.

  • 3.

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond is te raadplegen op: www.limburg.nl/subsidies/subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1.

    Ingeval voldaan is aan het gestelde in artikel 4, dan bedraagt het subsidiebedrag maximaal 25% van de totale subsidiabele projectkosten met een maximum van € 250.000,- per aanvraag.

  • 2.

    Ingeval voldaan is aan het gestelde in artikel 4, dan bedraagt het subsidiebedrag maximaal 25% van de totale subsidiabele projectkosten zonder maximum voor het Waterschap Limburg.

  • 3.

    Ingeval de maatregel voldoet aan het gestelde in artikel 4 én 5, wordt het maximale subsidiepercentage verdubbeld naar 50%, voor zover het daartoe beschikbaar budget toereikend is.

  • 4.

    Subsidies lager dan €50.000,- worden niet verstrekt.

  • 5.

    Subsidies lager dan €500.000,- worden niet verstrekt, in het geval dat de maatregel wordt getroffen in een prioritair gebied én aanspraak gemaakt wordt op de maximale bijdrage/subsidie van 50%.

Artikel 9 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten zijn subsidiabel:

    De noodzakelijke en realistische kosten voor het uitvoeren van een maatregel als bedoeld in artikel 4, eerste lid. De kosten die samenhangen met financiële en/of contractuele verplichtingen aangegaan voordat de subsidie op grond van deze nadere subsidieregels is aangevraagd zijn uitsluitend subsidiabel indien deze financiële en/of contractuele verplichtingen na 31 december 2021 zijn aangegaan.

  • 2.

    Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • a.

      kosten van regulier beheer en onderhoud of achterstallig onderhoud;

    • b.

      arbeidskosten respectievelijk loonkosten van de eigen organisatie;

    • c.

      de kosten die samenhangen met financiële en/of contractuele verplichtingen aangegaan vóór 1 januari 2022;

    • d.

      kosten waarvoor reeds een specifieke uitkering of subsidie met middelen uit het Deltafonds is verstrekt, anders dan op grond van deze regeling.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies>actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig en juist ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) te worden ingediend. Een aanvraag indienen per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 31 december 2027.

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 22 januari 2024.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Deltaplan Hoge Zandgronden 2022-2027”.

Maastricht, d.d. 19 december 2023

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

E.G.M. Roemer

secretaris,

D. Timmer

Bijlage 1 Behorende bij artikel 4, eerste lid

 

Opmerking vooraf: De maatregelen dienen klimaatrobuust te zijn. Dat betekent dat elke maatregel tegen watertekort niet mag leiden tot wateroverlast en vice versa. De maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient passend te zijn voor de omgeving waar deze wordt toegepast onder alle weersomstandigheden.

De zoetwatermaatregelen/ projecten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd dienen aan te sluiten bij de categorieën Robuust watersysteem, Efficiënt watergebruik en/ of Ruimtelijke adaptatie en omvatten een of meerdere van onderstaande maatregelen/ projecten:

 

Robuust watersysteem

  • 1.

    Optimalisatie operationeel peilbeheer in hoofdsysteem van regionale waterbeheerders

  • 2.

    Klimaatrobuuste inrichting in hoofdsysteem van regionale waterbeheerders, zoals beekherstel en herprofilering leggerwaterlopen

  • 3.

    Waterconservering op perceelniveau, in de vorm van:

    • 3.1.

      beperken oppervlakkige afstroming (bijv. via graften, beplanting, grondverhogingen/ grondruggetjes)

    • 3.2.

      aanleg infiltratiegreppels

    • 3.3.

      greppels afsluitbaar maken

    • 3.4.

      plaatsen van stuwen in detailwaterlopen

    • 3.5.

      sloten of greppels verondiepen of afdammen

    • 3.6.

      sloten dempen

    • 3.7.

      duikers verhogen of verkleinen

    • 3.8.

      aanleg regelbare/peilgestuurde drainage, daar waar dit (nog) geen verplichting is en mits dit vervanging van traditionele drainage betreft (zie ook Keur Waterschap Limburg).

  • 4.

    Herinrichting stedelijk gebied in de vorm van:

    • 4.1.

      afkoppelen verhard oppervlak naar bergings- of infiltratievoorziening

    • 4.2.

      verminderen van publiek verhard oppervlak door aanleggen groenblauwe structuren

    • 4.3.

      waterpartijen omvormen tot wadi’s

Efficiënt watergebruik

  • 5.

    Efficiënt watergebruik

    • 5.1.

      Verbeteren bodemstructuur (door bijvoorbeeld verhogen organische stofgehalte of maatregelen tegen bodemverdichting)

    • 5.2.

      Investeringen in gerichte watergeefsystemen

      • 5.2.1

        druppelirrigatie

      • 5.2.2

        subirrigatie

    • 5.3

      Water (lokaal) opvangen en opslaan als voorraad voor droge perioden en opvangen van piekafvoeren, zoals opvang in bassins

    • 5.4

      Planvorming en bedrijfsgerichte stimuleringsplannen voor klimaatadaptatie/ waterbeschikbaarheid

    • 5.5

      Besparen drinkwater

    • 5.6

      Hergebruik water, zoals regenwater, proceswater en RWZI-effluent

Ruimtelijke klimaatadaptatie

  • 6.

    Aanpassen grondgebruik:

    • 6.1

      functie veranderen in ruimte voor water

    • 6.2

      grondgebruik permanent aanpassen gericht op vergroten waterbeschikbaarheid: naaldbos omzetten in heide of loofbos

Bijlage 2 kaart met gebieden (uit werkplan DHZ)

 

 

Toelichting  

Algemeen

De Provincie wil de uitvoering van klimaat- en waterrobuuste projecten stimuleren. In deze subsidieregeling staat omschreven welke activiteiten voor subsidie in aanmerking kunnen komen en wat daarvoor de voorwaarden zijn.

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening (Asv) Limburg. Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. Waar mede de regels uit de Asv van toepassing zijn, wordt dit vermeld in het betreffende artikel. Voor een goed begrip van deze subsidieverordening is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieverordening.

 

Artikelsgewijs deel

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Met een integrale gebiedsgerichte aanpak worden in een afgebakend gebied de opgaven voor het watersysteem in samenhang aangepakt, in afstemming met de opgaven voor natuur en stikstof. De opgaven voor het watersysteem betreffen het vasthouden en infiltreren van water in het stedelijk gebied, de vergroting van de sponswerking in landbouw en natuurgebieden, in de haarvaten, de inzijggebieden en het voedingsgebied van de beken, het creëren van ruimte voor water in de beekdalen en laagtes en het verminderen van emissies van verontreinigende stoffen naar het grond- en oppervlaktewater. Waar dit aan de orde is wordt in de opgavengerichte gebiedsaanpak ook de beekdalbrede aanpak meegenomen. Door in een gebied meerdere maatregelen te combineren, met name maatregelen die zorgen dat het water langer vastgehouden wordt, beter gebruikt wordt of later wordt afgevoerd, kan de sponswerking van het gebied worden vergroot en de verdroging van de Natura2000-gebieden maar ook van landbouwgronden worden tegengegaan. In Zuid Limburg draagt de aanpak bij aan het tegengaan van afspoeling (run-off) en wateroverlast. Deze opgaven worden nader beschreven in het Provinciaal Waterprogramma 2022-2027.

 

Artikel 2 Doelstelling/ doel van de regeling

Op 11maart 2021 is het werkplan ‘Weerbaar tegen watertekort’ vastgesteld in het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas. In dit werkplan voor de periode 2022-2027 wordt ingezet op drie categorieën maatregelen: efficiënt watergebruik, robuuste watersysteem en ruimtelijke adaptatie. Op 17 december 2021 hebben Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal Waterprogramma 2022-2027 vastgesteld. Centraal staat hierbij het realiseren van een duurzaam, robuust en ecologisch gezond watersysteem dat kan omgaan met wateroverlast en droogte en dat voorziet in voldoende water van goede kwaliteit.

 

Artikel 3 Aanvrager/ doelgroep

De partijen die subsidie kunnen aanvragen zijn de partijen die de Bestuursovereenkomst Deltaplan Hoge Zandgronden 2022-2027 in december 2021 hebben ondertekend en/ of genoemd staan in de bijbehorende maatregelentabel voor provincie Limburg.

Natuurlijke personen en andere partijen, anders dan in de deze regeling onder artikel 3 genoemd, zijn van deelname aan deze regeling derhalve uitgesloten.

 

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

De maatregelen dienen klimaatrobuust te zijn. Dat betekent dat elke maatregel tegen watertekort niet mag leiden tot wateroverlast en vice versa. De maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient passend te zijn voor de omgeving waar deze wordt toegepast onder alle weersomstandigheden.

 

Artikel 5 Specifiek subsidiecriterium

In de BOK pag. 16 onder g staat dat de uitgangspunten uit het regionale werkplan als criteria opgenomen worden in de subsidieregeling. Een daarvan is een voorkeur voor zoetwatermaatregelen passend binnen de integrale gebiedsgerichte aanpak in de prioritaire gebieden (kaart 8 werkplan DHZ en in deze regeling opgenomen in bijlage2). Dergelijke zoetwatermaatregelen komen eventueel in aanmerking voor een extra bijdrage van maximaal 25% bovenop de 25% uit het Deltafonds, dus maximaal 50%, mits van voldoende schaalomvang én indien ze bijdragen aan het (hydrologisch) herstel van Natura 2000 gebieden.

De zoetwatermaatregelen dienen i.s.m. het Waterschap Limburg getroffen te worden binnen de aangewezen gebieden op het kaartje in bijlage 2. Projecten op de grens van/ grenzend aan een prioritaire gebied, maar binnen datzelfde stroomgebied kunnen eventueel ook in aanmerking komen voor extra subsidie als ze bijdragen aan herstel N2000 gebieden. In het projectplan dient uitvoerig beschreven te worden hoe de voorgenomen maatregelen bijdragen aan het hydrologisch herstel en welk resultaat wordt beoogd.

 

Artikel 7 Subsidieplafond

In het BOK is bepaald dat 70% van de rijksbijdrage toegekend wordt aan de waterschappen. In het BKal (voorjaar 2021) is besproken hoe de resterende 30% rijksbijdrage zou worden verdeeld over de werkregio’s/ waterpanel en de overige partijen. Aangegeven is toen om hiervan 20% toe te kennen aan de gemeenten en over de werkregio’s te verdelen conform verdeling DPRA-gelden. Voor de overige partijen (nader benoemd in artikel 3) resteert nog 10% van de rijksbijdrage voor hen gezamenlijk zonder verdere verdeling onder deze partijen.

 

Artikel 8 Subsidiebedrag

Projecten hebben een minimale omvang van €200.000,00 bij aanspraak op 25% subsidie en voor projecten waarbij aanspraak gemaakt wordt op 50% subsidie bedraagt de minimale projectomvang €1.000.000,00. De Provincie wil gebiedsgerichte projecten stimuleren in de prioritaire gebieden en heeft daarom €6.000.000,- gereserveerd als extra subsidie voor dergelijke projecten. Daarbij heeft GS aangegeven: financiële bijdragen van de Provincie aan het watersysteem dienen bij te dragen aan het (hydrologisch) herstel van Natura 2000-gebieden. Aanvragers kunnen aanvullend op de 25% rijksbijdrage nog eens maximaal 25% extra subsidie ontvangen als de projecten gebiedsgericht zijn én bijdragen aan het herstel van Natura 2000-gebieden. Daarnaast dienen deze projecten in afstemming/ in samenwerking met het Waterschap Limburg gerealiseerd te worden.

 

De verdubbeling van de subsidie is uitsluitend mogelijk voor zover het daartoe beschikbaar gestelde budget ruimte biedt. Na uitputting van dit “artikel 5”-plafond (zie de voor deze regeling vastgestelde subsidie(deel)plafonds) geldt het maximale subsidiepercentage van 25%.

 

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

Bij het indienen van projecten tijdens de looptijd wordt er van uitgegaan dat deze projecten uiterlijk eind 2027 uitgevoerd zullen zijn.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

Deze regeling hoeft niet in werking te blijven totdat afgerekend is met het Rijk. Over het algemeen laten we de regeling vervallen kort nadat de uiterste indieningstermijn is verstreken, in dit geval dus 1 januari 2028. De regeling blijft van toepassing op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.

Naar boven