Intrekking PRO en wijziging waterschapsreglementen

Provinciale Staten van Gelderland

 

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 12 juli 2022 tot intrekking of wijziging van provinciale regelingen in verband met de a.s. inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

Gelet op de artikelen 82, 105 juncto 143 van de Provinciewet, artikel 2 van de Waterschapswet, artikel 25 van het Reglement voor Waterschap Rijn en IJssel, artikel 27 van het Reglement voor Waterschap Rivierenland en artikel 6.1 Reglement Waterschap Vallei en Veluwe;

 

Besluiten

  • I.

    De Verordening Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid Gelderland 2010 in te trekken.

     

  • II.

    Het reglement voor waterschap Rijn en IJssel als volgt te wijzigen:

     

    • a.

      Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:

      • 2.

        De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet, hieronder mede begrepen het zuiveren van stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringtechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.

    • b.

      Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

      • 1°.

        In het eerste lid, onder c, wordt “artikel 5.29, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: artikel 19.14, eerste lid, van de Omgevingswet.

      • 2°.

        In het tweede lid wordt “artikel 5.2, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: artikel 2.41, eerste lid, van de Omgevingswet.

  • III.

    Het reglement voor waterschap Rivierenland als volgt te wijzigen:

     

    • a.

      Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:

      • 2.

        De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de wet, hieronder mede begrepen het zuiveren van stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringtechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.

    • b.

      Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

      • 1°.

        In het eerste lid, onder c, wordt “artikel 5.29, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: artikel 19.14, eerste lid, van de Omgevingswet.

      • 2°.

        In het tweede lid wordt “artikel 5.2, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: artikel 2.41, eerste lid, van de Omgevingswet.

  • IV.

    Het reglement voor waterschap Vallei en Veluwe als volgt te wijzigen:

     

    • a.

      In artikel 1.1, onderdeel f, wordt “watersysteem als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.

       

    • b.

      Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

      • 1°.

        In het eerste lid, onder c, wordt “artikel 5.29, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: artikel 19.14, eerste lid, van de Omgevingswet.

      • 2°.

        In het tweede lid wordt “artikel 5.2, eerste lid, van de Waterwet” vervangen door: artikel 2.41, eerste lid, van de Omgevingswet.

  • V.

    De besluiten I tot en met IV treden in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Provinciale Staten van Gelderland

voorzitter

griffier

Toelichting

Besluit onder I (intrekking Verordening Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid)

 

De wettelijke verplichtingen om een provinciale milieucommissie en een provinciale planologische commissie in te stellen komen bij inwerkingtreding van de Omgevingswet te vervallen. Daarmee vervalt de verplichting om de bij deze verordening door Gedeputeerde en Provinciale Staten gezamenlijk in het leven geroepen ‘provinciale raad voor omgevingsbeleid Gelderland’ (PRO) te continueren. Dit laat onverlet dat een dergelijk adviesorgaan van waarde is voor het provinciale omgevingsbeleid. In overleg met Gedeputeerde Staten wordt nader bezien of en op welke wijze zal worden voorzien in een adviesrol over het omgevingsbeleid. In ieder geval wordt de huidige PRO niet gecontinueerd. Om die reden wordt deze verordening ingetrokken.

Zo nodig kan op basis van de Provinciewet worden voorzien in een nieuwe commissie, zoals ook is aangegeven in de Memorie van Toelichting bij de Omgevingswet (Kamerstuk 33 962, nr. 3, pag. 237):

 

  • “De regeling van de provinciale planologische commissie, opgenomen in artikel 9.1 van de Wro, en de provinciale milieucommissie, geregeld in artikel 2.41 van de Wet milieubeheer, keren ook niet terug het wetsvoorstel. De regering is van mening dat het in lijn met de beginselen van decentralisatie wenselijk is om het aan de provinciebesturen (en gemeentebesturen) over te laten of zij het wenselijk achten zich te laten adviseren over de beleids- en besluitvorming op het brede terrein van de fysieke leefomgeving door middel van een daartoe ingestelde commissie. De Provinciewet en de Gemeentewet bieden daarvoor een toereikende basis.”

Besluiten onder II, III en IV (wijziging van de drie waterschapsreglementen)

 

In de drie Gelderse waterschapsreglementen (het Reglement voor Waterschap Rijn en IJssel, het Reglement voor Waterschap Rivierenland en het Reglement Waterschap Vallei en Veluwe) vindt een identieke technische wijziging plaats. In alle drie de reglementen wordt verwezen naar twee artikelen uit hoofdstuk 5 van de Waterwet. Dat hoofdstuk komt te vervallen bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. De verwijzing in de reglementen wordt als volgt gewijzigd:

 

Huidige verwijzing

(Waterwet)

Nieuwe verwijzing

(Omgevingswet)

Onderwerp

artikel 5.2, eerste lid

artikel 2.41, eerste lid

peilbesluiten

artikel 5.29, eerste lid

artikel 19.14, eerste lid

calamiteitenplan

 

Daarnaast wordt in de reglementen voor de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland nog verwezen naar de vervallen Wet verontreiniging oppervlaktewateren in het artikel over de taak van het waterschap. Dit wordt gewijzigd in de formulering zoals al wordt gehanteerd in het Reglement Waterschap Vallei en Veluwe, waarin wordt verwezen naar de Waterschapswet. Het artikellid in de Waterschapswet waarnaar wordt verwezen, is op zijn beurt geactualiseerd aan de Omgevingswet (artikel 2.25, onderdeel A, van de Invoeringswet Omgevingswet, Stb. 2020, 172, pag. 111). Met de redactionele actualisering van deze teksten wijzigt er inhoudelijk niets aan de taakomschrijving.

Hetzelfde geldt voor de geactualiseerde begripsbepaling voor de term ‘watersysteem’ in het Reglement voor Waterschap Vallei en Veluwe. Inhoudelijk is de begripsbepaling ongewijzigd: een watersysteem is een samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken. Alleen de vindplaats is gewijzigd: de wettelijke definitie is verplaatst van artikel 1.1 van de Waterwet naar de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet (artikel 2.27, onderdeel A, van de Invoeringswet Omgevingswet, Stb. 2020, 172, pag. 112).

Voor een wijziging van beperkte strekking in de reglementen voor de waterschappen Rijn en IJssel en Rivierenland zijn Provinciale Staten van Gelderland bevoegd. Bij het reglement voor het waterschap Vallei en Veluwe zijn ook Provinciale Staten van Utrecht bevoegd. Wijziging door één van beide bevoegde bestuursorganen volstaat.

Voor vergelijkbare wijzigingen van het reglement voor het waterschap Vechtstromen zijn Provinciale Staten van Overijssel en van Drenthe bevoegd. Om die reden is dat reglement niet in dit besluit meegenomen.

 

Naar boven